A) VOOR UW VEILIGHEID
- Bewaar of gebruik geen benzine of andere ontvlambare vloeistoffen
of gassen in de buurt van het toestel. Indien u gas ruikt :
1) Draai dan de kraan van de gasfles dicht.
2) Doof alle vlammen.
3) Open het deksel.
4) Indien u nog steeds gas ruikt, raadpleeg dan onmiddellijk uw deal-
er.
- Het gaatje dat zich onder in brander huisbodem bevindt niet verstopt
laten raken.
B) PLAATS VAN GEBRUIK
Dit toestel mag uitsluitend in de open lucht gebruikt worden.
LET OP : bepaalde onderdelen kunnen heel heet zijn. Denk om de
kinderen.
Er mogen zich binnen een straal van 60 cm rond het toestel geen
brandbare materialen bevinden.
Verplaats het toestel niet terwijl het brandt.
Gebruik het toestel op een horizontale ondergrond.
- Zorg voor een verse lucht toevoer van 2 m
3
/kW/u.
C) GASFLES
- Dit toestel is gefabriceerd om gebnuikt te worden met butaan
- of propaanflessen van 4,5 tot 15 kg, voorzien van een gespast
reduceerventiel (voor Nederland butaan of propaan 30 mbar, voor
Belgie: butaan 28 mbar, propaan 37 mbar).
- De gasfles moet vervangen of aangesloten worden op een goed ven-
tilerende plaats waar zich geen vlammen, vonken of warmtebronnen
mogen bevinden.
D) SLANG
Frankrijk (naar gelang het model).
Het apparaat is uitgerust met een G1/2 van schroefdraad voorzien toe-
voer-verbindingsstuk. Een butaan/propaan ringkop-einde en de bijbe-
horende gummi-pakking zijn eveneens meegeleverd.
Naar gelang de constructie van het reduceerventiel, de volgende
instructies volgen:
1) Het reduceerventiel bevat een uitgang van schroefdraad:
een
soepele slang, conform aan de norm XP D 36-112 gebruiken. De G1/2-
moer van de slang op het verbindingsstuk van het apparaat schroeven.
De M20 x 1,5 -moer aan de uitgang van het reduceerventiel schroe-
ven. Controleer het een en ander op luchtdichtheid d.m.v. zeepsop.
2) Het reduceerventiel bevat een kopeinde van schroefdraad
: een
aansluitingseenheid (soepele slang + klembeugels) conform aan de
norm XP D 36-110 gebruiken. Het meegeleverde ringkop-einde op het
met het verbindingsstuk van schroefdraad van het apparaat schroe-
ven, met de gummi-pakking er tussen. Wanneer de pakking contact
maakt met het verbindingsstuk, maak dan het kopeinde vast door het
een halve slag te draaien. De soepele slang aan het kopeinde van het
apparaat aansluiten en aan het kopeinde van het reduceerventiel; volg
hierbij de instructies die met de aansluitingseenheid (klembeugels)
worden meegeleverd.
Controleer het een en ander op luchtdichtheid d.m.v. zeepsop.
Verzeker u ervan dat de soepele slang vrij loopt, zonder gedraaid of
gespannen te zijn en zonder in contact met de hete wanden van het
apparaat te komen. De slang mag niet langer zijn dan 1,25 m. De slang
dient te worden vervangen wanneer de op de slang vermelde uiterste
gebruiksdatum is vervallen, en in ieder geval wanneer de slang bes-
chadigd is of scheurtjes vertoont.
België, Luxemburg, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Ierland,
Polen, Portugal, Spanje, Italië, Noorwegen, Zweden, Denemarken,
Finland, Hongarije, Slovenië, Slowakije, Kroatië, Tsjechische
republiek:
Het apparaat is uitgerust met een ringkop-einde. Het gebruik van een
soepele slang geschikt voor butaan- of propaangas is voorgeschreven.
De slang mag niet langer dan 1,20 m zijn. De slang dient te worden
vervangen wanneer hij beschadigd is of scheurtjes vertoont. Niet aan
de slang trekken of draaien. Laat de slang nooit onderdelen raken die
heet kunnen worden.
Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk :
Het gebruik van een soepele slang geschikt voor butaan- of propaan-
gas is voorgeschreven. De slang mag niet langer dan 1,50 m zijn. De
slang dient te worden vervangen wanneer hij beschadigd is of scheurt-
jes vertoont. Niet aan de slang trekken of draaien. Laat de slang nooit
in contact komen met onderdelen die heet kunnen worden.
Aansluiting van de soepele slang: de slang aan het kopeinde van het
apparaat aansluiten door de moer stevig, maar toch niet te strak, aan-
draaien met behulp van 2 geschikte sleutels:
- Nr 14 moersleutel om het kopeinde te blokkeren.
- Nr 17 moersleutel om de moer van de slang vast te draaien.
E) DEKSEL
Hanteer het deksel voorzichtig, vooral als het toestel brandt. Niet over
het grillhuis buigen.
F) DICHTHEIDSTEST
1) Deze test moet buiten worden uitgevoerd, uit de buurt van ontvlam-
bare materialen. Niet roken.
2) Ga na of de regelknoppen zich wel degelijk op de stand « OFF » ( )
bevinden.
3) Duw de uiteinden van de slang op de koppelingen van de
reduceerklep en het apparaat vast tot ze niet verder kunnen, en zet
de slang vast met behulp van geschikte klembeugels (apart
verkocht).
4) Schroef het reduceerventiel op de gasfles.
5) Probeer nooit een lek op te sporen met behulp van een vlam, gebruik
hiervoor een speciale vloeistof voor het opsporen van gaslekken.
6) Breng de vloeistof aan op de plaatsen aangegeven op de schets (de
regelknoppen moeten gesloten blijven : stand OFF). Open de kraan
van de gasfles.
7) De vorming van luchtbellen wijst op gaslekken.
8) Om het lek te dichten eventueel de bevestigingsschroef van het
reduceerventiel op de fles goed vastschroeven nadat u de aan-
wezigheid en de goede staat van de pakking gecontroleerd heeft,
ofwel de slang verder op de tubes schuiven. Beschadigde onderde-
len onmiddellijk laten vervangen. Het toestel mag niet gebruikt wor-
den zolang er gas blijft ontsnappen.
9) Draai de kraan van de gasfles dicht, schroef het reduceerventiel los
en schuif de lade opnieuw onder het branderhuis van het toestel.
BELANGRIJK: Gebruik nooit vuur om een gaslek op te sporen.
Eventuele gaslekken moeten minstens eenmaal per jaar gecontroleerd
en opgespoord worden en telkens bij het aansluiten van een nieuwe
gasfles.
G) VOOR DE INGEBRUIKNEMING
Het toestel niet in gebruik nemen vooraleer alle instructies gelezen te
hebben. Zorg er ook voor :
dat er geen gas ontsnapt
dat de venturi-buisjes niet verstopt zijn
dat de slang niet in contact staat met onderdelen die heet kunnen worden.
H) AANZETTEN VAN GRILLBRANDERS
Lees de punten 1 tot 6 door vooraleer met punt 1 te beginnen.
1) Controleer of de regelknoppen op de stand « OFF » ( ) staan.
2) Schuif de uiteinden van de gasslang zo ver mogelijk over de tube
van het reduceerventiel en van het toestel (die zich achter het bedie-
ningspaneel bevindt) en schroef het reduceerventiel op de gasfles.
3) Open de kraan van de gasfles.
4) Één van de 2 regelknoppen indrukken en op de MAXIMUM POEN
STAND instellen ( ). Ongeveer 5 seconden wachten en vervol-
gens op de onstekingsknop ( ) drukken tot aan de klik.
Indien er geen vonk bij de eerste klik ontstaat, zonodig de ontste-
kingsknop 3 of 4 maal indrukken.
5) Indien de brander niet aangaat de regelknop terugdraaien naar de
»OFF»-stand.( ). 5 minuten wachten vóór dat u dit opnieuw pro-
beert.
6) Het aansteken van de tweede brander geschiedt op dezelfde wijze,
zoals aangegeven in punten 4 en 5.
BELANGRIJK: Indien na meerdere pogingen de brander niet aan-
gaat, dient u te controleren dat de gaatjes van de brander en de buis-
jes van de brander niet verstopt zijn.
7) Het is ook mogelijk om beide branders tegelijkertijd aan te zetten. De
2 regelknoppen op de MAXIMUM OPEN ( ) stand instellen.
Ongeveer 5 seconden wachten en op de onstekingsknop drukken tot
aan de klik. Indien de twee branders bij de eerste klik niet aangaan,
zonodig de ontstekingsknop 3 of 4 maal indrukken.
I) HANDMATIG AANZETTEN VAN GRILLBRANDERS
Indien de automatische ontsteking niet werkt, de regelknoppen terug-
draaien tot de »OFF»-stand.( ). Het rooster verwijderen om het opper-
vlak van de branders gemakkelijk te kunnen bereiken.
Een regelknop op de MAXIMUM OPEN stand instellen. Ongeveer 5
seconden wachten en een brandende lucifer bij de brander houden.
Handel op dezelfde wijze voor de tweede brander.
11
Gebruik geen houtskool ter vervanging of ter aanvulling van de lavastenen.
Gebruik geen instelbaar reduceerventiel.
Leg geen aluminiumfolie op de brander huisbodem.
Leg op (of in de plaats van) de lavastenen nooit een metalen plaat die niet door CAMPING GAZ is ontworpen of aanbevolen.
Reinig regelmatig de bodem van de bak om te voorkomen dat de vetresten kunnen ontbranden.
Vervang regelmatig de lavastenen (ongeveer om de 10 keer gebruiken) of reinig ze regelmatig om te voorkomen dat de vetresten kunnen ontbranden.
DOOR HET NIET NALEVEN VAN DEZE GEBRUIKSAANWIJZINGEN KAN UW TOESTEL ERNSTIG BESCHADIGD WORDEN.
NL: GEBRUIK EN ONDERHOUD