Wasmiddellade
De wasmiddellade heeft drie vaste vakken (zie fig.6):
1. Voor bio- en voorwas.
2. Voor hoofdwas.
3. Voor naspoelmiddel/wasverzachter.
- Om de vakken te kunnen vullen dient de wasmiddellade,
tot aan de blokkade, te worden uitgetrokken.
- De vakken worden voor het begin van het wasprogramma
gevuld.
- Voor het in werking stellen van de machine moet de
wasmiddellade weer in z’n geheel naar binnen
geschoven worden en mag, zolang de machine zich met
water vult, niet meer uitgetrokken worden.
- Het verdient aanbeveling, door het regelmatig afspoelen
in onbalans raken.
• Als het balans controle- en correctiesysteem de onbalans
vaststelt, zal het proberen het wasgoed opnieuw over
de trommel verdelen.
• Indien het niet lukt de was redelijk te verdelen, zal de
machine met een lager toerental dan was ingesteld of
zelfs in het geheel niet
centrifugeren. Dit laatste om
schade aan het apparaat of de omgeving te voorkomen.
• Onbalans kan ontstaan door onderbelading met bijv. één
enkel stuk wasgoed, voeg in dat geval extra wasgoed toe.
Onbalans kan ook ontstaan door ongelijk
matige belading
bijv. een groot stuk wasgoed wat véél water opneemt.
Belading van de machine
In verband met overbelasting van de motor dient u
rekening te houden met de belading van stoffen die veel
water opnemen (z.g.n. absorberende stoffen) zoals bijv.
badhanddoeken, badlakens, plaids enz.
Uw machine heeft een maximale beladingscapaciteit van
5 kg droog wasgoed. De verhouding tussen stoffen die
veel water opnemen en dus veel zwaarder zullen worden
en stoffen die minder water opnemen, dient dan ook bijv.
ca. 2,5 kg. katoen en 2 kg badhanddoeken enz. te zijn.
Een belading met alleen stoffen die veel water opnemen
kan overbelasting van de motor tot gevolg hebben.
Wij adviseren, uit milieu oogpunt, om een wasbeurt zoveel
mogelijk met volle belasting in plaats van wasbeurten met
gedeeltelijke belasting uit te voeren.
W 655 1918 W 655
fig. 6