29
PATAT FRIET
Aangeraden hoeveelheid
500 190 fase 1 6-7
voor een goed frituur resultaat fase 2 1-2
MAX hoeveelheid 1000 190 fase 1 10-12
(grens van toelaatbaarheid) fase 2 2-3
VIS Inktvis 500 160 9-10
Canestrelli
(soort schelpdieren) 500 160 9-10
Garnalen staarten 600 160 7-10
Sardientjes 500-600 170 8-10
Inktvisjes 500 160 8-10
Tong (n. 3) 500-600 160 6-7
VLEES Runder schnitzels (n. 2) 250 170 5-6
Kip schnitzels (n. 3) 300 170 6-7
Gehaktballetjes (n. 8-10) 400 160 7-9
GROENTEN Artisjokken 250 150 10-12
Bloemkool 400 160 8-9
Funghi 400 150 9-10
Paddestoelen 300 170 11-12
Zucchine 200 170 8-10
Etenswaren
Max. hoeveelheid
Temperatuur °C
Tijd minuten
Houd u er rekening mee dat de aangegeven temperaturen en tijden voor de bereiding slechts indicatief zijn en aange-
past moeten worden al naar gelang de hoeveelheid te frituren etenswaren en de persoonlijke smaak.
HET FRITUREN VAN VERSE ETENSWAREN
DE DUUR VAN DE OLIE OF HET VET
De olie of het vet moeten nooit onder het minimum
niveau zakken. Af en toe is het noodzakelijk de
inhoud helemaal te vernieuwen. De duur van de olie
of het vet hangt af van wat men frituurt.
Door het gebruik van paneermeel, bijvoorbeeld,
wordt de olie sneller vuil.
Zoals bij elke frituurpan, door het regelmatig verwar-
men, verslechterd de olie. Dus, ook bij correct gebruik
en regelmatig filtreren, raden wij aan regelmatig de
olie te vernieuwen.
Omdat deze frituurpan met weinig olie functioneert,
dankzij het draaisysteem van de frituurmand, heeft
men het grote voordeel dat men slechts de helft van de
hoeveelheid olie weg moet gooien, in vergelijking
met andere frituurpannen in de handel.
OM OP DE JUISTE MANIER TE FRITUREN
• Het is belangrijk voor elke recept de aangeraden
temperatuur in te stellen. Bij een té lage tempera-
tuur, nemen de te frituren etenswaren teveel olie
op. Bij een té hoge temperatuur vormt zich onmid-
dellijk de korst en de binnenkant blijft rauw.
• De te frituren etenswaren moeten slechts in de
olie gedompeld worden wanneer de olie de jui-
ste temperatuur bereikt heeft, oftewel wanneer
het controlelampje uitgaat.
• De frituurmand niet overbeladen. Dit zou een plot-
selinge temperatuur verlaging van de olie veroor-
zaken en dientengevolge té vette en niet gelijkma-
tig gefrituurde etenswaren.
• Indien een kleine hoeveelheid voedsel gebakken
wordt, moet de olie ingesteld worden op een lage-
re temperatuur dan aangeduid, om te voorkomen
dat de olie te hevig opborrelt.
• Controleren dat de etenswaren dungesneden zijn
en van gelijke afmeting, omdat bij te dik gesneden
etenswaren de binnenkant niet goed gaar wordt,
ondanks het feit dat ze aan de buitenkant er goed
uitzien, terwijl etenswaren van gelijkmatige afme-
tingen tegelijktertijd en op de juiste manier gaar
worden.
• De etenswaren goed afdrogen voordat ze in de
olie of het vet gedompeld worden, omdat vochti-
ge etenswaren zacht blijven na het frituren (dit
geldt vooral voor aardappelen). Het is raadzaam
om etenswaren die veel vocht bevatten (vis, vlees,
groenten) te paneren of met meel in te wrijven,
waarbij erop gelet moet worden dat de overvloed
aan paneermeel of meel verwijderd wordt voordat
men de etenswaren in de olie dompelt.
RAADGEVINGEN VOOR DE BEREIDING