BEDRIJFSWIJZE KOELING (FIG. 17)
Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen en
te ontvochtigen.
Controleer of het klep goed gesloten is
Om deze functie correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
koeling verschijnt.
• Kies de te bereiken temperatuur door op de toets of de
toets te drukken totdat de gewenste waarde verschijnt.
• Kies de gewenste ventilatiesnelheid door te drukken op de
FAN toets.
Er zijn 4 snelheden beschikbaar:
Maximumsnelheid: om zo snel mogelijk de
gewenste temperatuur te bereiken
Gemiddelde snelheid: als u het geluidsniveau
laag wilt houden, met sowieso een goed com-
fortniveau
Lage snelheid: wanneer u zo weinig mogelijk
geluid wenst
AUTOFAN: het apparaat kiest automatisch de
beste ventilatiesnelheid, op basis van de tempera-
tuur die op het display is ingesteld.
De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerpe-
riode varieert tussen 24 en 27°C. Het wordt in elk geval afgera-
den om een veel lagere temperatuur dan de buitentemperatuur
in te stellen.
BEDRIJFSWIJZE ONTVOCHTIGING (FIG. 18)
Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen (tussen-
seizoen, vochtige vertrekken, regenperiode, enz.).
Voor de ontvochtigingsfunctie moet het apparaat zich in dezelf-
de configuratie als voor de koelfunctie bevinden, namelijk met
de luchtafvoerslang op het apparaat aangebracht, zodat de
afvoer van de lucht naar buiten kan plaatsvinden.
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
ontvochtiging verschijnt.
Bij deze bedrijfswijze kan niet de ventilatiesnelheid worden gese-
lecteerd, die namelijk automatisch door het apparaat wordt
gekozen.
90
17
18