33
NL
ONDERHOUD
6.4 DEMONTAGE EN VERVANGING
6.4.1 De wielen vervangen
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en
plaats aan de kant waar het wiel vervangen moet
worden, een steunblok, onder een dragend deel van
het chassis.
De wielen worden op hun plaats gehouden door een
elastische ring (1) die verwijderd kan worden door
middel van een schroevendraaier.
Bij het vervangen van één of
beide achterwielen dient erop gelet te worden dat
ze dezelfde diameter hebben. Controleer tevens
de afstelling van het maaidek om een ongelijkmatig maaibeeld te voorkomen.
Alvorens een wiel te hermonteren, de wielas met vet insmeren.
De elastische ring (1) en de borgring (2) weer precies op hun plaats zetten.
6.4.2 De banden repareren of vervangen
De banden zijn “Tubeless” en iedere vervanging of reparatie als gevolg van een lek
dient dan ook door een vakman uitgevoerd te worden volgens de, voor dit type ban-
den, geldende voorschriften.
6.4.3 De koplampen vervangen ( indien
voorzien)
De koplampen (18W) zijn door middel van een
bajonetfitting in de lamphouder gedraaid. De
lamphouder kan verwijderd worden door deze
met behulp van een tang tegen de klok in te
draaien.
➤
BELANGRIJK
OPMERKING