NL
41
5.2 Spaanbak openen / Splijtwig instellen /
Zaagblad vervangen (afbeelding 22-23)
5.2.1 Spaanbak openen (afbeelding 22/pos. 23)
Zaagbladbescherming (18) demonteren (zie punt
5.1.4).
Schuiftafel (15) demonteren (zie punt 5.1.3).
Om de spaanbak (23) te openen de beide
schroeven (G) verwijderen en hem openklappen.
Tip: Om de schroeven (G) gemakkelijker te
kunnen verwijderen een hoek van ca. 30°
instellen (zie 6.1.3).
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let er bij het sluiten van de spaanbak (23) op dat
de schakelpen (H) in de daartoe voorziene
opening aan de microschakelaar (I) glijdt.
5.2.2 Splijtwig instellen (afbeelding 24-25/
pos. 17)
Opgelet! Netstekker uittrekken.
Zaagblad (12) instellen op maximale snijdiepte en
arrêteren (zie 6.1.2).
Spaanbak (23) openen (zie 5.2.1).
De moer (J) losdraaien met de schroefsleutel
(30).
Splijtwig (17) naar boven trekken tot de afstand
tussen zaagtafel (1) en bovenkant splijtwig (17)
maximaal is (afbeelding 24).
De afstand tussen zaagblad (12) en splijtwig (17)
mag maximaal 8 mm bedragen (afbeelding 24 -
25).
De moer (J) weer vastdraaien en de spaanbak
(23) weer monteren (zie 5.2.1).
5.2.3 Zaagblad vervangen (afbeelding 26-28/
pos. 12)
Opgelet! Netstekker uittrekken. Draag bij het
hanteren van zaagbladen altijd
beschermende handschoenen.
Zaagblad (12) instellen op maximale snijdiepte
(zie 6.1.2).
Spaanbak (23) openen (zie punt 5.2.1).
Splijtwig (17) demonteren (zie punt 5.2.2).
Flenssleutel (29) aanslaan aan de flens van het
zaagblad (K).
Flensschroef (L) met de schroefsleutel (30) in
looprichting van het zaagblad (12) eruit draaien
(afbeelding 26).
Flensschroef (L) en flens van het zaagblad (K)
eraf nemen (afbeelding 27).
Zaagblad (12) van de binnenflens af nemen en
naar boven eruit trekken (afbeelding 28).
Flens van het zaagblad vóór de montage van het
nieuwe zaagblad (12) zorgvuldig reinigen.
Het nieuwe zaagblad (12) in omgekeerde
volgorde weer erin zetten en vastdraaien.
Opgelet! Let op de looprichting, de schuine
snijkant van de tanden moet in looprichting,
d.w.z. naar voor wijzen (zie pijl op de spaanbak).
Splijtwig (17) weer monteren en instellen (zie punt
5.2.2).
Spaanbak (23) sluiten (zie punt 5.2.1).
Zaagbladbescherming (18) en schuiftafel (15)
weer monteren en instellen (zie punt 5.1.3 -
5.1.4).
Voordat u weer werkt met de zaag moet
gecontroleerd worden of de bescherminrichtingen
goed werken.
5.3 Aanslagen
5.3.1 Parallelaanslag
5.3.1.1 Aanslaghoogte (afbeelding 29-33)
De aanslagrail (2) van de parallelaanslag (3) bezit
twee geleidevlakken op verschillende hoogte.
Al naargelang de dikte van de te snijden
materialen moet de aanslagrail (2) in afb. 29 voor
dik materiaal en de aanslagrail in afb. 33 voor dun
materiaal gebruikt worden.
5.3.1.2 Aanslagrail draaien (afbeelding 31-
33/pos. 2)
Maak om de aanslagrail (2) te draaien eerst de
vleugelmoeren (B) los.
Nu kan de aanslagrail (2) van de geleiderail (E) af
getrokken en met de juiste geleiding weer erover
worden geschoven.
Draai de vleugelmoeren (B) weer aan.
5.3.1.3 Snijbreedte (afbeelding 29-30)
Bij het langssnijden van stukken hout moet de
parallelaanslag (3) gebruikt worden.
De parallelaanslag (3) moet aan de rechterkant
van het zaagblad (12) gemonteerd worden.
De parallelaanslag (3) van boven op de
geleiderail voor de parallelaanslag (5) zetten
(afbeelding 29).
Op de geleiderail voor de parallelaanslag (5)
bevinden zich 2 schaalverdelingen (C/D), die de
afstand tussen aanslagrail (2) en zaagblad (12)
aangeven (afbeelding 30).
Kies de passende schaal al naargelang de
aanslagrail (2) gedraaid is voor de bewerking van
dik of dun materiaal:
Hoge aanslagrail (dik materiaal):
schaal D
Lage aanslagrail (dun materiaal):
schaal C