129
NEDERLANDS
GEBRUIK
- Voor de ontsteking is het belangrijk dat
u zich ervan verzekert dat er in de
thermokachel en in de rest van de instal-
latie water aanwezig is.
- De Firma acht zich uitsluitend verantwoordelijk
voor de functionering van de kachel in het geval
het gebruik hiervan plaatsvindt in overeenstem-
ming met de geleverde documentatie.
Eventuele onaangename geuren of rook zijn het
gevolg van de verdamping of uitdroging van
bepaalde materialen die tijdens de productie
toegepast zijn.
Dit fenomeen duurt over het algemeen een aan-
tal dagen waarna het verdwijnt.
N.B.: voorkom het gebruik van alcohol, benzi-
ne, kerosine of andere vloeibare brandstoffen
voor het aansteken van het vuur. Bewaar dege-
lijke producten buiten het bereik van het
vuur. Voorkom het gebruik van aanmaakblokjes
gemaakt van petroleum of van chemische
aard: hierdoor kan ernstige schade aan de wan-
den van de vuurhaard worden berokkend.
Maak uitsluitend gebruik van ecologische aan-
maakblokjes. Overmatige ladingen (meer dan
het aantal kg. dat aangegeven staat in de tabel
op pag. 5) of te hoge vlammen kunnen de
vuurhaard beschadigen.
Handige tips
• een incomplete verbranding veroorzaakt over-
matige afzettingen op de warmteuitwisselaar.
Om dit te voorkomen is het noodzakelijk:
• droog hout te verbranden
• zich ervan te verzekeren dat de vuurhaard een
flinke laag gloeiend houtskool heeft voordat
u hier ander hout aan toevoegt.
• grote en kleine houtsblokken met elkaar men-
gen.
• zich ervan verzekeren dat minstens een ver-
warmingselement geopend is.
• zich ervan verzekeren dat de schakelaar van
de pomp geactiveerd is.
• vul de thermokachel met een hoeveelheid
droog hout met kleine-middelmatige afmeting
en steek het vuur aan.
• wacht een aantal minuten tot u een redelijke
verbranding verkregen heeft.
• stel de verbranding af met behulp van de war-
mteregelaar met thermostaat.
• we raden u aan om de radiatoren van de
installatieruimte van de thermokachel gesloten
te houden aangezien deze ruimte voldoende
verwarmd wordt door de uitgestraalde warmte.
Brandstof en calorisch vermogen
De verbranding is vanuit technisch oogpunt
geoptimaliseerd zowel wat het ontwerp van
de vuurhaard en de bijbehorende luchttoevoer
als de uitstoot betreft. Maak voor de
verbranding uitsluitend gebruik van gedroogd
hout of houtblokjes.
Vochtig, vers gehakt of verkeerd opgeslagen
hout bevat een grote hoeveelheid aan water en
verbrandt dus slecht, produceert rook en weinig
warmte.
Maak uitsluitend gebruik van hout dat minstens
twee jaar in een goed geluchte en droge
omgeving heeft liggen drogen. In dit geval is de
hoeveelheid water in het hout kleiner dan
20% van het gewicht. Op deze wijze bespaart u
brandstof aangezien gedroogd hout een
aanzienlijk groter calorisch vermogen heeft.
Een kg vochtig hout (afhankelijk van het soort
hout) produceert tussen de 2000 en 2500
kcal/kg terwijl een kg droog hout (van hetzelfde
soort) na 2 jaar drogen tussen de 3500
en 4000 kcal/kg produceert.
We raden u aan om een beschermde handscho-
en te dragen als u “hout toevoegt” om de
ongewenste aanraking met de warme wanden
te voorkomen.
Open voorzichtig het deurtje. OP deze manier
voorkomt u de vorming van luchtstromen
waardoor rook naar buiten kan komen.
Wanneer moet u hout toevoegen? Als de bran-
dstof opgebrand is tot houtskool.
Tijdens de verbranding
Indien het water de temperatuur van 90°C over-
schrijdt wegens een overmatige lading
hout treedt de thermische afvoerklep in werking
en wordt een geluidsalarm geactiveerd.
Voer in dit geval de volgende handelingen uit:
- Wacht tot de temperatuur onder de 80°C
gedaald is. Controleer de waarde op de
elektronische regelaar.
- In het geval van thermokachels die tevens een
installatie voor warm water voor sanitair gebruik
voeden kunt u de warmwaterkraan openen om
het koelproces te versnellen.