16 FX FP FQ V3 Range Issue 01 10/17
Zeta ls eerste de primaire luchtschuif onderin de deur en de secondaire (luchtspoeling) schuif
bovenin de deur volledig naar rechts open. Vul
de kachel met 4 droge kleine houtblokken
kruislings gestapeld zodat het rooster volledig
bedekt is.
Leg vervolgens voldoende aanmaakhoutjes in
een wigvorm en/of een aanmaakblokje op de
houtblokken. (Leg bij gebruik van andere vaste
brandstof zoals briketten, een laagje aanmaak-
houtjes en een aanmaakblokje waarop de vaste
brandstof zal ontbranden.)
Steek het aanmaakhout en blokje aan, laat de luchtschuiven open staan en sluit de deur. Het is
niet nodig om de deur open te laten staan, maar laat de kachel NOOIT ONBEHEERD achter
indien dit toch het geval zou zijn. Het aanmaakhout begint te branden waarna de houtblokken
beginnen te branden met minder uitstoot dan de vroegere methode waarbij de houtblokken
bovenop lagen.
Laat het vuur rustig branden totdat de brandstof is opgebrand tot een smeulend asbed. Vul de
kachel dan bij met max. drie houtblokken (of bij andere vaste brandstof een enkele briket) en
vul de kachel dus niet helemaal vol.
Zodra er een goed vuurbed over het rooster is ontstaan kan de kachel naar eigen wens verder
bijgevuld worden. Overvul de kachel niet ineens en sluit de luchttoevoer niet af voordat het
vuur langere tijd regelmatig brandt. Gedurende de ontbrandingsperiode kan de luchttoevoer
stap voor stap met de luchtschuiven verminderd worden,
de primaire luchtschuif dichtgezet (bij houtverbranding) en
de luchttoevoer verder naar wens geregeld worden met de
luchtschuiven.
7.10 Bijvullen
Tijdens het branden van andere vaste brandstof (briketten)
zal het vuur langzaam uitgaan met veel witte asvorming
rond het vuur. Gebruik het schudrooster of een losse pook
om de overtollige as in de aslade te schudden. Leeg de
aslade als deze bijna vol is en vul de kachel daarna weer
met briketten, maar let op dat ze niet teveel boven de
vuurkorf uitkomen. Hoewel het vuur tijdens de opstarttijd
met briketten ca. 1-2 uur brandt, kan het onder normale
omstandigheden de hele nacht doorbranden.
Bij houtverbranding zal het vuur uitgaan als het hout is
opgebrand. Als de vlammen verdwijnen en er loeiende
sintels overblijven is het tijd om weer bij te vullen. In het
algemeen is het niet goed om bij te vullen als het hout nog
volop brandt. NB: als de vlammen verdwijnen en er
onverbrande houtresten overblijven kan dit duiden op te
vochtig hout, te lage stooktemperatuur, te weinig brandstof of onvoldoende luchttoevoer of
schoorsteentrek.