6
PANNEN
BEDIENING
7
Pannen
Geschikt
- Speciale roestvrijstalen pannen voor
inductiekoken
-Geëmailleerde pannen
- Geëmailleerde gietijzeren pannen
Ongeschikt
- Aardewerk
- Aluminium
- Kunststof
- Koper
- Porselein
- Roestvrijstaal
Inductiekoken maakt gebruik van magnetisme
om warmte op te wekken. De panbodem moet
dan ook ijzer bevatten (magnetisch zijn).
U kunt dit controleren met een magneet.
De pan is geschikt wanneer de bodem van de
pan wordt aangetrokken door de magneet en
de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Plaatstaal geëmailleerde pannen zijn
weliswaar magnetisch, maar kunnen
beschadigen als ze gebruikt worden voor
inductiekoken.
De geleidende kwaliteiten van email zijn
minder goed dan die van aluminium dat in de
bodem van de speciaal voor inductie
geschikte roestvrijstalen pannen is verwerkt.
Zo kan:
■ email loslaten van het staal, bijvoorbeeld
als u de pan te droog of bijna droog op een
hoge stand verhit;
■ de panbodem kromtrekken, bijvoorbeeld bij
oververhitting en door gebruik van een te
hoog vermogen.
Gebruik alleen pannen met een dikke
(min. 2,25 mm), vlakke bodem die geschikt zijn
voor inductiekoken. Het beste zijn pannen met
het “Class Induction” keurmerk. Bij pannen
met een vervormde bodem (een holle of een
bolle bodem) kan de oververhittingsbeveiliging
niet werken, met als gevolg dat het toestel te
warm wordt. Hierdoor kan de glasplaat
barsten en de panbodem smelten.
Tijdens het koken op inductie kunt u een
ratelend geluid horen in de bodem van de pan.
Dit is onschuldig voor de pan en het toestel.
Het wordt veroorzaakt doordat het hoge
vermogen van de kookzone inwerkt op de
panbodem. Het ratelende geluid kunt u
verminderen door een lagere stand te kiezen.
Schade ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken valt buiten
de garantie.
Bediening
Figuur 8: Bedieningstoetsen
Inschakelen
Druk op de aan/uit toets (E).
Vermogen instellen
Als u op de of toets (G of H) drukt, stelt
de kookplaat zich direct in op stand 6. Stel een
hogere of lagere stand in door nog een keer
op de toetsen of te drukken.
toets (G) geeft een lagere stand.
toets (H) geeft een hogere stand.
Uitschakelen
Door nog een keer op de aan-/uit toets (E) te
drukken schakelt u de kookzone weer uit.
Kinderslot
Let op: het toestel is voorzien van een
kinderslot. Op slot: houd de aan/uit toets (E)
drie seconden ingedrukt. Het rode lampje (D)
boven (E) gaat branden. Van slot: Houd de
aan/uit toets (E) drie seconden ingedrukt.
Het rode lampje (D) boven (E) gaat uit.
Kookwekker
U kunt de kookwekker alleen instellen als de
kookzone is ingeschakeld.
U kunt de kookzone links achter door de
kookwekker laten uitschakelen.
■ Zet de pan op de kookzone links achter en
schakel de kookzone in. Het toestel begint
te werken.
■ Stel de kookwekker in. Met de en
toetsen (B en C) naast de klok kunt u het
gewenste aantal minuten instellen (max.
3.59 uur). Op het display (A) wordt het
aantal minuten afgebeeld.
■ Aan het einde van de bereidingstijd hoort u
een pieptoon. De zone schakelt uit.
■ Schakel de pieptoon uit aan het eind van
de bereidingstijd. Druk de en (B en
C) toetsen van de klok of de aan/uit toets
(E) in. De pieptoon stopt en de zone
schakelt uit.
■ Als u de pieptoon niet uitschakelt, schakelt
de zone uit en stopt de pieptoon vanzelf na
een half uur.