moving time forward
© CAS IO B en el u x B.V . Am s te lve en - WWW. C AS IO .N L
• Ten gevolge van de volgende omstandigheden wordt het meten van de barometri-
sche druk overgeslagen, waarbij de corresponderende stip op de barometrische-
drukgrafiek niet wordt ingevuld.
- Barometrische meting die buiten het bereik valt (260 hPa tot 1.100 hPa of 7,65
inHg tot 32,45 inHg)
- Sensorstoring
Barometrische drukverschilaanwijzer
Deze aanwijzer geeft het relatieve verschil tussen de
meeste recente barometrische drukmeting in de barometri-
sche drukgrafiek en de actuele barometrische drukwaarde
in de Barometer-/thermometermodus.
De barometrische
drukverschilaanwijzer
aflezen
Het drukverschil wordt aange-
geven binnen een bereik van
±10 hPa, in 1-hPa-eenheden.
• De schermafbeelding
hiernaast bijvoorbeeld,
laat zien wat de aanwijzer
zou aanwijzen wanneer het
berekende drukverschil
circa -5 hPa is (circa -0,15
inHg).
• Barometrische druk wordt
berekend en afgebeeld met
hPa als standaardmeeteen-
heid. Het barometrische
drukverschil kan ook
worden gelezen in inHg-
eenheden, zoals te zien in
op de afbeelding (1 hPa =
0,03 inHg).
Kalibratie van de druksensor en de temperatuursensor
De druksensor en de temperatuursensor die in het horloge zijn ingebouwd, worden in
de fabriek gekalibreerd en hoeven normaliter niet te worden aangepast. Als u ernstige
fouten constateert in de druk- en temperatuurmeetwaarden van dit horloge kunt u de
sensor herkalibreren om dit te corrigeren.
Belangrijk!
• Als u de barometrische druksensor verkeerd kalibreert, zijn de metingen waarschijn-
lijk onjuist. Vergelijk, voordat u de kalibratieprocedure uitvoert, de metingen van het
horloge met die van een andere betrouwbare, nauwkeurige barometer.
• Als u de temperatuursensor verkeerd kalibreert, zijn ook de metingen onjuist. Lees
voordat u begint het onderstaande aandachtig.
- Vergelijk de metingen van het horloge met die van een andere betrouwbare, nauw-
keurige thermometer.
- Als u opnieuw wilt kalibreren, verwijder dan eerst het horloge van uw pols en wacht
20 tot 30 minuten, tot de temperatuur van het horloge stabiel is.
De druksensor en de temperatuursensor kalibreren
1. In de Tijdfunctiemodus of een van de sensormodi drukt
u op [B] om naar de Barometer-/thermometermodus te
gaan.
2. Houd [E] ingedrukt totdat de actuele temperatuur op de
display begint te knipperen. Dit is het instelscherm.
• Voordat de temperatuur begint te knipperen, verschijnt
de mededeling SET Hold op de display. Houd [E]
ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt.
3. Door op [D] te drukken knipperen afwisselend de tempera-
tuurwaarde en de barometrische drukwaarde. Kies degene
die u wilt kalibreren. 4. Stel de kalibratiewaarde in met [A]
(+) en [C] (-) in de hieronder afgebeelde eenheden. Tempe-
ratuur 0,1°C (0,2°F) Barometrische druk 1 hPa (0,05 inHg)
• Om de knipperende waarde terug te zetten op de oor-
spronkelijke fabriekswaarde drukt u tegelijk op [A] en
[C]. OFF verschijnt gedurende ongeveer een seconde,
gevolgd door de oorspronkelijke standaardwaarde. 5.
Druk op [E] om terug te keren naar het scherm Barome-
ter-/thermometermodus.
Voorzorgsmaatregelen barometer en thermometer
• De druksensor van dit horloge meet veranderingen in luchtdruk, die u vervolgens
kunt gebruiken voor uw eigen weersvoorspellingen. Het horloge is niet bedoeld als
precisie-instrument voor officiële weersvoorspellingen en weerberichten.
• Plotselinge temperatuurwisselingen kunnen de meetwaarden van de druksensor
beïnvloeden.
• De temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (tijdens
het dragen van het horloge), door direct zonlicht en door vocht. Om de omgevings-
temperatuur nauwkeuriger te meten, haalt u het horloge van uw pols, legt u het op
een goed geventileerde plaats (niet in het directe zonlicht) en veegt u alle vocht van
de kast. Het duurt zo’n 20 tot 30 minuten voordat de temperatuur van de kast van
het horloge gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
Hoogtemeter
Het horloge toont hoogtewaarden op basis van luchtdrukmetingen die zijn uitgevoerd
door de ingebouwde druksensor.
Hoe de hoogtemeter hoogte meet
De hoogtemeter kan hoogte meten op basis van zijn eigen presetwaarden (oorspronke-
lijke standaardinstelling) of op basis van een door u opgegeven referentiewaarde.
Wanneer u hoogte meet op basis van presetwaarden
Gegevens die worden verzameld door de barometrische druksensor van het horloge
worden naar een geschatte hoogte geconverteerd op basis van de ISA-conversiewaar-
den (International Standard Atmosphere) die in uw horloge zijn opgeslagen.
Hoogte meten met een door u opgegeven referentiehoogte
Nadat u een referentiehoogte hebt opgegeven, gebruikt het horloge die waarde om
barometrische drukwaarde te converteren naar hoogtewaarde.
• Bij het bergbeklimmen kunt u de referentiewaarde instellen
aan de hand van een merkteken onderweg of van hoogte-
informatie op een kaart. Daarna zijn de hoogtemetingen
van het horloge preciezer dan zonder referentiehoogte.
Een hoogtemeting verrichten
1. Zorg dat het horloge in de Tijdfunctiemodus of een
van de sensormodi staat.
• De sensormodi zijn: De Digitaal kompasmodus, de
Barometer-/thermometermodus en de Hoogteme-
termodus.
2. Druk op [A] om de hoogtemeting te starten.
• ALTI verschijnt op de display, ten teken dat er
een hoogtemeting aan de gang is. De eerste
meetwaarde verschijnt na circa vijf seconden op
de display.
• De actuele hoogte wordt afgebeeld in eenheden van 5 meter.
• Na de eerste meting blijft het horloge gedurende de eerste drie minuten elke vijf
seconden automatisch hoogtemetingen verrichten, daarna elke twee minuten (bij
de oorspronkelijke standaardinstellingen).
• Als u het horloge in de Hoogtemetermodus laat staan, updatet het horloge de
hoogtewaarde regelmatig en geeft het de wijzigingen van meting tot meting aan
in een grafiek.
• U kunt de procedure bij “Een automatische meetmethode voor de hoogte
selecteren” gebruiken om de meetmethode voor de hoogte op te geven die u wilt
gebruiken.
3. Als u klaar bent met de hoogtemeter drukt u op [D] om terug te keren naar de Tijd-
functiemodus en de automatische metingen te stoppen.
• Het horloge keert automatisch naar de Tijdfunctiemodus terug als u gedurende
ongeveer vierentwintig uur nadat u naar de Hoogtemetermodus bent gegaan
geen enkele handeling uitvoert (bij de oorspronkelijke standaardinstellingen).
De hoogtegrafiek aflezen
• De hoogtegrafiek laat de automatische metingen
van de Hoogtemetermodus zien als een functie
van tijd.
• De verticale as van de grafiek vertegenwoordigt de
hoogte; elke stip staat voor 10 meter.
• De horizontale as vertegenwoordigt de tijd. Voor
de hoogtemetingen die gedurende de eerste drie
minuten nadat u de hoogtemetingen hebt gestart,
worden verricht, staat elke stip voor vijf seconden.
Daarna staat elke stip voor twee minuten.
• Als het meetresultaat buiten het bereik valt of foutief is, blijft de stippenkolom voor
die meting leeg (overgeslagen).
NB
• Het meetbereik voor de hoogte is -700 tot 10.000 meter.
• De afgebeelde hoogtewaarde verandert in - - - als een hoogtewaarde buiten het
meetbereik valt. Zodra de hoogtewaarde zich weer binnen dat bereik bevindt, wordt
hij weer afgebeeld.
• Gewoonlijk zijn de afgebeelde hoogtewaarden gebaseerd op de vooraf ingestelde
conversiewaarden van het horloge. U kunt desgewenst ook een referentiehoogte-
waarde opgeven. Zie “Een referentiehoogtewaarde opgeven”.
• U kunt voor het afbeelden van de hoogtewaarde kiezen uit meter (m) en voet (ft).
Kijk bij “De eenheden opgeven voor temperatuur, hoogte en barometrische druk”.
Een automatische meetmethode voor de hoogte selecteren
U kunt kiezen uit de volgende twee automatische meetmethodes voor de hoogte.
0’ 05”: Metingen om de vijf seconden gedurende een uur
2’ 00”: Metingen om de vijf seconden gedurende de eerste drie minuten, gevolgd
door metingen om de twee minuten gedurende circa vierentwintig uur.
NB
Als u geen knoppen bedient in de Hoogtemetermodus keert het horloge na vierentwin-
tig uur automatisch terug naar de Tijdfunctiemodus als de automatische meetmethode
voor de hoogte 2’ 00” is en na een uur als de automatische meetmethode voor de
hoogte 0’ 05” is.
De automatische meetmethode voor de hoogte selecteren
1. Houd in de Hoogtemetermodus [E] ingedrukt totdat de
actuele referentiehoogte begint te knipperen. Dit is het
instelscherm.
• Voordat de referentiehoogtewaarde begint te knipperen,
verschijnt de mededeling SET
Hold op de display. Houd [E] ingedrukt totdat SET
Hold verdwijnt.
2. Druk op [D] om het instelscherm voor de actuele auto-
matische hoogtemeetmethode weer te geven.
• 0’05 of 2’00 gaat knipperen op de display.
3. Druk op [A] om te schakelen tussen 0’05 en 2’00 als
automatische hoogtemeetmethode.
4. Druk op [E] om het instelscherm te verlaten.
De Hoogteverschilwaarde gebruiken
Het Hoogtemetermodusscherm bevat een hoogteverschil-
waarde die het verschil in hoogte laat zien met een door
u opgegeven referentiepunt. De hoogteverschilwaarde
wordt geüpdatet telkens als het horloge een hoogtemeting
verricht.
• Het meetbereik voor het hoogteverschil is -3.000 tot
3.000 meter.
• - - - wordt afgebeeld in plaats van de hoogtever-
schilwaarde wanneer de gemeten waarde buiten het
toegestane bereik valt.
• Raadpleeg voor enkele praktijkvoorbeelden van hoe u
deze functie kunt gebruiken de sectie “De hoogtever-
schilwaarde gebruiken bij bergbeklimmen of wandelen”.
Het hoogteverschilbeginpunt opgeven
Druk in de Hoogtemetermodus op [E].
• Het horloge verricht een hoogtemeting en legt de
waarde vast als het beginpunt voor de hoogteverschil-
waarde. De hoogteverschilwaarde wordt op dat moment
op nul gezet.
De hoogteverschilwaarde gebruiken bij bergbeklimmen of wandelen.
Nadat u het hoogteverschilbeginpunt hebt opgegeven bij het bergbeklimmen of wande-
len, kunt u makkelijk de hoogteverschillen tussen dat punt en andere punten onderweg
meten.
De hoogteverschilwaarde gebruiken
1. Controleer of er in de Hoogtemetermodus een hoogte-
metingwaarde op de display staat.
• Als geen hoogtemetingwaarde wordt afgebeeld, druk
dan op [A] om een hoogtemeting te verrichten. Raad-
pleeg “Een hoogtemeting verrichten” voor details.
2. Gebruik de hoogtelijnen op uw kaart om het verschil in
hoogte vast te stellen tussen uw huidige locatie en uw
bestemming.
3. Druk in de Hoogtemetermodus op [E] om uw huidige
positie op te geven als het hoogteverschilbeginpunt.
• Het horloge verricht een hoogtemeting en legt de
waarde vast als het beginpunt voor de hoogtever-
schilwaarde. De hoogteverschilwaarde wordt op dat
moment op nul gezet.
4. Ga op weg naar uw bestemming terwijl u het hoogtever-
schil dat u hebt vastgesteld op de kaart vergelijkt met
de hoogteverschilwaarde van het horloge.
• Als de kaart bijvoorbeeld laat zien dat het verschil
tussen uw positie en uw bestemming +80 meter is,
dan weet u dat u in de buurt van uw bestemming
komt wanneer de afgebeelde hoogteverschilwaarde
in de buurt van +80 komt.
Barometric
pressure
differential
pointer
Aanwijzer
barometrisch
drukverschil
Baro metric pressure
diff erential pointer
inHg values
hPa values
Current pressur e
greater than most
recent measured
pressure
Current pressur e
less than most
recent measu red
pressure
inHg-eenheden
hPa-eenheden
Actuele druk hoger dan
meest recent gemeten
druk.
Actuele druk lager dan
meest recent gemeten
druk.
Aanwijzer barometrisch
drukverschil
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
400
A
B
Altitude
differential
Altitude
graph
Current
altitude
Current time
Hoogteverschil Hoogtegrafiek
Actuele hoogte
Actuele tijd
Altitude
Time
Meest recente
meetwaarde
Hoogte
Tijd
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Hoogteverschil
Hoogteverschil
Current
location
Destination
altitude
Bestemmings-
hoogte
Huidige
positie
Altitude differential
Altitude
Hoogte
Hoogteverschil