29
NL
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.4.7 H
ET LEGEN VAN HET UITWERPKANAAL
In geval van hoog en nat gras gecombineerd met een te hoge snelheid kan er zich een verstop-
ping van het uitwerpkanaal voordoen.
Handel dan als volgt:
– stop met rijden, ontkoppel de messen en schakel de motor uit;
– verwijder de opvangzak of de steenbeschermkap;
– verwijder het opgehoopte gras bij de uitmonding van het uitwerpkanaal.
Deze handeling dient altijd te worden uitgevoerd met een uitge-
schakelde motor.
5.4.8 N
A HET MAAIEN
Ontkoppel de messen na het maaien en laat de motor in toeren afnemen. Op de terugweg dient
het maaidek in de hoogste stand te staan.
5.4.9 N
A HET WERK
Breng de machine tot stilstand, zet de gashendel in de «LANG-
ZAAM» stand en schakel de motor uit door de sleutel in de
«STOP» stand te draaien.
Als de motor is uitgeschakeld, sluit de benzinekraan ( indien
voorzien)
Uitgerust dient de gashendel, 20
seconden voordat de motor uitgeschakeld wordt, in de
“LANGZAAM” stand gezet te worden om een ontploffing
in de knalpot te vermijden.
Haal altijd de sleutel uit het contact alvorens de machine onbe-
heerd achter te laten.
Om de lading van de accu in stand te houden, wordt de sleutel niet in de
stand «DRAAIEN» gelaten wanneer de motor niet aanstaat..
5.4.10 D
E MACHINE REINIGEN
Maak, na elk gebruik, de buitenkant van de machine schoon, leeg de opvangzak en klop deze
goed uit om alle gras- en aarderesten te verwijderen.
Leeg de opvangzak altijd en laat geen containers met gemaaid gras
in gesloten ruimtes achter.
̆
!
LET OP!
BELANGRIJK
̆
!
LET OP!
̆
!
LET OP!
➤
̆
!
LET OP!