SLEEP-FUNCTIE (FIG. 28)
Deze functie is nuttig tijdens de nacht, omdat de werking van het
apparaat geleidelijk aan wordt verminderd en vervolgens na 8
uur wordt uitgeschakeld.
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
• Selecteer de bedrijfswijze (koeling, ontvochtiging, smart of,
voor de modellen die hiervan zijn voorzien, verwarming) zoals
hiervoor uitgelegd.
• Druk op de toets . Het apparaat werkt met de eerder
gekozen bedrijfswijze en met de laagst mogelijke ventilatie-
snelheid.
De SLEEP functie houdt het vertrek op de optimale temperatuur
en vermijdt een overmatige verhoging of verlaging van de tem-
peratuur of de vochtigheidsgraad met een geluidsarme werking.
De ventilatiesnelheid, de omgevingstemperatuur of de vochti-
gheidsgraad variëren op geleidelijke wijze, afhankelijk van de
welzijnsbehoeften. Bij de bedrijfswijze “koeling”, neemt de tem-
peratuur na 1 uur 1°C en na 2 uur nog een graad toe.
Bij de bedrijfswijze “ontvochtiging”, neemt het ontvochtiging-
svermogen van het apparaat gedurende de eerste twee uur elk
uur gedeeltelijk af. Bij de bedrijfswijze “verwarming”, neemt de
temperatuur gedurende de eerste drie uur elk uur met circa 1°C
af.
IONISATORFUNCTIE (ALLEEN BIJ SOMMIGE MODELLEN) (FIG. 29)
De ionisator is een elektronisch onderdeel dat negatieve ionen aan
de omgeving afgeeft. Het is bewezen dat er in schone en aange-
name omgevingen altijd een overvloed aan negatieve ionen aan-
wezig is, terwijl in omgevingen met bedompte lucht een overvloed
aan positieve ionen aanwezig is. De ionisator bepaalt de juiste ver-
houding tussen de twee soorten ionen, door het stof dat eventueel
in de lucht aanwezig is te reduceren waardoor een aangenaam
gevoel van welzijn wordt verkregen. Met deze toets wordt de ionisa-
tor geactiveerd die bij sommige modellen aanwezig is. De toets kan
bij alle bedrijfswijzen geactiveerd worden.
WATERSAVE FUNCTIE (FIG. 30)
Deze functie is ontworpen om de werkingsduur van het appa-
raat te verhogen tijdens de werking met water en is dus acti-
veerbaar voor de bedrijfswijzen koeling en SMART.
Zodra deze toets wordt bediend, neemt de efficiency van het
apparaat iets af, maar neemt het waterverbruik van het reservoir
in opmerkelijke mate af: als namelijk de werkingsduur van het
reservoir normaliter 6 uren bedraagt, neemt de duur bij deze
functie toe tot circa 10 uur, zodat niet continu hoeft te worden
bijgevuld. Wij herinneren eraan dat als het water op raakt, het
controlelampje gaat branden en tegelijkertijd wordt de hoe-
veelheid lucht die door de achterste slang wordt afgevoerd, ver-
hoogd. Om de werking met water te hervatten, moet het reser-
voir gevuld worden.
FUNCTIE ROTATIE
De rotatie is niet activeerbaar bij deze modellen.
94
28
29
30