9 FX FP FQ V3 Range Issue 01 10/17
5.6. Inbouwhaarden:
Voor deze haarden is geen specifieke constructie nodig omdat ze een vloertemperatuur van
100˚C niet overschrijden. Ze moeten wel waterpas gemonteerd zijn en er moet een volledig
brandwerende vloer onder de haard zijn die minstens 225mm aan de voorkant- en 150mm aan
de zijkanten doorloopt. De haardvloer moet minimaal 12mm dik zijn en een duidelijke hogere
rand dan de omliggende vloer hebben zodat er geen brandbare voorwerpen tegen de haard
gezet kunnen worden.
Het toestel moet geplaatst worden op een vloer met voldoende dragende capaciteit; anders
moet moet deze daartoe aangepast worden.
5.7. Inbedrijfstelling en overdracht
CO Alarm: Het vertrek waarin de kachel staat moet voorzien zijn van een koolmonoxide
alarmsysteem overeenkomstig de overheidsregelgeving hiervoor en de bouwvoorschriften.
Raadpleeg hiervoor een erkende installateur. Een alarmsysteem is echter nooit een ontheffing
van de installatie- en onderhoudsverplichting (ook van het rookkanaal) zoals die is
voorgeschreven door de producent van het toestel.
Neem voldoende tijd voor het laten drogen van cement, mortel of afdichtingen nadat de
installatie voltooid is. Door middel van een klein testvuur kan worden gecontroleerd of de
rookgassen vanuit de kachel goed en veilig door het rookkanaal afgevoerd worden.
Laat de kachel gedurende de eerste 3-4 dagen niet op maximum vermogen branden. Kachels
kunnen veel meer- of minder rendement leveren dan de vastgestelde normen, afhankelijk van
de brandstof, de hoeveelheid brandstof in de kachel en de manier van stoken.
BELANGRIJK: bij uitzonderlijk gebruik van luchttoevoer waarbij de luchtschuiven gedurende
lange tijd volledig open staan met een volgeladen kachel met houtblokken, kan oververhitting
ontstaan waardoor de kachel onherstelbaar beschadigd kan raken. Schade door dit soort
oververhitting komt NIET in aanmerking voor garantie en wordt niet gedekt door de
voorwaarden.
Controleer ter voltooiing van de inbedrijfstelling of alle onderdelen correct gemonteerd en
bevestigd zijn en of de gebruiksaanwijzing en het gereedschap inclusief de handschoenen bij de
kachel aanwezig zijn. Volg de aanwijzingen voor een goed gebruik van het toestel op en kies de
juiste brandstoffen zoals omschreven.
Raadpleeg het hoofdstuk Veiligheidsinstructies indien er rook of andere uitstoot uit de kachel
in het vertrek komt. Zorg er ALTIJD voor dat er een degelijk haardscherm gebruikt wordt tijdens
de aanwezigheid van kinderen, ouderen en/of zwakke en gehandicapte personen.