• SLIJPEN VAN HET BESCHERMKAPMES
1. Verwijder het snijmes (E) van de beschermkap
(F) (fig. 17).
2. Zet het mes in een bankschroef vast. Slijp het
mes met een platte vijl; let er goed op dat u de
hoek van de snijkant behoudt. Vijl enkel in één
richting.
• OPBERGEN VAN HET TOESTEL
WAARSCHUWING : Als de hieronder vermelde
punten niet in acht worden genomen kan de
membraan van de carburator vastplakken. Na het
opbergen kan het starten moeilijker worden of kan er
zich een permanente schade voordoen.
1. Neem de instructies in acht vermeld in hoofdstuk
„Onderhoudsinstructies“ van deze handleiding.
2. Maak de motor, de geleidesteel, de
beschermkap en de draadkop aan de buitenkant
schoon.
3. Maak de benzinetank leeg.
4. Als de tank leeg is, start u de motor.
5. Laat de motor stationair draaien tot het toestel
stilstaat. Daardoor wordt de brandstof uit de
carburator verwijderd.
6. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
7. Verwijder de bougie met behulp van een
bougiesleutel.
8. Giet een koffielepel schone tweetaktolie de
verbrandingskamer in. Haal de starterkoord
meermaals langzaam door om de binnenste
delen te oliën. Vervang de bougie.
9. Berg het toestel op een koele, droge plaats op
een veilige afstand van elke gevarenbron zoals
stookoliebrander, heetwatertoestel enz. op.
• GEBRUIK NA HET OPBERGEN
1. Verwijder de bougie.
2. Haal de starterkoord snel en flink door om
overtollige olie uit de verbrandingskamer te
verwijderen.
3. Maak de bougie schoon en stel de
elektrodenafstand af of monteer een nieuwe
bougie met de juiste elektrodenafstand.
4. Maak het toestel klaar voor gebruik.
5. Giet het juiste benzine-olie-mengsel de
benzinetank in. Zie hoofdstuk „Brandstof en
olie“.
NL
54