Kort en bondig 1-7
1. Luchtroosters
2. Knoppen richtingaanwijzers/
buitenverlichting
3. Claxon
4. Instrumentenpaneel
5. Ruitenwisser/-sproeier voorruit
6. Alarmknipperlichten/schakelaar
ESC UIT
7. Middelste opbergvak
8. DCS-schakelaar / Eco(stop/
start)-schakelaar of parkeerhulp-
schakelaar
9. Combinatieschakelaar
10. Kaarthouder
11. Muntenvak
12. Ontgrendelingshandgreep
motorkap
13. Audiobediening op het
stuurwiel
14. Knoppen cruise control/klimaat-
regeling
15. Klimaatregelsystemen
16. Schakelhendel
17. Schakelaar elektrische
handrem (EPB)
18. Eco-schakelaar
19. Aansteker
20. Audiosysteem
21. Dashboardkastje
22. Waarschuwingslampje veilig-
heidsgordel voorpassagier /
controlelampje passagiers-
airbag UIT
Rijverlichting
Om de rijverlichting aan of uit te
zetten, draait u aan de knop op de
lichtschakelaar. De lichtschakelaar
heeft de volgende vier standen:
O (OFF): Om alle verlichting uit te
schakelen, draait u de knop naar de
stand OFF.
Alle verlichting gaat uit en de knop
komt weer terug in de oorspronke-
lijke stand AUTO.