19
KOOKTIPS
Basistechnieken
Plaatsen
■ Plaats dikkere stukken aan de buitenkant
op het draaiplateau.
Gerechten die aan de buitenkant op het
draaiplateau geplaats worden ontvangen
de meeste microgolven.
Roeren
■ Door gerechten regelmatig te roeren
verspreid u de opgeslagen warmte. Roer
altijd van buiten naar binnen, aangezien de
buitenkant van het gerecht altijd het
eerste warm wordt.
Omdraaien
■ Grote, dikke gerechten regelmatig
omdraaien. Ze garen dan regelmatiger en
sneller.
Aluminiumfolie
■ Aluminiumfolie blokkeert de
magnetrongolven. Door dunnere gedeelten
van gerechten (zoals kippenpoten) af te
dekken voorkomt u dat ze te snel garen.
Prikken
■ Gerechten met een vel of schaal, zoals
eierdooiers, schaaldieren en fruit, barsten
open in de magnetron. Door er van te
voren enkele keren met een vork of
satéprikker in te prikken voorkomt u dat.
Controleren
■ Gerechten garen snel. Controleer ze
daarom regelmatig. Haal gerechten net
voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
Nagaren
■ Laat gerechten, nadat u ze uit de
magnetron hebt gehaald, over het
algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan.
De gerechten garen dan na.
Gerechten met een droge korst, zoals
cake, niet afdekken.