95
DE TIMER PROGRAMMEREN
Met behulp van de programmering kunt u de gewenste wer-
kingstijden van het apparaat instellen.
Inschakeling programmeren
• Druk op de toets ON. Op het display van de afstandsbe-
diening knipperen de inschakeltijd en het opschrift ON TIMER
(fig. 31).
• Druk op de toetsen of om de gewenste inschakeltijd
in te stellen.
• Druk, zodra het gewenste tijdstip is bereikt, op de toets SET om
de tijd te bevestigen (fig. 32): op het display van de afstand-
bediening verschijnt het opschrift ON TIMER terwijl op het dis-
play van het apparaat het symbool verschijnt om aan te
geven dat de werking met timer actief is.
Uitschakeling programmeren
• Druk op de toets OFF. Op het display van de afstandsbe-
diening knipperen de uitschakeltijd en het opschrift OFF TIMER
(fig. 33).
• Druk op de toetsen of om de gewenste uitschakeltijd in
te stellen.
• Druk, zodra het gewenste tijdstip is bereikt, op de toets SET om
de tijd te bevestigen (fig. 34): op
het display van de afstandbedie-
ning verschijnt het opschrift OFF
TIMER terwijl op het display van het
apparaat het symbool verschijnt
om aan te geven dat de werking
met timer actief is.
31
32
33
34
ZELFDIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen in de werking
detecteert. De foutmeldingen verschijnen op het display van het apparaat.
LOW TEMPERATURE
(antivries)
PROBE FAILURE
(sonde beschadigd)
Het apparaat bezit een ontdooi-
voorziening die overmatige ijsvor-
ming voorkomt.
Het apparaat begint weer auto-
matisch te werken nadat het ont-
dooiproces is beëindigd.
Als dit opschrift verschijnt, dient u
zich tot het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum te wen-
den.
HIGH LEVEL
(vol reservoir)
CLEAN
(reiniging)
Leeg het inwendige veiligheidsreservoir
volgens de aanwijzingen in de paragraaf
“Werkzaamheden aan einde seizoen”.
Als de storing zich weer voordoet, dient u
zich tot het dichtstbijzijnde erkende servi-
cecentrum te wenden. Bij de bedrijfswijze
“verwarming” moet de condensafvoers-
lang worden aangebracht.
Deze melding verschijnt na circa
500 uren werking met water en
geeft de noodzaak aan om het
apparaat te ontkalken zoals
beschreven in de paragraaf “ont-
kalking”.
Na het ontkalken of als het alarm
korte tijd na het ontkalken ver-
schijnt (dat voor de melding is uitgevoerd), moet het
alarm gereset worden door de toets 10 seconden
ingedrukt te houden.
FAILURE1
(pomp defect)
Deze melding kan verschijnen bij
de bedrijfswijze “verwarming”
wanneer de condensafvoerslang
niet is ingebracht of wanneer
deze verstopt is. Breng de slang
in of verwijder de verstopping.
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
WAT TE DOEN?
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
WAT TE DOEN?