Voorzorgsmaatregelen bij Modelvliegen
- Kies zorgvuldig Uw vliegzone. Kies altijd een open ruimte waar geen hindernissen als bomen of
gebouwen staan of drukke plaatsen. Vermijd vliegen in omgevingen met wegen, elektriciteit- of
telefoonpalen, watergebieden dichtbij of druk luchtverkeer.
- Vlieg het model niet in slecht weer. Veel wind, slechte zichtbaarheid, lage temperaturen, regen en
storm moeten worden vermeden.
- Probeer nooit het model tijdens de vlucht te vangen. Zelfs een traag vliegend model kan verwondingen
aan Uzelf of anderen veroorzaken of schade aan het model zelf.
- Dit model is niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Alle kinderen, ongeacht de leeftijd, moeten
steeds onder supervisie staan van een bekwaam en verantwoordelijk persoon.
- Ontkoppel steeds de batterij van het model wanneer niet in dienst. Laat nooit de batteij in het model
geinstalleerd.
- Onthoud het om steeds buiten het propellerbereik te blijven als de batterij gekoppeld is.
- Vóór het vliegen, schakel eerst zender in en sluit dan pas de batterij aan.
- Na het vliegen, koppel steeds eerst de batterij af en schakel dan pas de zender uit.
- Wees voorzichtig bij het opladen van uw batterijen en volg daarbij de veiligheidsrichtlijnen van de
batterijfabrikant volledig op.
13