78
USER MANUAL
NL
OBJECTEN DIE VOOR VALSE DETECTIE KUNNEN ZORGEN
Vlakke objecten Glad rond object Geluidsabsorberend
materiaal
bijv. katoen
PROBLEMEN OPLOSSEN
A.
Wanneer er geen optische of accoestische signalen zijn, controleer en verzeker u
zelf ervan dat de draden juist aangesloten zijn. Zorg dat het voltage niet lager is
dan 9V en dat het display op de juiste manier met de controle unit aangesloten is.
B. Wanneer er een onleesbaar display of een aanhoudende piep is, zet de
versnelling in “neutraal” en daarna weer in “achteruit”.Wanneer er zich nu nog
steeds dezelfde problemen voordoen, is de controle unit defect.
C. Wanneer het display een lange piep geeft of 0,0m aangeeft wanneer de gebruiker
één van de sensoren test, controleer dan of er andere delen van de auto binnen
het detectie-bereik van de sensor valt die getest word, of dat de
sensoren te strak zijn geïnstallerd, of dat de sensor dichtbij sterk trillende delen
(bijv. uitlaat) gemonteerd is, of dat een storing in de buurt van de sensor zit.
D. Wanneer het display enkele nummers laat zien, maar er geen obstakel in het
zicht van de sensoren is, controleer dan de richting van de sensoren, misschien
dat het systeem sommige delen van de auto waarneemt.
E. Als het display een storing aangeeft terwijl de motor gestart wordt, verbindt dan
de massa draad met het chassis van de auto.
F. Wanneer het systeem na de bovenstaande genoemde handelingen nog steeds
niet werkt, kan de gebruiker vaststellen dat de sensoren niet bij het schakelkastje
horen, het hele systeem moet vervangen worden.