BEDRIJFSWIJZE VENTILATIE (FIG. 19)
Voor deze bedrijfswijze hoeft niet de luchtafvoerslang op het
apparaat te worden aangebracht.
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
ventilatie verschijnt.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door op de FAN
toets te drukken. Er zijn drie snelheden beschikbaar:
Maximumsnelheid: om het maximale ventilatie-
vermogen te verkrijgen
Gemiddelde snelheid: als u het geluidsniveau
laag wilt houden, met sowieso een goed com-
fortniveau
Lage snelheid: wanneer u zo weinig mogelijk
geluid wenst
Bij deze bedrijfswijze is het niet mogelijk de AUTO snelheid te
selecteren.
B
EDRIJFSWIJZE VERWARMING (FIG. 20)
A
LLEEN BIJ ENKELE MODELLEN BESCHIKBAAR
Ideaal voor het tussenseizoen wanneer de buitentemperatuur
niet bijzonder laag is.
Bij deze bedrijfswijze hoeft de luchtafvoerslang niet op het appa-
raat aangesloten te worden.
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
verwarming verschijnt.
• Kies de te bereiken temperatuur door op de toets of de
toets te drukken totdat de gewenste waarde verschijnt.
Bij deze bedrijfswijze kan niet de ventilatiesnelheid worden gese-
lecteerd, die namelijk automatisch door het apparaat wordt
gekozen.
BEDRIJFSWIJZE SMART (FIG. 21)
Het apparaat stelt automatisch vast of het met koeling, ventila-
tie of (alleen bij de modellen die hierin voorzien) verwarming zal
werken.
Ook de ventilatiesnelheid wordt automatisch op basis van de
omgevingscondities gekozen.
Om deze bedrijfswijze in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool SMART
verschijnt.
19
20
21
91