moving time forward
© CAS IO B en el u x B.V . Am s te lve en - WWW. C AS IO .N L
• In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u alleen de tijdfunctie-instellingen moet
configureren.
4. Wanneer de tijdfunctie-instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruikt u [A] en/of [C]
om deze te wijzigen op de manier zoals hieronder is beschreven.
Scherm Om dit te doen: Doet u dit:
De stadscode wijzigen
Druk op [A] (oost) of [C]
(west).
Schakelen tussen, zomertijd (ON ) en standaardtijd (OFF ). Druk op [A].
Schakelen tussen 12-uurs- (12H ) en 24-uurs- (24H )
weergave van de tijd
Druk op [A].
50
De seconden terugzetten naar 00 Druk op [A].
De uren of minuten wijzigen
Druk op [A] (+) of [C] (-).
Jaar , maand of dag wijzigen
5. Druk twee keer op [E] om het instelscherm te verlaten.
NB
• Raadpleeg het gedeelte “Woonplaatsinstellingen configureren” voor informatie over
het selecteren van een Woonplaats en het configureren van de zomertijdinstelling.
• Wanneer 12-uursweergave is geselecteerd voor het bijhouden van de tijd, verschijnt
er een P -indicator (PM ) voor tijden vanaf 12 uur ’s middags tot 11.59 uur ‘s avonds.
Er wordt geen indicator weergegeven tussen middernacht en 11.59 uur ‘s morgens.
Met de 24-uursweergave worden de tijden weergegeven van 0.00 tot 23.59 uur,
zonder een P -indicator (PM ) .
• De in het horloge ingebouwde automatische kalender houdt rekening met de
verschillende maandlengtes en het schrikkeljaar. Nadat u de datum hebt ingesteld,
is er geen reden om dit nog weer te veranderen, behalve wanneer u de oplaadbare
batterij van het horloge hebt laten vervangen of nadat het energieniveau onder
niveau 5 daalt.
Digitaal kompas
In de Digitaal kompasmodus bepaalt een ingebouwde positioneringssensor met
regelmatige tussenpozen het magnetische noorden en geeft op de display een van de
16 windrichtingen aan.
Een meting verrichten met het digitale kompas
1. Zorg dat het horloge in de Tijdfunctiemodus of een
van de sensormodi staat.
• De sensormodi zijn: De Digitaal kompasmo-
dus, de Barometer-/thermometermodus en de
Hoogtemetermodus.
2. Plaats het horloge op een vlak oppervlak. Als u het
horloge draagt, moet u ervoor zorgen dat uw pols
horizontaal is ten opzichte van de horizon.
3. Richt de 12-uurspositie van het horloge in de
windrichting die u wilt meten.
4. Druk op [C] om een digitale kompasmeting te
beginnen.
• Op de display verschijnt COMP om aan te
geven dat er een digitale kompasmeting aan
de gang is.
• Raadpleeg het gedeelte “Digitale kompasme-
tingen” voor informatie over wat op de display
verschijnt.
NB
• Als er rechts van de windrichtingindicator een waarde verschijnt, betekent dit dat
het scherm Positioneringsgeheugen wordt afgebeeld. Als dit gebeurt, druk dan op
[E] om het scherm Positioneringsgeheugen te verlaten.
5. Als u klaar bent met het digitale kompas drukt u op [D] om terug te keren naar de
Tijdfunctiemodus.
Digitale kompasmetingen
• Wanneer u op [C] drukt om een digitale kompasmeting te beginnen, verschijnt eerst
COMP op de display om aan te geven dat er een digitale kompasmeting aan de
gang is.
• Ongeveer twee seconden nadat u met een digitale kompasmeting begonnen bent,
geven letters op de display aan in welke windrichting de 12-uurspositie van het
horloge wijst. Ook verschijnen vier wijzers die naar respectievelijk het magnetische
noorden, het zuiden, het oosten en het westen wijzen.
• Na de eerste meting blijft het horloge gedurende 20 seconden elke seconde digitale
kompasmetingen verrichten. Daarna stopt het meten automatisch.
• De windrichtingindicator en de hoekwaarde laten - - - zien om aan te geven dat de
digitale kompasmetingen afgerond zijn.
• De automatische verlichting wordt gedurende de 20 seconden dat de digitale kom-
pasmetingen plaatsvinden uitgeschakeld.
• De onderstaande tabel geeft de betekenissen van de windrichtingafkortingen die op
de display kunnen verschijnen.
Windric h ting Betekenis Windri chting Betekenis Windr ichting Betekenis Win drichting Betekenis
N Noord NNE Noordnoordoost NE Noordoost ENE Oostnoordoost
E Oost ESE Oostzuidoost SE Zuidoost SSE Zu idzuidoost
S Zuid SSW Z uidzuidwest SW Zuidwest WSW Westzuidwest
W West WNW Westnoordwest NW N oordwest NNW Noordnoordwest
• De foutmarge voor de hoekwaarde en de windrichtingindicator bedraagt 11 graden
wanneer het horloge horizontaal is ten opzichte van de horizon. Als de aangege-
ven windrichting bijvoorbeeld noordwest (NW) en 315 graden is, kan de werkelijke
windrichting alles tussen 304 en 326 graden zijn.
• Indien het horloge bij een meting niet horizontaal ten opzichte van de horizon wordt
gehouden, kan de meetafwijking groot zijn.
• U kunt de positioneringssensor kalibreren als u vermoedt dat de windrichtingmeting
onjuist is.
• Een eventuele windrichtingmeting wordt tijdelijk stopgezet wanneer het horloge een
alarmhandeling uitvoert (dagelijks alarmsignaal, uursignaal, waarschuwingssignaal
afteltimer) of wanneer de verlichting wordt ingeschakeld, door op [L] te drukken. Na-
dat de handeling die de meting onderbrak is voltooid, hervat en voltooit het horloge
de meethandeling.
• Raadpleeg “Voorzorgsmaatregelen digitaal kompas” voor belangrijke informatie het
nemen van windrichtingmetingen.
De positioneringssensor kalibreren
Wanneer u het gevoel hebt dat de windrichtingmetingen die het horloge produceert er
naast zitten, moet de positioneringssensor kalibreren. Er bestaan drie kalibratiemetho-
den: magnetische declinatiecorrectie, bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie.
Magnetische declinatiecorrectie
Bij magnetische declinatiecorrectie voert u een magnetische declinatiehoek in (het ver-
schil tussen het magnetische noorden en het echte noorden), waardoor het horloge het
echte noorden kan aanwijzen. U kunt deze procedure volgen wanneer de magnetische
declinatiehoek is aangegeven op de kaart die u gebruikt. U kunt de declinatiehoek
alleen in hele graden opgeven. Wellicht moet u de waarden die op de kaart worden
gegeven dus afronden. Als uw kaart de declinatiehoek aangeeft als 7,4°, voert u 7° in.
Is dat 7,6° dan voert u 8° in; voor 7,5° kunt u zowel 7° als 8°invoeren.
Bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie
Met bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie kalibreert u de nauwkeurigheid
van de positioneringssensor ten opzichte van het magnetische noorden. U gebruikt
bi-directionele kalibratie wanneer u metingen wilt verrichten in een gebied dat is bloot-
gesteld aan magnetische krachten. Dit type kalibratie moet u gebruiken als het horloge
om de een of andere reden magnetisch is geworden. Met noordelijke kalibratie “leert”
u het horloge waar het noorden is. U dient dit vast te stellen met een ander kompas of
op een andere manier.
Belangrijk!
Hoe nauwkeuriger u de bi-directionele uitvoert, des nauwkeuriger de metingen van de
positioneringssensor zullen zijn. U moet een bi-directionele kalibratie uitvoeren wan-
neer u van omgeving verandert waarin u de positioneringssensor gebruikt en wanneer
u het gevoel hebt dat de positioneringssensor onjuiste meetwaarden produceert.
Een magnetische declinatiecorrectie uitvoeren
1. Houd in de Digitaal kompasmodus [E] ingedrukt totdat
de actuele instelling voor de magnetische declinatie
begint te knipperen op de display. Dit is het instel-
scherm.
• Voordat de magnetische declinatie-instelling begint
te knipperen, verschijnt de mededeling SET Hold
op de display. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold
verdwijnt en de magnetische declinatie-instelling
begint te knipperen.
2. Gebruik [A] (oost) of [C] (west) om de instellingen te
wijzigen.
• In het volgende gedeelte worden de windrich-
tinginstellingen van magnetische declinatiehoek
uitgelegd.
OFF: Geen magnetische declinatiecorrectie uit-
gevoerd. De magnetische declinatiehoek bij
deze instelling is 0°.
E: Wanneer het magnetische noorden naar het
oosten ligt (oostelijke declinatie)
W: Wanneer het magnetische noorden naar het
westen ligt (westelijke declinatie)
• U kunt bij deze instellingen een waarde kiezen binnen een bereik van W 90° en E
90°.
• Door [A] en [C] tegelijk in te drukken schakelt u de magnetische declinatiecorrectie
uit (OFF ).
• De illustratie laat zien welke waarde u moet invoeren en de windrichtinginstelling die
u moet selecteren wanneer de kaart een magnetische declinatie te zien geeft van
1° West.
3. Wanneer u de gewenste instelling hebt bereikt, drukt u op [E] om het instelscherm
te verlaten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot bi-directionele kalibratie
• Voor bi-directionele kalibratie kunt u elk paar tegenovergestelde windrichtingen kie-
zen. Ze moeten echter beslist 180 graden tegenovergesteld zijn. Als u de procedure
incorrect uitvoert, geeft de positioneringssensor de verkeerde meetwaarden.
• Beweeg het horloge niet zolang het kalibreren van de windrichtingen aan de gang is.
• U moet de bi-directionele kalibratie in eenzelfde omgeving uitvoeren als waarin
u windrichtingmetingen wilt gaan verrichten. Als u bijvoorbeeld van plan bent
windrichtingmetingen in een open veld te gaan doen, kalibreer dan in een open veld.
Een bi-directionele kalibratie uitvoeren
1. Houd in de Digitaal kompasmodus [E] ingedrukt totdat
de actuele instelling voor de magnetische declinatie
begint te knipperen op de display. Dit is het instel-
scherm.
• Voordat de magnetische declinatie-instelling begint
te knipperen, verschijnt de mededeling SET Hold
op de display. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold
verdwijnt en de magnetische declinatie-instelling
begint te knipperen.
2. Druk op [D] om het instelscherm voor de bi-directio-
nele kalibratie weer te geven.
• Op dit moment knippert de noordaanwijzer op
de 12-uurspositie en geeft de display -1- aan ten
teken dat het horloge klaar is om de eerste wind-
richting te kalibreren.
3. Plaats het horloge op een oppervlak dat waterpas is in een willekeurige windrichting
en druk op [C] voor de kalibratie van de eerste windrichting.
• De display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is,
laat de display OK en -2- zien, en knippert de noordaanwijzer bij de 6-uurs-
positie. Dit betekent dat het horloge klaar is voor de kalibratie van de tweede
windrichting.
4. Draai het horloge 180 graden.
5. Druk opnieuw op [C] om de tweede windrichting te kalibreren.
• De display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is,
laat de digitale display OK zien en gaat dan naar het scherm voor de Kompas-
modus (- - - ).
Een noordelijke kalibratie uitvoeren
Belangrijk!
Als u zowel een noordelijke als een bi-directionele kalibratie wilt uitvoeren, doe dan de
bi-directionele kalibratie eerst en daarna de noordelijke kalibratie. Dat is nodig omdat
een bi-directionele kalibratie elke bestaande noordelijke kalibratie tenietdoet.
1. Houd in de Digitaal kompasmodus [E] ingedrukt totdat
de actuele instelling voor de magnetische declinatie
begint te knipperen op de display. Dit is het instel-
scherm.
• Voordat de magnetische declinatie-instelling begint te
knipperen, verschijnt de mededeling SET Hold op de
display. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt
en de magnetische declinatie-instelling begint te
knipperen.
2. Druk tweemaal op [D] om het instelscherm voor de
noordelijke kalibratie weer te geven.
• Op dit moment verschijnt -N- (noorden) op de display.
3. Plaats het horloge op een oppervlak dat waterpas is en wel zo dat de 12-uurspositie
naar het noorden wijst (gemeten met een ander kompas).
4. Druk op [C] om het kalibreren te starten.
• De display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is, laat
de digitale display OK zien en gaat dan naar de Kompasmodus (- - - ).
Positioneringsgeheugen
U kunt een windrichtingmeting opslaan in het positi-
oneringsgeheugen en die waarde afbeelden terwijl u
meer digitale kompasmetingen uitvoert. Het scherm
Positioneringsgeheugen beeldt de windrichtinghoek
van de opgeslagen windrichting af, plus een indicator
die op de display de opgeslagen windrichting aan-
geeft. Wanneer u een digitale kompasmeting verricht
terwijl de display het scherm Positioneringsgeheugen
afbeeldt, dan wordt zowel de windrichtinghoek van
de actuele digitale kompasmeting (zoals gemeten
vanuit de 12-uurspositie van het horloge) als de
actueel opgeslagen windrichtinginformatie uit het
Positioneringsgeheugen afgebeeld.
NW
0
WNW
W
WSW
SW
SSW
S
SSE
SE
ESE
E
ENE
NE
NNE
N
NNW
90
180
270
position
Current
time
North
pointer
indicator
Angle value (in degrees)
Windrichting-
indicator
12-uurs-
positie
Actuele tijd
Noord-
aanwijzer
Hoekwaarde (in graden)
Magnetic declination
angle direction value
(E, W, or OFF)
Magnetic declination
angle value
Waarde van de magneti-
sche declinatiehoek
Windrichtingwaarde van
de magnetische declinatie-
hoek (E, W of OFF)
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
12 o’clock
position
direction angle
North
pointer
Direction angle of
current reading
Bearing Memory
Screen
Bearing
memory
pointer
12-uurs-
positie
Windrichtinghoek in het
Positioneringsgeheugen
Noord-
aanwijzer
Windrichtinghoek
van de actuele
positionering
Aanwijzer
positionerings-
geheugen
Scherm Positioneringsgeheugen