451224
32
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/240
Pagina verder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-5890CN
MFC-5895CW
MFC-6490CW
Versie 0
DUT
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-5890CN, MFC-5895CW en
MFC-6490CW (omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van
diefstal of brand of voor service die onder de garantie
valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2008-2010 Brother Industries, Ltd.
i
Informatie over goedkeuring en mededeling
aangaande samenstelling en publicatie
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS
ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
Conformiteitsverklaring (alleen Europa)
Brother verklaart dat dit product voldoet aan de essentiële vereisten van richtlijn 1999/5/EG en
2005/32/EG.
De conformiteitsverklaring in de gebruikershandleidingen en/of installatiehandleidingen kan een
eerdere versie zijn.
Ga voor de meest recente versie naar onze website.
Ga naar http://solutions.brother.com/
-> kies regio (bijvoorbeeld Europe)
-> kies land
-> kies uw model
-> kies 'Handleidingen'
-> kies Conformiteitsverklaring. (Selecteer indien nodig een taal.)
ii
Inhoudsopgave
Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding...............3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Brother-support oproepen (voor Windows
®
) .........................................................5
Overzicht van het MFC-6490CW-bedieningspaneel .............................................6
Indicaties op het LCD-scherm .........................................................................8
Normale handelingen ......................................................................................8
2 Papier en documenten laden 9
Papier en andere afdrukmedia laden.....................................................................9
Papier in papierlade 1 laden............................................................................9
Papier in papierlade 2 laden (alleen MFC-6490CW).....................................12
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................16
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................17
Afdrukgebied .................................................................................................18
Acceptabel papier en andere afdrukmedia ..........................................................19
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................19
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................20
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................21
Documenten laden...............................................................................................23
De ADF gebruiken.........................................................................................23
De glasplaat gebruiken..................................................................................24
Scangebied....................................................................................................25
3 Algemene instellingen 26
Energiebesparende stand....................................................................................26
De machine in de energiebesparende stand zetten......................................26
De machine uit de energiebesparende stand halen......................................26
Energiebesparende stand instellen ...............................................................27
Tijdklokstand........................................................................................................27
Papierinstellingen ................................................................................................28
Papierformaat en -soort (MFC-5890CN en MFC-5895CW) ..........................28
Papierformaat en -soort (alleen MFC-6490CW)............................................28
Gebruikte papierlade in kopieermodus (alleen MFC-6490CW).....................29
Gebruikte papierlade in faxmodus (alleen MFC-6490CW)............................30
Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier.........................30
Instellingen volume..............................................................................................31
Belvolume......................................................................................................31
Volume waarschuwingstoon..........................................................................31
Luidsprekervolume ........................................................................................31
iii
Automatische zomer-/ wintertijd...........................................................................32
Slaapstand...........................................................................................................32
LCD-scherm.........................................................................................................32
LCD-contrast .................................................................................................32
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................33
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen ............................33
De achtergrond instellen................................................................................33
4 Beveiligingsfuncties 34
Functieslot ...........................................................................................................34
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen..........................................34
De openbare gebruiker instellen en wijzigen.................................................35
Gebruikers met beperkte rechten instellen en wijzigen .................................36
Functieslot in-/uitschakelen ........................................................................... 38
Omschakelen tussen gebruikers ...................................................................38
Omschakelen naar openbare modus ............................................................38
Alle gebruikers resetten.................................................................................39
Paragraaf II Fax
5 Een fax verzenden 42
Faxmodus activeren ............................................................................................42
Faxen verzenden vanaf de ADF ...................................................................42
Faxen verzenden via de glasplaat.................................................................43
Het scanformaat instellen voor faxen (MFC-5890CN en MFC-5895CW)......43
Het scanformaat instellen voor faxen (alleen MFC-6490CW) .......................44
Een fax in kleur verzenden............................................................................44
Een voorbeeld bekijken van een uitgaande fax.............................................44
Een actieve fax annuleren .............................................................................44
Rondsturen (alleen monochroom) .......................................................................45
Een fax tijdens rondsturen annuleren............................................................46
Aanvullende verzendopties..................................................................................46
Faxen met meer instellingen verzenden........................................................46
Contrast .........................................................................................................47
Faxresolutie wijzigen .....................................................................................47
Tweevoudige werking (alleen monochroom).................................................48
Direct verzenden ...........................................................................................48
Internationale modus.....................................................................................48
Uitgesteld faxen (alleen monochroom)..........................................................49
Uitgestelde groepsverzending (alleen monochroom)....................................49
Taken in de wachtrij controleren en annuleren..............................................49
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen............................50
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen..............................50
Een fax handmatig verzenden.......................................................................50
De melding 'Geheugen vol'............................................................................50
iv
6 Een fax ontvangen 51
Ontvangststanden................................................................................................51
De ontvangststand kiezen ...................................................................................51
Ontvangststanden gebruiken...............................................................................52
Alleen Fax......................................................................................................52
Fax/Telefoon..................................................................................................52
Handmatig .....................................................................................................52
Telefoon/Beantw............................................................................................52
Instellingen ontvangststand .................................................................................53
Belvertraging .................................................................................................53
F/T-beltijd (alleen in Fax/Telefoon-stand)......................................................53
Fax waarnemen.............................................................................................54
Aanvullende ontvangsthandelingen.....................................................................54
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken.........................54
Ontvangstprioriteit instellen ...........................................................................55
Een fax afdrukken vanuit het geheugen........................................................56
Ontvangst zonder papier (Geheugen ontv.) ..................................................56
Geheugenontvangst (alleen monochroom) .........................................................56
Fax doorzenden.............................................................................................57
Fax opslaan ...................................................................................................57
PC-Fax ontvangen.........................................................................................58
De doel-pc wijzigen .......................................................................................59
Geheugenontvangstfuncties uitschakelen.....................................................59
Schakelen tussen geheugenontvangstfuncties .............................................60
Faxvoorbeeld (alleen monochroom) ....................................................................60
Een voorbeeld bekijken van een ontvangen fax............................................60
De instellingen wijzigen om Faxvoorbeeld uit te schakelen ..........................62
Afstandsbediening ...............................................................................................62
Een code voor toegang op afstand instellen .................................................62
Uw code voor toegang op afstand gebruiken ................................................63
Opdrachten voor afstandsbediening..............................................................64
Faxberichten ophalen ....................................................................................65
Het nummer voor Fax doorzenden wijzigen ..................................................65
7 Telefoontoestellen en externe apparaten 66
Werking als telefoon ............................................................................................66
Toon of puls...................................................................................................66
Fax/Telefoon-stand .......................................................................................66
Fax/Telefoon-stand in de energiebesparende stand .....................................66
Telefoondiensten .................................................................................................67
Nummerweergave (Beller ID)........................................................................67
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................67
Een extern antwoordapparaat aansluiten ............................................................68
Aansluitingen .................................................................................................69
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................69
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................70
Externe en tweede toestellen ..............................................................................70
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................70
Werken met een tweede toestel ....................................................................70
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................71
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................71
v
8 Nummers kiezen en opslaan 73
Nummers kiezen..................................................................................................73
Handmatig kiezen..........................................................................................73
Eéntoetsnummers kiezen .............................................................................. 73
Snelkiezen .....................................................................................................73
Zoeken...........................................................................................................74
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................74
Overzicht van uitgaande oproepen................................................................75
Overzicht beller-ID.........................................................................................75
Nummers opslaan................................................................................................76
Een pauze opslaan........................................................................................76
Eéntoetsnummers opslaan............................................................................76
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................78
Eéntoetsnamen of -nummers of snelkiesnamen of -nummers wijzigen ........80
Groepen voor rondsturen instellen ................................................................81
Snelkiesnummers combineren ......................................................................82
9 Rapporten afdrukken 84
Faxrapporten .......................................................................................................84
Verzendrapport..............................................................................................84
Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................84
Rapporten............................................................................................................85
Een rapport afdrukken...................................................................................85
10 Pollen 86
Pollen - overzicht .................................................................................................86
Ontvangstpolling..................................................................................................86
Ontvangstpolling instellen..............................................................................86
Ontvangstpolling met beveiligingscode instellen ...........................................86
Uitgestelde ontvangstpolling instellen ...........................................................86
Opeenvolgend pollen (alleen monochroom)..................................................87
Verzendpolling (alleen monochroom)..................................................................88
Verzendpolling instellen.................................................................................88
Verzendpolling met beveiligingscode instellen..............................................88
vi
Paragraaf III Kopiëren
11 Kopiëren 90
Kopiëren ..............................................................................................................90
Kopieermodus activeren................................................................................90
Eén kopie maken...........................................................................................90
Meerdere kopieën maken..............................................................................90
Kopiëren onderbreken...................................................................................90
Kopieerinstellingen ..............................................................................................91
De kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ......................................................91
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen......................................92
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina layout) ..................................93
Kopieën sorteren met gebruik van de ADF ...................................................95
Helderheid en contrast instellen ....................................................................95
Papieropties...................................................................................................95
Scheefstandcorrectie (alleen MFC-6490CW)................................................96
Boek kopie.....................................................................................................97
Watermerk kopie ...........................................................................................97
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen............................99
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen..............................99
De melding ‘Geheugen vol..................................................................................99
Paragraaf IV Direct foto's printen
12 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of
USB-flashstation 102
Werken met PhotoCapture Center.................................................................102
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc ...102
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation zonder een
pc te gebruiken........................................................................................102
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken ...............................102
Een geheugenkaart of USB-flashstation gebruiken.....................................102
Mapstructuur van geheugenkaarten of een USB-flashstation.....................103
Aan de slag........................................................................................................104
De modus PhotoCapture activeren .............................................................105
Beelden afdrukken.............................................................................................105
Foto's bekijken.............................................................................................105
Print index (miniaturen) ...............................................................................106
Foto's afdrukken ..........................................................................................107
Foto-effecten ...............................................................................................107
Zoeken op datum.........................................................................................111
Alle foto's afdrukken ....................................................................................111
Slideshow ....................................................................................................112
Knippen (Trimming) .....................................................................................112
Afdrukken in DPOF-formaat ........................................................................113
vii
PhotoCapture Center-afdrukinstellingen........................................................114
Afdruksnelheid en -kwaliteit.........................................................................115
Papieropties.................................................................................................115
Helderheid, contrast en kleur instellen ........................................................116
Bijsnijden (crop)...........................................................................................117
Afdrukken zonder rand ................................................................................117
Datum afdrukken .........................................................................................117
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen..........................118
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen............................118
Scannen naar geheugenkaarten of USB-flashstations......................................118
De scanmodus activeren.............................................................................118
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation .......................119
Scanformaat glas (alleen MFC-6490CW)....................................................120
De bestandsnaam wijzigen..........................................................................120
Een nieuwe standaardinstelling opgeven....................................................121
Fabrieksinstellingen herstellen ....................................................................121
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................121
13 Foto's afdrukken vanaf een camera 122
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera .......................................122
Vereisten voor PictBridge ............................................................................ 122
Uw digitale camera instellen........................................................................122
Foto's afdrukken ..........................................................................................123
Afdrukken in DPOF-formaat ........................................................................124
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) ............124
Foto's afdrukken ..........................................................................................125
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................125
Paragraaf V Software
14 Software- en netwerkfuncties 128
Paragraaf VI Appendices
A Veiligheid en wetgeving 130
Een geschikte plaats kiezen ..............................................................................130
Veilig gebruik van de machine...........................................................................131
Belangrijke veiligheidsinstructies.................................................................135
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ....................................................136
LAN-verbinding............................................................................................ 136
Radiostoring ................................................................................................137
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419..........................................................137
Naleving van de bepalingen van het ENERGY STAR
®
-programma...........137
Wettelijke beperkingen voor kopiëren................................................................138
Handelsmerken..................................................................................................139
viii
B Problemen oplossen en routineonderhoud 140
Problemen oplossen .........................................................................................140
Als u problemen met uw machine heeft ......................................................140
Kiestoondetectie..........................................................................................148
Storing op de telefoonlijn.............................................................................148
Foutmeldingen...................................................................................................149
Foutanimaties ..............................................................................................155
Faxberichten of het faxjournaal overbrengen ..............................................155
Vastgelopen document ...............................................................................156
Papier vastgelopen in de machine (MFC-5890CN en MFC-5895CW)........157
Papier vastgelopen in de machine (alleen MFC-6490CW) .........................159
Routineonderhoud .............................................................................................162
De inktcartridges vervangen........................................................................162
De buitenkant van de machine schoonmaken.............................................165
De glasplaat reinigen...................................................................................166
De geleiderol van de machine reinigen .......................................................166
De invoerrol voor papier reinigen ................................................................167
De printkop reinigen ....................................................................................168
De afdrukkwaliteit controleren .....................................................................168
De uitlijning controleren ...............................................................................169
Het inktvolume controleren..........................................................................170
Informatie over de machine ...............................................................................170
Het serienummer controleren ......................................................................170
De machine inpakken en vervoeren ..................................................................170
Wanneer u de machine wegdoet.......................................................................173
C Menu en functies 175
Programmeren op het scherm ...........................................................................175
Menutabel....................................................................................................175
Opslag in geheugen ....................................................................................175
Modus- en menutoetsen gebruiken ...................................................................175
Menutabel....................................................................................................176
Tekst invoeren .............................................................................................201
ix
D Specificaties 202
Algemeen ..........................................................................................................202
Afdrukmedia....................................................................................................... 205
Fax.....................................................................................................................206
Kopiëren ............................................................................................................207
PhotoCapture Center™ .....................................................................................208
PictBridge ..........................................................................................................209
Scanner .............................................................................................................210
Printer ................................................................................................................211
Interfaces...........................................................................................................212
Vereisten voor de computer (MFC-5890CN en MFC-6490CW)........................213
Vereisten voor de computer (MFC-5895CW) ....................................................214
Verbruiksartikelen.............................................................................................. 215
Netwerk (LAN) ...................................................................................................216
E Verklarende woordenlijst 217
FIndex 222
x
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2
Papier en documenten laden 9
Algemene instellingen 26
Beveiligingsfuncties 34
2
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie helpt
u bij het optimaal benutten van uw machine
.
Symbolen en conventies die in de
documentatie gebruikt worden
1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar
knoppen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
verwijst naar meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
de maatregelen die u moet treffen om
te vermijden dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om te
voorkomen dat de machine of andere
voorwerpen worden beschadigd.
Het pictogram Elektrisch gevaar
waarschuwt u voor mogelijke
elektrische schokken.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de bewerking met andere functies
werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
Algemene informatie
3
1
Toegang krijgen tot de
Softwarehandleiding en
de Netwerkhandleiding
1
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals het gebruik
van de geavanceerde functies van de printer,
de scanner, PC-Fax en het netwerk.
Raadpleeg de Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding op de cd-rom voor
gedetailleerde informatie hierover.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken
(voor Windows
®
) 1
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op
het menu start, wijst u vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX aan
(waarbij XXXX uw modelnaam is) en
selecteert u vervolgens
Gebruikershandleidingen in HTML-
formaat.
Als u de software niet heeft geïnstalleerd,
kunt u de documentatie vinden door
onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw pc aan. Plaats de Brother cd-rom
in uw cd-rom-station.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw
model.
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de cd-rom wordt
geopend.
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows
®
Verkenner gebruiken om het
programma start.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten:
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in HTML-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het lezen van documentatie op de
computer.
PDF-documenten:
Gebruikershandleiding voor
gebruik als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in PDF-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het afdrukken van de handleidingen.
Klik op de koppeling om naar het
Brother Solutions Center te gaan,
waar u de PDF-documenten kunt
weergeven of downloaden. (Hiervoor
heeft u internettoegang en PDF
Reader-software nodig.)
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter3
Netwerkscannen
ScanSoft™ PaperPort11SE met OCR-
procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken (MFC-5895CW en
MFC-6490CW)
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt ondersteuning biedt
voor SecureEasySetup™ (alleen
MFC-6490CW), Wi-Fi Protected Setup™ of
AOSS™, volgt u de stappen in de
installatiehandleiding. Zie de
netwerkhandleiding voor meer informatie
over netwerkinstellingen.
Documentatie bekijken
(voor Macintosh)
1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de
Brother-cd-rom in het cd-rom-station.
Het volgende venster wordt
weergegeven. (Het onderstaande
venster kan afhankelijk van uw model
variëren.)
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op top.html om de
Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding weer te geven in
HTML-formaat.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
Algemene informatie
5
1
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter2
Netwerkscannen
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via
het menu Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken (MFC-5895CW en
MFC-6490CW)
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt ondersteuning biedt
voor SecureEasySetup™ (alleen
MFC-6490CW), Wi-Fi Protected Setup™ of
AOSS™, volgt u de stappen in de
installatiehandleiding. Zie de
netwerkhandleiding voor meer informatie
over netwerkinstellingen.
Brother-support
oproepen
(voor Windows
®
) 1
Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld
websupport (Brother Solutions Center), staan
tot uw beschikking.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Om onze website
(http://www.brother.com
) te openen klikt u
op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com
) klikt u op
Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken, klikt u op Informatie over
supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen, klikt u op Brother
CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent
klikt u op Afsluiten.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het MFC-6490CW-bedieningspaneel
1
De MFC-5890CN, MFC-5895CW en MFC-6490CW hebben dezelfde bedieningspaneeltoetsen.
Opmerking
In de meeste illustraties in deze gebruikershandleiding wordt de MFC-6490CW weergegeven.
1 Fax- en telefoontoetsen:
Fax Voorbeeld
Hiermee kunt u een voorbeeld van
inkomende en uitgaande faxen bekijken op
het LCD-scherm.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de hoorn van het
externe telefoontoestel tijdens het dubbele
belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze
toets tevens toegang krijgen tot een
buitenlijn of een telefoontje overzetten naar
een ander toestel.
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de 30 laatst gekozen
nummers opnieuw bellen. U kunt hem ook
gebruiken voor het invoegen van een pauze
wanneer u snelkiesnummers programmeert.
2 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden
tevens gebruikt als toetsenbord om informatie
in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kies-
modus tijdelijk veranderen van puls naar toon.
3 Modustoetsen:
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Photo Capture
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture
Center™.
4 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
Wanneer de machine inactief is, kunt u het
belvolume afstellen door op deze toetsen
te drukken.
Telefoonboek-toets
(Telefoonboek)
Druk hierop om ééntoetsnummers,
snelkiesnummers en groepsnummers in
het geheugen van de machine op te slaan.
Hiermee kunt u nummers in het geheugen
opslaan, opzoeken en kiezen.
21.12.2009
Fax
12:45
GeGeh.Ge
21
910
Algemene informatie
7
1
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuopties te bladeren.
Bovendien kunt u hierop drukken om opties
te kiezen.
a of b
Druk op deze toets om door de menu's en
opties te bladeren.
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
OK
Hiermee kiest u een instelling.
Wis/terug
Druk op deze toets om tekens te verwijderen
of naar het vorige menuniveau terug te gaan.
5 Starttoetsen:
Kleur Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een
scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono,
afhankelijk van de scaninstelling in de
ControlCenter-software).
Mono Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
monochrome kopieën. Hiermee kunt u ook
een scanbewerking uitvoeren (in kleur of
mono, afhankelijk van de scaninstelling in
de ControlCenter-software).
6 Spaarstand
Met deze toets zet u de machine in de
energiebesparende stand.
7 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
8Inkt
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de
afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt
controleren.
9 LCD (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u
helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
U kunt de helling van het LCD-scherm instellen
door dit op te tillen.
10 Eéntoetsnummers
Deze 3 toetsen geven u direct toegang tot
6 eerder opgeslagen nummers.
Shift
Als u de ééntoetsnummers 4 tot en met 6 wilt
oproepen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op
de betreffende toets drukt.
Als geen nummer is toegewezen aan de toets
kunt u het nummer ook rechtstreeks opslaan
door op de lege toets te drukken.
21.12.200921.12.200921.12.2009
FaxFaxFax
12:4512:4512:45
Geh.Geh.Geh.
34 5
768
Hoofdstuk 1
8
Indicaties op het LCD-scherm1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status
van de machine weergegeven wanneer deze
niet wordt gebruikt.
1 Status van draadloos netwerk
(MFC-5895CW en MFC-6490CW)
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk weer
wanneer u gebruik maakt van een draadloze
verbinding.
2 Geheugenstatus
Hiermee wordt het beschikbare geheugen in
de machine aangegeven.
3 Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
4 Huidige ontvangststand
Hiermee wordt de huidige ontvangstmodus
aangegeven.
Fax (alleen Fax)
F/T (Fax/Telefoon)
Ant (Telefoon/Beantw.)
Hnd (Handmatig)
5 Faxen in geheugen
Hiermee wordt aangegeven hoeveel ontvangen
faxen zich in het geheugen bevinden.
Opmerking
(MFC-6490CW)
Als u een fax met verschillende papierformaten
ontvangt (bijvoorbeeld een A4-pagina en een
A3-pagina), wordt mogelijk voor elk formaat
een bestand gemaakt en opgeslagen. Op het
LCD-scherm wordt mogelijk aangegeven dat
er meer dan één faxtaak is ontvangen.
Normale handelingen 1
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de instelling van de
tijdklokstand gewijzigd van 2 minuten in
30 seconden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
kiezen.
d Druk op d of c om 30Sec. te kiezen.
Druk op OK.
U kunt de huidige instelling op het
LCD-scherm zien:
e Druk op Stop/Eindigen.
0Max.
21.12.200921.12.200921.12.2009
FaxFaxFax
12:4512:4512:45
Geh.Geh.Geh.
12 3 4
5
Netwerk
Netwerk
MENU
Fax
Fax
Machine-info
Machine-info
Stand.instel.
Stand.instel.
Print lijsten
Print lijsten
Selecteer & druk op
OK
Standaardinst.
Standaardinst.Standaardinst.
VolumeVolume
MENU
Selecteer & druk op
OK
TijdklokstandTijdklokstand
Lade-instell.Lade-instell.
2Min.2Min.
Aut. zomertijdAut. zomertijd
P.Bewaar inst.P.Bewaar inst.
AanAan
Faxontv:AanFaxontv:Aan
MENU
Standaardinst.Standaardinst.
VolumeVolume
Selecteer & druk op
OK
T
ijdklokstandTijdklokstand
Lade-instell.Lade-instell.
Aut. zomertijdAut. zomertijd
P.Bewaar inst.P.Bewaar inst.
AanAan
Faxontv : AanFaxontv : Aan
30Sec.30Sec.
MENU
Standaardinst.
Standaardinst.
Volume
Volume
Selecteer & druk op
OK
Tijdklokstand
Tijdklokstand
Lade-instell.
Lade-instell.
Aut. zomertijd
Aut. zomertijd
P.Bewaar inst.
P.Bewaar inst.
Aan
Aan
Faxontv : Aan
Faxontv : Aan
30Sec.
30Sec.
9
2
2
Papier en andere
afdrukmedia laden 2
Opmerking
(alleen MFC-6490CW)
Zie voor papierlade 2 Papier in papierlade
2 laden (alleen MFC-6490CW)
op pagina 12.
Als de papierlade die voor de faxmodus
wordt gebruikt, op Auto Select is
ingesteld, moet u na het bijvullen van
papierlade 1 het scannerdeksel openen
en sluiten om een reset uit te voeren.
Papier in papierlade 1 laden 2
a Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
Opmerking
Wanneer u papier van A3-, Legal- of
Ledger-formaat gebruikt, drukt u op de
universele ontgrendeling (1) en trekt u aan
de achterkant van de papierlade.
Als u A5 of een kleiner papierformaat
gebruikt, moet u zorgen dat de papierlade
niet wordt uitgetrokken.
b Open het deksel van de papierlade (1).
Papier en documenten laden 2
1
1
1
Hoofdstuk 2
10
c Druk de papiergeleiders voor de breedte
(1) en vervolgens de papiergeleider
voor de lengte (2) met beide handen
voorzichtig in en stel deze geleiders af
op het papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markering voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
2
3
1
Papier en documenten laden
11
2
f Pas de papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig met beide handen aan het
papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
g Sluit het deksel van de papierlade.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt en niet boven de markering voor de
maximale invoercapaciteit (1) uitkomt.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
WAARSCHUWING
(alleen MFC-6490CW)
Duw lade 1 NIET te snel in de machine. Uw
hand kan hierdoor mogelijk bekneld raken
tussen lade 1 en lade 2 en letsel oplopen.
Duw lade 1 langzaam terug.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
papiersteun (1) naar buiten trekken tot u
een klik hoort en de papiersteunklep (2)
uitvouwen.
1
2
Hoofdstuk 2
12
Opmerking
Om lade 1 te verkleinen, haalt u eerst het
papier uit de lade. Verklein de lade
vervolgens door de universele
ontgrendeling (1) in te drukken. Pas de
papiergeleider voor de lengte (2) aan het
papierformaat aan dat u gebruikt. Plaats
het papier vervolgens in de lade.
Papier in papierlade 2 laden
(alleen MFC-6490CW) 2
Opmerking
In papierlade 2 kunt u alleen normaal
papier van de volgende formaten
gebruiken: A3, A4, Ledger, Letter, Legal
en Executive.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Verwijder het deksel van de
papierlade (1).
1
1
2
1
Papier en documenten laden
13
2
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de
papiergeleider voor de lengte (2) met
beide handen voorzichtig in en stel deze
geleiders af op het papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markering voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
Opmerking
Als u papier van Ledger-, Legal- of A3-
formaat gebruikt, drukt u op de universele
ontgrendeling (1) en trekt u aan de
achterkant van de papierlade.
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
2
1
3
1
Hoofdstuk 2
14
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt en niet boven de markering voor de
maximale invoercapaciteit (1) uitkomt.
f Pas de papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig met beide handen aan de
papierstapel aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
g Plaats het deksel terug op de
papierlade.
h Duw de papierlade langzaam terug in de
machine.
i Als u papier van A3-, Ledger- of Legal-
formaat gebruikt, gaat u als volgt te
werk.
Trek papierlade 1 uit de machine.
1
Papier en documenten laden
15
2
j Druk op de universele ontgrendeling (1)
en trek aan de achterkant van de
papierlade.
k Open het deksel van de papierlade en
stel de papiergeleider voor de lengte (1)
af op het papier.
l Sluit het deksel van de papierlade en
duw de lade langzaam in de machine.
Trek de papiersteun uit (1) tot u een klik
hoort en vouw de papiersteunklep
uit (2).
Opmerking
Als u klaar bent met het gebruiken van A3-,
Ledger- of Legal-papier en op een kleiner
papierformaat wilt overschakelen,
verwijdert u het papier uit de lade. Verklein
de lade vervolgens door de universele
ontgrendeling (1) in te drukken. Pas de
papiergeleider voor de lengte (2) aan het
papierformaat aan dat u gebruikt. Plaats
vervolgens het kleinere formaat papier in de
lade.
1
1
1
1
2
1
2
Hoofdstuk 2
16
Enveloppen en briefkaarten
laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
80 tot 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
VOORZICHTIG
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
Zakachtige enveloppen.
Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Plaats de enveloppen of briefkaarten één
voor één in de papierlade als er
verschillende enveloppen of briefkaarten
tegelijk naar binnen worden getrokken.
Lijm Dubbele omslag
Papier en documenten laden
17
2
b Leg enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant (bovenkant
van de enveloppen) eerst. Druk met
beide handen de papiergeleiders voor
de breedte (1) en de papiergeleider voor
de lengte (2) in en stel de geleiders af op
het formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
Als u problemen heeft bij het afdrukken op
enveloppen, volg dan de volgende
suggesties op:
2
a Zorg ervoor dat de omslag zich aan de
zijkant of aan de achterkant van de
envelop bevindt tijdens het afdrukken.
b Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
Kleine afdrukken uit de
machine verwijderen 2
Wanneer de machine kleine stukjes papier
uitwerpt op de uitvoerpapierlade, kunt u deze
misschien niet bereiken. Zorg dat het
afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de
lade volledig uit de machine.
2
1
Hoofdstuk 2
18
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier,
wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar is en aanstaat. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
3
4
1
2
3
4
1
2
Papier en documenten laden
19
2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u heeft gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen, alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik voor optimale resultaten Brother-
papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en fotopapier,
moeten op het tabblad Normaal van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de juiste
afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie
Papierformaat en -soort (alleen
MFC-6490CW) op pagina 28 en
Papierformaat en -soort (MFC-5890CN en
MFC-5895CW) op pagina 28.)
Als u wilt afdrukken op fotopapier van
Brother, dient u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade te
plaatsen. U vindt dit extra vel in de
verpakking van het papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A3 normaal BP60PA3
A3 Glanzend Foto BP71GA3
A3 Inkjet (Mat) BP60MA3
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Hoofdstuk 2
20
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Dubbelzijdig afdrukken is alleen mogelijk
bij PC-printen. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 2 mm of meer
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
Papiercapaciteit in de papierlade 2
Maximaal 50 vel A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
uit de uitvoerpapierlade worden genomen.
1
1
Papier en documenten laden
21
2
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen
Kopiëren
Photo
Capture
Printer
Losse vellen Ledger 279,4 431,8 mm Ja Ja Ja Ja
A3 297 420 mm Ja Ja Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
A4 210 297 mm Ja Ja Ja Ja
Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja Ja
Executive 184 267 mm Ja
JIS B4 257 364 mm Ja
JIS B5 182 257 mm Ja
A5 148 210 mm Ja Ja
A6 105 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 127 mm Ja
Foto 2L 13 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 148 mm Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 200 mm Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 229 mm Ja
DL-Envelop 110 220 mm Ja
COM-10 105 241 mm Ja
Monarch 98 191 mm Ja
JE4-Envelop 105 235 mm Ja
Transparanten Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja
A4 210 297 mm Ja Ja
Hoofdstuk 2
22
Gewicht, dikte en capaciteit papier 2
1
Maximaal 150 vel van 80 g/m
2
.
2
Maximaal 250 vel van 80 g/m
2
.
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse
vellen
Normaal papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
150
1
(Lade 2)
Normaal papier
(MFC-6490CW)
64 tot 105 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
250
2
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm 20
Kaarten
Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm 20
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,25 mm 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
Papier en documenten laden
23
2
Documenten laden 2
U kunt een fax verzenden, kopiëren en
scannen vanuit de ADF (automatische
documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
50 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaardpapier van het type
80 g/m
2
en waaier de stapel altijd los
alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving 2
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
VOORZICHTIG
Trek NIET aan het document terwijl het
doorschuift.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld,
gevouwen, gescheurd of geniet papier, en
ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
a Vouw de ADF-documentsteun (1) en de
ADF-documentsteunklep (2) uit.
b Blader de stapel goed door.
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw documenten.
Temperatuur: 20 C tot 30 C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier:
80 g/m
2
Lengte:
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
148 tot 355,6 mm
(MFC-6490CW)
148 tot 431,8 mm
Breedte:
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
148 tot 215,9 mm
(MFC-6490CW)
148 tot 297 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
2
1
Hoofdstuk 2
24
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde omhoog en de
bovenrand eerst in de ADF totdat u
voelt dat ze de papierinvoerrol raken.
Opmerking
(alleen MFC-6490CW)
Plaats A4-/Letter-documenten met de
korte rand eerst in de ADF.
VOORZICHTIG
LAAT GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om vel voor vel
te faxen, kopiëren of scannen, of bijvoorbeeld
bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 2
Een document laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
c Sluit het documentdeksel.
VOORZICHTIG
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Lengte: (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Max. 297 mm
(MFC-6490CW)
Max. 431,8 mm
Breedte: (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Max. 215,9 mm
(MFC-6490CW)
Max. 297 mm
Gewicht: Max. 2 kg
Papier en documenten laden
25
2
Scangebied 2
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hieronder wordt voor elk
papierformaat aangegeven welk gebied niet
kan worden gescand.
Gebruik
Document-
grootte
Boven (1)
Onder (2)
Links (3)
Rechts (4)
Faxen Ledger
(alleen
MFC-6490CW)
3 mm 3,7 mm
A3
(alleen
MFC-6490CW)
3 mm 4,5 mm
Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm (Glasplaat)
3mm
(ADF)
1mm
Legal 3 mm 4 mm
Kopiëren
Alle
papierformaten
3 mm 3 mm
Scannen
Alle
papierformaten
3 mm 3 mm
3
4
1
2
26
3
Energiebesparende
stand
3
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden,
een lange levensduur van de printkop te
garanderen en zo zuinig mogelijk met de inkt
om te gaan, dient u de machine te allen tijde
aangesloten te laten op een stroombron.
U kunt de machine in de energiebesparende
stand zetten door op de toets Spaarstand te
drukken. U kunt in de energiebesparende
stand nog altijd telefoongesprekken
ontvangen. Voor verdere informatie over het
ontvangen van faxen in de
energiebesparende stand, raadpleegt u de
tabel op pagina 27. De uitgestelde faxen die
zijn ingesteld, worden verzonden. U kunt
zelfs faxen ophalen met Afstandsbediening
als u zich niet bij de machine bevindt. Voor
andere opdrachten moet u de machine wel uit
de energiebesparende stand halen.
Opmerking
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat heeft aangesloten, blijft
dat steeds beschikbaar.
De machine in de
energiebesparende stand
zetten 3
a Houd de toets Spaarstand ingedrukt
totdat Afsluiten wordt weergegeven
op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm blijft nog enkele
seconden ingeschakeld en wordt dan
uitgeschakeld.
De machine uit de
energiebesparende stand
halen 3
a Druk op de toets Spaarstand.
Op het LCD-scherm worden de datum
en de tijd weergegeven.
Opmerking
Zelfs als u de machine in de
energiebesparende stand heeft gezet, zal
de machine de printkop toch regelmatig
reinigen om de afdrukkwaliteit te
handhaven.
U kunt de energiebesparende stand zo
aanpassen dat er, behalve de
automatische reiniging van de printkop,
geen andere opdrachten beschikbaar
blijven. (Zie Energiebesparende stand
instellen op pagina 27.)
Algemene instellingen 3
Algemene instellingen
27
3
Energiebesparende stand
instellen 3
U kunt de toets Spaarstand van de machine
aanpassen. De fabrieksinstelling is
Faxontv:Aan. De machine kan ook
faxberichten of telefoongesprekken
ontvangen wanneer deze in de
energiebesparende modus staat. Wanneer u
wilt dat uw machine geen faxberichten of
oproepen ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit zetten.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen. Druk op OK.
c Druk op a of b om P.Bewaar inst. te
kiezen.
d Druk op d of c om Faxontv:Uit
(of Faxontv:Aan) te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
1
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of
Kleur Start.
2
U kunt niet automatisch een fax ontvangen als u de
ontvangststand heeft ingesteld op Fax/Telefoon.
3
Instellen voordat u de machine uitschakelt.
Tijdklokstand 3
De machine heeft op het bedieningspaneel
vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan,
Kopie en Photo Capture. U kunt de tijdsduur
wijzigen waarna de machine, na de laatste
scan-, kopieer- of PhotoCapture-bewerking,
terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit
selecteert, blijft de machine in de
laatstgebruikte modus.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
kiezen.
d Druk op d of c om 0Sec., 30Sec.,
1Min, 2Min., 5Min. of Uit te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Aan/Uit-
instellingen
Ontvangst
stand
Beschikbare
opdrachten
Faxontv:
Aan
1
(
fabrieks-
instelling
)
Alleen Fax
Ext. TEL/ANT
Fax ontvangen
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
3
Fax doorzenden
3
Fax opslaan
3
Faxvoorbeeld
3
PC Fax ontvangen
3
Afstandsbediening
3
Handmatig
Fax/Telefoon
2
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
3
Faxontv:
Uit
Behalve het reinigen
van de printkop zijn
er geen bewerkingen
mogelijk.
Hoofdstuk 3
28
Papierinstellingen 3
Papierformaat en -soort
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW) 3
Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
d Druk op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
Papierformaat 3
U kunt zeven papierformaten voor het
afdrukken van uw kopieën gebruiken: A4, A5,
A3, 10 15 cm (4 6 in.), Letter, Legal en
Ledger. Voor het afdrukken van faxen heeft u
de keuze uit vijf formaten: Ledger, Letter,
Legal, A3 en A4. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine laadt, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
veranderen, zodat uw machine een
binnenkomende fax op het blad kan
inpassen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
d Druk op d of c om A4, A5, A3, 10x15cm,
Letter, Legal of Ledger te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat en -soort
(alleen MFC-6490CW) 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
U kunt zeven papierformaten voor het
afdrukken van uw kopieën gebruiken: A3, A4,
A5, 10 15 cm (4 6 in.), Ledger, Letter en
Legal. Voor het afdrukken van faxen heeft u
de keuze uit vijf formaten: A3, A4, Ledger,
Letter en Legal. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine laadt, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
veranderen, zodat uw machine een
binnenkomende fax op het blad kan
inpassen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
Algemene instellingen
29
3
c Druk op a of b om Lade-instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lade 1 of Lade 2 te
kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Lade 1 heeft gekozen, drukt u
op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of
Transparanten te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Papierformaat
te kiezen en druk op d of c om A4,
A5, A3, 10x15cm, Letter, Legal
of Ledger te kiezen.
Druk op OK.
Als u Lade 2 heeft gekozen, drukt u
op a of b om Papierformaat te
kiezen en drukt u op
d
of
c
om
A4
,
A3, Letter, Legal of Ledger te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
In papierlade 2 kunt u alleen normaal
papier van de volgende formaten
gebruiken: A3, A4, Ledger, Letter en
Legal.
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
Gebruikte papierlade in
kopieermodus
(alleen MFC-6490CW) 3
U kunt een andere papierlade instellen als de
standaardlade voor het afdrukken van
kopieën.
Volg onderstaande instructies om de
standaardinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Lade-instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Kopie:lade te
kiezen.
e Druk op d of c om Lade 1 of Lade 2 te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het papierformaat en de
ladeselectie tijdelijk wijzigen voor de
volgende kopie. (Zie Papierformaat
op pagina 96 en Ladeselectie (alleen
MFC-6490CW) op pagina 96.)
Hoofdstuk 3
30
Gebruikte papierlade in
faxmodus
(alleen MFC-6490CW) 3
U kunt een andere papierlade instellen als de
standaardlade voor het afdrukken van
ontvangen faxen.
Met Auto Select wordt in eerste instantie
afgedrukt op papier uit lade 1, en in de
volgende gevallen op papier uit lade 2:
Papierlade 1 is leeg.
Papierlade 2 is ingesteld op een ander
papierformaat dat geschikter is voor de
ontvangen faxen.
Beide laden bevatten hetzelfde
papierformaat en papierlade 1 is niet
ingesteld op gebruik van normaal papier.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Lade-instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax:lade te kiezen.
e Druk op d of c om Lade 1, Lade 2 of
Auto Select te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligde
papierinvoermodus voor
breedlopend A3-papier 3
Als er horizontale strepen over uw A3-
afdrukken lopen, gebruikt u mogelijk
langlopend papier. Stel A3 - kortvezelig
in op Uit om dit probleem te vermijden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om A3 - kortvezelig
te kiezen.
d Druk op d of c om Uit te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u niet zeker weet welke papiersoort u
gebruikt, controleert u de
papierspecificaties op de papierverpakking
of raadpleegt u de fabrikant.
Wanneer A3 - kortvezelig op Aan is
ingesteld, wordt langzamer afgedrukt.
Algemene instellingen
31
3
Instellingen volume 3
Belvolume 3
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de beltoon, van Hoog tot Uit.
Druk wanneer de machine inactief is op
d of c om het volume aan te passen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige
instelling weergegeven, en telkens wanneer
u op deze toets drukt, wordt het volume aan
het volgende niveau aangepast. De nieuwe
instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume ook als volgt via het menu
wijzigen:
Het belvolume instellen via het menu 3
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Belvolume te
kiezen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Volume waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat,
zal de machine een geluidssignaal geven
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt.
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus,
van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
kiezen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Luidsprekervolume 3
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
kiezen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 3
32
Automatische zomer-/
wintertijd
3
U kunt de machine zo instellen dat de zomer-
/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal in de lente automatisch een uur
vooruit worden gezet en één uur terug in de
herfst. Zorg dat u de juiste datum en tijd heeft
ingevoerd in de instelling Datum&Tijd.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aut. zomertijd te
kiezen.
d Druk op d of c om Uit (of Aan) te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Slaapstand 3
U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen
1 en 60 minuten) de machine in de
slaapstand wordt gezet wanneer er geen
gebruik van wordt gemaakt. Zodra een
bewerking op de machine wordt uitgevoerd,
wordt de tijdklok opnieuw gestart.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Slaapstand te
kiezen.
d Druk op d of c om op te geven na
hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in
de slaapstand moet worden gezet:
1Min, 2Min., 3Min., 5Min., 10Min.,
30Min. of 60Min.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
LCD-scherm 3
LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om LCD Contrast te
kiezen.
e Druk op d of c om Licht, Half of
Donker te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen
33
3
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de instelling van de helderheid
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
kiezen.
e Druk op d of c om Licht, Half of
Donker te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen 3
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
blijft branden nadat op de laatste toets is
gedrukt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lichtdim-timer te
kiezen.
e Druk op d of c om 10 Sec., 20 Sec.,
30 Sec. of Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De achtergrond instellen 3
U kunt de achtergrond (ofwel het wallpaper)
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Wallpaper te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om een van de vier
achtergronden te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
34
4
Functieslot 4
Met de beveiligingsfunctie Functieslot kunt u
de toegang tot bepaalde machinefuncties
(Fax, Kopiëren, Scan, Afdrukken
1
en PCC)
beperken.
Door de toegang tot de menu-instellingen te
beperken, verhindert deze functie ook dat
gebruikers de standaardinstellingen van de
machine wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt,
moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
De toegang tot niet-openbare bewerkingen
kan worden geregeld door gebruikers met
beperkte rechten in te stellen. Gebruikers met
beperkte rechten moeten een
gebruikerswachtwoord invoeren om de
machine te kunnen gebruiken.
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en
op een veilige plek bewaart. Als u het
vergeet, neemt u contact op met uw Brother-
servicedealer.
1
Afdrukken heeft betrekking op alle afdruktaken en
PC-Fax verzenden.
Opmerking
Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
elke gebruiker.
Wanneer Afdrukken uitgeschakeld is,
gaan pc-afdruktaken zonder nadere
kennisgeving verloren.
Als Fax Tx uitgeschakeld is, zijn de
functies van het menu Fax niet
beschikbaar.
Ontvang Pollen is alleen actief wanneer
zowel Fax Tx als Fax Rx is ingeschakeld.
Het beheerderswachtwoord
instellen en wijzigen 4
Het wachtwoord instellen 4
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en
Functieslot in of uit te schakelen. (Zie
Gebruikers met beperkte rechten instellen en
wijzigen op pagina 36 en Functieslot in-
/uitschakelen op pagina 38.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Toets een viercijferig nummer in voor
het wachtwoord.
Druk op OK.
e Toets het wachtwoord opnieuw in
wanneer u Nogmaals: op het
LCD-scherm ziet.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties 4
Beveiligingsfuncties
35
4
Het wachtwoord wijzigen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Wachtw. inst. te
kiezen.
Druk op OK.
e Voer het viercijferige wachtwoord in.
Druk op OK.
f Voer een ander viercijferig nummer in
voor het nieuwe wachtwoord.
Druk op OK.
g Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
als Nogmaals: wordt weergegeven op
het LCD-scherm.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
De openbare gebruiker
instellen en wijzigen 4
Openbare gebruikers hoeven geen
wachtwoord in te voeren. U kunt één
openbare gebruiker instellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebruiker inst.
te kiezen.
Druk op OK.
e Voer het beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Openbaar te kiezen.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de openbare gebruiker wilt
instellen, drukt u op d of c om
Activeren of Deactiveren te
kiezen voor Fax Tx. Druk na het
instellen van Fax Tx op a of b om
de instelling voor Fax Rx,
Kop.(Kleur), Kopiëren(Z&W),
Scan, Afdrukken en PCC te kiezen
door deze stap te herhalen.
Druk op OK.
Als u de instelling voor de openbare
gebruiker wilt wijzigen, drukt u op
a of b om de gewenste instelling te
kiezen.
Druk op d of c om Activeren of
Deactiveren te kiezen.
Herhaal deze stap tot alle
instellingen naar wens zijn.
Druk op OK.
Opmerking
Als u PC-printen en afdrukken via
PhotoCapture uitschakelt voor openbare
gebruikers, worden deze functies ook
uitgeschakeld voor alle gebruikers met
beperkte rechten.
h Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 4
36
Gebruikers met beperkte
rechten instellen en wijzigen 4
Gebruikers met beperkte rechten
instellen
4
U kunt gebruikers met beperkte rechten en
een wachtwoord instellen. U kunt maximaal
20 gebruikers met beperkte rechten instellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebruiker inst.
te kiezen.
Druk op OK.
e Voer het beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Gebruiker01 te
kiezen.
Druk op OK.
g Voer de gebruikersnaam in met de
cijfertoetsen. (Zie Tekst invoeren
op pagina 201.)
Druk op OK.
h Voer een viercijferig wachtwoord in voor
de gebruiker.
Druk op OK.
i Druk op d of c om Activeren of
Deactiveren te kiezen voor Fax Tx.
Druk op OK.
Druk na het instellen van Fax Tx op
a of b en herhaal deze stap voor
Fax Rx, Kop.(Kleur),
Kopiëren(Z&W) en Scan.
j Druk op a of b om Stop wijziging te
kiezen.
Druk op OK.
k Herhaal f tot en met j voor elke
gebruiker die u wilt instellen.
l Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U moet elke gebruiker een uniek
wachtwoord toewijzen.
Gebruikersnaam, wachtwoord of
instellingen voor gebruikers met
beperkte rechten wijzigen
4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebruiker inst.
te kiezen.
Druk op OK.
e Voer het beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
f Druk op a of b om de gewenste
gebruiker te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Wijzig instell te
kiezen.
Druk op OK.
Beveiligingsfuncties
37
4
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op Wis/terug en voert u de nieuwe
naam in. (Zie Tekst invoeren
op pagina 201.)
Druk op OK.
Als u de naam ongewijzigd wilt laten,
drukt u op OK.
i Voer een nieuw viercijferig wachtwoord
in voor deze gebruiker.
Druk op OK.
j Druk op d of c om Activeren of
Deactiveren te kiezen voor Fax Tx.
Druk op OK.
Druk na het instellen van Fax Tx op
a of b en herhaal deze stap voor
Fax Rx, Kop.(Kleur),
Kopiëren(Z&W) en Scan.
k Druk op a of b om Stop wijziging te
kiezen.
Druk op OK.
l Herhaal f tot en met k als u meer
gebruikers en instellingen wilt wijzigen.
m Druk op Stop/Eindigen.
Bestaande gebruikers met beperkte
rechten resetten
4
U kunt gebruikers met beperkte rechten een
voor een resetten.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebruiker inst.
te kiezen.
Druk op OK.
e Voer het beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
f Druk op a of b om de gewenste
gebruiker te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Reset te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op 1 om Ja te kiezen.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Stel een nieuwe gebruiker met
beperkte rechten in. (Zie Gebruikers
met beperkte rechten instellen
op pagina 36.)
Als u geen nieuwe gebruiker met
beperkte rechten wilt instellen, gaat u
naar stap j.
j Herhaal f tot en met i als u meer
gebruikers wilt resetten.
k Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 4
38
Functieslot in-/uitschakelen 4
Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
ziet u Fout wachtwoord op het
LCD-scherm. Voer alsnog het juiste
wachtwoord in.
Functieslot inschakelen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Slot UitiAan te
kiezen.
Druk op OK.
e Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
Functieslot uitschakelen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Slot AaniUit te
kiezen.
Druk op OK.
c Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
Omschakelen tussen
gebruikers 4
Met deze instelling kan een gebruiker met
beperkte rechten inloggen op de machine
wanneer Functieslot ingeschakeld is.
a Houd Shift ingedrukt terwijl u op l drukt.
In plaats hiervan kunt u ook op Menu
drukken. Druk vervolgens op a of b om
WijzigGebruiker te kiezen en druk
op OK.
b Druk op a of b om uw gebruikersnaam te
kiezen.
Druk op OK.
c Voer uw viercijferige wachtwoord in.
Druk op OK.
Omschakelen naar openbare
modus 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Ga naar Openb. te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Nadat een gebruiker met beperkte
rechten de machine heeft gebruikt, wordt
de machine teruggezet in de openbare
modus binnen de tijd die voor
Tijdklokstand is ingesteld. (Zie
Tijdklokstand op pagina 27.)
Beveiligingsfuncties
39
4
Alle gebruikers resetten 4
U kunt de instellingen en wachtwoorden voor
de openbare gebruiker en voor alle
gebruikers met beperkte rechten resetten.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Alle gebr. resetten te kiezen.
Druk op OK.
e Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
f Druk op 1 om te resetten.
g Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 4
40
Paragraaf II
Fax II
Een fax verzenden 42
Een fax ontvangen 51
Telefoontoestellen en externe apparaten 66
Nummers kiezen en opslaan 73
Rapporten afdrukken 84
Pollen 86
42
5
Faxmodus activeren 5
Als u een fax wilt verzenden of de instellingen
voor het verzenden of ontvangen van faxen
wilt wijzigen, drukt u op de toets (Fax)
zodat deze blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om door de opties van de Fax-
toets te bladeren. Sommige functies zijn
alleen beschikbaar voor het verzenden van
monochrome faxen.
Faxresolutie (Zie pagina 47.)
Contrast (Zie pagina 47.)
Scanformaat glas
(MFC-5890CN en MFC-5895CW:
Zie pagina 43.)
(MFC-6490CW: Zie pagina 44.)
Telefoonboek (Zie pagina 73.)
Uitgaand gesprek (Zie pagina 75.)
Overz. beller-ID (Zie pagina 75.)
Rondsturen (Zie pagina 45.)
Tijdklok (Zie pagina 49.)
Verzamelen (Zie pagina 49.)
Direct Verzend (Zie pagina 48.)
Verzend Pollen (Zie pagina 88.)
Ontvang Pollen (Zie pagina 86.)
Internationaal (Zie pagina 48.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 50.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 50.)
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Faxen verzenden vanaf de ADF
5
a Druk op (Fax).
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar boven in de ADF. (Zie De
ADF gebruiken op pagina 23.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een ééntoetsnummer of
een snelkiesnummer, of via Zoeken.
Opmerking
Als u een voorbeeld van het faxbericht wilt
bekijken voordat u de fax verzendt, drukt u
op Fax Voorbeeld.
(Zie Een voorbeeld bekijken van een
uitgaande fax op pagina 44.)
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint het document te
scannen.
Opmerking
Druk op Stop/Eindigen om de verzending
te annuleren.
Als u een monochrome fax verstuurt
terwijl het geheugen vol is, wordt deze
onmiddellijk verzonden.
Het maximumformaat voor het verzenden
van kleurenfaxen is A4.
Een fax verzenden 5
Faxresolutie
FAX
Standaard
Automatisch
Automatisch
A4
A4
Scanformaat glas
Scanformaat glas
Telefoonboek
Telefoonboek
Contrast
Contrast
Fax Druk op Start
Een fax verzenden
43
5
Faxen verzenden via de
glasplaat 5
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's
van een boek door te faxen. Het maximale
documentformaat is A3 voor de
MFC-6490CW en A4 voor de MFC-5890CN
en MFC-5895CW.
U kunt geen kleurenfaxen verzenden die uit
meerdere pagina's bestaan.
Opmerking
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina's verzendt.
(Alleen MFC-6490CW)
Het maximumformaat voor het verzenden
van kleurenfaxen is A4.
a Druk op (Fax).
b Leg uw document met de bedrukte zijde
naar beneden op de glasplaat. (Zie De
glasplaat gebruiken op pagina 24.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een ééntoetsnummer of
een snelkiesnummer, of via Zoeken.
Opmerking
Als u een voorbeeld van het faxbericht wilt
bekijken voordat u de fax verzendt, drukt u
op Fax Voorbeeld. Zie Een voorbeeld
bekijken van een uitgaande fax
op pagina 44 voor meer informatie.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine de eerste pagina te
scannen. Ga naar stap e.
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met verzenden.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u slechts één pagina wilt
verzenden, drukt u op 2 om Nee te
kiezen (of drukt u nogmaals op
Mono Start).
De machine begint het document te
verzenden.
Als u meer dan een pagina wilt
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
kiezen en gaat u naar stap f.
f Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint de pagina te
scannen. (Herhaal stap e en f voor
elke volgende pagina.)
Het scanformaat instellen
voor faxen
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW) 5
Als u documenten van Letter-formaat
gebruikt, moet u het scanformaat op Letter
instellen. Als u dit niet doet, zullen de
zijgedeelten van de faxen ontbreken.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Scanformaat glas
te kiezen.
c Druk op d of c om Letter (of A4) te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt, opslaan door deze als standaard
in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
op pagina 50.)
Deze instelling is alleen beschikbaar voor
het verzenden van documenten via de
glasplaat.
Hoofdstuk 5
44
Het scanformaat instellen
voor faxen
(alleen MFC-6490CW) 5
Als u een A3-, Letter-, Legal- of Ledger-
document via de glasplaat wilt faxen, moet u
de instelling van Scanformaat glas wijzigen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Scanformaat glas
te kiezen.
c Druk op d of c om A4, A3, Letter,
Legal of Ledger te kiezen.
Opmerking
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt, opslaan door deze als standaard
in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
op pagina 50.)
Een fax in kleur verzenden 5
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een fax in kleur
verzendt, wordt deze direct verzonden (zelfs
wanneer Direct Verzend is ingesteld op
Uit).
Een voorbeeld bekijken van
een uitgaande fax 5
U kunt een voorbeeld van een faxbericht
bekijken voordat u de fax verzendt. Voordat u
deze functie gebruikt, moet u Direct
verzenden en Ontvang Pollen uitschakelen.
a Druk op (Fax).
b Laad het document.
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een ééntoetsnummer of
een snelkiesnummer.
d Druk op Fax Voorbeeld.
Het document wordt gescand en de
uitgaande fax wordt weergegeven op
het LCD-scherm. Wanneer de fax
geopend is, werken de toetsen op het
bedieningspaneel als volgt.
e Druk op Mono Start.
Opmerking
Het faxbericht in het geheugen wordt
verzonden en vervolgens gewist wanneer
u op Mono Start drukt.
Een actieve fax annuleren 5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
Toets Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
a of b Verticaal schuiven.
d of c Horizontaal schuiven.
De fax rechtsom draaien.
Terug naar de vorige pagina.
Naar de volgende pagina.
Een fax verzenden
45
5
Rondsturen
(alleen monochroom)
5
Met de functie Rondsturen kunt u één
faxbericht automatisch naar meerdere
faxnummers verzenden. Dit wordt ook wel
'groepsverzenden' genoemd. U kunt een fax
tegelijkertijd naar groepen,
ééntoetsnummers, snelkiesnummers en
maximaal 50 handmatig gekozen nummers
sturen.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
verzendrapport afgedrukt.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Rondsturen te
kiezen.
Druk op OK.
d U kunt op de volgende manieren
nummers aan de rondstuurbewerking
toevoegen:
Druk op a of b om
Nummer toevoegen te kiezen en
voer een nummer in met de
kiestoetsen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Telefoonboek of
OK te kiezen. Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en
OK te selecteren.
Opmerking
Locaties van ééntoetsnummers beginnen
met l .
Sneltoetslocaties beginnen met #.
e Nadat u alle faxnummers heeft
ingevoerd door stap d te herhalen,
drukt u op a of b om Compleet te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Mono Start.
Opmerking
Als u geen groepsnummers heeft
gebruikt, kunt u naar maximaal
216 (MFC-5890CN en MFC-5895CW) of
256 (MFC-6490CW) verschillende
nummers faxen
.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is,
hangt af van het type taken die in het
geheugen zijn opgeslagen en van het
aantal nummers waarnaar u de fax
verzendt. Als u de fax naar het maximale
aantal nummers probeert te verzenden,
kunt u geen gebruik maken van de
tweevoudige werking en uitgestelde
faxen.
Als het geheugen vol is, drukt u op
Stop/Eindigen om de opdracht af te
breken. Als er reeds meerdere pagina's
zijn gescand, drukt u op Mono Start om
het gedeelte dat in het geheugen zit, te
verzenden.
Hoofdstuk 5
46
Een fax tijdens rondsturen
annuleren 5
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
kiezen.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm ziet u het
faxnummer dat wordt gekozen en het
taaknummer.
d Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt de volgende
vraag weergegeven:
Taak annuleren?
Ja i druk op 1
Nee i druk op 2
e Druk op 1 om het nummer dat wordt
gekozen, te annuleren.
Op het LCD-scherm verschijnt
vervolgens het taaknummer van de
rondstuurbewerking.
f Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt de volgende
vraag weergegeven:
Taak annuleren?
Ja i druk op 1
Nee i druk op 2
g Druk op 1 om het rondsturen te
annuleren.
h Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
verzendopties
5
Faxen met meer instellingen
verzenden 5
Wanneer u een fax verzendt, kunt u een
combinatie van de volgende instellingen
kiezen: resolutie, contrast, scanformaat
glasplaat, internationale modus, tijdklok voor
uitgestelde fax, verzenden via pollen en
direct verzenden.
a Druk op (Fax).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
b Druk op a of b om een instelling te
kiezen die u wilt wijzigen.
c Druk op d of c om een optie te kiezen.
d Ga terug naar b als u meer instellingen
wilt wijzigen.
Opmerking
De meeste instellingen zijn tijdelijk. Nadat
u een fax heeft verzonden, worden de
standaardinstellingen opnieuw ingesteld.
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 50.)
Faxresolutie
FAX
Standaard
Automatisch
Automatisch
A4
A4
Scanformaat glas
Scanformaat glas
Telefoonboek
Telefoonboek
Contrast
Contrast
Fax Druk op Start
Een fax verzenden
47
5
Contrast 5
Als uw document erg licht of erg donker is,
wilt u het contrast wellicht wijzigen. Voor de
meeste documenten kan de fabrieksinstelling
Automatisch worden gebruikt. Hiermee
wordt automatisch het geschikte contrast
voor uw document geselecteerd.
Gebruik Licht wanneer u een licht
document verzendt. Gebruik Donker
wanneer u een donker document verzendt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Contrast te kiezen.
c Druk op d of c om Automatisch,
Licht of Donker te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Ook als u Licht of Donker heeft
gekozen, zal de machine de fax in de
volgende gevallen toch verzenden met de
instelling Automatisch:
Wanneer u een kleurenfax verzendt.
Wanneer u Foto kiest als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen 5
De kwaliteit van een fax kan worden
verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Faxresolutie te
kiezen.
c Druk op d of c om de gewenste resolutie
te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt vier verschillende instellingen
kiezen voor de resolutie van monochrome
faxen en twee voor kleuren.
Als u Superfijn of Foto kiest en
vervolgens op de toets Kleur Start drukt
om een fax te verzenden, wordt de fax
verzonden met de instelling Fijn.
Monochroom
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor kleine lettertjes
of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
Foto Te gebruiken wanneer het
document verschillende tinten
grijs bevat of een foto is.
Hiermee verzenden duurt het
langst.
Kleur
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Gebruiken wanneer het
document een foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de standaardresolutie.
Hoofdstuk 5
48
Tweevoudige werking
(alleen monochroom) 5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen inlezen––zelfs wanneer de
machine een fax vanuit het geheugen
verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit
de pc afdrukt. Het LCD-scherm toont het
nieuwe taaknummer en het beschikbare
geheugen.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van
documenten, drukt u op Stop/Eindigen
om te annuleren of op Mono Start om de
gescande pagina's te verzenden.
Direct verzenden 5
Als u een fax gaat verzenden, zal de machine
de documenten eerst in het geheugen
scannen alvorens deze te verzenden.
Vervolgens begint de machine zodra de
telefoonlijn vrij is met kiezen en verzenden.
Als het geheugen vol is of als u een zwart-
witfax verzendt vanuit de ADF, wordt het
document direct verzonden (zelfs als
Direct Verzend is ingesteld op Uit).
Soms wilt u een belangrijk document
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt dan Direct Verzend
inschakelen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Direct Verzend te
kiezen.
c Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Internationale modus 5
Als u problemen heeft met het internationaal
verzenden van een fax, bijvoorbeeld
vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om
de internationale modus te activeren. Nadat u
een fax in deze modus heeft verzonden,
wordt deze functie vanzelf weer
uitgeschakeld.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Internationaal te
kiezen.
d Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
Een fax verzenden
49
5
Uitgesteld faxen
(alleen monochroom) 5
U kunt in de loop van de dag tot maximaal
50 faxen in het geheugen opslaan die binnen
24 uur moeten worden verzonden. Deze
faxen worden verzonden op het tijdstip dat u
instelt in stap e.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Tijdklok te kiezen.
d Druk op d of c om Aan te kiezen.
Druk op OK.
e
Voer het tijdstip in waarop de fax moet
worden verzonden (in de 24-uursnotatie)
.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
Druk op OK.
Opmerking
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die op elke pagina is afgedrukt.
Uitgestelde
groepsverzending
(alleen monochroom) 5
Voordat u de uitgestelde faxen verzendt, kunt
u alle faxen in het geheugen sorteren op
bestemming en geplande tijd. Alle uitgestelde
faxen die op hetzelfde tijdstip moeten worden
verzonden, worden als één fax verzonden om
transmissietijd te besparen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Verzamelen te
kiezen.
c Druk op d of c om Aan te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Taken in de wachtrij
controleren en annuleren 5
U kunt controleren welke taken in het
geheugen nog op verzending wachten en
een taak annuleren. (Als er geen taken zijn,
wordt de melding Geen opdrachten op het
LCD-scherm weergegeven.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
kiezen.
Druk op OK.
De taken in de wachtrij verschijnen op
het LCD-scherm.
d Druk op a of b om door de taken te
bladeren en kies de taak die u wilt
annuleren.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u wilt annuleren, drukt u op 1 om
Ja te kiezen.
Als u nog een taak wilt annuleren,
gaat u naar stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op 2 om Nee te
kiezen.
f Druk op Stop/Eindigen wanneer u klaar
bent.
Hoofdstuk 5
50
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen5
U kunt de faxinstellingen voor
Faxresolutie, Contrast,
Scanformaat glas en Direct Verzend
die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaardwaarden in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om de menuoptie te
kiezen die u wilt wijzigen. Druk op d of c
om uw nieuwe instelling te selecteren.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Druk nadat u de laatste instelling heeft
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te kiezen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax handmatig verzenden5
Bij handmatige verzending van een fax hoort
u de kiestoon, de beltonen en de
faxontvangsttonen.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Neem de hoorn van een extern
telefoontoestel op en wacht op de
kiestoon.
d Kies het faxnummer.
e Druk op Mono Start of Kleur Start
zodra u de faxtoon hoort.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u op
1 op de machine om een fax te
verzenden.
f Leg de hoorn weer op de haak.
De melding 'Geheugen vol' 5
Als u tijdens het scannen van de eerste
pagina van een fax de melding
Geheugen vol ziet, drukt u op
Stop/Eindigen om de fax te annuleren.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een
volgende pagina, kunt u ofwel op Mono Start
of Kleur Start drukken om de tot dusver
gescande pagina's te versturen, of op
Stop/Eindigen om de bewerking te
annuleren.
Opmerking
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
verwijderen om geheugen vrij te maken,
kunt u instellen dat de fax direct wordt
verzonden. (Zie Direct verzenden
op pagina 48.)
51
6
6
Ontvangststanden 6
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangststand kiezen 6
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe verzonden worden. Met
behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen.
Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 52 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Volg onderstaande instructies om een ontvangststand in te stellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmodus te kiezen.
d Druk op d of c om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
Een fax ontvangen 6
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Hoofdstuk 6
52
Ontvangststanden
gebruiken
6
Sommige ontvangststanden antwoorden
automatisch (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). Misschien wilt u de
belvertraging wijzigen alvorens deze standen
te gebruiken. (Zie Belvertraging
op pagina 53.)
Alleen Fax 6
In de stand Alleen Fax wordt elke oproep
automatisch als een faxoproep beantwoord.
Fax/Telefoon 6
De stand Fax/Telefoon helpt u om inkomende
oproepen automatisch af te handelen,
doordat wordt herkend of het een fax of een
telefoongesprek betreft. De oproepen worden
als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het
F/T-belsignaal om aan te geven dat u de
oproep moet aannemen. Het
F/T-belsignaal is een snel dubbel
belsignaal afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in Fax/Telefoon-
stand) op pagina 53 en Belvertraging
op pagina 53.)
Handmatig 6
De handmatige stand schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u een fax wilt ontvangen in de handmatige
stand, neemt u de hoorn van een extern
toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start en kiest u
Ontvangen U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 54.)
Telefoon/Beantw. 6
In de stand Telefoon/Beantw. worden uw
inkomende oproepen door een extern
antwoordapparaat afgehandeld. Inkomende
oproepen worden als volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten
op pagina 68 voor meer informatie.)
Een fax ontvangen
53
6
Instellingen
ontvangststand
6
Belvertraging 6
De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de
machine in de stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u externe of tweede
toestellen op dezelfde lijn als de machine
gebruikt, kiest u het maximum aantal
belsignalen.
(Zie Werken met een tweede toestel
op pagina 70 en Fax waarnemen
op pagina 54.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Bel Vertraging te
kiezen.
e Druk op d of c om te kiezen hoe vaak de
machine moet overgaan voordat wordt
opgenomen.
Druk op OK.
Als u 0 kiest, wordt er helemaal geen
belsignaal gegeven.
f Druk op Stop/Eindigen.
F/T-beltijd
(alleen in Fax/Telefoon-stand)6
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen is
afhankelijk van de instelling van
Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Betreft het echter een
normaal telefoontje, dan hoort u een dubbel
belsignaal. Hoe lang de machine in dit geval
blijft overgaan, is afhankelijk van de instelling
van F/T-beltijd. Als u het dubbele belsignaal
hoort, betekent dit dat u een telefoontje heeft.
Aangezien het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
of tweede toestellen niet over. U kunt het
gesprek echter op elk toestel aannemen. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
op pagina 71 voor meer informatie.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om F/T Beltijd te
kiezen.
e Druk op d of c om te kiezen hoe lang
(20, 30, 40 of 70 seconden) de machine
een belsignaal moet geven om u op een
gewoon telefoongesprek te attenderen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, zal de machine dit
signaal toch gedurende het aantal
ingestelde seconden blijven geven.
Hoofdstuk 6
54
Fax waarnemen 6
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Aan:6
De machine ontvangt faxberichten
automatisch, ook al neemt u het telefoontje
aan. Zodra op het LCD-scherm Ontvangst
wordt weergegeven of wanneer u 'tjirpende'
geluiden hoort via de hoorn die u gebruikt,
legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw
machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Uit:6
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te pakken, drukt u op Mono Start of
Kleur Start, en drukt u vervolgens op 2 om
de fax te ontvangen.
Als u de oproep heeft beantwoord vanaf een
tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken
met een tweede toestel op pagina 70.)
Opmerking
Als deze functie is ingesteld op Aan maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en de machine
onderschept de faxen, moet u Fax
waarnemen op Uit instellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax Waarnemen te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
ontvangsthandelingen
6
Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken 6
Als u Aan kiest, wordt elke pagina van een
binnenkomende fax automatisch verkleind tot
het formaat A4, Letter of Legal. De machine
berekent het verkleiningspercentage aan de
hand van het papierformaat van de fax en uw
instelling voor het papierformaat. (Zie
Papierformaat en -soort (MFC-5890CN en
MFC-5895CW) op pagina 28 of
Papierformaat en -soort (alleen
MFC-6490CW) op pagina 28.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Auto reductie te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen
55
6
Ontvangstprioriteit instellen 6
Als een A3-kleurenfax naar uw machine wordt verstuurd, ontvangt uw machine een zwart-witfax
van A3-formaat of een kleurenfax van A4-formaat, afhankelijk van de ingestelde
ontvangstprioriteit. Als u Zw.-w. (max. A3) kiest, ontvangt u een zwart-witfax van A3-formaat.
Als u Kleur (max. A4) kiest, ontvangt u een kleurenfax van A4-formaat.
Opmerking
De standaardinstelling is Zw.-w. (max. A3), dus de machine kan standaard geen A4-
kleurenfaxen ontvangen.
1
Deze resultaten zijn afhankelijk van de verzendmogelijkheden van de machine.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Zw.-w./kleur te kiezen.
e Druk op d of c om Zw.-w. (max. A3) of Kleur (max. A4) te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Ontvangst-
prioriteit
Verzonden
document
Ontvangen
document
Faxvoorbeeld
Opslag UIT
Geheugen ontv. (Aan)
Fax opslaan
Fax
doorzenden
PC-FAX
Kleur
(max. A4)
Kleur
A4 Kleur A4
N.v.t.
(kleurenafdruk)
(Kleurenafdruk)
N.v.t.
(kleurenafdruk)
N.v.t.
(kleurenafdruk)
A3
Kleur A4
1
(verkleind)
Zwart-wit
A4
Zwart-wit
A4
Beschikbaar
(Zwart-witafdruk)
Beschikbaar
Beschikbaar
(max. A4-
formaat)
A3
Zwart-wit
1
A4
(verkleind)
Zw.-w.
(max. A3)
Kleur
A4
Zwart-wit
1
A4
A3
Zwart-wit
1
A3
Zwart-wit
A4
Zwart-wit
A4
A3
Zwart-wit
A3
Hoofdstuk 6
56
Een fax afdrukken vanuit het
geheugen 6
Als u Fax opslaan heeft gekozen, kunt u een
fax toch vanuit het geheugen afdrukken
wanneer u zich bij de machine bevindt. Zie
Faxvoorbeeld (alleen monochroom)
op pagina 60 als u Fax Voorbeeld heeft
gekozen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Print document te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een fax vanuit het geheugen
afdrukt, worden de faxgegevens gewist.
Ontvangst zonder papier
(Geheugen ontv.) 6
Als de papierlade leegraakt tijdens het
ontvangen van een fax, wordt op het
LCD-scherm
Papier nazien
(MFC-5890CN
en MFC-5895CW)
Lade nazien
(MFC-6490CW) weergegeven. Plaats
vervolgens nieuw papier in de papierlade. (Zie
Papier en andere afdrukmedia laden
op pagina 9
.)
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax, waarbij de resterende pagina's in het
geheugen worden opgeslagen (mits er
voldoende geheugen beschikbaar is).
Faxen die later binnenkomen, worden ook in
het geheugen opgeslagen totdat het
geheugen vol is. Wanneer het geheugen vol
is, stopt de machine automatisch met het
beantwoorden van faxoproepen. Om de
faxen af te drukken, plaatst u nieuw papier in
de lade.
Geheugenontvangst
(alleen monochroom)
6
U kunt slechts één
geheugenontvangstfunctie tegelijk
gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw keuze op elk gewenst moment
wijzigen. Als er nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine staan wanneer u
tussen geheugenontvangstfuncties schakelt,
verschijnt er een bericht op het LCD-scherm.
(Zie Schakelen tussen
geheugenontvangstfuncties op pagina 60.)
Opmerking
Wanneer u een kleurenfax ontvangt, wordt
deze door de machine als kleuren- of zwart-
witfax behandeld afhankelijk van de
ingestelde ontvangstprioriteit. (Zie
Ontvangstprioriteit instellen op pagina 55.)
Een fax ontvangen
57
6
Fax doorzenden 6
Wanneer u Fax doorzenden kiest, wordt de
ontvangen fax in het geheugen van de
machine opgeslagen. Vervolgens wordt
automatisch het door u geprogrammeerde
faxnummer gekozen en wordt het faxbericht
doorgezonden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax Doorzenden te
kiezen.
Druk op OK.
f Voer het nummer in waar de fax naartoe
moet worden gestuurd (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
g Druk op a of b om Backup Print:Aan
of Backup Print:Uit te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
•Als u Backup Print:Aan kiest, wordt
de fax ook op de machine afgedrukt, zodat
u zelf een kopie heeft. Dit is een
veiligheidsmaatregel voor het geval de
stroom uitvalt voordat de fax wordt
doorgezonden of er een probleem is met
de ontvangende machine. De functie
Backup Print:Aan werkt niet als u
Faxvoorbeeld hebt ingeschakeld.
Als de stroom uitvalt, blijven faxen
ongeveer 24 uur behouden in het
geheugen van de machine.
h Druk op Stop/Eindigen.
Fax opslaan 6
Wanneer u Fax Opslaan kiest, wordt de
ontvangen fax in het geheugen van de
machine opgeslagen. U kunt faxberichten
vanaf een andere locatie ophalen met de
opdrachten voor afstandsbediening.
Als u Fax Opslaan heeft ingesteld, wordt
automatisch een reservekopie afgedrukt op
de machine.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax Opslaan te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 6
58
PC-Fax ontvangen 6
Als u de functie PC-Fax ontvangen
inschakelt, worden ontvangen faxen in het
geheugen opgeslagen en automatisch naar
uw pc gestuurd. Vervolgens kunt u deze
faxen op uw pc bekijken en opslaan.
Zelfs als u de pc heeft uitgeschakeld
(bijvoorbeeld 's nachts of tijdens het
weekend), worden faxen in het geheugen van
de machine ontvangen en opgeslagen. Het
aantal ontvangen faxen dat in het geheugen
is opgeslagen, wordt links onder aan het
LCD-scherm weergegeven.
De faxen worden automatisch door de
machine naar de pc overgedragen wanneer u
de pc start en de software PC-FAX
Ontvangen wordt uitgevoerd.
De software PC-FAX Ontvangen moet op uw
pc worden uitgevoerd om de ontvangen
faxen te kunnen overdragen naar de pc. (Zie
Ontvangen via PC-FAX in de
softwarehandleiding op de cd-rom voor meer
informatie.)
Als u Backup Print:Aan kiest, wordt de
fax ook afgedrukt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om PC-Fax ontv. te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om <USB> te kiezen of de
pc waarop u de faxen wilt ontvangen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Backup Print:Aan
of Backup Print:Uit te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
PC-Fax ontvangen wordt niet
ondersteund door Mac OS.
Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op uw pc installeren. Zorg ervoor dat
de pc is aangesloten en is ingeschakeld.
(Zie Ontvangen via PC-FAX in de
softwarehandleiding op de cd-rom voor
meer informatie.)
Als de stroom uitvalt, blijven faxen in het
geheugen van de machine ongeveer
24 uur behouden. Als u echter
Backup Print:Aan kiest, wordt de fax
ook afgedrukt, zodat u over een kopie
beschikt als de stroom uitvalt voordat de
fax naar de pc is verzonden.
Als er een foutbericht wordt weergegeven
en de faxen in het geheugen van de
machine niet kunnen worden afgedrukt,
kunt u deze instelling gebruiken om de
faxen naar uw pc over te brengen. (Zie
Foutmeldingen op pagina 149 voor meer
informatie.)
Een fax ontvangen
59
6
De doel-pc wijzigen 6
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om PC-Fax ontv. te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Wijzig instell te
kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om <USB> te kiezen of de
pc waarop u de faxen wilt ontvangen.
Druk op OK.
h Druk op a of b om Backup Print:Aan
of Backup Print:Uit te kiezen.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Geheugenontvangstfuncties
uitschakelen 6
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het LCD-scherm biedt meer opties als
zich nog ontvangen faxen in het geheugen
van de machine bevinden. (Zie Schakelen
tussen geheugenontvangstfuncties
op pagina 60.)
Hoofdstuk 6
60
Schakelen tussen
geheugenontvangstfuncties 6
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine bevinden
wanneer u naar een andere
geheugenontvangstfunctie overschakelt,
verschijnt een van de volgende vragen op het
LCD-scherm:
Wis alle faxen ?
Ja i druk op 1
Nee i druk op 2
Tot. print fax?
Ja i druk op 1
Nee i druk op 2
Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen gewist of afgedrukt voordat
de instelling wordt gewijzigd. Als er al
een reservekopie is afgedrukt, wordt
die niet opnieuw afgedrukt.
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt, en
wordt de instelling niet gewijzigd.
Als er nog ontvangen faxen in het geheugen
staan wanneer u overschakelt op
PC-Fax ontv. vanuit een andere optie
[Fax Doorzenden of Fax Opslaan], drukt
u op a of b om de pc te selecteren.
Op het LCD-scherm wordt de volgende vraag
weergegeven:
Fax i PC zenden?
Ja i druk op 1
Nee i druk op 2
Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen naar uw pc gezonden
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Vervolgens wordt u gevraagd of u
'Backup Print' (reservekopie) wilt
inschakelen. (Zie PC-Fax ontvangen
op pagina 58 voor meer informatie.)
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar de pc
overgebracht, en wordt de instelling
niet gewijzigd.
Faxvoorbeeld
(alleen monochroom)
6
Een voorbeeld bekijken van
een ontvangen fax 6
U kunt ontvangen faxen op het LCD-scherm
bekijken door op de toets Fax Voorbeeld te
drukken. Wanneer de machine in de stand
Gereed is, wordt op het LCD-scherm een
pop-upbericht weergegeven om u te laten
weten dat er nieuwe faxen zijn
binnengekomen.
Faxvoorbeeld instellen 6
a Druk op Fax Voorbeeld.
b Druk op 1 om Ja te kiezen.
Op het LCD-scherm wordt u opnieuw
gevraagd te bevestigen dat faxen niet
worden afgedrukt.
Druk op 1 om OK te kiezen.
Opmerking
Wanneer u een kleurenfax ontvangt,
wordt deze door de machine als kleuren-
of zwart-witfax behandeld afhankelijk van
de instelling die u voor Geheugen ontv.
heeft opgegeven. (Zie Ontvangstprioriteit
instellen op pagina 55.)
Wanneer Faxvoorbeeld ingeschakeld is,
wordt geen reservekopie van ontvangen
faxen afgedrukt, zelfs als u 'Backup Print'
op Aan heeft ingesteld.
Een fax ontvangen
61
6
Faxvoorbeeld gebruiken 6
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt het
pop-upbericht op het LCD-scherm.
(Bijvoorbeeld: Nieuwe fax:02)
a Druk op Fax Voorbeeld.
De lijst met nieuwe faxen wordt
weergegeven.
Opmerking
(MFC-6490CW)
Als u een fax met verschillende
papierformaten ontvangt (bijvoorbeeld
een A4-pagina en een A3-pagina), wordt
mogelijk voor elk formaat een bestand
gemaakt en opgeslagen. Op het
LCD-scherm wordt mogelijk aangegeven
dat er meer dan één faxtaak is ontvangen.
U kunt ook een lijst met oude faxen
weergeven door op l te drukken. Druk
op # om terug te keren naar de lijst met
nieuwe faxen.
b Druk op a of b om de fax te kiezen die u
wilt bekijken.
Druk op OK.
Opmerking
Als de fax erg groot is, kan het even duren
voordat deze op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
Op het LCD-scherm worden het nummer
van de huidige pagina en het totale aantal
pagina's van het faxbericht weergegeven.
Als het faxbericht meer dan 99 pagina's
bevat, wordt het totale aantal pagina's
weergegeven als “XX”.
c Druk op Stop/Eindigen.
Wanneer een fax geopend is, werken de
toetsen op het bedieningspaneel als volgt.
Toets Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
a of b Verticaal schuiven.
d of c Horizontaal schuiven.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op 1 om te bevestigen.
Terug naar de vorige pagina.
Naar de volgende pagina.
Naar de volgende stap.
(Afdrukken, Terug en Afsluiten
zijn beschikbaar.)
Terug naar de lijst met faxen.
Mono Start
De fax afdrukken.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Druk op 1 om het hele
bericht af te drukken.
Druk op 2 om alleen de
weergegeven pagina af te
drukken.
Druk op 3 om af te drukken
vanuit de weergegeven
pagina.
(Nadat de fax is afgedrukt, kunt
u opgeven of u de fax wilt
verwijderen of opnieuw wilt
afdrukken.)
Hoofdstuk 6
62
Alle faxen in de lijst verwijderen 6
a Druk op Fax Voorbeeld.
b Druk op a of b om Alles wissen te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
c Druk op Stop/Eindigen.
Alle faxen in de lijst afdrukken 6
a Druk op Fax Voorbeeld.
b Druk op a of b om Alles afdr. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
De instellingen wijzigen om
Faxvoorbeeld uit te schakelen6
a Druk op Fax Voorbeeld.
b Druk op a of b om
Faxvoorbeeld i uit te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te kiezen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken, drukt u op 1. U wordt
gevraagd te bevestigen dat u de
opgeslagen faxen wilt verwijderen.
Druk op 1 ter bevestiging.
Als u alle opgeslagen faxen wilt
afdrukken, drukt u op 2.
Als u de instelling wilt annuleren,
drukt u op 3.
Druk op Stop/Eindigen.
Afstandsbediening 6
U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon
met druktoetsen of een faxapparaat, en
vervolgens de code voor toegang op afstand
en de opdrachten voor afstandsbediening
gebruiken om faxberichten op te halen.
Een code voor toegang op
afstand instellen 6
Met de code voor toegang op afstand krijgt u
toegang tot de functies voor
afstandsbediening wanneer u niet in de buurt
van de machine bent. Voordat u toegang op
afstand en de functies voor
afstandsbediening kunt gebruiken, moet u uw
eigen code instellen. De standaardcode die in
de fabriek is ingesteld, is een inactieve code
(--- ).
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Afst.bediening te
kiezen.
d Voer een code van drie tekens in met de
cijfers 0-9, l of #.
Druk op OK. (Het vooraf ingestelde
kan niet worden gewijzigd.)
Opmerking
Gebruik niet dezelfde code als voor
activeren op afstand (l 5 1) of deactiveren
op afstand (# 5 1). (Zie Werken met een
tweede toestel op pagina 70.)
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt uw code op elk gewenst moment
wijzigen door een nieuwe code in te
voeren. Als u uw code inactief wilt maken,
drukt u in stap d op Wis/terug om de
inactieve instelling (--- ) te herstellen en
drukt u vervolgens op OK.
Een fax ontvangen
63
6
Uw code voor toegang op
afstand gebruiken 6
a Kies uw faxnummer op een
telefoontoestel met druktoetsen of een
ander faxapparaat.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door ) direct in zodra
uw machine antwoordt.
c De machine geeft aan of er berichten
zijn ontvangen:
1 lange pieptoon — faxberichten
Geen pieptonen — geen berichten
d Voer een opdracht in wanneer de
machine twee korte pieptonen geeft.
Als u langer dan 30 seconden wacht
voordat u een opdracht invoert,
verbreekt de machine de verbinding.
Als u een ongeldige opdracht heeft
ingevoerd, geeft de machine drie
pieptonen.
e Druk op 9 0 om de toegang op afstand
af te sluiten als u klaar bent.
f Hang op.
Opmerking
Als de machine is ingesteld op de stand
Handmatig en u de functies voor
afstandsbediening wilt gebruiken, wacht u
ongeveer 100 seconden wanneer de
machine overgaat en voert u vervolgens
binnen 30 seconden de code voor
toegang op afstand in.
Hoofdstuk 6
64
Opdrachten voor afstandsbediening 6
Gebruik de volgende opdrachten om toegang te krijgen tot functies op de machine als u zich op
een andere locatie bevindt. Wanneer u uw machine belt en vervolgens uw code voor toegang op
afstand invoert (3 cijfers gevolgd door ), geeft het systeem twee korte pieptonen en moet u een
opdracht voor afstandsbediening invoeren.
Opdrachten voor afstandsbediening Werking
95 De instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
wijzigen
1 UIT U kunt Uit kiezen nadat u alle berichten heeft opgehaald of
gewist.
2 Fax doorzenden Eén lange pieptoon geeft aan dat de wijziging is
geaccepteerd. Als u drie korte pieptonen hoort, kan de
wijziging niet worden uitgevoerd omdat er een instelling
ontbreekt (er is bijvoorbeeld geen nummer ingevoerd voor
Fax doorzenden). U kunt het nummer voor Fax doorzenden
invoeren door op 4 te drukken. (Zie Het nummer voor Fax
doorzenden wijzigen op pagina 65.) Nadat u het nummer
heeft opgegeven, werkt de functie Fax doorzenden.
4 Nummer voor Fax doorzenden
6 Fax opslaan
96 Een fax ophalen
2 Alle faxen ophalen Voer het nummer van het externe faxapparaat in om
opgeslagen faxberichten te ontvangen. (Zie Faxberichten
ophalen op pagina 65.)
3 Faxen uit het geheugen wissen Als u één lange pieptoon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97 De ontvangststatus controleren
1 Fax U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange pieptoon.
Als er geen faxen of berichten zijn, hoort u drie korte
pieptonen.
98 De ontvangststand wijzigen
1 Telefoon/Beantw. Als u één lange pieptoon hoort, is de wijziging
geaccepteerd.
2 Fax/Telefoon
3 Alleen Fax
90 Afsluiten Als u op 9 0 drukt, wordt de afstandsbediening afgesloten.
Wacht totdat u de lange pieptoon hoort en leg vervolgens de
hoorn op de haak.
Een fax ontvangen
65
6
Faxberichten ophalen 6
U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon
met druktoetsen en uw faxberichten naar een
ander faxapparaat laten sturen. U moet Fax
opslaan inschakelen voordat u deze functie
kunt gebruiken.
a Kies uw faxnummer.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door ) direct in zodra
uw machine antwoordt. Als u één lange
pieptoon hoort, betekent dit dat er
nieuwe berichten zijn.
c Als u twee korte pieptonen hoort, drukt u
op 962.
d Wacht totdat u de lange pieptoon hoort,
voer met behulp van de kiestoetsen het
nummer in van het faxapparaat waar u
de faxberichten naartoe wilt sturen
(maximaal 20 tekens) en druk
vervolgens op # #.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt echter wel op # drukken
om een pauze in te lassen.
e Hang op als u de pieptoon van uw
machine hoort. Uw machine belt dan het
andere faxapparaat, waarop uw
faxberichten vervolgens worden
afgedrukt.
Het nummer voor Fax
doorzenden wijzigen 6
U kunt de standaardinstelling van het
nummer voor Fax doorzenden wijzigen vanaf
een andere telefoon met druktoetsen of een
ander faxapparaat.
a Kies uw faxnummer.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door ) direct in zodra
uw machine antwoordt. Als u één lange
pieptoon hoort, betekent dit dat er
nieuwe berichten zijn.
c Als u twee korte pieptonen hoort, drukt u
op 954.
d Wacht totdat u de lange pieptoon hoort,
voer met behulp van de kiestoetsen het
nieuwe nummer in van het faxapparaat
waar u de faxberichten naartoe wilt
sturen (maximaal 20 tekens) en druk
vervolgens op # #.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt echter wel op # drukken
om een pauze in te lassen.
e Druk op 9 0 als u klaar bent.
f Hang op als u de pieptoon van uw
machine hoort.
66
7
Werking als telefoon 7
U kunt telefoneren met een tweede of externe
telefoon door nummers handmatig te kiezen
of door middel van snelkiesnummers.
Toon of puls 7
Als u een pulsservice heeft, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telebankieren), gaat u als volgt te werk:
a Neem de hoorn van het externe toestel
op.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen, worden verzonden als
toonsignalen.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de
machine terug naar de pulsservice.
Fax/Telefoon-stand 7
Als de machine in de stand Fax/Telefoon
staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normaal
telefoontje betreft.
Als u zich bij een extern toestel bevindt,
neemt u de hoorn van het externe toestel op,
en drukt u op Telefoon/Intern om te
antwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van het
dubbele signaal opnemen en vervolgens op
#51 drukken tussen de twee dubbele
belsignalen. Als er niemand aan het toestel is
of wanneer iemand u een fax wil zenden,
stuurt u de oproep terug naar de machine
door op l 51 te drukken.
Fax/Telefoon-stand in de
energiebesparende stand 7
Wanneer de machine in de
energiebesparende stand staat, kunt u
faxberichten ontvangen als 'P.Bewaar inst.'
op Faxontv:Aan is ingesteld. (Zie
Energiebesparende stand instellen
op pagina 27.)
De stand Fax/Telefoon werkt niet in de
energiebesparende stand. De machine zal
geen telefoontjes of faxen beantwoorden en
blijven rinkelen. Als u zich bij een extern of
tweede toestel bevindt, neem dan de hoorn
op om te praten. Als u faxtonen hoort, houd
dan de hoorn vast totdat Fax waarnemen uw
machine activeert. Als de beller zegt u een
fax te willen versturen, activeert u de machine
door op l 5 1 te drukken.
Telefoontoestellen en externe
apparaten
7
Telefoontoestellen en externe apparaten
67
7
Telefoondiensten 7
Uw machine biedt ondersteuning voor de
dienst Nummerweergave die door bepaalde
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies zoals voicemail, wisselgesprek,
wisselgesprek en/of nummerweergave,
antwoorddiensten, alarmsystemen of andere
aangepaste functies op dezelfde telefoonlijn,
kunnen leiden tot problemen met de werking
van uw machine.
Nummerweergave (Beller ID) 7
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken
van de dienst Nummerweergave die door
vele plaatselijke telefoonbedrijven wordt
aangeboden. Neem voor meer informatie
contact op met uw telefoonbedrijf. Bij gebruik
van deze dienst ziet u het telefoonnummer of,
indien beschikbaar, de naam van de beller.
Na enkele belsignalen wordt op het
LCD-scherm het telefoonnummer
(en eventueel de naam) van uw beller
weergegeven. Zodra u een telefoontje
aanneemt, verdwijnen de bellergegevens van
het LCD-scherm. De oproepgegevens blijven
echter opgeslagen in het geheugen.
Van het nummer (of de naam) worden de
eerste 18 tekens getoond.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
bestrijkt.
U kunt een lijst van de ontvangen
bellergegevens afdrukken. (Zie Een rapport
afdrukken op pagina 85.)
Opmerking
De dienst Nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw plaatselijke telefoonbedrijf voor
meer informatie over welke diensten er in
uw gebied beschikbaar zijn.
Nummerweergave (Beller ID)
inschakelen
7
Als u beschikt over Nummerweergave op de
lijn, dient u de functie Beller ID in te stellen op
Aan om het telefoonnummer van de beller op
het LCD-scherm weer te geven terwijl de
telefoon overgaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tel lijn inst te
kiezen.
d Druk op d of c om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 7
68
PBX en DOORVERBINDEN 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie treedt in werking wanneer u op
Telefoon/Intern drukt.
Opmerking
U kunt een druk op de toets
Telefoon/Intern programmeren als
onderdeel van een nummer dat in een
ééntoetsnummer of snelkieslocatie is
opgeslagen. Hiertoe drukt u tijdens het
programmeren van het ééntoets- of
snelkiesnummer eerst op
Telefoon/Intern (op het LCD-scherm
verschijnt '!'), waarna u het
telefoonnummer intoetst. Als u dit doet,
hoeft u niet meer eerst op
Telefoon/Intern te drukken wanneer u
een ééntoetsnummer of snelkieslocatie
gebruikt. (Zie Nummers opslaan
op pagina 76.) Als PBX echter niet is
geselecteerd in de instelling van het type
telefoonlijn, kunt u geen gebruik maken
van het ééntoets- of snelkiesnummer
waarin de druk op Telefoon/Intern is
geprogrammeerd.
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
7
U wilt misschien een extern
antwoordapparaat aansluiten. Als u echter
een extern antwoordapparaat aansluit op
dezelfde lijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat, en ‘luistert’ de machine
naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt
de machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als geen faxtonen hoorbaar zijn,
laat de machine het uitgaande bericht
afspelen door het antwoordapparaat, zodat
degene die u belt een bericht kan inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas opvangen, als het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord. Met vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in dit handboek voor het opnemen
van uw uitgaande bericht nauwkeurig op. Wij
raden af om op uw extern antwoordapparaat
de functie bespaarstand te gebruiken, als het
meer dan vijf keer overgaat.
Telefoontoestellen en externe apparaten
69
7
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, verschijnt op het scherm
Telefoon.
Onjuiste configuratie
U mag geen antwoordapparaat op een
andere plaats op dezelfde telefoonlijn
aansluiten.
Aansluitingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in de vorige
afbeelding.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor de belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Activeer het antwoordapparaat.
d Stel de ontvangststand in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangststand kiezen op pagina 51.)
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 7
Tijdsplanning is van essentieel belang
wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht
bepaalt de wijze waarop de handmatige en
automatische faxontvangst verloopt.
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft uw
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van 5
seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen over
een resonerende of luide stem. U kunt
proberen om deze pauze weg te laten,
maar als uw machine problemen heeft
met de ontvangst, dient u het uitgaande
bericht opnieuw op te nemen en deze
pauze in te lassen.
1
1
Hoofdstuk 7
70
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur om de machine op de laatste
lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt
u dat de machine wordt geactiveerd telkens
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij
problemen met het verzenden of ontvangen
van faxen in eerste instantie contact op met
het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen op pagina 67.)
Externe en tweede
toestellen
7
Een extern of tweede toestel
aansluiten 7
U kunt een apart telefoontoestel aansluiten
op uw machine, zoals in de volgende
afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een extern of tweede toestel gebruikt,
verschijnt op het scherm Telefoon.
Opmerking
Sluit het externe toestel aan met een
kabel van maximaal drie meter.
Werken met een tweede
toestel 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of een extern toestel, kunt u de
oproep door uw machine laten ontvangen
door de code voor activeren op afstand te
gebruiken. Als u de code voor activeren op
afstand l 5 1 intoetst, zal de fax op de
machine worden ontvangen.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het dubbele belsignaal geeft,
toetst u de code voor deactiveren op
afstand # 5 1 in om het telefoontje op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd
(alleen in Fax/Telefoon-stand) op pagina 53.)
1
2
Telefoontoestellen en externe apparaten
71
7
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
7
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Druk op l 5 1 en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of totdat het LCD-scherm
Ontvangst weergeeft, pas dan mag u
ophangen.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om uw machine het telefoontje
automatisch te laten aannemen. (Zie Fax
waarnemen op pagina 54.)
Een draadloze externe
telefoon gebruiken 7
Als uw draadloze telefoon is aangesloten op
de aansluiting van het telefoonsnoer (zie
Externe en tweede toestellen op pagina 70)
en u de draadloze telefoon meestal
meeneemt naar een andere locatie, is het
eenvoudiger om oproepen te beantwoorden
tijdens de belvertraging.
Als u de machine eerst laat aannemen, moet
u naar de machine lopen en op
Telefoon/Intern drukken om het telefoontje
op het draadloze toestel aan te nemen.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel, kunt u de oproep
doorverbinden naar de machine door het
intoetsen van de code voor activeren op
afstand l 5 1. Wacht op de tjirpende geluiden
en leg vervolgens de hoorn op de haak. (Zie
Fax waarnemen op pagina 54.) Degene die u
opbelt, moet op zijn of haar machine op Start
drukken om de fax te verzenden.
Als u een faxoproep aanneemt op een extern
toestel, kunt u de fax door de machine laten
ontvangen door op Mono Start te drukken en
Ontvangen te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het
dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u het
telefoontje op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door tussen de belsignalen in op # 5 1 te
drukken.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het dubbele belsignaal geeft,
kunt u het telefoontje op een extern toestel
aannemen door op Telefoon/Intern te
drukken.
Hoofdstuk 7
72
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
7
Als u activeren op afstand wilt gebruiken,
moet u de vereiste codes inschakelen. De
voorgeprogrammeerde code voor activeren
op afstand is l 51. De
voorgeprogrammeerde code voor
deactiveren op afstand is #51. U kunt deze
desgewenst vervangen door uw eigen codes.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Afstandscode te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Voer de nieuwe code voor activeren op
afstand in.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Deactiveren: te
kiezen en voer de nieuwe code voor
deactiveren op afstand in.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de verbinding telkens wordt verbroken
wanneer u probeert om vanaf een ander
toestel toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam de
code voor activeren op afstand en de code
voor deactiveren op afstand te wijzigen in
een andere driecijferige code met de
cijfers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
73
8
8
Nummers kiezen 8
Handmatig kiezen 8
Toets alle cijfers van het fax- of
telefoonnummer in.
Eéntoetsnummers kiezen 8
De machine heeft drie toetsen waaronder u
zes fax- of telefoonnummers kunt opslaan
voor automatisch kiezen. Deze nummers
worden ééntoetsnummers genoemd.
Druk op de toets voor het nummer dat u wilt
bellen. (Zie Eéntoetsnummers opslaan
op pagina 76.) Als u de ééntoetsnummers
4 tot en met 6 wilt oproepen, houdt u Shift
ingedrukt terwijl u op de betreffende toets
drukt.
Snelkiezen 8
a Druk op (Telefoonboek).
U kunt ook Telefoonboek kiezen door
op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
c Toets het tweecijferige snelkiesnummer
in. (Zie Snelkiesnummers opslaan
op pagina 78.)
d Als de locatie twee nummers bevat,
drukt u op a of b om het gewenste
nummer te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Als op het scherm Niet toegewezen
wordt weergegeven wanneer u een
ééntoets- of snelkiesnummer invoert of
opzoekt, is er op deze locatie geen
nummer opgeslagen.
Nummers kiezen en opslaan 8
Hoofdstuk 8
74
Zoeken 8
U kunt zoeken naar namen die in het
geheugen voor ééntoets- en
snelkiesnummers zijn opgeslagen.
a Druk op (Telefoonboek).
U kunt ook Telefoonboek kiezen door
op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Druk op l om de lettergrootte op het
LCD-scherm groter te maken.
Druk op # om de lettergrootte op het
LCD-scherm kleiner te maken.
d Als u Alfabetische volgorde heeft
gekozen in stap c, gebruikt u de
kiestoetsen om de eerste letter van de
naam in te voeren en drukt u vervolgens
op a of b om de naam en het nummer te
kiezen dat u wilt bellen.
Druk op OK.
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn
bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en
vervolgens op Mono Start of Kleur Start om
het opnieuw te proberen. Als u een tweede
nummer wilt kiezen en u dat nummer onlangs
nog heeft gekozen, kunt u op Herkies/Pauze
drukken en een van de laatste 30 nummers
kiezen uit de lijst met uitgaande oproepen.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel heeft
gekozen. Als u een fax automatisch wilt
verzenden en de lijn bezet is, wordt het
nummer automatisch maximaal drie keer met
tussenpozen van vijf minuten opnieuw
geprobeerd.
a Druk op Herkies/Pauze.
b Druk op a of b om het nummer te
selecteren dat u opnieuw wilt kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Fax versturen te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Nummers kiezen en opslaan
75
8
Overzicht van uitgaande
oproepen 8
De laatste 30 nummers waarnaar u een fax
heeft gestuurd, worden opgeslagen in het
overzicht van uitgaande oproepen. U kunt
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te verzenden, het toe te voegen aan
de ééntoets- of snelkiesnummers of het te
verwijderen uit het overzicht.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om het gewenste nummer
te selecteren.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om
Toev. aan tel.boek te kiezen.
Druk op OK.
(Zie Eéntoetsnummers opslaan op
basis van uitgaande oproepen
op pagina 77 en Snelkiesnummers
opslaan op basis van uitgaande
oproepen op pagina 79.)
Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Overzicht beller-ID 8
Voor deze functie moet u een abonnement
hebben op de dienst Nummerweergave die
door veel lokale telefoonbedrijven wordt
aangeboden. (Zie Nummerweergave (Beller
ID) op pagina 67.)
Het overzicht van beller-ID's bevat het
nummer of eventueel de naam van de laatste
30 faxen en telefoonoproepen die u heeft
ontvangen. U kunt het overzicht bekijken of
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te verzenden, het toe te voegen aan
de ééntoets- of snelkiesnummers of het te
verwijderen uit het overzicht. Bij de
eenendertigste oproep wordt de informatie
over de eerste oproep door de nieuwe
vervangen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Overz. beller-ID
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste nummer
te selecteren.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om
Toev. aan tel.boek te kiezen.
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op
basis van uitgaande oproepen
op pagina 79.)
Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het overzicht van beller-ID's ook
afdrukken. (Zie Een rapport afdrukken
op pagina 85.)
Hoofdstuk 8
76
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
ééntoetsnummers, snelkiesnummers en
groepen voor het rondsturen van
faxberichten. Wanneer u een
snelkiesnummer kiest, wordt op het
LCD-scherm de naam (indien u deze heeft
opgeslagen) of het nummer weergegeven.
Opmerking
De snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden tussen de cijfers van een
nummer in te lassen. Als u internationaal belt,
kunt u zo vaak als nodig op Herkies/Pauze
drukken om de pauze langer te maken.
ntoetsnummers opslaan 8
De machine heeft drie toetsen waaronder u
zes fax- of telefoonnummers kunt opslaan
voor automatisch kiezen. Deze nummers
worden ééntoetsnummers genoemd. Als u de
ééntoetsnummers 4 tot en met 6 wilt
oproepen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op
de betreffende toets drukt.
a Druk op de toets waaronder u het
nummer wilt opslaan.
Druk op 1 om Ja te kiezen.
Opmerking
U kunt ééntoetsnummers ook opslaan
door op (Telefoonboek) te drukken.
Druk op a of b om
Directkiezen inst. te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b om de locatie voor het
nummer te kiezen.
Druk op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
c Voer het telefoon- of faxnummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Opmerking
(Alleen MFC-6490CW)
Als u een e-mailadres wilt opslaan voor
gebruik met de internetfaxfunctie of bij
scannen naar de e-mailserver, drukt u op
a om Kiestype te kiezen, waarna u op
d of c drukt om de optie in Eml te wijzigen.
Druk op b om Fax/tel/e-mail te
kiezen en voer het e-mailadres in.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201.)
d Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
77
8
Eéntoetsnummers opslaan op basis
van uitgaande oproepen
8
U kunt ééntoetsnummers opslaan vanuit het
overzicht van uitgaande oproepen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om de naam of het
nummer te kiezen dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Toev. aan tel.boek te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om het ééntoetsnummer
te kiezen waaronder u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
Opmerking
Eéntoetsnummers beginnen met
(bijvoorbeeld l 0 2).
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
f Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
g Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Eéntoetsnummers opslaan op basis
van het overzicht van beller-ID's
8
Als u een abonnement heeft op de dienst
Nummerweergave van uw telefoonbedrijf,
kunt u ook ééntoetsnummers opslaan vanuit
het overzicht van beller-ID's voor inkomende
oproepen. (Zie Nummerweergave (Beller ID)
op pagina 67.)
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Overz. beller-ID
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het nummer te
selecteren dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Toev. aan tel.boek te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de tweecijferige
ééntoetslocatie te selecteren waaronder
u het nummer wilt opslaan.
Druk op OK.
Opmerking
Eéntoetsnummers beginnen met
(bijvoorbeeld l 0 2).
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
Hoofdstuk 8
78
g Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
h Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan 8
U kunt maximaal 80 (MFC-5890CN en
MFC-5895CW) of 100 (MFC-6490CW)
tweecijferige snelkieslocaties opslaan met
een naam. Elke naam kan twee nummers
hebben. Voor het kiezen van een nummer
hoeft u dan slechts op een paar toetsen te
drukken (bijvoorbeeld: (Telefoonboek),
het tweecijferige nummer, en Mono Start of
Kleur Start).
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om
Snelkiezen Instellen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarin u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
e Voer het telefoon- of faxnummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Opmerking
(Alleen MFC-6490CW)
Als u een e-mailadres wilt opslaan voor
gebruik met de internetfaxfunctie of bij
scannen naar de e-mailserver, drukt u op
a om Kiestype te kiezen, waarna u op
d of c drukt om de optie in Eml te wijzigen.
Druk op b om Fax/tel/e-mail te
kiezen, voer het e-mailadres in en druk op
OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 201.)
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
g Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap c om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Druk op Stop/Eindigen als u klaar
bent.
Nummers kiezen en opslaan
79
8
Snelkiesnummers opslaan op basis
van uitgaande oproepen
8
U kunt ook snelkiesnummers opslaan vanuit
het overzicht van uitgaande oproepen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om de naam of het
nummer te kiezen dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Toev. aan tel.boek te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarin u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #
(bijvoorbeeld # 0 2).
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
f Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
h Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan op basis
van het overzicht van beller-ID's
8
Als u een abonnement heeft op de dienst
Nummerweergave van uw telefoonbedrijf,
kunt u ook snelkiesnummers opslaan vanuit
het overzicht van beller-ID's voor inkomende
oproepen. (Zie Nummerweergave (Beller ID)
op pagina 67.)
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Overz. beller-ID
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het nummer te
selecteren dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Toev. aan tel.boek te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de tweecijferige
snelkieslocatie te selecteren waarin u
het nummer wilt opslaan.
Druk op OK.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #
(bijvoorbeeld # 0 2).
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
Hoofdstuk 8
80
g Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
i Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
j Druk op Stop/Eindigen.
Eéntoetsnamen of -nummers
of snelkiesnamen of -
nummers wijzigen 8
U kunt een reeds opgeslagen ééntoetsnaam
of -nummer of snelkiesnaam of -nummer
wijzigen.
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om
Directkiezen inst. of
Snelkiezen Instellen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de tweecijferige
ééntoets- of snelkieslocatie te
selecteren die u wilt wijzigen.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Wijzig instell te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
Ga naar stap h.
Opmerking
De opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor onder het teken te
plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u
vervolgens op Wis/terug. Voer het
nieuwe teken in.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op a of b om Naam te kiezen. Druk op
OK en voer de naam in met behulp
van de kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201.)
Als u de naam niet wilt wijzigen, gaat
u naar stap f.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u het fax- of telefoonnummer wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Fax/Tel1: te kiezen. Bij het
wijzigen van snelkiesgegevens kunt
u ook Fax/Tel2: wijzigen.
Druk op OK en voer het nieuwe
telefoon- of faxnummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u het nummer niet wilt wijzigen,
gaat u naar stap g.
g Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK
h Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
81
8
Groepen voor rondsturen
instellen 8
Met behulp van groepen, die in een
ééntoetsnummer of snelkieslocatie kunnen
worden opgeslagen, kunt u hetzelfde
faxbericht naar verschillende nummers
verzenden door alleen op de toets voor het
ééntoetsnummer te drukken, of op
(Telefoonboek), de twee cijfers van de
snelkieslocatie en Mono Start. Eerst moet u
elk faxnummer opslaan in een
ééntoetsnummer of snelkieslocatie.
Vervolgens kunt u deze als nummers in de
groep opnemen. Elke groep heeft een eigen
ééntoets- of snelkieslocatie. U kunt maximaal
zes groepen instellen, of u kunt maximaal
164 (MFC-5890CN en MFC-5895CW) of
204 (MFC-6490CW) nummers toewijzen aan
een grote groep.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 78
en Rondsturen (alleen monochroom)
op pagina 45.)
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om GROEP1, GROEP2,
GROEP3, GROEP4, GROEP5
of
GROEP6
te
kiezen als groepsnaam waaronder u de
faxnummers wilt opslaan
.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de tweecijferige
ééntoets- of snelkieslocatie te
selecteren die u aan de groep wilt
toevoegen.
Druk op OK.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #.
Eéntoetsnummers beginnen met l.
e Druk op a of b om Nummer toevoegen
te kiezen.
Druk op OK.
f Als u nummers aan de groep wilt
toevoegen, drukt u op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en OK te
selecteren.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #.
Eéntoetsnummers beginnen met l.
g Nadat u alle nummers heeft toegevoegd
door stap e tot en met f te herhalen,
drukt u op a of b om Compleet te
kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt een lijst met alle ééntoets- en
snelkiesnummers afdrukken.
Groepsnummers worden gemarkeerd in
de kolom GROEP. (Zie Rapporten
op pagina 85.)
Een groepsnaam wijzigen 8
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groepsnaam te
kiezen die u wilt wijzigen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Groepsnaam wijzigen te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
De opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u
op d of c om de cursor onder het teken te
plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u
vervolgens op Wis/terug. Voer het
nieuwe teken in.
Hoofdstuk 8
82
e Voer de nieuwe naam in met behulp van
de kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201. Typ
bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
f Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Een groep verwijderen 8
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groep te kiezen die
u wilt verwijderen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Een nummer verwijderen uit een groep
8
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groep te kiezen die
u wilt wijzigen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om het nummer te kiezen
dat u wilt verwijderen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers
combineren 8
In sommige gevallen wilt u een keuze maken
uit verschillende interlokale providers
wanneer u belt. Tarieven kunnen afhankelijk
zijn van de tijd en de bestemming. Om te
profiteren van lage tarieven kunt u de
toegangscodes van interlokale providers en
creditcardnummers opslaan als ééntoets- en
snelkiesnummers. Deze lange kiesreeksen
kunt u opslaan door de reeksen op te splitsen
en ze als afzonderlijke ééntoets- en
snelkiesnummers in de gewenste combinatie
in te stellen. U kunt hierin zelfs handmatig
kiezen met de kiestoetsen opnemen. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 78.)
Stel bijvoorbeeld dat u ‘555
’ heeft
opgeslagen onder
snelkiesnummer 03, en ‘7000
’ onder
ééntoetsnummer 02. U kunt dan beide
nummers gebruiken om ‘555-7000
’ te kiezen,
als u op de volgende toetsen drukt:
a Druk op (Telefoonboek).
b Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Nummervolgorde te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om #03 te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Snelkiesnummers beginnen met #.
Eéntoetsnummers beginnen met l.
e Druk op OK om Fax versturen te
kiezen.
f Druk op a of b om Telefoonboek te
kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan
83
8
h Druk op a of b om Nummervolgorde te
kiezen.
Druk op OK.
i Druk op a of b om l02 te kiezen.
Druk op OK.
j Druk op OK om Fax versturen te
kiezen.
k Druk op Mono Start of Kleur Start.
U kiest nu ‘555-7000
’.
Als u een nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen
door handmatig kiezen met de kiestoetsen.
Als u het nummer bijvoorbeeld wilt wijzigen in
555-7001, drukt u op (Telefoonboek),
kiest u Zoeken, drukt u op 03 en drukt u
vervolgens op 7001 met de kiestoetsen.
Opmerking
Als u op een bepaald punt in de kiesreeks
moet wachten op een kiestoon of een
ander signaal, voegt u een pauze in het
nummer toe door op Herkies/Pauze te
drukken. Met elke druk op de toets wordt
een pauze van 3,5 seconden ingelast.
84
9
Faxrapporten 9
U dient het verzendrapport en de journaaltijd
in te stellen met de toets Menu.
Verzendrapport 9
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax heeft verzonden. In dit
rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens
aangegeven of de transmissie geslaagd was
(OK). Als u Aan of Aan+Beeld kiest, wordt
dit rapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer
stuurt, heeft u waarschijnlijk meer nodig dan
alleen de taaknummers om te weten welke
faxen u opnieuw moet verzenden. Als u
Aan+Beeld, Uit+Beeld of Uit2+Beeld
(MFC-6490CW) kiest, wordt in het rapport
een deel van de eerste pagina van het
faxbericht afgedrukt om u te helpen
herinneren wat er in de fax stond.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Wanneer het Verzendrapport op Uit of
Uit+Beeld is ingesteld, wordt het alleen
afgedrukt als tijdens de verzending een fout
is opgetreden en de fax niet kon worden
verzonden.
(MFC-6490CW)
Wanneer het verzendrapport op Uit of
Uit+Beeld is ingesteld, wordt het alleen
afgedrukt als tijdens verzending een fout is
opgetreden en de fax niet is verzonden. Het
rapport wordt ook afgedrukt als tijdens
verzending een fout is opgetreden, waarbij
verkleinde afbeeldingen worden
weergegeven.
Wanneer het verzendrapport op Uit2 of
Uit2+Beeld is ingesteld, wordt het alleen
afgedrukt als tijdens verzending een fout is
opgetreden en de fax niet kon worden
verzonden.
Opmerking
Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld hebt
gekozen, wordt het beeld alleen in het
verzendrapport weergegeven als Direct
verzenden is ingesteld op Uit. (Zie Direct
verzenden op pagina 48.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendrapp. te
kiezen.
e (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Druk op d of c om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
(MFC-6490CW)
Druk op d of c om Aan, Aan+Beeld,
Uit, Uit+Beeld, Uit2 of
Uit2+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Faxjournaal
(activiteitenrapport) 9
U kunt de machine zodanig instellen, dat er
op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt
(elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of
7 dagen). Als u het interval op Uit instelt,
kunt u het rapport toch afdrukken door de
stappen in Een rapport afdrukken
op pagina 85 uit te voeren. De
fabrieksinstelling is Na 50 faxen.
Rapporten afdrukken 9
Rapporten afdrukken
85
9
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Journaal tijd te
kiezen.
e Druk op d of c om een interval te kiezen.
Druk op OK.
(Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd
de eerste dag van de 7-daagse periode
te kiezen.)
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine zal op het gekozen
tijdstip het rapport afdrukken en
vervolgens alle taken wissen. Als het
geheugen van de machine vol is
omdat het maximum van 200 taken
is bereikt en de door u gekozen tijd
nog niet is verstreken, zal de
machine het journaal voortijdig
afdrukken en alle taken uit het
geheugen wissen. Als u een extra
rapport wilt voordat het tijd is om dit
automatisch af te drukken, kunt u er
een afdrukken zonder dat de taken
worden gewist.
Elke 50 faxen
De machine zal het journaal
afdrukken zodra er 50 taken
opgeslagen zijn.
f Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden
afgedrukt.
Druk op OK.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
g Druk op Stop/Eindigen.
Rapporten 9
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport
Drukt een verzendrapport af van uw
laatste transmissie.
Help
Een helplijst waarin wordt aangegeven
hoe u de machine kunt programmeren.
Kieslijst
Een lijst met namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
ééntoets- en snelkiesnummers. De
namen en nummers staan in alfabetische
of numerieke volgorde in de lijst.
Fax Journaal
In deze lijst staat informatie over de
laatste ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzenden.) (RX: ontvangen.)
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Netwerk Conf.
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Overz. beller-ID
Dit rapport bevat de beschikbare
bellergegevens voor de laatste 30
ontvangen faxen en telefoontjes.
Een rapport afdrukken 9
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Print lijsten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste rapport
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
e Druk op Stop/Eindigen.
86
10
Pollen - overzicht 10
Met de functie voor pollen kunt u de machine
zo instellen dat andere mensen faxen van u
kunnen ontvangen, maar hiervoor zelf de
telefoonkosten moeten betalen. Omgekeerd
kunt u hiermee ook het faxapparaat van
iemand anders bellen en een fax van dit
apparaat ontvangen terwijl u de kosten
betaalt. Dit werkt alleen als de pollingfunctie
op beide machines is ingesteld. Pollen wordt
niet door alle faxapparaten ondersteund.
Ontvangstpolling 10
Met ontvangstpolling kunt u een ander
faxapparaat bellen om een fax te ontvangen.
Ontvangstpolling instellen 10
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Stand. te kiezen.
Druk op OK.
d Voer het faxnummer in waarvoor u de
pollingfunctie wilt gebruiken.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Ontvangstpolling met
beveiligingscode instellen 10
U kunt de pollingprocedure beveiligen om te
beperken wie de documenten waarvoor u
polling heeft ingesteld, kunnen ontvangen.
Pollen met beveiliging werkt alleen met
faxapparaten van Brother. Als u een fax wilt
ontvangen van een beveiligde
Brother-machine, moet u de beveiligingscode
invoeren.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Beveilig te kiezen.
Druk op OK.
d Voer de beveiligingscode van vier cijfers
in.
Deze is hetzelfde als de
beveiligingscode van het andere
faxapparaat.
Druk op OK.
e Voer het faxnummer in waarvoor u de
pollingfunctie wilt gebruiken.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Uitgestelde ontvangstpolling
instellen 10
Met uitgestelde polling kunt u de machine
instellen om op een later tijdstip te beginnen
met pollen. U kunt slechts één uitgestelde
pollingbewerking instellen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
Pollen 10
Pollen
87
10
c Druk op d of c om Tijdklok te kiezen.
Druk op OK.
d Voer de begintijd voor pollen in (in
24-uursnotatie).
Voor kwart voor tien 's avonds voert u
bijvoorbeeld 21:45 in.
Druk op OK.
e Voer het faxnummer in waarvoor u de
pollingfunctie wilt gebruiken.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
De pollingoproep wordt op het
opgegeven tijdstip automatisch gestart.
Opeenvolgend pollen
(alleen monochroom) 10
U kunt ook in één bewerking documenten van
verschillende faxapparaten opvragen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Stand., Beveilig
of Tijdklok te kiezen.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Stand. hebt gekozen, drukt u
op OK en gaat u naar stap e.
Als u Beveilig hebt gekozen, drukt
u op OK en voert u een code van vier
cijfers in.
Druk op OK, ga naar stap e.
Als u Tijdklok hebt gekozen, drukt
u op OK en voert u de begintijd voor
pollen in (in 24-uursnotatie).
Druk op OK, ga naar stap e.
e Druk op a of b om Rondsturen te
kiezen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Nummer toevoegen te kiezen en
voer een nummer in met de
kiestoetsen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Telefoonboek of
OK te kiezen. Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en
OK te selecteren.
Opmerking
Locaties van ééntoetsnummers beginnen
met l .
Sneltoetslocaties beginnen met #.
g Nadat u alle faxnummers heeft
ingevoerd door stap f te herhalen,
drukt u op a of b om Compleet te
kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Mono Start.
Van elk nummer of elke groep wordt nu
één voor één een document
opgevraagd.
Druk op Stop/Eindigen terwijl de machine
bezig is met kiezen als u het pollingproces
wilt annuleren.
Zie Taken in de wachtrij controleren en
annuleren op pagina 49 als u alle taken voor
opeenvolgende ontvangstpolling wilt
annuleren.
Hoofdstuk 10
88
Verzendpolling
(alleen monochroom)
10
Met verzendpolling kunt u instellen dat uw
machine wacht met de verzending van een
document totdat een ander faxapparaat belt
om het document op te halen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
elk faxapparaat worden opgehaald totdat u
het uit het geheugen verwijdert. (Zie Taken in
de wachtrij controleren en annuleren
op pagina 49.)
Verzendpolling instellen 10
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Verzend Pollen te
kiezen.
d Druk op d of c om Stand. te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om instellingen te kiezen
die u wilt wijzigen.
Druk op d of c om de instellingen te
kiezen.
Nadat een instelling is geaccepteerd,
kunt u nog meer instellingen wijzigen.
f Druk op Mono Start.
g Als u de glasplaat gebruikt, wordt u via
het LCD-scherm gevraagd een van de
opties te kiezen.
Druk op 1 om een andere pagina te
versturen.
Ga naar h.
Druk op 2 of Mono Start om het
document te verzenden.
h Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal g en h voor
elke volgende pagina.
De fax wordt automatisch verzonden.
Verzendpolling met
beveiligingscode instellen 10
U kunt de pollingprocedure beveiligen om te
beperken wie de documenten waarvoor u
polling heeft ingesteld, kunnen ontvangen.
Pollen met beveiliging werkt alleen met
faxapparaten van Brother. Als iemand een
fax van uw machine wil ophalen, moet deze
persoon de beveiligingscode invoeren.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Verzend Pollen te
kiezen.
d Druk op d of c om Beveilig te kiezen.
Druk op OK.
e Voer een code van vier cijfers in.
Druk op OK.
f Druk op a of b om instellingen te kiezen
die u wilt wijzigen.
Druk op d of c om de instellingen te
kiezen.
Nadat een instelling is geaccepteerd,
kunt u nog meer instellingen wijzigen.
g Druk op Mono Start.
Paragraaf III
Kopiëren III
Kopiëren 90
90
11
Kopiëren 11
Kopieermodus activeren 11
Als u een kopie wilt maken, drukt u op
(Kopie)
zodat deze toets blauw oplicht
.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
1 Aantal kopieën
Gebruik de kiestoetsen om het gewenste
aantal kopieën in te voeren.
Druk op a of b om door de opties van de
Kopie-toets te bladeren.
Kwaliteit (Zie pagina 91.)
Vergr./Verklein (Zie pagina 92.)
Ladeselectie (MFC-6490CW)
(Zie pagina 96.)
Papiersoort (Zie pagina 95.)
Papierformaat (Zie pagina 96.)
Helderheid (Zie pagina 95.)
Contrast (Zie pagina 95.)
Stapel/Sorteer (Zie pagina 95.)
Pagina layout (Zie pagina 93.)
Scheef corr. (MFC-6490CW)
(Zie pagina 96.)
Boek kop. (Zie pagina 97.)
Watermerk kop. (Zie pagina 97.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 99.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 99.)
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Opmerking
De standaardinstelling is de faxmodus. U
kunt de tijd wijzigen die de machine in de
kopieermodus blijft na de laatste
kopieerbewerking. (Zie Tijdklokstand
op pagina 27.)
De functies Boek kop. en
Watermerk kop. worden ondersteund
door technologie van
Reallusion, Inc.
Eén kopie maken 11
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 23.)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken 11
U kunt maximaal 99 exemplaren tegelijk
afdrukken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 23.)
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Als u de kopieën wilt sorteren, drukt u op
a of b om Stapel/Sorteer te kiezen.
(Zie Kopieën sorteren met gebruik van de
ADF op pagina 95.)
Kopiëren onderbreken 11
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren 11
KOPIE Kopie Druk op Start
Normaal
100%
100%
Vergr./Verklein
Vergr./Verklein
Lade 1
Lade 1
Ladeselectie
Ladeselectie
Verhouding:
Verhouding:
Kwaliteit
01
1
Kopiëren
91
11
Kopieerinstellingen 11
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende set meerdere kopieën.
De machine keert na 1 minuut terug naar de
standaardinstelling, of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. (Zie Tijdklokstand
op pagina 27.)
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u nog meer instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 99.)
De kopieersnelheid en -
kwaliteit wijzigen 11
U kunt kiezen uit een reeks
kwaliteitsinstellingen. De fabrieksinstelling is
Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Om tijd te besparen bij het
afdrukken van documenten die u wilt
proeflezen, grote documenten of een
groot aantal kopieën.
Normaal
'Normaal' is de aanbevolen stand voor
gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede
kopieerkwaliteit met goede
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik deze modus voor het kopiëren
van precieze beelden, zoals foto's. Deze
modus levert de hoogste resolutie en de
laagste snelheid.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Kwaliteit te
kiezen.
e Druk op d of c om Snel, Normaal of
Fijn te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Hoofdstuk 11
92
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen 11
U kunt een vergrotings- of
verkleiningspercentage kiezen. Als u
Paginavullend kiest, wordt de grootte
automatisch afgestemd op het door u
ingestelde papierformaat.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Met deze instelling moet u de glasplaat
gebruiken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Vergr./Verklein
te kiezen.
e Druk op d of c om 100%, Vergroten,
Verkleinen, Paginavullend of
Custom(25-400%) te kiezen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Vergroten of Verkleinen
heeft gekozen, drukt u op OK en
vervolgens op d of c om het
gewenste vergrotings- of
verkleiningspercentage te kiezen.
Druk op OK.
Als u Custom(25-400%) heeft
gekozen, drukt u op OK en voert u
vervolgens een vergrotings- of
verkleiningspercentage in tussen
25% en 400%.
Druk op OK.
Als u 100% of Paginavullend
heeft gekozen, gaat u naar stap g.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Paginalayout en Scheef corr. zijn niet
beschikbaar bij Vergr./Verklein.
Boek kop., Sorteren en
Watermerk kop. zijn niet beschikbaar
bij Paginavullend.
Paginavullend werkt niet naar behoren
als het document op de glasplaat meer
dan 3 graden scheef staat. Gebruik de
documentgeleiders aan de linker- en
bovenkant om het document in de
linkerbovenhoek van de glasplaat te
leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
Paginavullend is niet beschikbaar voor
documenten van Legal-formaat.
100%
198% 10x15cmiA4
186% 10x15cmiLTR
142% A4iA3, A5iA4
97% LTRiA4
93% A4iLTR
83% LGLiA4
69% A3iA4 (alleen MFC-6490CW), A4iA5
47% A4i10x15cm
Paginavullend
Custom(25-400%)
Kopiëren
93
11
N op 1 kopieën of een poster
maken (Pagina layout) 11
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of
vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is
handig om papier te besparen.
(MFC-6490CW) Met de functie 1 op 2 wordt
één pagina van A3- of Ledger-formaat naar
twee A4- of Letter-pagina's gekopieerd. Met
deze instelling moet u de glasplaat
gebruiken.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, wordt uw document in
delen opgesplitst. Deze delen worden
vervolgens vergroot, zodat u ze kunt
samenvoegen tot een poster. Als u een
poster wilt afdrukken, moet u de glasplaat
gebruiken.
Belangrijk
Zorg dat het papierformaat op Letter,
Ledger, A4 of A3 is ingesteld.
U kunt de instelling Vergroot/Verklein niet
gebruiken voor de functies N op 1 en
Poster.
Als u meerdere kleurenkopieën maakt, is
N op 1 kopiëren niet beschikbaar.
P betekent Portret (staand) en L betekent
Landschap (liggend).
U kunt slechts één poster en één
1-op-2-kopie tegelijkertijd maken.
Opmerking
Watermerk kop., Boek kop.,
Sorteren, Vergr./Verklein en
Scheef corr. zijn niet beschikbaar bij
Pagina layout.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
4 op 1 en Poster (3 3) zijn niet
beschikbaar als u papier van A3- of
Ledger-formaat gebruikt.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Pagina layout te
kiezen.
e (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Druk op d of c om Uit(1 op 1),
2op1(P), 2op1(L),
4op1(P), 4op1(L),
Poster(2 x 2) of Poster(3 x 3)
te selecteren.
Druk op OK.
Ga naar stap g.
(MFC-6490CW)
Druk op d of c om Uit(1 op 1),
2op1(P), 2op1(L),
4op1(P), 4op1(L), 1>2,
Poster(2 x 2) of Poster(3 x 3)
te kiezen.
Druk op OK.
Als u 2op1 of Poster(2 x 2)hebt
gekozen met A3- of Ledger-papier, gaat
u naar stap f om het papierformaat van
uw document te kiezen.
Als u een andere instelling kiest, gaat u
naar stap g.
f (MFC-6490CW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u 2op1(P) of 2op1(L)
hebt gekozen, drukt u op a of b om
Type lay-out te kiezen. Druk op
d of c om LGRx2 i LGRx1,
LTRx2 i LGRx1, A3x2 i A3x1 of
A4x2 i A3x1 te kiezen.
Als u Poster(2 x 2) hebt
gekozen, drukt u op a of b om
Type lay-out te selecteren. Druk
op d of c om LGRx1 i LGRx4,
LTRx1 i LGRx4, A3x1 i A3x4 of
A4x1 i A3x4 te kiezen.
Hoofdstuk 11
94
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF heeft
geplaatst of een poster aan het maken
bent, scant de machine de pagina's en
start met printen.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap h.
h Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
i Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal stap h en i voor elke pagina
van de layout.
j Druk op 2 om te stoppen, wanneer alle
pagina's zijn gescand.
Als u via de ADF kopieert, plaatst u het
document met de bedrukte zijde naar
boven in de ADF, in de hieronder
aangegeven richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Als u via de glasplaat kopieert, legt u het
document met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat, in de hieronder
aangegeven richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
1 op 2 (MFC-6490CW)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (2 x 2)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
Kopiëren
95
11
Kopieën sorteren met gebruik
van de ADF 11
U kunt meerdere kopieën sorteren. Pagina's
worden gesorteerd in de volgorde
321, 321, 321, enzovoort.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Stapel/Sorteer te
kiezen.
e Druk op d of c om Sorteren te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Paginavullend, Pagina layout en
Boek kop. zijn niet beschikbaar bij
Sorteren.
Helderheid en contrast
instellen 11
Helderheid 11
U kunt de helderheid aanpassen om kopieën
donkerder of lichter te maken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Helderheid te
kiezen.
e Druk op d of c om een donkerdere of
lichtere kopie te maken.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Contrast 11
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Contrast te kiezen.
e Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papieropties 11
Papiersoort 11
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de
machine in op het type papier dat u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
e Druk op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Hoofdstuk 11
96
Papierformaat 11
U moet de instelling voor het papierformaat
wijzigen indien u op een ander formaat dan
A4 kopieert. U kunt uitsluitend kopiëren op de
papierformaten Ledger, A3, Letter, Legal, A4,
A5 of Foto 10 cm 15 cm.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
e Druk op d of c om A4, A5, A3, 10x15cm,
Letter, Legal of Ledger te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Ladeselectie (alleen MFC-6490CW) 11
U kunt de papierlade voor het maken van de
volgende kopie wijzigen. Zie Gebruikte
papierlade in kopieermodus (alleen
MFC-6490CW) op pagina 29 voor informatie
over het wijzigen van de
standaardpapierlade.
a Zorg dat de kopieermodus actief is.
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Ladeselectie te
kiezen.
e Druk op d of c om Lade 1 of Lade 2 te
kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Scheefstandcorrectie
(alleen MFC-6490CW) 11
Als uw kopie scheef wordt ingescand, kunnen
de gegevens automatisch worden
gecorrigeerd. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u de glasplaat gebruikt en
kopieert op volledige grootte.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Scheef corr. te
kiezen.
e Druk op d of c om Auto (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Pagina layout, Vergr./Verklein,
Boek kop. en Watermerk kop. zijn
niet beschikbaar bij Scheef corr.
U kunt deze instelling niet gebruiken voor
Ledger- en A3-papier en voor papier dat
kleiner is dan 64 mm 91 mm.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor
rechthoekig papier.
Scheef corr. is alleen beschikbaar als
het document minder dan 3 graden scheef
staat.
Scheef corr. werkt mogelijk niet
correct als het document te dik is.
Kopiëren
97
11
Boek kopie 11
Met de functie Boek kopie kunt u donkere
randen en scheefstand corrigeren. U kunt de
gegevens automatisch door de machine laten
kopiëren of u kunt specifieke correcties
aanbrengen.
Met deze instelling moet u de glasplaat
gebruiken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Boek kop. te
kiezen.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de gegevens zelf wilt
corrigeren, drukt u op d of c om
Aan (voorb.) te kiezen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
en ga naar stap f.
Als u de gegevens automatisch wilt
laten corrigeren, drukt u op d of c om
Aan te kiezen en gaat u naar stap g.
f Corrigeer de scheve gegevens met
# of l.
Verwijder de schaduwen met a of b.
g Druk op Mono Start of Kleur Start
wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van correcties.
Opmerking
Boek kop. is niet beschikbaar bij
Pagina layout, Sorteren,
Paginavullend, Scheef corr. en
Watermerk kop.
Watermerk kopie 11
U kunt een logo of tekst als watermerk in uw
document plaatsen. U kunt een van de
sjabloonwatermerken, gegevens van uw
mediakaarten of USB-flashstation, of
gescande gegevens selecteren.
Opmerking
Watermerk kop. is niet beschikbaar bij
Paginavullend, Pagina layout,
Scheef corr. en Boek kop.
Een sjabloon gebruiken 11
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Watermerk kop. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op d of c om Aan te kiezen.
f Druk op a of b om
Huidige instelling te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Sjabloon te kiezen.
Druk op OK.
h Als u een van de weergegeven
instellingen wilt wijzigen, drukt u op
a of b om de instelling te selecteren en
vervolgens op d of c om de gewenste
optie te kiezen.
i Als u klaar bent met het wijzigen van
instellingen, druk u op a of b om
Toepassen te selecteren.
Druk op OK.
j Druk op Mono Start of Kleur Start.
Hoofdstuk 11
98
Gegevens van mediakaarten of USB-
flashstations gebruiken
11
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Watermerk kop. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op d of c om Aan te kiezen.
f Druk op a of b om
Huidige instelling te kiezen.
Druk op OK.
g Plaats een mediakaart of
USB-flashstation. Druk op a of b om
Media te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op d of c om de gegevens voor het
watermerk te kiezen.
Druk op OK.
i Als u een van de weergegeven
instellingen wilt wijzigen, drukt u op
a of b om de instelling te selecteren en
vervolgens op d of c om de gewenste
optie te kiezen.
j Als u klaar bent met het wijzigen van
instellingen, druk u op a of b om
Toepassen te selecteren.
Druk op OK.
k Druk op Mono Start of Kleur Start.
VOORZICHTIG
Verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation NIET terwijl Photo Capture
knippert. Als u dat wel doet, kunnen de
kaart, het flashstation of de gegevens erop
beschadigd raken.
Een gescand papieren document als
watermerk gebruiken
11
a Druk op (Kopie).
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Watermerk kop. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op d of c om Aan te kiezen.
e Druk op a of b om
Huidige instelling te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Scan te kiezen.
Druk op OK en plaats de pagina die u
als watermerk wilt gebruiken op de
glasplaat.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
h Verwijder het watermerkdocument dat u
hebt ingescand en laad het document
dat u wilt kopiëren.
i Druk op d of c om het watermerk minder
of meer Transparantie te maken.
Druk op OK.
j Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
U kunt het ingescande watermerk niet
vergroten of verkleinen.
Kopiëren
99
11
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen11
U kunt de kopieerinstellingen voor
Kwaliteit, Vergr./Verklein,
Ladeselectie (alleen MFC-6490CW),
Helderheid, Contrast, Pagina layout
en Scheef corr. alleen (MFC-6490CW)
die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze
als standaardinstellingen in te stellen.
a Druk op (Kopie).
b Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Druk nadat u de laatste instelling heeft
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te kiezen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 11
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Kopie).
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
De melding
‘Geheugen vol’
11
Als het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van
documenten, drukt u op Stop/Eindigen om
te annuleren of op Mono Start of Kleur Start
om de gescande pagina's te kopiëren.
U moet enkele taken uit het geheugen
verwijderen voordat u kunt doorgaan.
Ga als volgt te werk om extra geheugen vrij te
maken:
Schakel 'Geheugen ontv.' uit. (Zie
Geheugenontvangst (alleen
monochroom) op pagina 56.)
Druk de faxen af die zich in het geheugen
bevinden. (Zie Een fax afdrukken vanuit
het geheugen op pagina 56.)
Wanneer de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, kunt u mogelijk wel kopieën
maken als u eerst de ingekomen faxen in het
geheugen afdrukt om het geheugen vrij te
maken.
Hoofdstuk 11
100
Paragraaf
IV
Direct foto's printen
IV
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
of USB-flashstation
102
Foto's afdrukken vanaf een camera 122
102
12
Werken met
PhotoCapture Center
12
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of
USB-flashstation zonder een pc
12
Ook wanneer de machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto’s rechtstreeks
vanaf digitale cameramedia of een
USB-flashstation afdrukken. (Zie Beelden
afdrukken op pagina 105.)
Scannen naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation zonder een
pc te gebruiken 12
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks naar een geheugenkaart of een
USB-flashstation opslaan. (Zie Scannen naar
geheugenkaarten of USB-flashstations
op pagina 118.)
PhotoCapture Center™ vanaf
uw computer gebruiken 12
U heeft vanaf uw pc toegang tot een
geheugenkaart of USB-flashstation dat aan
de voorkant van de machine is geplaatst.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows
®
of Remote Setup & PhotoCapture Center
voor Macintosh in de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Een geheugenkaart of
USB-flashstation gebruiken 12
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor populaire digitale
cameramedia: (zoals CompactFlash
®
,
Memory Stick™, Memory Stick PRO™,
SecureDigital, MultiMediaCard™, SD, SDHC
en xD-Picture Card) en USB-flashstations.
miniSD™ kan worden gebruikt met een
miniSD™-adapter.
microSD kan worden gebruikt met een
microSD-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick PRO Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick PRO
Duo™-adapter.
Memory Stick Micro™ (M2™) kan worden
gebruikt met een Memory Stick
Micro™ (M2™)-adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier van adapters.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan de
kwaliteit van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-flashstation
12
CompactFlash
®
Memory Stick™
Memory Stick PRO™
SD, SDHC xD-Picture Card™
USB-flashstation
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
103
12
Mapstructuur van
geheugenkaarten of een
USB-flashstation 12
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's, geheugenkaarten en USB-
flashstations; lees echter onderstaande
punten om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn. (Andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend.)
Afdrukbewerkingen via PhotoCapture
Center™ en bewerkingen via
PhotoCapture Center™ waarbij een pc
wordt gebruikt, moeten apart worden
uitgevoerd. (Het is niet mogelijk om deze
bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of
USB-flashstation lezen.
CompactFlash
®
Type II wordt niet
ondersteund.
Dit product ondersteunt
xD-Picture Card™ Type M / Type M
+
/
Type H (grote capaciteit).
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig
DPOF-formaat hebben. (Zie Afdrukken in
DPOF-formaat op pagina 113.)
Let op het volgende:
Als u Print index of Print Images
gebruikt, zal het PhotoCapture Center™
alle geldige afbeeldingen afdrukken, zelfs
als een of meer afbeeldingen beschadigd
zijn. Beschadigde afbeeldingen worden
niet afgedrukt.
(gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen voor het lezen
van geheugenkaarten die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw pc wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken die uw
digitale camera gebruikt. Als de gegevens
niet in dezelfde map worden opgeslagen,
kan de machine het bestand misschien
niet lezen of het beeld niet afdrukken.
(gebruikers van een USB-flashstation)
Deze machine ondersteunt
USB-flashstations die zijn geformatteerd
door Windows
®
.
Hoofdstuk 12
104
Aan de slag 12
Steek de kaart of het USB-flashstation
correct in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
2 CompactFlash
®
3 SD, SDHC
4 Memory Stick, Memory Stick PRO™
5 xD-Picture Card
VOORZICHTIG
De USB Direct-interface biedt alleen
ondersteuning voor een USB-flashstation,
een met PictBridge-compatibele camera of
een digitale camera die gebruikmaakt van
de standaard voor USB-massaopslag.
Andere USB-apparaten worden niet
ondersteund.
Indicaties van de Photo Capture-toets:
Photo Capture-licht is aan: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
correct geplaatst.
Photo Capture-licht is uit: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
niet correct geplaatst.
Photo Capture-licht knippert: de
geheugenkaart of het USB-flashstation
wordt gelezen of beschreven.
VOORZICHTIG
Wanneer de machine het medium leest of
ernaar schrijft (de toets Photo Capture
knippert), mag u de stekker NIET uit het
stopcontact halen of het medium uit de
mediasleuf of de USB Direct-interface
verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de
gegevens op de kaart verloren of wordt
de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk
lezen.
1 2 3 4
5
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
105
12
De modus PhotoCapture
activeren 12
Druk nadat u de geheugenkaart of het
USB-flashstation heeft geplaatst op de toets
(Photo Capture). Deze licht blauw op
en op het LCD-scherm worden de
PhotoCapture-opties weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om door de opties van
PhotoCapture te bladeren.
Foto’s kijken (Zie pagina 105.)
Print index (Zie pagina 106.)
Fotos afdrukken (Zie pagina 107.)
Foto-effecten (Zie pagina 107.)
Zoek op datum (Zie pagina 111.)
Alle fotos afdr. (Zie pagina 111.)
Slideshow (Zie pagina 112.)
Trimming (Zie pagina 112.)
Opmerking
Zie Afdrukken in DPOF-formaat
op pagina 113 als uw digitale camera
DPOF-afdrukken ondersteunt.
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Beelden afdrukken 12
Foto's bekijken 12
U kunt uw foto's van tevoren op het
LCD-scherm bekijken, voordat u ze afdrukt. Als
uw foto's grote bestanden zijn, kan het zijn dat
er enige tijd verstrijkt tussen het weergeven van
iedere foto op het LCD-scherm
.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto’s kijken te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Opmerking
In plaats van door de foto's te bladeren,
kunt u ook het nummer van de foto op de
indexpagina invoeren met de kiestoetsen. (Zie
Print index (miniaturen) op pagina 106.)
d Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
e Herhaal stap c en stap d totdat u alle
foto's heeft geselecteerd.
Opmerking
Druk op Wis/terug om terug te keren naar
het vorige niveau.
f Nadat u alle foto's heeft geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's kijken
FOTOCAPTURE
Selecteer & druk op
OK
Fotos afdrukkenFotos afdrukken
Print indexPrint index
Foto-effectenFoto-effecten
Foto's bekijken op Foto's bekijken op
LCD-scherm en af- LCD-scherm en af-
beeldingen beeldingen
selecteren selecteren
voor print.voor print.
Zoek op datumZoek op datum
Alle fotos afdr.Alle fotos afdr.
Hoofdstuk 12
106
Print index (miniaturen) 12
Het PhotoCapture Center™ wijst aan de
afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld nr.1,
nr. 2, nr. 3 enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center™ ter identificatie van de foto's gebruikt.
U kunt een pagina met miniaturen afdrukken,
zodat u alle foto's op de geheugenkaart of het
USB-flashstation kunt zien.
Opmerking
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of
minder worden correct op de indexpagina
afgedrukt.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf heeft
geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Print index te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Type lay-out te
kiezen. Druk op d of c om
6 Images/Regel of
5 Images/Regel te kiezen.
Druk op OK.
Het afdrukken van 5 Images/Regel
duurt langer dan voor
6 Images/Regel, maar de kwaliteit is
beter.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen en druk op d of c om het
gebruikte papiersoort te kiezen:
Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71
of Glossy anders.
Druk op OK.
Druk op a of b om Papierformaat
te kiezen en druk op d of c om het
gebruikte papierformaat te kiezen:
A4 of Letter.
Druk op OK.
Ga naar e als u de
papierinstellingen niet wilt wijzigen.
e Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
6 Images/Regel 5 Images/Regel
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
107
12
Foto's afdrukken 12
U dient eerst het nummer van een beeld te
weten, pas dan kunt u het afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk de index af. (Zie Print index
(miniaturen) op pagina 106.)
c Druk op a of b om Fotos afdrukken
te kiezen.
Druk op OK.
d Voer het nummer van de gewenste foto
in aan de hand van de miniaturen op de
indexpagina.
Druk op OK.
e Herhaal stap d totdat u de nummers
van de af te drukken beelden heeft
ingevoerd.
Opmerking
U kunt de nummers tegelijk invoeren door
de toets l als komma te gebruiken, of door
de toets # als koppelteken te gebruiken.
Voer bijvoorbeeld 1, l, 3, l, 6 in om de
afbeeldingen Nr.1, Nr.3 en Nr.6 af te
drukken. Voer 1, #, 5 in om de
afbeeldingen Nr.1 tot en met Nr.5 af te
drukken.
U kunt maximaal 12 tekens (inclusief
komma's) invoeren om op te geven welke
foto's u wilt afdrukken.
f Nadat u de nummers heeft
geselecteerd, drukt u opnieuw op OK.
g Gebruik de kiestoetsen om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de afdrukinstellingen. (Zie
pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto-effecten 12
U kunt uw foto's bewerken en er effecten aan
toevoegen. Bovendien kunt u de foto's op het
LCD-scherm bekijken voordat u ze afdrukt.
Opmerking
Nadat u een effect heeft toegevoegd, kunt
u de weergave van het beeld vergroten
door op l te drukken. Als u wilt terugkeren
naar de oorspronkelijke grootte, drukt u
opnieuw op l.
De functie Foto-effecten wordt
ondersteund door technologie van
Reallusion, Inc.
Hoofdstuk 12
108
Auto Correct 12
Auto Correct is beschikbaar voor de meeste
foto's. Hiermee wordt door de machine
bepaald welk effect geschikt is voor uw foto.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Auto Correct te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op OK en a of b om het aantal
kopieën te verhogen of te verlagen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
Als Rode ogen wegn. wordt
weergegeven op het LCD-scherm, drukt u
op # om rode ogen uit de foto te
verwijderen.
Verbeter Huid-toon 12
Verbeter Huid-toon is met name bedoeld om
portretfoto's aan te passen. Hiermee wordt de
huidskleur van personen in uw foto's
gedetecteerd en wordt het beeld aangepast.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Verbeter Huid-Toon te kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u geen instellingen
wilt wijzigen.
Druk op a of b om het effect
handmatig aan te passen.
Druk op OK als u klaar bent.
f Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
109
12
Verbeter Landschap 12
Verbeter Landschap is met name bedoeld om
foto's van landschappen aan te passen.
Hiermee worden groene en blauwe vlakken
in de foto opgelicht, zodat het landschap
scherper en levendiger wordt.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf heeft
geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Verbeter Landschap te kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u geen instellingen
wilt wijzigen.
Druk op a of b om het effect
handmatig aan te passen.
Druk op OK als u klaar bent.
f Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Rode ogen verwijderen 12
Hiermee worden ogen in uw foto's
automatisch gedetecteerd en worden rode
ogen verwijderd.
Opmerking
In sommige gevallen worden rode ogen
mogelijk niet verwijderd.
Als het gezicht te klein is binnen de
afbeelding.
Als het gezicht te ver naar boven, naar
beneden, naar links of naar rechts is
gedraaid.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Rood-oog Verw. te
kiezen.
Druk op OK.
Wanneer Rood-oog Verw. is
geslaagd, wordt de foto met het
toegepaste effect weergegeven. Het
aangepaste gedeelte wordt in een
rood kader weergegeven.
Wanneer Rood-oog Verw. niet is
geslaagd, wordt
Waarnemen onmogelijk
weergegeven.
Druk op OK om terug te keren naar
het vorige niveau.
Opmerking
Druk op # om opnieuw te proberen
Rood-oog Verw. uit te voeren.
Hoofdstuk 12
110
e Druk op OK en a of b om het aantal
kopieën te verhogen of te verlagen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Monochroom 12
U kunt een foto omzetten in een
zwart-witfoto.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Monochroom te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op OK en a of b om het aantal
kopieën te verhogen of te verlagen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Sepia 12
U kunt de kleur van een foto converteren naar
sepia.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Sepia te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op OK en a of b om het aantal
kopieën te verhogen of te verlagen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
111
12
Zoeken op datum 12
U kunt foto's zoeken op basis van de datum.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Zoek op datum te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om op te geven vanaf
welke datum u wilt zoeken.
Druk op OK.
d Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Opmerking
U kunt foto's met een andere datum
weergeven door herhaaldelijk op d of c te
drukken. Druk op d om een oudere foto
weer te geven en op c om een meer
recente foto weer te geven.
e Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
f Herhaal stap d en stap e totdat u alle
foto's heeft geselecteerd.
g Nadat u alle foto's heeft geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Alle foto's afdrukken 12
U kunt alle foto's op uw geheugenkaart of
USB-flashstation afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Alle fotos afdr.
te kiezen.
Druk op OK.
c Gebruik de kiestoetsen om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de afdrukinstellingen. (Zie
pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Hoofdstuk 12
112
Slideshow 12
Met Slideshow (diavoorstelling) kunt u al uw
foto's op het LCD-scherm weergeven. U kunt
ook een foto kiezen tijdens de bewerking.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Slideshow te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen om Slideshow
af te sluiten.
Een foto afdrukken tijdens een
slideshow
12
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Slideshow te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk tijdens de uitvoering van
Slideshow op OK om bij een bepaalde
foto te stoppen.
d Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Knippen (Trimming) 12
U kunt delen van een foto afknippen en het
resterende beeld afdrukken.
Opmerking
Als een foto erg klein of onregelmatig van
vorm is, kunt u deze mogelijk niet
bijsnijden. Op het LCD-scherm wordt
Beeld te klein. of
Beeld te lang. weergegeven.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Trimming te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Pas het rode kader rond de foto aan.
Het gedeelte binnen het rode kader
wordt afgedrukt.
Druk op l of # om het kader groter of
kleiner te maken.
Druk op elke pijltoets om het kader te
verplaatsen.
Druk op 0 om het kader te draaien.
Druk op OK als u klaar bent met het
aanpassen van het kader.
e Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
113
12
Afdrukken in DPOF-formaat 12
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, Fuji Photo Film Co. Ltd.,
Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en
Sony Corporation) hebben deze standaard
ontwikkeld om het afdrukken van beelden
vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Als u een geheugenkaart met DPOF-
gegevens in de machine plaatst, kunt de
gekozen foto's eenvoudig afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (Photo Capture). U
wordt gevraagd of u de DPOF-instelling
wilt gebruiken.
b Druk op 1 om Ja te kiezen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de afdrukinstellingen. (Zie
pagina 114.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
Als de afdrukvolgorde die op de camera is
gemaakt, beschadigd is geraakt, kan een
DPOF-bestandsfout optreden. U kunt dit
probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
Hoofdstuk 12
114
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen 12
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen.
De machine keert na 3 minuten terug naar de standaardinstelling, of als de tijdklokstand ervoor
zorgt dat de machine terugkeert naar de faxmodus. (Zie Tijdklokstand op pagina 27.)
Opmerking
U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te
stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 118.)
1 Aantal afdrukken
(Voor Foto's kijken, Zoek op datum, Slideshow)
Hier ziet u het totale aantal foto's dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdr., Foto' s afdrukken, Foto-effecten, Trimming)
Hier ziet u het aantal exemplaren dat van iedere foto wordt afgedrukt.
(Voor afdrukken met DPOF) Dit wordt niet weergegeven.
Menuselecties Opties Subopties Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar voor
afdrukken met DPOF)
Normaal/Foto 115
Papiersoort
Normaal Papier
/
Inkjet papier
/
Brother BP71
/
Glossy anders
115
Papierformaat 10x15cm/13x18cm/
A4/A3/Letter/Ledger
(Wanneer A4 of Letter is
geselecteerd)
8x10cm
/
9x13cm
/
10x15cm
/
13x18cm
/
15x20cm
/
Max. afmetingen
115
Helderheid
(Niet beschikbaar
wanneer
Foto-effecten is
geselecteerd)
116
Contrast
(Niet beschikbaar
wanneer
Foto-effecten is
geselecteerd)
116
Printinstelling
Printinstelling
Printkwaliteit
FOTOCAPTURE
Papiersoort
Papiersoort
Papierformaat
Papierformaat
0
Helderheid
Helderheid
10x15cm
10x15cm
Glossy anders
Glossy anders
0001
0001
Foto
Print Druk op Start
Afm. afdruk
Afm. afdruk
Max. afmetingen
Max. afmetingen
1
Donker
Licht
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
115
12
Afdruksnelheid en -kwaliteit 12
a Druk op a of b om Printkwaliteit te
kiezen.
b Druk op d of c om Normaal of Foto te
kiezen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papieropties 12
Papiersoort 12
a Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
b Druk op d of op c om het gebruikte
papiertype te selecteren:
Normaal Papier, Inkjet papier,
Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papier- en afdrukformaat 12
a Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
b Druk op d of c om het gebruikte
papierformaat te selecteren: 10x15cm,
13x18cm, A4, A3, Letter of Ledger.
Druk op OK.
c Als u A4 of Letter heeft geselecteerd,
drukt u op d of c om het afdrukformaat te
selecteren.
Druk op OK.
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Kleur aanp.
(Niet beschikbaar
wanneer
Foto-effecten is
geselecteerd)
Aan/Uit
Wit Balans
Scherpte
Kleurdensiteit
Stop wijziging
116
Bijsnijd(crop) Aan/Uit 117
Zonder rand Aan/Uit 117
Datum afdr.
(Niet beschikbaar voor
afdrukken met DPOF)
Aan/Uit 117
Nieuwe standaard Ja/Nee 118
Fabrieksinstell. Ja/Nee 118
Menuselecties Opties Subopties Pagina
Voorbeeld: afdrukpositie voor A4-papier
1
8x10cm
2
9x13cm
3
10x15cm
4
13x18cm
5
15x20cm
6
Max.
afmetingen
Hoofdstuk 12
116
Helderheid, contrast en kleur
instellen 12
Helderheid 12
a Druk op a of b om Helderheid te
kiezen.
b Druk op d of c om de afdruk donkerder
of lichter te maken.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Contrast 12
U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met
meer contrast ziet een beeld er scherper en
levendiger uit.
a Druk op a of b om Contrast te kiezen.
b Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Kleurverbetering 12
U kunt de functie voor kleurverbetering
inschakelen om afdrukken levendiger te
maken. Het afdrukken zal dan langer duren.
a Druk op a of b om Kleur aanp. te
kiezen.
Druk op OK.
b
Ga op een van de volgende manieren te werk
:
Als u de witbalans, scherpte of
kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt
u op d of c om Aan te selecteren, en
gaat u vervolgens naar stap c.
Als u niets wilt aanpassen, drukt u op
d of c om Uit te selecteren.
Druk op OK en ga vervolgens naar
stap f.
c Druk op a of b om Wit Balans,
Scherpte of Kleurdensiteit te
kiezen.
d Druk op d of c om de mate van de
instelling aan te passen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u meer instellingen voor
kleurverbetering wilt aanpassen,
drukt u op a of b om een andere optie
te selecteren.
Als u andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Stop wijziging te kiezen en
drukt u vervolgens op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
Witbalans
Met deze instelling bepaalt u de tint van de
witte vlakken in een beeld. Het licht, de
instellingen van de camera en andere
zaken bepalen de tint wit. De witte vlakken
van een foto kunnen er een beetje roze of
geelachtig uitzien, of naar een andere
kleur neigen. Met deze instelling kunt u
dat effect corrigeren en de witte vlakken
weer zuiver wit maken.
Scherpte
Met deze instelling wordt het detail van
een beeld verbeterd, zoals bij het
scherpstellen van een camera. Als het
beeld niet goed scherp is en u de fijne
details van het beeld niet kunt zien, kunt u
de scherpte aanpassen.
Kleurdichtheid
Met deze instelling kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het beeld bijstellen. U
kunt de hoeveelheid kleur in een beeld
verhogen of verlagen om een vaag of vaal
beeld te verbeteren.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
117
12
Bijsnijden (crop) 12
Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de
ruimte die u heeft geselecteerd, wordt er
automatisch een gedeelte van de afbeelding
afgesneden.
De fabrieksinstelling is Aan. Als u ook de
optie Zonder rand gebruikt, stelt u Zonder
rand in op Uit. (Zie Afdrukken zonder rand
op pagina 117.)
a Druk op a of b om Bijsnijd(crop) te
kiezen.
b Druk op d of c om Uit (of Aan) te
kiezen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijd(crop): Aan
12
Bijsnijd(crop): Uit 12
Afdrukken zonder rand 12
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op a of b om Zonder rand te
kiezen.
b Druk op d of c om Uit (of Aan) te
kiezen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Datum afdrukken 12
U kunt de datum afdrukken die al in de
fotogegevens is opgenomen. De datum wordt
in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de
datum niet in de gegevens is opgenomen,
kunt u deze functie niet gebruiken.
a Druk op a of b om Datum afdr. te
kiezen.
b Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
De DPOF-instelling op uw camera moet
zijn uitgeschakeld om de datum af te
drukken.
Hoofdstuk 12
118
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen12
U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst
gebruikt, opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Druk nadat u de laatste instelling heeft
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 12
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op 1 om Ja te kiezen.
c Druk op Stop/Eindigen.
Scannen naar
geheugenkaarten of
USB-flashstations
12
De scanmodus activeren 12
Als u wilt scannen naar een geheugenkaart of een
USB-flashstation, drukt u op
(Scan).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om naar media te kiezen.
Druk op OK.
Als u niet bent aangesloten op uw computer,
verschijnt alleen de optie 'naar media' op het
LCD-scherm.
(Zie Scannen voor Windows
®
of Macintosh in
de softwarehandleiding op de cd-rom voor
informatie over de andere menuopties.)
naar beeld
naar beeld
SCANNEN
Selecteer & druk op
OK
naar OCR
naar OCR
naar file
naar file
naar e-mail
naar e-mail
Een document recht-
Een document recht-
streeks naar media-
streeks naar media-
kaart/USB-
kaart/USB-
flashgeheu-
flashgeheu-
gen scannen
gen scannen
naar media
naar media
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
119
12
Scannen naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation 12
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een geheugenkaart
of een USB-flashstation scannen.
Monochrome documenten worden
opgeslagen in de bestandsformaten PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in de bestandsformaten PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is 150 dpi 16kl en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch
gemaakt op basis van de huidige datum. (Zie
de installatiehandleiding voor details.) Zo
krijgt het vijfde beeld dat u op 1 juli 2009
scant, de naam 01070905.PDF. U kunt de
kleur en de kwaliteit wijzigen.
a Plaats een CompactFlash
®
, Memory
Stick™, Memory Stick PRO™, SD,
SDHC, xD-Picture Card™ of USB-
flashstation in de machine.
VOORZICHTIG
Verwijder de geheugenkaart NIET als
Photo Capture knippert. Doet u dat wel,
dan kunnen de kaart of de gegevens erop
beschadigd raken.
b Laad uw document.
c Druk op (Scan).
d Druk op a of b om naar media te
kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de kwaliteit wilt wijzigen, drukt
u op a of b om Kwaliteit te
kiezen.
Ga naar stap f.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder
nog meer instellingen te wijzigen.
Opmerking
(Alleen MFC-6490CW)
Als u gebruikmaakt van de glasplaat van
de machine, kunt u het scanformaat van
de glasplaat wijzigen.
Druk op a of b om Scanformaat glas
te kiezen, en op d of c om A4, A3,
Letter, Legal of Ledger te kiezen.
f Druk op d of c om 150 dpi 16kl,
300 dpi 16kl, 600 dpi 16kl,
200x100 dpi Z&W of 200 dpi Z&W
te kiezen.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap h als u het
bestandstype wilt wijzigen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder
nog meer instellingen te wijzigen.
h Druk op a of b om Bestandstype te
kiezen. Druk op d of c om JPEG, PDF of
TIFF te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Als u kleur kiest bij de instelling voor de
resolutie, kunt u niet TIFF kiezen.
Als u monochroom kiest bij de instelling
voor de resolutie, kunt u niet JPEG kiezen.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150 dpi 16kl JPEG / PDF
300 dpi 16kl JPEG / PDF
600 dpi 16kl JPEG / PDF
200x100 dpi Z&W TIFF / PDF
200 dpi Z&W TIFF / PDF
Hoofdstuk 12
120
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap j als u de
bestandsnaam wilt wijzigen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder
nog meer instellingen te wijzigen.
j De bestandsnaam wordt automatisch
ingesteld, maar u kunt een andere naam
invoeren met behulp van de
kiestoetsen. Druk op a of b om
Bestandsnaam te kiezen. Voer de
nieuwe naam in. (Zie Tekst invoeren
op pagina 201.) U kunt alleen de eerste
zes tekens wijzigen.
Druk op OK.
Opmerking
Druk op Wis/terug om de huidige naam te
verwijderen.
k Druk op Mono Start of Kleur Start.
Scanformaat glas
(alleen MFC-6490CW) 12
Als u een document van Letter-, Legal-,
Ledger- of A3-formaat wilt scannen, moet u
de instelling van Scanformaat glas
wijzigen. De standaardinstelling is A4.
a Druk op (Scan).
b Druk op a of b om naar media te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Scanformaat glas
te kiezen.
d Druk op d of c om A4, A3, Letter,
Legal of Ledger te kiezen.
Opmerking
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt, opslaan door deze als standaard
in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
op pagina 118.)
Deze instelling is alleen beschikbaar voor
het scannen van documenten via de
glasplaat.
De bestandsnaam wijzigen 12
U kunt de bestandsnaam wijzigen.
a Druk op (Scan).
b Druk op a of b om naar media te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Bestandsnaam te
kiezen.
d Voer de nieuwe naam in met de
kiestoetsen. U kunt alleen de eerste zes
tekens wijzigen.
(Zie Tekst invoeren op pagina 201.)
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
121
12
Een nieuwe
standaardinstelling opgeven 12
U kunt uw eigen standaardinstelling opgeven.
a Druk op (Scan).
b Druk op a of b om naar media te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Nieuwe standaard
te kiezen.
Druk op OK en 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Fabrieksinstellingen
herstellen 12
U kunt de fabrieksinstellingen van de
machine herstellen.
a Druk op (Scan).
b Druk op a of b om naar media te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK en 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Uitleg bij de
foutmeldingen
12
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PhotoCapture
Center™ werkt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Hub is Onbruikbaar.
Deze melding wordt weergegeven als een
hub of een USB-flashstation met een hub
in de USB Direct-interface is geplaatst.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een
geheugenkaart plaatst die defect of niet
geformatteerd is, of als er iets niet in orde
is met de mediasleuf. Verwijder de
geheugenkaart om deze foutmelding te
wissen.
Geen bestand
Deze melding wordt weergegeven als u
probeert toegang te verkrijgen tot een
geheugenkaart of USB-flashstation
zonder JPG-bestanden.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine. Bovendien
verschijnt deze melding als er op de
geheugenkaart of het USB-flashstation
waarvan u gebruikmaakt, onvoldoende
ruimte beschikbaar is voor het gescande
document.
Media is vol.
Deze melding verschijnt als u probeert meer
dan 999 bestanden op te slaan op een
geheugenkaart of een USB-flashstation
.
Onbruikb. app.
Deze melding verschijnt als er een
USB-apparaat of USB-flashstation dat
niet wordt ondersteund, is aangesloten op
de USB Direct-interface. Ga naar
http://solutions.brother.com
voor meer
informatie. De melding verschijnt ook als u
een defect apparaat op de USB Direct-
interface aansluit.
122
13
Foto's direct afdrukken
vanaf een PictBridge-
camera
13
Uw Brother-machine ondersteunt de
PictBridge-standaard. Dit betekent dat u hem
kunt aansluiten op iedere camera die
compatibel is met PictBridge en rechtstreeks
vanaf die camera kunt afdrukken.
U kunt foto's ook afdrukken vanaf een
camera zonder PictBridge, mits deze
compatibel is met de standaard USB Mass
Storage (USB-massaopslag). (Zie Foto's
direct afdrukken vanaf een digitale camera
(zonder PictBridge) op pagina 124.)
Vereisten voor PictBridge 13
Houd onderstaande punten in gedachten om
fouten te vermijden:
De machine en de digitale camera moeten
worden aangesloten met behulp van een
geschikte USB-kabel.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Bewerkingen met PhotoCapture Center
zijn niet beschikbaar tijdens het gebruik
van de PictBridge-functie.
Uw digitale camera instellen 13
Controleer of uw camera zich in PictBridge-
modus bevindt. De volgende PictBridge-
instellingen zijn mogelijk beschikbaar via het
LCD-scherm van uw PictBridge-compatibele
camera.
Afhankelijk van uw camera zijn bepaalde
instellingen wellicht niet beschikbaar.
1
Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 124 voor
meer informatie.
2
Als uw camera is ingesteld op gebruik van de Printer
Instellingen (Standaardinstelling), drukt de machine
de foto af met de volgende instellingen:
Foto's afdrukken vanaf een
camera
13
Menuselecties
Camera
Opties
Papierformaat Ledger, A3, Letter, A4,
1015cm, Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Papiersoort Normaal papier, Glanzend
papier, Inkjetpapier, Printer
Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Layout Zonder marges: Aan, Zonder
marges: Uit, Printer
Instellingen
(Standaardinstelling)
2
DPOF-
instelling
1
-
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Kleurverbetering
Aan, Uit,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Datum
afdrukken
Aan, Uit,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Foto's afdrukken vanaf een camera
123
13
Deze instellingen worden ook gebruikt als
er geen menuopties beschikbaar zijn op
uw camera.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling zijn afhankelijk van de
specificatie van de camera.
Raadpleeg de documentatie meegeleverd bij
uw camera voor uitgebreidere informatie over
het wijzigen van de PictBridge-instellingen.
Foto's afdrukken 13
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een USB-
flashstation uit de machine voordat u een
digitale camera aansluit.
a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de USB Direct-interface
(1) op de machine door middel van de
USB-kabel.
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan.
Wanneer de machine de camera heeft
herkend, wordt Camera Aangesl.
weergegeven op het LCD-scherm.
c Kies de foto die u wilt afdrukken volgens
de aanwijzingen van uw camera.
Wanneer de machine begint met het
afdrukken van een foto, wordt op het
LCD-scherm Printen weergegeven.
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de machine te
voorkomen dient u geen ander apparaat
dan een digitale camera of USB-
flashstation op de USB Direct-interface aan
te sluiten.
Instellingen Opties
Papierformaat 1015cm
Papiersoort Glanzend papier
Layout Zonder marges: Aan
Afdrukkwaliteit Fijn
Kleurverbetering Uit
Datum afdrukken Uit
1
Hoofdstuk 13
124
Afdrukken in DPOF-formaat 13
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, Fuji Photo Film Co. Ltd.,
Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en
Sony Corporation) hebben deze standaard
ontwikkeld om het afdrukken van beelden
vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Opmerking
Als de afdrukvolgorde die op de camera is
gemaakt, beschadigd is geraakt, kan een
DPOF-bestandsfout optreden. U kunt dit
probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
Foto's direct afdrukken
vanaf een digitale
camera
(zonder PictBridge)
13
Als uw camera ondersteuning biedt voor de
standaard USB Mass Storage
(USB-massaopslag), kunt u uw camera
verbinden in de opslagmodus. Vervolgens
kunt u foto's vanaf uw camera afdrukken.
(Zie Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera op pagina 122 als u foto's
wilt afdrukken in de PictBridge-modus.)
Opmerking
Namen, beschikbaarheid en werking
verschillen per digitale camera.
Raadpleeg de documentatie bij uw
camera voor uitgebreide informatie,
bijvoorbeeld over het omschakelen van de
PictBridge-modus naar de modus voor
USB-massaopslag.
Foto's afdrukken vanaf een camera
125
13
Foto's afdrukken 13
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een
USB-flashstation uit de machine voordat u
een digitale camera aansluit.
a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de USB Direct-interface
(1) op de machine door middel van de
USB-kabel.
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan.
c Volg de stappen in Beelden afdrukken
op pagina 105.
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de machine te
voorkomen dient u geen ander apparaat
dan een digitale camera of
USB-flashstation op de USB Direct-
interface aan te sluiten.
Uitleg bij de
foutmeldingen
13
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u vanaf een camera
afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk
identificeren en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u
een camera aansluit die niet compatibel is
met de standaard USB Mass Storage
(USB-massaopslag). De melding
verschijnt ook als u een defect apparaat
op de USB Direct-interface aansluit.
(Zie Foutmeldingen op pagina 149 voor meer
gedetailleerde oplossingen.)
1
Hoofdstuk 13
126
Paragraaf V
Software V
Software- en netwerkfuncties 128
128
14
De cd-rom bevat de softwarehandleiding en de
netwerkhandleiding voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer
(bijvoorbeeld printen en scannen). Deze
handleidingen bevatten eenvoudig te gebruiken
koppelingen, die u rechtstreeks naar een
bepaalde sectie leiden als u erop klikt
.
U kunt informatie vinden over de volgende functies
:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (voor Windows
®
)
ControlCenter2 (voor Macintosh)
Remote Setup
Faxen vanaf de computer
PhotoCapture Center™
Afdrukken via het netwerk
Netwerkscannen
Bekabeld en draadloos netwerk
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Hier wordt in het kort beschreven hoe u de
HTML-gebruikershandleiding gebruikt.
Voor Windows
®
Opmerking
Zie Documentatie bekijken op pagina 3
als u de software niet heeft geïnstalleerd.
a Klik op het menu start, wijs vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX
aan (waarbij XXXX uw modelnummer
is) en klik vervolgens op
Gebruikershandleiding in HTML-formaat
.
b
Klik op
SOFTWAREHANDLEIDING
(of
NETWERKHANDLEIDING
) in het menu
.
c Klik op de titel die u wilt bekijken in de
lijst links van het venster.
Voor Macintosh
a
Zorg dat uw Macintosh aanstaat. Plaats
de Brother-cd-rom in het cd-rom-station
.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap, en dubbelklik
vervolgens op top.html.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het
menu en klik vervolgens op de titel van
het onderwerp dat u zou willen lezen in
de lijst aan de linkerkant.
Software- en netwerkfuncties 14
Paragraaf
VI
Appendices VI
Veiligheid en wetgeving 130
Problemen oplossen en routineonderhoud 140
Menu en functies 175
Specificaties 202
Verklarende woordenlijst 217
130
A
Een geschikte plaats kiezen A
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije
plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard
stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 C en 35 C blijft.
WAARSCHUWING
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
medische apparatuur, chemicaliën of water.
Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
VOORZICHTIG
Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren gaan
.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals andere draadloze
telefoonsystemen of luidsprekers.
Kantel de machine NIET en plaats deze niet op een schuin oppervlak. Hierdoor kan inkt
lekken en het binnenwerk van de machine beschadigd raken.
Veiligheid en wetgeving A
Veiligheid en wetgeving
131
A
Veilig gebruik van de machine A
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u
onderhoud wilt verrichten.
Opmerking
Als er zich faxen in het geheugen van de machine bevinden, moet u deze afdrukken of opslaan
voordat u de stekker van de machine voor een langere periode dan 24 uur uit het stopcontact
haalt. (Zie Een fax afdrukken vanuit het geheugen op pagina 56 als u de faxen in het geheugen
wilt afdrukken. Zie Faxen naar een andere faxmachine versturen op pagina 155 of Faxen
overbrengen naar uw pc op pagina 156 als u de faxen in het geheugen wilt opslaan.)
WAARSCHUWING
Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de
binnenkant van de machine reinigt of u het telefoonsnoer eerst heeft ontkoppeld en daarna het
voedingssnoer uit het stopcontact heeft verwijderd. Zo kunt u een elektrische schok voorkomen.
Raak de stekker NOOIT met natte handen aan. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
Trek NIET in het midden aan het stroomsnoer. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
132
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het
scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Plaats uw vingers NIET aan de voorzijde van de machine onder het scannerdeksel. Hierdoor
kunt u verwondingen oplopen.
Plaats uw handen NOOIT op de rand van de papierlade onder het deksel van de lade. Hierdoor
kunt u verwondingen oplopen.
Veiligheid en wetgeving
133
A
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen
oplopen.
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand aan iedere
kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het
scannerdeksel of klep ter verwijdering van vastgelopen papier vast te houden.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen, spray, vloeibare reinigingsmiddelen of aerosols om de
binnenkant of de buitenkant van de machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u
kunt hierdoor een elektrische schok krijgen.
134
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker
van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de
klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen,
onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw
Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde
telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn uit het stopcontact is getrokken.
Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een stopcontact voor een telefoon
nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood
moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron met een spanningsbereik
zoals op het etiket staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een gelijkstroombron of
op een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Vraag in twijfelgevallen een bevoegd elektricien om
advies.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Gebruik de machine NIET als het stroomsnoer gerafeld of beschadigd is. Dit levert brandgevaar
op.
Veiligheid en wetgeving
135
A
Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften
(bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk
letsel te verminderen:
1 Gebruik dit product NOOIT in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak,
aanrecht of wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.
2 Gebruik dit product niet tijdens een storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken
veroorzaken.
3 Gebruik dit product NIET in de buurt van een gaslek om dit gaslek te melden.
4 Gooi batterijen NIET in het vuur. Hierdoor kunnen ze ontploffen. Houd u bij het afdanken van
batterijen aan de plaatselijke verordeningen.
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Gebruik dit product NIET in de buurt van water.
5 Zet dit product NIET op een onstabiele ondergrond, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen en ernstig beschadigd raken.
6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen
oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of
soortgelijke ondergrond te zetten. Zet het apparaat nooit vlak naast of boven een radiator of
verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Gebruik alleen het stroomsnoer dat bij de machine is geleverd.
8 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard
stopcontact worden gebruikt.
9 Plaats NOOIT iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen
over het snoer kunnen lopen.
10 Zorg dat de opening voor ontvangen faxen van de machine NIET wordt geblokkeerd. Plaats
NOOIT een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten.
11 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
136
12 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Als het apparaat ondanks het naleven van de bedieningsinstructies niet normaal
functioneert, pas dan alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding.
Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade, waardoor vaak uitvoerige
werkzaamheden door een erkende servicemonteur nodig zijn om het apparaat weer naar
behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
13 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
14 Lees aandachtig de volgende maatregelen om het risico op brand, stroomstoten of lichamelijk
letsel te reduceren:
Gebruik dit product NIET in de buurt van apparaten die water gebruiken, in de buurt van
een zwembad of in een vochtige kelder.
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard
stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is
en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van
twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
LAN-verbinding A
VOORZICHTIG
Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen.
Veiligheid en wetgeving
137
A
Radiostoring A
Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B. Gebruik een USB-kabel van
maximaal 2 meter om de machine op een computer aan te sluiten.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Het betekent dat u het
apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd
verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor
ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
Naleving van de bepalingen van het ENERGY STAR
®
-programma
A
ENERGY STAR
®
is een internationaal programma ter bevordering van het ontwikkelen en
gebruik van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als ENERGY STAR
®
-partner verklaart Brother Industries, Ltd. dat dit product voldoet aan de
ENERGY STAR
®
-richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
Alleen voor de
Europese Gemeenschap
138
Wettelijke beperkingen voor kopiëren A
Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen
is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige
opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende
instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar
twijfel over bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Oproepen voor of papieren met betrekking tot militaire dienst
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Door overheidsinstanties uitgegeven cheques of wissels
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat
auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer
kopieën duiden op ongepast gebruik.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde plaatselijke
wetten niet worden gekopieerd.
Veiligheid en wetgeving
139
A
Handelsmerken A
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
© 2008-2010 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Windows Vista is een handelsmerk of wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Microsoft, Windows, Windows Server en Internet Explorer zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde
Staten en andere landen.
Adobe, Flash, Illustrator en Photoshop zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of dochterbedrijven in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
xD-Picture Card is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick, Memory Stick PRO, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick Duo, MagicGate,
Memory Stick Micro en M2 zijn handelsmerken van Sony Corporation.
BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
AOSS is een handelsmerk van Buffalo Inc.
WPA en WPA2 zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en Wi-Fi Protected Setup is een
handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
Wi-Fi en Wi-Fi Alliance zijn gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Intel en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere
landen.
AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc.
FaceFilter Studio is een handelsmerk van Reallusion, Inc.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een
softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma's.
Alle andere merknamen en productnamen van bedrijven vermeld op Brother-producten, in
gerelateerde documentatie en ander materiaal, zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
140
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
.
Als u problemen met uw machine heeft B
Problemen oplossen en
routineonderhoud
B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel tussen de machine en uw computer. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in energiebesparende stand staat.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Foutmeldingen
op pagina 149.)
Zie De inktcartridges vervangen op pagina 162 als Kan niet afdr. en
Inkt vervangen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op start en vervolgens op
Printers en Faxen. Kies Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is),
en controleer of Printer off line gebruiken uitgeschakeld is.
Wanneer u de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken kiest, ziet u mogelijk een foutmelding op de computer en wordt het
afdrukproces onderbroken. De foutmelding verdwijnt zodra het afdrukken wordt
hervat.
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 168.)
Zorg dat de instelling voor het soort papier in de printerdriver of voor de
papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het door u gebruikte
type papier. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
in de softwarehandleiding op de cd-rom en Papierformaat en -soort (alleen
MFC-6490CW) op pagina 28 en Papierformaat en -soort (MFC-5890CN en
MFC-5895CW) op pagina 28.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother kunnen tot max. twee jaar gebruikt worden, als zij in
hun originele verpakking bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 19.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20 C en 33 C.
Problemen oplossen en routineonderhoud
141
B
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 168.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 19.)
Het gebruik van langlopend A3-papier kan resulteren in afdrukken met horizontale
strepen. Schakel de beveiligde papierinvoermodus voor A3-papier uit.
(Zie Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier op pagina 30.)
Als u afdrukt vanaf een computer, stelt u het papierformaat in op
A3 (Langvezelig) in de driver. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en
faxen voor Macintosh in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 168.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 169.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkanten goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
(MFC-6490CW)
Controleer of de externe en interne achterklep goed dichtzitten.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed dichtzit.
Er staat een vlek midden boven op
de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 19.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 19.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 166.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Printkop heen en weer voor Windows
®
of Printkop heen en weer voor
Macintosh uit.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Kan niet afdrukken met Pagina
layout-opties.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
142
Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook
op Kleurinstellingen en schakel Kleurverbetering uit.
Zet de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal
afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
minstens 24-bits kleurgegevens.
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt, plaats dan één extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. Voor dat doeleinde is een extra vel bijgeleverd.
Maak de invoerrol voor het papier schoon. (Zie De invoerrol voor papier reinigen
op pagina 167.)
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
De afgedrukte pagina’s zijn niet
juist afgelegd.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Tekst staat te dicht op elkaar en
witte strepen op de pagina, of de
boven- en onderkant van tekst
ontbreken.
Mogelijk was de verbinding slecht, met statische elektriciteit of interferentie op de
telefoonlijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Verticale zwarte lijnen bij
ontvangst.
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit geprint.
Vervang de kleurencartridges die leeg of bijna leeg zijn, en vraag de andere
persoon vervolgens de kleurenfax opnieuw te verzenden. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 162.)
Controleer of Ontvangstmenu op Kleur (max. A4) is ingesteld.
(Zie Ontvangstprioriteit instellen op pagina 55.)
De linker- en rechtermarges zijn
afgesneden, of één enkele pagina
is afgedrukt op twee pagina's.
Schakel 'Auto reductie' in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomend
document maken op pagina 54.)
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
143
B
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen functioneert niet. (Geen
kiestoon)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in energiebesparende stand staat.
Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten.
Wijzig de instelling voor Toon/Puls. (Zie de installatiehandleiding.)
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak (of de hoorn van de machine
of de draadloze telefoon, indien beschikbaar), en toets vervolgens het nummer in
om handmatig een fax te versturen. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort en
druk pas dan op Mono Start of Kleur Start.
De machine neemt niet op wanneer
een oproep wordt ontvangen.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat voor uw instelling.
(Zie De ontvangststand kiezen op pagina 51.) Controleer of er een kiestoon
hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te horen wat er gebeurt. Neemt
uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting van het telefoonsnoer. Klinkt
het belsignaal niet wanneer u uw machine belt, vraag dan uw telefoonbedrijf om
de lijn te controleren.
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer of het telefoonsnoer overal goed is aangesloten.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat voor uw instelling.
(Zie Instellingen ontvangststand op pagina 53.)
Als u vaak last heeft van interferentie op de telefoonlijn, kunt u proberen de menu-
instelling Compatibiliteit op Basic(voorVoIP) te zetten. (Zie Storing op de
telefoonlijn op pagina 148.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, moet u de menu-instelling voor Type
telefoonlijn aan uw telefoon aanpassen. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 67.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax versturen. Controleer of het telefoonsnoer overal goed is aangesloten.
Controleer of de toets Fax brandt. (Zie Faxmodus activeren
op pagina 42.)
Vraag de andere partij te controleren of de ontvangende machine over papier
beschikt.
Druk het verzendrapport af en controleer of er fouten worden gemeld.
(Zie Rapporten op pagina 85.)
144
In het verzendrapport staat
Result:ERROR’.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-FAX verzendt en in het verzendrapport
Result:ERROR wordt aangegeven, is er mogelijk onvoldoende geheugen
beschikbaar in uw machine. U kunt geheugen vrijmaken door 'Geheugen ontv.' uit
te schakelen (zie Geheugenontvangstfuncties uitschakelen op pagina 59.), de
faxberichten in het geheugen af te drukken (zie Geheugenontvangst (alleen
monochroom) op pagina 56.) of een uitgestelde fax- of pollingtaak te annuleren
(zie Een actieve fax annuleren op pagina 44 of Taken in de wachtrij controleren
en annuleren op pagina 49). Als het probleem nog niet is verholpen, vraag dan het
telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de menu-instelling Compatibiliteit op Basic(voorVoIP) te zetten.
(Zie Storing op de telefoonlijn op pagina 148.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, moet u de menu-instelling voor Type
telefoonlijn aan uw telefoon aanpassen. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 67.)
Slechte verzendkwaliteit faxen. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 166.)
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Verticale zwarte lijnen op faxen die u verzendt, zijn doorgaans te wijten aan vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat
reinigen op pagina 166.)
Inkomende oproepen afhandelen
Probleem Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Deactiveer
de machine door op Stop/Eindigen te drukken. Probeer dit probleem te vermijden
door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen
op pagina 54.)
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u de oproep op een extern of tweede toestel heeft aangenomen, toetst u uw
code voor activeren op afstand in (de standaardinstelling is l 5 1). Hang op zodra
uw machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u functies zoals wisselgesprekken, wisselgesprekken/nummerweergave, een
alarmsysteem of andere speciale functies op dezelfde telefoonlijn als de machine
gebruikt, kan dit problemen opleveren bij het versturen of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de faxen tijdelijk onderbreken of
verstoren. De ECM-functie (Error Correction Mode) van Brother kan helpen om dit
probleem te verhelpen. De oorzaak van dit probleem ligt op het vlak van
telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en
ontvangen over één lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het
voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen
worden voorkomen, wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies
aanbevolen.
Faxen verzenden (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
145
B
Problemen met kopren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of de toets Kopie brandt. (Zie Kopieermodus activeren
op pagina 90.)
Slechte kopieerresultaten bij
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 24.)
Er verschijnen verticale zwarte
strepen of vegen op de kopieën.
Verticale zwarte strepen of vegen zijn doorgaans te wijten aan vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat
reinigen op pagina 166.)
'Paginavullend' werkt niet correct. Controleer of het brondocument scheef staat. Corrigeer de positie van het
document en probeer het opnieuw.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN/WIA-fouten.
Zorg dat de Brother TWAIN/WIA-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in
PaperPort™ 11SE met OCR op Bestand, Scannen of foto ophalen en
vervolgens op Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te kiezen.
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op Bestand, Bron selecteren, TWAIN en selecteer
vervolgens de Brother TWAIN-driver.
Bij gebruik van Mac OS X 10.6.x kunt u ook documenten via de ICAscannerdrivers
scannen. Zie Documenten scannen met de ICA-driver (Mac OS X 10.6.x) in de
Softwarehandleiding.
Slechte scanresultaten bij gebruik
van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 24.)
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
Problemen met software
Probleem Suggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
‘Apparaat bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine een foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de cd-rom die met uw machine is meegeleverd. Zie de
installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
146
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Heeft u de update voor Windows
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk
als dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows
®
2000 op een van de volgende
manieren.
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de pc opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
3 Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in
gebruik was. Wacht even en probeer het opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, uw pc en machine uitzetten en
vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het
stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf via bureaubladpictogram.
Controleer of de geheugenkaart of het USB-flashstation op de juiste wijze is
geplaatst.
Een gedeelte van de foto mist op
de afdruk.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld.
(Zie Afdrukken zonder rand op pagina 117 en Bijsnijden (crop) op pagina 117.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
147
B
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat, online is, klaar is om af te drukken. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten op pagina 85.) en controleer de huidige
netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te
controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien
mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik
een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de machine twee
seconden lang LAN Actief weergegeven.
(Zie de netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkproblemen.)
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Alleen bij gebruik van Windows
®
) De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk
geblokkeerd door firewallinstellingen op uw pc. Volg onderstaande instructies om
de firewall te configureren. Als u eigen firewallsoftware gebruikt, raadpleegt u de
gebruikershandleiding voor uw software of neemt u contact op met de
softwarefabrikant.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP2, Windows Vista
®
en Windows
®
7: zie Firewall-
instellingen in de softwarehandleiding op de cd-rom.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP1: ga naar het Brother Solutions Center.
(http://solutions.brother.com)
De netwerkfunctie PC-Fax
ontvangen werkt niet.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
<Windows
®
-gebruikers>
De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk geblokkeerd door
firewallinstellingen op uw pc. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh-gebruikers>
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
148
Kiestoondetectie B
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd, alvorens te beginnen met het kiezen van
het nummer. Door de instelling van de
kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u
uw machine laten kiezen zodra er een
kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan
wat tijd besparen bij het versturen van één fax
naar een aantal verschillende nummers. Als
u de instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, moet u de fabrieksinstelling
Geen detectie herstellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiestoon te kiezen.
d Druk op d of c om Waarneming of
Geen detectie te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Storing op de telefoonlijn B
Als u problemen heeft met het verzenden of
ontvangen van een fax, bijvoorbeeld
vanwege ruis op de telefoonlijn, wijzigt u de
compatibiliteitsinstelling, waardoor de
modemsnelheid wordt verminderd ter
voorkoming van fouten.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Compatibel te
kiezen.
e Druk op d of c om Hoog, Normaal of
Basic(voorVoIP) te kiezen.
Basic(voorVoIP) verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps. Tenzij
ruis op uw telefoonlijn een vaak
voorkomend probleem is, kunt u
deze optie beter alleen gebruiken
wanneer het echt nodig is.
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
Hoog verhoogt de modemsnelheid
tot 33.600 bps. (fabrieksinstelling)
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u de compatibiliteit verandert in
Basic(voorVoIP), is de ECM-functie
alleen beschikbaar voor het verzenden
van kleurenfaxen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
149
B
Foutmeldingen B
Zoals met alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten
verbruiksartikelen van tijd tot tijd worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout
doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een
overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Indien u
extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen
en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afgebroken De andere persoon of de faxmachine
van de andere persoon heeft het
gesprek beëindigd.
Probeer opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Alleen BK afdr. Een of meer kleureninktcartridges zijn
leeg.
Wanneer dit bericht op het LCD-scherm
wordt weergegeven, werken de
volgende functies als volgt:
Afdrukken
Wanneer u op Grijstinten op het
tabblad Geavanceerd van de
printerdriver klikt, kunt u de
machine gedurende ongeveer vier
weken als monochrome printer
gebruiken, afhankelijk van het
aantal pagina's dat u afdrukt.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal Papier of
Inkjet papier kunt u kopieën
in zwart-wit maken.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal Papier,
Inkjet papier of
Transparanten worden faxen in
zwart-wit ontvangen en afgedrukt.
Als een verzendende machine een
kleurenfax heeft, zal de machine
tijdens de aansluitbevestiging
vragen om de fax in zwart-wit te
verzenden.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders of Brother BP71,
worden alle printbewerkingen gestopt.
Als u de machine van het lichtnet
loskoppelt of de lege inktcartridge
verwijdert, kunt u de machine pas
weer gebruiken wanneer u een
nieuwe inktcartridge plaatst.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 162.)
150
Beeld te klein. Het formaat van de foto is te klein om
deze bij te snijden.
Kies een grotere afbeelding.
Beeld te lang. Uw foto is onregelmatig van vorm,
zodat geen effecten kunnen worden
toegevoegd.
Kies een foto die regelmatig van vorm is.
Communicatiefout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Als het probleem nog niet is verholpen,
vraag dan het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren.
Document nazien Het document is niet correct geplaatst
of het document dat via de ADF is
gescand, was te lang.
Zie De ADF gebruiken op pagina 23.
Zie Vastgelopen document op pagina 156.
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Controleer of de instelling van het
papierformaat overeenkomt met het
papierformaat in de lade. (Zie
Papierformaat op pagina 28.)
(MFC-6490CW)
Controleer of de instelling van het
papierformaat overeenstemt met het
papierformaat in de lade. (Zie
Papierformaat en -soort (alleen
MFC-6490CW) op pagina 28.)
Controleer ook of de machine is ingesteld
op het gebruik van de papierlade met het
gewenste papierformaat. (Zie Gebruikte
papierlade in kopieermodus (alleen
MFC-6490CW) op pagina 29 en Gebruikte
papierlade in faxmodus (alleen
MFC-6490CW) op pagina 30.)
Geen antw/Bezet Het nummer dat u heeft gekozen,
antwoordt niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer
opnieuw.
Geen Beller ID Er zijn geen inkomende gesprekken in
het geheugen. U heeft geen oproepen
ontvangen of u heeft geen
abonnement op de dienst
Nummerweergave van uw
telefoonbedrijf.
Als u de functie Beller ID wilt gebruiken,
dient u contact op te nemen met het
telefoonbedrijf. (Zie Nummerweergave
(Beller ID) op pagina 67.)
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in de mediasleuf bevat
geen JPG-bestand.
Steek de juiste geheugenkaart of het juiste
USB-flashstation in de sleuf.
Geen contact U heeft geprobeerd de pollingfunctie
te gebruiken bij een faxapparaat dat
niet in de wachtstand voor polling
staat.
Controleer de pollinginstellingen van het
andere faxapparaat.
Geen patroon Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u een
klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangen
op pagina 162.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
151
B
Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de
andere processen zijn afgerond en
probeer opnieuw.
Wis de gegevens in het geheugen. U
kunt ook 'Geheugen ontv.' uitschakelen
om extra geheugen vrij te maken. (Zie
Geheugenontvangst (alleen
monochroom) op pagina 56.)
Druk de faxen af die zich in het
geheugen bevinden. (Zie Een fax
afdrukken vanuit het geheugen
op pagina 56.)
Op de geheugenkaart of het USB-
flashstation dat u gebruikt, is
onvoldoende vrije ruimte beschikbaar
om de documenten te scannen.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt van
de geheugenkaart of het USB-flashstation
om ruimte vrij te maken en probeer het
vervolgens opnieuw.
Hub is Onbruikbaar.
Er is een hub of een USB-flashstation
met een hub op de USB Direct-
interface aangesloten.
Een hub of USB-flashstation met hub wordt
niet ondersteund. Ontkoppel het apparaat
van de USB Direct-interface.
Inkt bijna op Eén of meer inktcartridges zijn bijna
leeg. Als een verzendende machine
een kleurenfax te versturen heeft, zal
uw machine tijdens de
aansluitbevestiging vragen om de fax
in zwart-wit te verzenden. Als de
verzendende machine de fax kan
converteren, zal de kleurenfax door
uw machine als een zwart-witfax
worden afgedrukt.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U kunt
doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt weergegeven op
het LCD-scherm. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 162.)
Kan niet afdr. Een of meer inktcartridges zijn leeg.
De machine stopt alle
printbewerkingen. Zolang er
geheugen beschikbaar is, worden
zwart-witfaxen in het geheugen
opgeslagen. Als een verzendende
machine een kleurenfax heeft, zal de
machine tijdens de
aansluitbevestiging vragen om de fax
in zwart-wit te verzenden.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 162.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
152
Kan niet detect. U heeft de nieuwe inktcartridge te snel
geïnstalleerd en de cartridge is niet
gedetecteerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u een
klik hoort.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem
hiermee niet is verholpen, neemt u contact
op met uw Brother-dealer.
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u een
klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangen
op pagina 162.)
Kap open
(Deksel is open)
Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Het deksel van de inktcartridge is niet
volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout blijft
bestaan, controleert u het mediastation (de
sleuf) door een andere geheugenkaart te
plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart of het USB-
flashstation bevat al 999 bestanden.
De machine kan alleen naar een
geheugenkaart of USB-flashstation
opslaan als zich hierop minder dan 999
bestanden bevinden. Verwijder bestanden
die u niet gebruikt om ruimte vrij te maken
en probeer het opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in het
geheugen van de machine.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Niet toegewezen U heeft geprobeerd een ééntoets- of
snelkiesnummer te gebruiken dat niet
is opgeslagen.
Stel het ééntoets- of snelkiesnummer in.
(Zie Snelkiesnummers opslaan
op pagina 78.)
Onbruikb. app.
Appar. loskoppelen
van frontconnector
& zet machine uit &
weer aan
Er is een defect apparaat op de USB
Direct-interface aangesloten.
Koppel het apparaat los van de USB Direct-
interface en druk vervolgens op
Spaarstand om de machine uit en
vervolgens weer aan te zetten.
Onbruikb. app.
USB-Apparaat
Loskoppelen.
Er is een USB-apparaat of USB-
flashstation dat niet wordt
ondersteund, aangesloten op de USB
Direct-interface.
(Ga naar http://solutions.brother.com
voor meer informatie.)
Ontkoppel het apparaat van de USB Direct-
interface.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
153
B
Opstartprobleem.
XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of afgescheurd papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
vreemde voorwerpen uit de machine. Als
het probleem hiermee niet is verholpen,
haalt u de stekker van de machine uit het
stopcontact en steekt u deze na enkele
minuten weer in het stopcontact.
(De machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat de faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen op pagina 155.)
Lade nazien
(Papier nazien)
De machine heeft geen papier meer of
het papier is niet goed in de papierlade
geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het terug in
de papierlade en druk op Mono Start of
Kleur Start.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier volgens
de stappen in Papier vastgelopen in de
machine (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
op pagina 157 of Papier vastgelopen in de
machine (alleen MFC-6490CW)
op pagina 159.
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (MFC-5890CN en
MFC-5895CW) of de externe of
interne achterklep (MFC-6490CW) zit
mogelijk niet goed dicht.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Open en sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier. Controleer of de klep
goed dichtzit.
(MFC-6490CW)
Open de externe en interne achterklep.
Sluit de interne en externe achterklep
vervolgens weer. Controleer of de kleppen
goed dichtzitten.
Papierstoring Papier is vastgelopen in de machine. (MFC-6490CW)
Open de externe en de interne achterklep
(aan de achterkant van de machine) en
verwijder het vastgelopen papier. (Zie
Papier vastgelopen in de machine (alleen
MFC-6490CW) op pagina 159.)
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (aan de achterkant van
de machine) en verwijder het vastgelopen
papier. (Zie Papier vastgelopen in de
machine (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
op pagina 157.)
Controleer of de papiergeleider voor de
lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat. Trek de papierlade niet uit
wanneer u A5 of een kleiner papierformaat
gebruikt.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
154
Print onmogelijk
XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of afgescheurd papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
vreemde voorwerpen uit de machine. Als
het probleem hiermee niet is verholpen,
haalt u de stekker van de machine uit het
stopcontact en steekt u deze na enkele
minuten weer in het stopcontact. (De
machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat de faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen op pagina 155.)
Reinigen onmog.
XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of afgescheurd papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
vreemde voorwerpen uit de machine. Als
het probleem hiermee niet is verholpen,
haalt u de stekker van de machine uit het
stopcontact en steekt u deze na enkele
minuten weer in het stopcontact. (De
machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat de faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen op pagina 155.)
Scan onmogelijk
XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of afgescheurd papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
vreemde voorwerpen uit de machine. Als
het probleem hiermee niet is verholpen,
haalt u de stekker van de machine uit het
stopcontact en steekt u deze na enkele
minuten weer in het stopcontact. (De
machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat de faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen op pagina 155.)
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
155
B
Foutanimaties B
Met foutanimaties worden stapsgewijze
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d te
drukken om terug te gaan. Als u niet binnen
1 minuut op een toets drukt, wordt de
animatie weer automatisch uitgevoerd.
Opmerking
U kunt op d, c of OK drukken om de
automatische animatie te onderbreken en
terug te keren naar de stapsgewijze
modus.
Faxberichten of het
faxjournaal overbrengen B
Op het LCD-scherm kunnen de volgende
meldingen worden weergegeven:
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
In dat geval raden we u aan uw faxen over te
brengen naar een ander faxapparaat of naar
uw pc. (Zie Faxen naar een andere
faxmachine versturen op pagina 155 of
Faxen overbrengen naar uw pc
op pagina 156.)
U kunt eveneens het faxjournaal
overbrengen om na te gaan of er faxen zijn
die u moet overbrengen. (Zie Het faxjournaal
naar een ander faxapparaat overbrengen
op pagina 156.)
Opmerking
Als het LCD-scherm van de machine een
foutmelding weergeeft nadat de faxen zijn
overgebracht, haalt u de stekker van de
machine enkele minuten uit het contact en
doet u de stekker er daarna weer in.
Faxen naar een andere faxmachine
versturen
B
Als u uw stations-ID nog niet heeft ingesteld,
kunt u de faxoverdrachtmodus niet
gebruiken. (Zie Persoonlijke gegevens
invoeren (stations-ID) in de
installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax overdracht te
kiezen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, bevinden er zich geen
faxberichten meer in het geheugen
van de machine.
Druk op Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
g Druk op Mono Start.
156
Faxen overbrengen naar uw pc B
U kunt de faxen vanuit het geheugen van uw
machine overbrengen naar uw pc.
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite op uw
pc is geïnstalleerd en schakel
vervolgens PC-FAX Ontvangst in op de
pc. (Zie Ontvangen via PC-FAX voor
Windows
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom voor meer informatie.)
c Zorg ervoor dat PC-Fax ontvangen op
de machine is ingesteld. (Zie PC-Fax
ontvangen op pagina 58.)
Als er zich faxen in het geheugen van de
machine bevinden wanneer u PC-Fax
ontvangen instelt, wordt op het LCD-
scherm gevraagd of u de faxen wilt
overbrengen naar uw pc.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 als u alle faxen wilt
overbrengen naar uw pc. U wordt
gevraagd of u een reservekopie wilt
afdrukken.
Druk op 2 als u wilt afsluiten en de
faxen in het geheugen wilt laten.
e Druk op Stop/Eindigen.
Het faxjournaal naar een ander
faxapparaat overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet heeft ingesteld,
kunt u de faxoverdrachtmodus niet
gebruiken. (Zie Persoonlijke gegevens
invoeren (stations-ID) in de
installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Report overdr. te
kiezen.
Druk op OK.
f Voer het faxnummer in voor het
doorsturen van het faxjournaal.
g Druk op Mono Start.
Vastgelopen document B
Documenten kunnen vastlopen in de ADF als
ze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of
als ze te lang zijn. Ga als volgt te werk om
vastgelopen papier te verwijderen.
Het document is boven in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Sluit het ADF-deksel goed door er in het
midden voorzichtig op te drukken om het
vastlopen van papier in de toekomst te
voorkomen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
157
B
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papier vastgelopen in de
machine
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW) B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen. Open
en sluit het scannerdeksel om de fout te
wissen.
a Trek de papierlade (1) uit de machine.
b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en
druk op Stop/Eindigen.
c Reset de machine door het
scannerdeksel vanaf de voorkant van
de machine te openen en weer te
sluiten.
Als u het vastgelopen papier niet
vanaf de voorkant kunt verwijderen,
of als de foutmelding op het LCD-
scherm blijft verschijnen nadat u het
vastgelopen papier verwijderd heeft,
ga dan naar de volgende stap.
1
1
158
d Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterkant van de machine. Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
e Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed is
geïnstalleerd.
f Gebruik beide handen en de
handgrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel (1) op te
tillen, totdat deze in de open stand
vergrendeld is. Controleer of er zich
nergens vastgelopen papier in de
machine bevindt. Controleer beide
uiteinden van de inktpatroonhouder.
Opmerking
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de
rechterbovenhoek bevindt, zoals in de
illustratie, kunt u de printkop niet
verplaatsen. Houd de knop
Stop/Eindigen ingedrukt totdat de
printkop in het midden staat. Haal
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact en verwijder het papier.
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
1
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
159
B
g Til het scannerdeksel op om de
vergrendeling los te maken (1). Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit het
scannerdeksel (3).
h Duw de papierlade stevig terug in de
machine.
Opmerking
Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
Papier vastgelopen in de
machine
(alleen MFC-6490CW) B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen. Open
en sluit het scannerdeksel om de fout te
wissen.
a Trek de papierlade (1) uit de machine.
1
1
160
b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en
druk op Stop/Eindigen.
c Reset de machine door het
scannerdeksel vanaf de voorkant van
de machine te openen en weer te
sluiten.
Als u het vastgelopen papier niet
vanaf de voorkant kunt verwijderen,
of als de foutmelding op het
LCD-scherm blijft verschijnen nadat
u het vastgelopen papier verwijderd
heeft, ga dan naar de volgende stap.
d Open de externe achterklep aan de
achterkant van de machine (1). Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
1
1
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
161
B
e Sluit de interne achterklep (1) als deze
openstaat (zie onderstaande illustratie).
f Sluit de externe achterklep.
Controleer of de klep goed dichtzit.
g Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel (1) op te
tillen, totdat het openstaat.
Zorg dat er geen vastgelopen papier in
de hoeken van de machine achterblijft.
Opmerking
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de
rechterbovenhoek bevindt, zoals in de
illustratie, kunt u de printkop niet
verplaatsen. Houd de knop
Stop/Eindigen ingedrukt totdat de
printkop in het midden staat. Haal
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact en verwijder het papier.
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
1
1
162
h Sluit het scannerdeksel (1) voorzichtig
met behulp van de handgrepen aan
weerszijden.
WAARSCHUWING
Zorg dat uw vingers niet beklemd raken
onder het scannerdeksel.
Gebruik bij het openen en sluiten van het
scannerdeksel altijd de handgrepen aan
weerszijden van het deksel.
i Duw papierlade 1 en 2 stevig terug in de
machine.
Opmerking
Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
Routineonderhoud B
De inktcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-
scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Ook al informeert de machine u dat er een
inktcartridge leeg is, zal er nog een kleine
hoeveelheid inkt in de inktcartridge aanwezig
zijn. Het is noodzakelijk dat er inkt in de
inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen
dat de lucht de printkopset uitdroogt en
beschadigt.
VOORZICHTIG
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother zijn
optimale prestaties en betrouwbaarheid
gewaarborgd. Brother kan deze optimale
prestaties en betrouwbaarheid niet
garanderen indien inkt of inktcartridges van
andere specificaties gebruikt worden. Het
gebruik van cartridges anders dan originele
cartridges van Brother of het gebruik van
cartridges die met inkt van andere merken
zijn gevuld, wordt door Brother afgeraden.
Indien de printkop of andere delen van
deze machine worden beschadigd als
gevolg van het gebruik van andere merken
inkt of inktcartridges, worden hieruit
voortvloeiende reparaties mogelijk niet
gedekt door de garantie.
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
163
B
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges leeg zijn,
bijvoorbeeld Zwart, wordt op het
LCD-scherm Kan niet afdr.
weergegeven.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm
aangegeven inktcartridge te
ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit
de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
d Draai de groene knop op het gele
beschermkapje rechtsom tot de
vacuümverpakking openklikt en
verwijder vervolgens het kapje (1).
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
Y
C
BK
Y
C
BK
1
164
f Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het
deksel van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
Als u een inktcartridge hebt vervangen
(bijvoorbeeld zwart), wordt u mogelijk
gevraagd te bevestigen dat dit een nieuwe
cartridge was (bijvoorbeeld
Veranderd? Zwarte inkt). Druk
voor elke nieuwe cartridge die u heeft
geïnstalleerd op 1 (Ja) om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u heeft geïnstalleerd, niet
nieuw is, moet u op 2 (Nee) drukken.
Als op het LCD-scherm de melding
Geen patroon of
Kan niet detect.wordt weergegeven
nadat u de inktcartridges heeft
geïnstalleerd, dient u te controleren of ze
correct zijn geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
VOORZICHTIG
Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze aan
vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit
voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt
achteruitgaan en weet de machine niet
hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als er inkt op uw huid of kleding
terechtkomt, wast u deze onmiddellijk af
met zeep of een wasmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd heeft, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd
is, de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik deze
binnen zes maanden na de installatie.
Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de
uiterste verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of ermee
knoeien, want daardoor kan de cartridge
inkt verliezen.
Y
C
BK
Problemen oplossen en routineonderhoud
165
B
De buitenkant van de machine
schoonmaken B
VOORZICHTIG
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals
verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan barsten.
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
B
a Trek de papierladen (1) volledig uit de
machine.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een zachte doek om stof te
verwijderen.
c Verwijder alles dat zich aan de
binnenkant van de papierlade bevindt.
d Gebruik een zachte doek om stof uit de
papierladen te verwijderen.
e Plaats de papierladen stevig terug in de
machine.
1
1
166
De glasplaat reinigen B
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
b Reinig op de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een pluisvrije doek
die is bevochtigd met een niet-
brandbare glasreiniger.
Opmerking
Nadat u de glazen strook volgens de
instructies heeft gereinigd, veegt u er met
uw vinger over om te controleren op
oneffenheden. Als u stof of vuil voelt,
maakt u de glazen strook nogmaals
schoon, waarbij u vooral aandacht
besteedt aan het betreffende gebied. U
zult het reinigingsproces mogelijk drie of
vier keer moeten herhalen. Maak na elke
schoonmaakbeurt een kopie ter controle.
De geleiderol van de machine
reinigen B
WAARSCHUWING
Haal altijd het netsnoer van de machine uit
het stopcontact voordat u de geleiderol
schoonmaakt.
a Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel op te
tillen, totdat deze in de open stand
vergrendeld is.
b Maak de geleiderol van de machine (1)
en het gedeelte eromheen schoon, en
veeg eventuele inkt weg met een
zachte, droge pluisvrije doek.
1
3
2
1
2
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
167
B
De invoerrol voor papier
reinigen B
a Trek de papierladen volledig uit de
machine.
b (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Trek de stekker van de machine uit het
stopcontact en open de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier (1)
aan de achterzijde van de machine.
(MFC-6490CW)
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en open de externe
achterklep (1) en interne achterklep (2)
aan de achterkant van de machine.
c Reinig de invoerrol voor papier (1) met
schoonmaakalcohol op een
wattenstaafje.
d (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Doe de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier goed dicht.
(MFC-6490CW)
Sluit de interne en de externe
achterklep.
Controleer of de klep goed dichtzit.
e Plaats de papierladen stevig terug in de
machine.
f Sluit het stroomsnoer weer aan.
1
1
2
1
168
De printkop reinigen B
De printkop wordt automatisch gereinigd,
zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het
reinigingsproces handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep of leeg gedeelte door tekst
of grafisch werk loopt, dient u de printkop en
de inktcartridges te reinigen. U kunt alleen
Zwart, drie kleuren tegelijk
(Cyaan/Geel/Magenta), of alle vier kleuren
tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Reinigen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Alle inkt te kiezen.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen.
Nadat het reinigen is voltooid, zal de
machine automatisch weer
overschakelen op Stand-by.
Opmerking
Als u de printkop ten minste vijf keer hebt
gereinigd en de kwaliteit niet is verbeterd,
installeert u voor elke probleemkleur een
nieuwe originele cartridge van Brother.
Reinig de printkop vervolgens opnieuw
maximaal vijf keer. Als de kwaliteit dan
nog niet verbeterd is, neemt u contact op
met uw Brother-leverancier.
De afdrukkwaliteit
controleren B
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Printkwaliteit te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
f Op het LCD-scherm wordt gevraagd of
de afdrukkwaliteit in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk, als alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, op 1 (Ja) om de
afdrukkwaliteitstest te voltooien en
ga naar stap j.
Als er zoals hieronder stukken
ontbreken, drukt u op 2 om Nee te
selecteren.
<Zwart>
OK Niet OK
<Kleur>
OK Niet OK
Problemen oplossen en routineonderhoud
169
B
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en drie kleuren in orde is.
Druk op 1 (Ja) of 2 (Nee).
h U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op 1 (Ja).
De machine begint de printkop te
reinigen.
i Druk na het reinigen op Kleur Start.
De machine zal nu de Testpagina
afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en
vervolgens terugkeren naar stap e.
j Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervang dan de
inktcartridge voor de geklonterde kleur.
Na het vervangen van de inktcartridge,
de afdrukkwaliteit controleren. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-dealer.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de printkop
aanraakt, kan hij blijvend worden beschadigd
en kan de garantie erop vervallen
.
Opmerking
De uitlijning controleren B
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen,
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Instel kantlijn
te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
e Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1.200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als nummer 5 van beide
testafdrukken (600 dpi en 1.200 dpi)
het meest overeenkomt met
nummer 0, drukt u op 1 (Ja) om de
uitlijningscontrole te voltooien en
gaat u naar stap i.
Als een andere testafdruk beter
overeenkomt voor 600 dpi of
1.200 dpi, drukt u op 2 (Nee) om het
nummer van de betreffende
testafdruk te kiezen.
g Druk voor 600 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
h
Druk voor 1.200 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
i Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het geprinte
voorbeeld er als
volgt uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
170
Het inktvolume controleren B
Op het LCD-scherm wordt een pictogram
weergegeven dat het inktvolume aangeeft,
maar u kunt ook op de toets Inkt drukken om
een groot diagram weer te geven dat laat zien
hoeveel inkt zich nog in elke cartridge
bevindt.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Inktvolume te
kiezen.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh in de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
De machine inpakken
en vervoeren
B
Wanneer u de machine transporteert, gebruik
dan het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine. Volg
de onderstaande instructies om uw machine
correct te verpakken. Schade aan de
machine die wordt veroorzaakt tijdens het
transport valt niet onder uw garantie.
VOORZICHTIG
Het is belangrijk dat u de machine na een
afdruktaak de printkop laat parkeren’.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien u de machine dit parkeerproces niet
laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade aan
de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
b Druk op de ontgrendelingshendel om de
inktcartridge te ontgrendelen en
verwijder alle inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
op pagina 162.)
c Breng de groene bescherming aan en
sluit het kapje van de cartridge.
Problemen oplossen en routineonderhoud
171
B
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u de plastic lipjes aan beide
zijden van de groene bescherming (1) goed
op hun plaats (2) klikt.
Als u de groene bescherming niet kunt
vinden, mag u de inktcartridges NIET
verwijderen als u de machine gaat
vervoeren. Het is van essentieel belang dat
tijdens het vervoeren van de machine de
groene bescherming is geplaatst of de
inktcartridges op hun plaats zitten. Als u het
deksel niet kunt vinden en uw machine
zonder de inktcartridges vervoert, kan de
machine worden beschadigd en de
garantie vervallen.
d Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en haal het telefoonsnoer
uit de machine.
e Haal het netsnoer van de machine uit
het stopcontact en uit de machine.
f (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel op te
tillen, totdat deze in de open stand
vergrendeld is. Koppel vervolgens de
interfacekabel los van de machine
(indien aangesloten).
(MFC-6490CW)
Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel op te
tillen, totdat het openstaat. Koppel
vervolgens de interfacekabel los van de
machine (indien aangesloten).
g (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling op te heffen. Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit het
scannerdeksel (3).
(MFC-6490CW)
Sluit het scannerdeksel voorzichtig met
behulp van de handgrepen aan
weerszijden terwijl u de steun van het
scannerdeksel (1) naar beneden drukt.
WAARSCHUWING
Zorg dat uw vingers niet beklemd raken
onder het scannerdeksel.
Gebruik bij het openen en sluiten van het
scannerdeksel altijd de handgrepen aan
weerszijden van het deksel.
1
2
1
172
h Verpak de machine in de plastic zak.
i Verpak de machine en de gedrukte
materialen met het originele
verpakkingsmateriaal in de originele
doos, zoals hieronder getoond. Plaats
de gebruikte inktcartridges niet in de
doos.
(MFC-5890CN en MFC-5895CW)
(MFC-6490CW)
j Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
Problemen oplossen en routineonderhoud
173
B
Wanneer u de machine
wegdoet
B
Uw machine bevat een Ni-MH (nickel
metaalhybrid)-batterij voor back-up van de
gegevens in het geheugen.
Als plaatselijk geldende voorschriften
bepalen dat u de batterij moet verwijderen
voordat u de machine wegdoet, dient u deze
eruit te halen. Ruim de batterij op conform de
plaatselijk geldende reglementeringen.
WAARSCHUWING
Gooi een gebruikte batterij NIET in het
vuur.
Verwijder de plastic beschermhoes van de
batterijdoos NIET.
De batterijdoos NIET openmaken.
Een beschadigde batterij kan corrosieve
vloeistof verliezen. Als de vloeistof in
aanraking komt met uw huid of ogen, deze
onmiddellijk met veel water wassen en een
professionele dokter raadplegen.
Zorg ervoor dat de batterij NIET in
aanraking komt met wat voor geleidende
materialen dan ook. Het kan kortsluiting
van de batterij veroorzaken.
Isoleer de uiteinden van de aansluitdraden
met plakband, voor het weggooien.
Verwijder de batterij NIET, tenzij u de
machine wegdoet.
a Haal eerst het telefoonsnoer en
vervolgens de stekker uit het
stopcontact.
b Til het scannerdeksel op aan de
voorkant van de machine, totdat deze in
de open stand staat.
c Gebruik een platte schroevendraaier om
het deksel van de batterij te
openen (1).
d Trek de batterij eruit.
e Snij de aansluitdraden (1) van de batterij
door en verwijder de batterij.
1
1
174
f (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling op te heffen. Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit het
scannerdeksel (3).
(MFC-6490CW)
Sluit het scannerdeksel voorzichtig met
behulp van de handgrepen aan
weerszijden terwijl u de steun van het
scannerdeksel (1) naar beneden drukt.
WAARSCHUWING
Zorg dat uw vingers niet beklemd raken
onder het scannerdeksel.
Gebruik bij het openen en sluiten van het
scannerdeksel altijd de handgrepen aan
weerszijden van het deksel.
1
175
C
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen. Programmeren via het scherm
is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies
van uw machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Menutabel C
U kunt uw machine programmeren aan de
hand van de menutabel die begint op
pagina 176. Op deze pagina's worden de
menuselecties en -opties opgesomd.
Opslag in geheugen C
Zelfs bij een stroomstoring zullen de
instellingen die u via de Menu-toets heeft
gekozen, niet verloren gaan, omdat deze
permanent worden opgeslagen. Instellingen
die u in de PhotoCapture-, fax- en
kopieermodus heeft opgegeven, blijven ook
behouden als u Nieuwe standaard heeft
gekozen. U zult misschien wel datum en tijd
opnieuw moeten invoeren.
Opmerking
Als de stroom uitvalt, blijven berichten in
het geheugen van de machine ongeveer
24 uur behouden.
Modus- en
menutoetsen
gebruiken
C
Menu en functies C
Het hoofdmenu openen.
Druk op een van deze knoppen om
de tijdelijke instellingen van de
betreffende modus weer te geven.
a
b
Door het huidige menuniveau
bladeren.
d
Terug naar het vorige
menuniveau.
c Naar volgend menuniveau.
Naar volgend menuniveau.
Optie accepteren.
De huidige bewerking
annuleren.
Terug naar het vorige
menuniveau.
De huidige bewerking stoppen.
176
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
Tijdklokstand Uit
0Sec.
30Sec.
1Min
2Min.*
5Min.
Hiermee kunt u de tijd
instellen om terug te keren
naar de faxmodus.
27
Papiersoort
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
28
Papierformaat
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
A4*
A5
A3
10x15cm
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
28
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
177
C
Standaardinst.
(Vervolg)
Lade-instell.
(MFC-6490CW)
Lade 1 Papiersoort
(Opties)
Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u het
papierformaat en de
papiersoort voor
papierlade 1 instellen.
28
Papierformaat
(Opties)
A4*
A5
A3
10x15cm
Letter
Legal
Ledger
28
Lade 2 Papiersoort
(Optie)
Normaal Papier
Hiermee kunt u het
papierformaat voor
papierlade 2 instellen.
28
Papierformaat
(Opties)
A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Kopie:lade Lade 1*
Lade 2
Hiermee kunt u opgeven
welke lade voor de
kopieermodus wordt
gebruikt.
29
Fax:lade Lade 1
Lade 2
Auto Select*
Hiermee kunt u opgeven
welke lade voor de
faxmodus wordt gebruikt.
30
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
31
Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de
waarschuwingstoon
aanpassen.
31
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
178
Standaardinst.
(Vervolg)
Volume
(Vervolg)
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de luidspreker
aanpassen.
31
Aut. zomertijd
Aan*
Uit
De zomertijd wordt
automatisch ingesteld.
32
P.Bewaar inst.
Faxontv:Aan*
Faxontv:Uit
Aanpassing van de toets
Spaarstand om in de
energiebesparende stand
geen faxen te ontvangen.
27
LCD instell. LCD Contrast Licht
Half*
Donker
Hiermee stelt u het
contrast van het LCD-
scherm af.
32
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
aanpassen.
33
Lichtdim-timer
Uit
10Sec.
20Sec.
30Sec.*
U kunt instellen hoe lang
de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm blijft
branden na de laatste
druk op een toets.
33
Wallpaper U kunt de achtergrond van
het LCD-scherm kiezen.
33
Slaapstand 1Min
2Min.
3Min.
5Min.
10Min.*
30Min.
60Min.
Hiermee kunt u opgeven
na hoeveel tijd de
machine bij inactiviteit in
de slaapstand wordt
gezet.
32
A3 - kortvezelig
Aan*
Uit
Schakel deze optie in
wanneer u breedlopend
A3-papier gebruikt.
30
Functieslot
Wachtw. inst.
Slot UitiAan
Gebruiker inst.
Alle gebr.
resetten
U kunt de toegang tot
bepaalde machinefuncties
beperken voor max. 20
gebruikers met beperkte
rechten en alle andere
niet-gemachtigde
openbare gebruikers.
34
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
179
C
Fax Ontvangstmenu
Bel Vertraging
0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon.
53
F/T Beltijd 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Hiermee stelt u het
dubbele belsignaal in de
stand Fax/Telefoon in.
53
Fax Waarnemen
Aan*
Uit
Hiermee worden
faxberichten ontvangen
zonder dat u op de toets
Mono Start of Kleur Start
hoeft te drukken.
54
Afstandscode Aan*
( 51, #51)
Uit
U kunt alle telefoontjes op
een tweede of een extern
toestel aannemen en deze
codes gebruiken om de
machine te activeren of
deactiveren. U kunt deze
codes wijzigen.
71
Zw.-w./kleur Zw.-w. (max. A3)*
Kleur (max. A4)
Hiermee kunt u de
ontvangstopties voor
inkomende faxen
instellen.
55
Auto reductie
Aan*
Uit
Hiermee wordt het
formaat van inkomende
faxen verkleind.
54
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
180
Fax
(Vervolg)
Ontvangstmenu
(Vervolg)
Geheugenontv.
Uit*
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
U kunt de machine
instellen om faxberichten
door te zenden,
inkomende faxen in het
geheugen op te slaan
(zodat u ze kunt opvragen
wanneer u niet bij uw
machine bent) of om faxen
naar uw pc te sturen.
Als u Fax Doorzenden of
PC Fax ontv. kiest, kunt u
de beveiligingsfunctie
Backup Print inschakelen.
56
Kies rapport Verzendrapp.
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Begininstellingen voor het
verzendrapport en het
faxjournaal.
84
Verzendrapp.
(MFC-6490CW)
Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Uit2
Uit2+Beeld
Journaal tijd
Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
84
Print document
Hiermee worden
inkomende faxen die in
het geheugen zijn
opgeslagen, afgedrukt.
56
Afst.bediening
--- Hiermee stelt u uw
persoonlijke code voor
Afstandsbediening in.
62
Rest. jobs Hiermee kunt u
controleren welke taken
zich in het geheugen
bevinden en kunt u
geselecteerde taken
annuleren.
49
Diversen Compatibel Hoog*
Normaal
Basic(voorVoIP)
Regelt de modemsnelheid
om verzendproblemen te
verhelpen.
148
Beller ID Aan*
Uit
De opgeslagen gegevens
van de laatste 30 bellers
bekijken of afdrukken.
67
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
181
C
Menu Netwerk
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Netwerk LAN met kabel TCP/IP BOOT Method Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
IP-adres in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppunt naam
BRNXXXXXXXXXXXX Voer de naam van
het knooppunt in.
WINS Config Autom.*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus
.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe
van het link-local
adresbereik.
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
182
Netwerk
(Vervolg)
LAN met kabel
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
IPv6 Aan
Uit*
Hiermee kunt u
het IPv6-protocol
in- of
uitschakelen. Als
u het IPv6-
protocol wilt
gebruiken, gaat u
naar
http://solutions.
brother.com voor
meer informatie.
Ethernet Automatisch*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-
linkmodus.
WLAN
(MFC-5895CW en
MFC-6490CW)
TCP/IP BOOT Method Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
IP-adres in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppunt naam
BRWXXXXXXXXXXXX Voer de naam van
het knooppunt in.
WINS Config Autom.*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
183
C
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(MFC-5895CW en
MFC-6490CW)
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe
van het link-local
adresbereik.
IPv6 Aan
Uit*
Hiermee kunt u
het IPv6-protocol
in- of
uitschakelen.
Inst. Wizard U kunt uw
printserver
configureren.
WPS/AOSS
(MFC-5895CW)
SES/WPS/AOSS
(MFC-6490CW)
U kunt uw
draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
één druk op de
knop.
WPS m/pincode
U kunt uw
draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
Status WLAN Status U kunt de huidige
status van het
draadloze
netwerk
raadplegen.
Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte
van het draadloze
netwerk
raadplegen.
SSID U kunt de huidige
SSID raadplegen.
Comm. Modus
U kunt de huidige
communicatiemodus
raadplegen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
184
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(MFC-6490CW)
(Kan worden
gedownload voor
MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
Mail Address Mail Address Voer het
e-mailadres in.
(Max. 60 tekens.)
Server inst. SMTP Server Naam
(max 30 tekens)
IP Address
[000-255]. [000-255].
[000-255]. [000-255]
Voer het adres
van de SMTP-
server in.
SMTP-poort [00001-65535] Voer het nummer
van de SMTP-
poort in.
Aut. voor SMTP
Geen
SMTP-AUT
POP voorSMTP
Hiermee kunt u de
beveiligingsmethode
voor melding via
e-mail instellen.
POP3 Server Naam
(max 30 tekens)
IP Address
[000-255]. [000-255].
[000-255]. [000-255]
Voer het adres
van de POP3-
server in.
POP3-poort [00001-65535] Voer het nummer
van de POP3-
poort in.
Mailbox Naam Voer de naam van
het postvak (de
mailbox) in. (Max.
20 tekens.)
Mailbox Wachtw
Voer het
wachtwoord voor
aanmelding bij de
POP3-server in.
(Max. 20 tekens.)
APOP Aan
Uit*
Hiermee kunt u
APOP in- of
uitschakelen.
Setup Mail RX
Auto Polling Aan*
Uit
Hiermee wordt de
POP3-server
automatisch op
nieuwe berichten
gecontroleerd.
Poll Frequency
10Min. Hiermee kunt u
opgeven hoe
vaak de POP3-
server op nieuwe
berichten moet
worden
gecontroleerd.
Header Alle
Onderw.+Van+Aan
Geen*
Hiermee kunt u de
inhoud van de
e-mailheader
selecteren.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
185
C
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(MFC-6490CW)
(Kan worden
gedownload voor
MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
(Vervolg)
Setup Mail RX
(Vervolg)
Del Error Mail
Aan*
Uit
Hiermee worden
foutieve e-mails
automatisch
verwijderd.
Notification Aan
MDN
Uit*
Opties voor de
ontvangst van
meldingsberichten.
Setup Mail TX Sender Subject
Het onderwerp
dat aan de
internetfaxgegevens
is gekoppeld.
Size Limit Aan
Uit*
Hiermee kunt u de
grootte van
e-maildocumenten
beperken.
Notification Aan
Uit*
Hiermee kunt u de
verzending van
meldingsberichten
in- of uitschakelen.
Setup Relay Rly Broadcast Aan
Uit*
Hiermee kunt u
documenten via
internet aan een
andere faxmachine
doorgeven.
Relay Domain Hiermee kunt u de
domeinnaam
registreren.
Relay Report Aan
Uit*
Hiermee wordt
het relayrapport
afgedrukt.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
186
Netwerk
(Vervolg)
naar FTP
Passieve modus
Uit
Aan*
U kunt Passieve
modus in- of
uitschakelen
afhankelijk van de
configuratie van
uw FTP-server en
netwerkfirewall.
Poortnummer U kunt het
poortnummer
voor toegang tot
de FTP-server
wijzigen.
Bestandsnaam 1
——
Naast de zeven
vooraf ingestelde
bestandsnamen
kunt u twee door
de gebruiker
gedefinieerde
bestandsnamen
opslaan voor het
maken van een
FTP-serverprofiel.
Bestandsnaam 2
——
Inst.profiel
Niet opgeslagen
Hiermee kunt u
uw FTP-profiel
instellen.
Time Zone
(MFC-6490CW)
(Kan worden
gedownload voor
MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
UTC+XX:XX Hiermee kunt u de
tijdzone voor uw
land instellen.
Netwerk I/F
(MFC-5895CW en
MFC-6490CW)
LAN met kabel
*
WLAN
U kunt het type
netwerkverbinding
kiezen.
Factory Reset —— Ja
Nee
Hiermee kunt u alle
bekabelde en
draadloze
netwerkinstellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
187
C
Menu ( ) (vervolg)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Print lijsten
Verzendrapport
Hiermee drukt u deze
lijsten en rapporten af.
85
Help ——
Kieslijst Alfabetische
volgorde
Nummervolgorde
Fax Journaal ——
Gebruikersinst
——
Netwerk Conf. ——
Overz. beller-ID
——
Machine-info Serienummer Voor het controleren van
het serienummer van uw
machine.
170
Stand.instel.
Ontvangstmodus
Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Kies de ontvangststand
die het beste aan uw
behoeften voldoet.
51
Datum&Tijd De datum en de tijd
komen op het LCD-
scherm en op de
kopteksten van de
verzonden faxen te staan.
Raadpleeg
de
installatie-
handleiding.
Stations-ID Fax:
Naam:
Stel de naam en het
faxnummer in die op elke
faxpagina moeten worden
afgedrukt.
Toon/Puls Toon*
Puls
Selecteer de kiesmodus.
Kiestoon Waarneming
Geen detectie*
Schakelt
kiestoonherkenning in of
uit.
148
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Kies het type telefoonlijn. 67
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
188
Fax ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Faxresolutie ——Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de resolutie
voor uitgaande faxen in.
47
Contrast ——Automatisch*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen die
u verzendt, lichter of
donkerder maken.
47
Scanformaat
glas
(MFC-6490CW)
——A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
scanformaat van de
glasplaat instellen voor
faxen.
44
Telefoonboek Zoeken Alfabetische
volgorde
Nummervolgorde
Hiermee kunt u een nummer
kiezen met een paar
toetsaanslagen (plus Start).
74
Directkiezen
inst.
Hiermee worden
ééntoetsnummers
opgeslagen, zodat u
nummers kunt kiezen met
een paar toetsaanslagen
(plus Start).
76
Snelkiezen
Instellen
Hiermee worden
snelkiesnummers
opgeslagen, zodat u
nummers kunt kiezen met
een paar toetsaanslagen
(plus Start).
78
Groep instell.
Hiermee stelt u een
groepsnummer voor het
rondsturen van een fax in.
81
Uitgaand
gesprek
Fax versturen
Toev. aan
tel.boek
Verwijder
U kunt een nummer kiezen
uit het geheugen van
uitgaande oproepen en dit
nummer vervolgens bellen,
toevoegen als
snelkiesnummer of
verwijderen, of er een fax
naar sturen.
75
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
189
C
Overz.
beller-ID
Fax versturen
Toev. aan
tel.boek
Verwijder
U kunt een nummer kiezen
uit het overzicht van beller-
ID's en dit nummer
vervolgens toevoegen als
snelkiesnummer,
verwijderen, of er een fax
naar sturen.
75
Rondsturen Nummer
toevoegen
Telefoonboek
Compleet
U kunt hetzelfde faxbericht
aan meerdere faxnummers
sturen.
45
Tijdklok ——Aan (00:00)
Uit*
Hiermee stelt u het tijdstip (in
24-uursnotatie) in waarop de
uitgestelde faxen moeten
worden verzonden.
49
Verzamelen ——Aan
Uit*
Hiermee worden uitgestelde
faxen aan hetzelfde
faxnummer die op hetzelfde
tijdstip moeten worden
verzonden, gecombineerd in
één verzending.
49
Direct Verzend
——Aan
Uit*
U kunt een fax verzenden
zonder het geheugen te
gebruiken.
48
Verzend Pollen
——Stand.
Beveilig
Uit*
Hiermee stelt u het document
op uw machine zo in dat het
kan worden opgehaald door
een ander faxapparaat.
88
Ontvang Pollen
——Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Hiermee wordt uw machine
ingesteld voor polling met
een ander faxapparaat.
86
Internationaal
——Aan
Uit*
Als u problemen heeft met
het internationaal verzenden
van faxen, zet u deze optie
op Aan.
48
Scanformaat glas
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
——A4*
Letter
Hiermee past u het
scangebied van de glasplaat
aan het documentformaat
aan.
43
Nieuwe
standaard
——Ja
Nee
U kunt uw faxinstellingen
opslaan.
50
Fabrieksinstell.
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
50
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
190
Scan ( )
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
naar e-mail PC U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw e-
mailtoepassing scannen.
Zie de
software-
handleiding
op de
cd-rom.
E-mail server
(MFC-6490CW)
(Kan worden
gedownload voor
MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
Telefoonboek
Alfabetische
volgorde
Nummervolgorde
Hiermee kunt u zoeken naar
e-mailadressen die op de
machine zijn opgeslagen.
Kwaliteit
150 dpi 16kl
*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
200x100 dpi Z&W
200 dpi Z&W
Hiermee kunt u het
bestandsformaat instellen
voor verzending van de
gescande gegevens via
e-mailserver.
Bestandstype (Als u voor
'Kwal.' een
kleuroptie heeft
gekozen.)
PDF*
JPEG
(Als u voor
'Kwal.' een
zwart-witoptie
heeft gekozen.)
PDF*
TIFF
Scanformaat
glas
(MFC-6490CW)
A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
scanformaat van de glasplaat
instellen voor scannen.
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
naar beeld U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing
scannen.
naar OCR U kunt een tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
191
C
naar file U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw computer
scannen.
Zie de
software-
handleiding
op de
cd-rom.
naar media
(wanneer een
geheugenkaart
of USB-
flashstation is
geplaatst)
Kwaliteit
150 dpi 16kl
*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
200x100 dpi Z&W
200 dpi Z&W
U kunt de scanresolutie en
het bestandsformaat kiezen
en een bestandsnaam voor
het document opgeven.
119
Bestandstype (Als u voor
'Kwal.' een
kleuroptie heeft
gekozen.)
PDF*
JPEG
(Als u voor
'Kwal.' een
zwart-witoptie
heeft gekozen.)
PDF*
TIFF
Scanformaat glas
(MFC-6490CW)
A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
scanformaat van de glasplaat
instellen voor scannen.
120
Bestandsnaam U kunt de naam van het
bestand wijzigen.
120
Nieuwe standaard
Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen
opslaan.
121
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
121
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
192
naar FTP (Profielnaam) Voer de naam in die u voor
het profiel van de FTP-server
wilt gebruiken. Deze naam
wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
Zie de
software-
handleiding
op de
cd-rom.
Handmatig Kwaliteit
150 dpi 16kl
*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
200x100 dpi Z&W
200 dpi Z&W
Hiermee kunt u het
bestandsformaat instellen
voor verzending van de
gescande gegevens via
media.
Bestandstype (Als u voor
'Kwal.' een
kleuroptie heeft
gekozen.)
PDF*
JPEG
(Als u voor
'Kwal.' een
zwart-witoptie
heeft gekozen.)
PDF*
TIFF
Scanformaat
glas
(MFC-6490CW)
A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
scanformaat van de glasplaat
instellen voor scannen.
Bestandsnaam U kunt de naam van het
bestand wijzigen.
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
193
C
Kopie ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Kwaliteit ——Snel
Normaal*
Fijn
Hiermee kunt u de
kopieerresolutie voor uw
type document selecteren.
91
Vergr./Verklein
100%* ——— 92
Vergroten
198% 10x15cm
i
A4
186% 10x15cm
i
LTR
142% A4
i
A3, A5
i
A4
U kunt het
vergrotingspercentage voor
uw type document
selecteren.
92
Verkleinen 97% LTRiA4
93% A4iLTR
83% LGLiA4
69% A3iA4
(MFC-6490CW),
A4iA5
47% A4
i
10x15cm
U kunt het
verkleiningspercentage
voor uw type document
selecteren.
92
Paginavullend De grootte wordt
automatisch afgestemd op
het door u ingestelde
papierformaat.
92
Custom(25-400%)
U kunt het vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
selecteren.
92
Ladeselectie
(MFC-6490CW)
——Lade 1*
Lade 2
Hiermee kunt u opgeven
welke lade voor de
kopieermodus wordt
gebruikt.
96
Papiersoort ——
Normaal Papier
*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
95
Papierformaat ——A4*
A5
A3
10x15cm
Letter
Legal
Ledger
Selecteer het papierformaat
dat overeenkomt met het
papier in de lade.
96
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
194
Helderheid ——
Hiermee kunt de helderheid
van kopieën aanpassen.
95
Contrast ——
Hiermee kunt het contrast
van kopieën aanpassen.
95
Stapel/Sorteer
——Stapelen*
Sorteren
U kunt meerdere kopieën
stapelen of sorteren.
95
Pagina layout Uit(1 op 1)*
2op1(P)
2op1(L)
4op1(P)
4op1(L)
1>2
(MFC-6490CW)
Poster(2 x 2)
Poster(3 x 3)
(MFC-6490CW)
Als u A3 of Ledger
kiest.
(Wanneer 2 op 1
is gekozen)
LGRx2 i LGRx1
LTRx2 i LGRx1
A3x2 i A3x1
A4x2 i A3x1
(Wanneer
Poster (2x2) is
geselecteerd)
LGRx1 i LGRx4
LTRx1 i LGRx4
A4x1 i A3x4
A3x1 i A3x4
U kunt N op 1-, 1>2 of
posterkopieën maken.
93
Scheef corr.
(MFC-6490CW)
——Auto*
Uit
Als uw gescande kopie
scheef staat, kunnen de
gegevens automatisch
worden gecorrigeerd.
96
Boek kop. Aan Hiermee worden donkere
randen en scheefstand
gecorrigeerd bij kopiëren
via de glasplaat.
97
Aan (voorb.)
Scheefstandcorrectie
Schaduwcorrectie
Uit* ——
Watermerk kop. Watermerk kop.
Aan
Uit*
(Zie de
watermerkkopie-
instellingen in de
volgende tabel als
u Aan kiest.)
U kunt een logo of tekst als
watermerk in uw document
plaatsen.
97
Huidige
instelling
Afsluiten ——
Nieuwe
standaard
——Ja
Nee
U kunt uw
kopieerinstellingen opslaan.
99
Fabrieksinstell.
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
99
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
Licht
Donker
+2
+1
-1
-2
Menu en functies
195
C
Watermerkkopie-instellingen
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Sjabloon Tekst
VERTROUWELIJK
*
CONCEPT
KOPIE
Hiermee kunt u een
tekstsjabloon als watermerk
in uw document plaatsen.
97
Positie A
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Formaat Klein
Midden*
Groot
Hoek -90
-45*
0
45
90
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Kleur Rood
Oranje
Geel
Blauw
Groen
Paars
Zwart*
Toepassen
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
196
Media (Selecteer een
afbeelding op een
medium.)
Positie A
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Hiermee kunt u een
afbeelding (logo of tekst) op
een verwisselbaar medium
als watermerk in uw
document plaatsen.
98
Formaat Klein
Midden*
Groot
Hoek -90
-45*
0
45
90
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Toepassen
Scan
(Geef
watermerkdocument
op en druk op
Start
.)
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Hiermee kunt u een
gescande afbeelding (logo
of tekst) als watermerk in
uw document plaatsen.
98
Toepassen
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
197
C
Photo Capture ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Foto’s kijken Zie de
printinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt uw foto's van tevoren
op het LCD-scherm
bekijken.
105
Print index Type lay-out
6 Images/Regel
*
5 Images/Regel
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
106
Papiersoort
Normaal Papier
*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Papierformaat A4*
Letter
Fotos afdrukken
Zie de
printinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt een afzonderlijk
beeld afdrukken.
107
Foto-effecten Auto Correct
Verbeter
Huid-Toon
Verbeter
Landschap
Rood-oog Verw.
Monochroom
Sepia
U kunt uw foto's aanpassen
met deze instellingen.
107
Zoek op datum U kunt foto's zoeken op
datum.
111
Alle fotos afdr.
Zie de
printinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart of USB-
flashstation afdrukken.
111
Slideshow De machine start een
diavoorstelling met uw
foto's.
112
Trimming U kunt delen van een foto
afknippen en het resterende
beeld afdrukken.
112
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
198
Printinstellingen
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar
voor afdrukken
met DPOF)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit instellen.
115
Papiersoort
Normaal Papier
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
*
Hiermee kunt u de
papiersoort selecteren.
115
Papierformaat 10x15cm*
13x18cm
A4
A3
Letter
Ledger
(Wanneer A4 of
Letter is
geselecteerd)
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afmetingen
*
Hiermee kunt u het papier-
en afdrukformaat
selecteren.
115
Helderheid
(Niet beschikbaar
wanneer
Foto-effecten
is geselecteerd)
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
116
Contrast
(Niet beschikbaar
wanneer
Foto-effecten
is geselecteerd)
Hiermee kunt u het contrast
instellen.
116
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
Licht
Donker
+2
+1
-1
-2
Menu en functies
199
C
Kleur aanp.
(Niet beschikbaar
wanneer
Foto-effecten
is geselecteerd)
Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
116
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van de afbeelding
verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de
afbeelding aanpassen.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
bijsnijden ter aanpassing
aan het papierformaat of het
afdrukformaat. Zet deze
functie uit wanneer u hele
afbeeldingen wilt afdrukken
of ongewenst bijsnijden wilt
vermijden.
117
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de zijden van het
papier.
117
Datum afdr.
(Niet beschikbaar
voor afdrukken
met DPOF)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum op
foto's laten afdrukken.
117
Nieuwe
standaard
——Ja
Nee
U kunt uw printinstellingen
opslaan.
118
Fabrieksinstell.
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
118
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
200
Telefoonboek ( )
Fax Voorbeeld ()
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Zoeken ——Alfabetische
volgorde
Nummervolgorde
Hiermee kunt u een
nummer kiezen met een
paar toetsaanslagen (plus
Start).
74
Directkiezen
inst.
Hiermee worden
ééntoetsnummers
opgeslagen, zodat u
nummers kunt kiezen met
een paar toetsaanslagen
(plus Start).
76
Snelkiezen
Instellen
Hiermee worden
snelkiesnummers
opgeslagen, zodat u
nummers kunt kiezen met
een paar toetsaanslagen
(plus Start).
78
Groep instell.
Hiermee stelt u een
groepsnummer voor het
rondsturen van een fax in.
81
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Fax Voorbeeld ——Aan
Uit*
U kunt ontvangen faxen (en
te versturen faxen) op het
LCD-scherm bekijken.
60
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
201
C
Tekst invoeren C
Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, zoals de Stations-ID, moet u wellicht tekst in
de machine invoeren. Op de meeste kiestoetsen staan ook drie of vier letters. Op de toetsen 0, #
en l staan geen letters, omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt.
U krijgt het gewenste teken door meermaals op de juiste kiestoets te drukken.
(Alleen MFC-6490CW)
U kunt kleine letters invoeren om een e-mailadres in te stellen. Druk op Shift+3 om tussen
hoofdletters en kleine letters te schakelen.
Spaties invoegen C
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u eenmaal op c tussen de cijfers. Als u
een spatie in een naam wilt invoegen drukt u tweemaal op c tussen de letters.
Correcties aanbrengen C
Als u een foute letter heeft ingevoerd en deze wilt corrigeren, druk dan op d om de cursor onder
het foute teken te zetten. Druk vervolgens op Wis/terug. Voer nu het juiste teken in. U kunt ook
teruggaan en letters invoegen.
Letters herhalen C
Als u een letter wilt invoeren die op dezelfde toets staat als de vorige letter, drukt u op c om de
cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen C
Druk net zolang op l, # of 0 totdat het gewenste speciale teken of symbool wordt weergegeven.
Druk op
toets
eenmaal
tweemaal
driemaal viermaal
2 ABC2
3 DEF3
4 GH I 4
5 JKL5
6 MNO6
7 PQRS
8 TUV8
9 WXY Z
Druk op l voor (spatie) ! ” # $ % & ’ ( ) + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ˆ _
Druk op 0 voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0
202
D
Algemeen D
1
Gemeten terwijl de machine is aangesloten op de USB-interface.
2
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
Specificaties D
Printertype Inkjet
Afdrukmethode Mono:
Kleur:
Piëzo met 94 2 spuitmondjes
Piëzo met 94 3 spuitmondjes
Geheugencapaciteit 64 MB
LCD (liquid crystal display) LCD-kleurenscherm van 84,6 mm breed
Stroombron AC 220 tot 240 V 50/60Hz
Stroomverbruik (MFC-5890CN)
Energiebesparende stand:
Slaapstand:
Stand-by:
In bedrijf:
(MFC-5895CW)
1
Uit:
Slaapstand:
Gereedstand:
Kopieermodus:
(MFC-6490CW)
Energiebesparende stand:
Slaapstand:
Stand-by:
In bedrijf:
Gemiddeld 0,8 W
Gemiddeld 4,5 W
Gemiddeld 6 W
Gemiddeld 27 W
Circa 0,8 W
Circa 3,5 W
Circa 6 W
Circa 21W
2
Gemiddeld 0,9 W
Gemiddeld 4,5 W
Gemiddeld 6 W
Gemiddeld 29 W
Specificaties
203
D
Afmetingen (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
(MFC-6490CW)
485 mm
460 mm
408 mm
242 mm
574 mm
540 mm
543 mm
488 mm
323 mm
204
1
Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin wordt afgedrukt.
Gewicht (MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
(MFC-6490CW)
10,9 kg
15,6 kg
Geluidsemissie In bedrijf:
L
PAm = 50 dB of minder
1
Geluidsemissie conform
ISO 9296
(MFC-5890CN en
MFC-5895CW)
In bedrijf: L
WAd = 64,3 dB (A) (Mono)
L
WAd = 61,6 dB (A) (Kleur)
(MFC-6490CW)
In bedrijf: L
WAd = 64,1 dB (A) (Mono)
L
WAd = 55,2 dB (A) (Kleur)
Kantoorapparatuur met LWAd boven 63,0 dB (A) is niet geschikt
voor gebruik in ruimten waar mensen voornamelijk denkwerk
verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden
geplaatst om geluidshinder te voorkomen.
Temperatuur In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
10 - 35 C
20 - 33 C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
20 - 80% (niet condenserend)
20 - 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer)
Max. 50 pagina’s
Papier: 80 g/m
2
Documentgrootte (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm
Lengte ADF: 148 mm tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
(MFC-6490CW)
Breedte ADF: 148 mm tot 297 mm
Lengte ADF: 148 mm tot 431,8 mm
Breedte glasplaat: max. 297 mm
Lengte glasplaat: max. 431,8 mm
Specificaties
205
D
Afdrukmedia D
1
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
2
Voor glanzend papier of transparanten raden wij u aan om de bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd, uit de
uitvoerpapierlade te nemen teneinde vlekken te voorkomen.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 21.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
2
, transparanten
12
en enveloppen
Papierformaat:
Ledger, A3, Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B4,
JIS B5, enveloppen (Commercial Nr.10, DL, C5,
Monarch, JE4), Foto 10 15 cm, Foto L, Foto 2L,
Indexkaart en Briefkaart
3
.
Breedte: 89 mm - 297 mm
Lengte: 127 mm - 431,8 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit papier op pagina 22 voor
meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade: circa 150 vel 80 g/m
2
normaal papier
Papierlade 2 (alleen MFC-6490CW)
Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
Ledger, A3, Letter, Legal, A4, JIS B5, JIS B4, EXE
Breedte: 182 mm - 297 mm
Lengte: 257 mm - 431,8 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit papier op pagina 22 voor
meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade: circa 250 vel 80 g/m
2
normaal papier
Papieruitvoer Max. 50 vel normaal papier van A4-formaat (naar lade
uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven)
2
206
Fax D
1
Alleen zwart-wit
2
'pagina's' verwijst naar de 'Brother Standard Chart No. 1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
3
'pagina's' verwijst naar de 'ITU-T Test Chart #1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Compatibiliteit ITU-T supergroep 3
Modemsnelheid Automatische terugval
33.600 bps
Scanbreedte (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
208 mm (Letter-papier)
204 mm (A4-papier)
(MFC-6490CW)
288 mm
Afdrukbreedte 291 mm
Grijstinten 256 niveaus
Resolutie Horizontaal 8 dots/mm
Verticaal
Standaard
3,85 lijnen/mm (Mono)
7,7 lijnen/mm (Kleur)
Fijn
7,7 lijnen/mm (Mono/Kleur)
Foto
7,7 lijnen/mm (Mono)
Superfijn
15,4 lijnen/mm (Mono)
Eéntoetsnummers 6 (3 2)
Snelkiesnummers 80 stations 2 nummers (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
100 stations 2 nummers (MFC-6490CW)
Groepen Maximaal 6
Rondsturen
1
216 stations (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
256 stations (MFC-6490CW)
Automatisch opnieuw
kiezen
3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 480
2
/400
3
pagina's
Ontvangst zonder papier
(Geheugen ontv.)
Max. 480
2
/400
3
pagina's
Specificaties
207
D
Kopiëren D
Kleur/Monochroom Ja/Ja
Breedte kopie (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Max. 210 mm
(MFC-6490CW)
Max. 291 mm
Resolutie Kan max. 1.200 1.200 dpi afdrukken
208
PhotoCapture Center™ D
1
Bij de machine worden geen geheugenkaarten, adapters of USB-flashstation geleverd.
2
16 MB tot 2 GB
3
4 GB tot 32 GB
4
xD-Picture Card™ Conventional Card van 16 MB tot 512 MB
xD-Picture Card™ Type M van 256 MB tot 2 GB
xD-Picture Card™ Type M
+
1 GB en 2 GB
xD-Picture Card™ Type H van 256 MB tot 2 GB
5
USB 2.0-standaard
USB-massaopslag van 16 MB tot 32 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32
6
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
7
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 21.
Compatibele media
1
CompactFlash
®
(alleen Type I)
(Microdrive™ is niet compatibel)
(Compact I/O-kaarten zoals Compact LAN-kaart en
Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.)
Memory Stick™
Memory Stick PRO
Memory Stick Duo™ met adapter
Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter
SD
2
SDHC
3
microSD met adapter
miniSD™ met adapter
xD-Picture Card™
4
USB-flashstation
5
Resolutie Max. 1.200 2.400 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat)
(Beeldformaat)
DPOF, EXIF, DCF
Foto's afdrukken: JPEG
6
Scannen naar media: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Mono)
Aantal bestanden Max. 999 bestanden
(De map op geheugenkaarten of USB-flashstations wordt
ook meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de
geheugenkaart of het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Zonder rand Ledger, A3, Letter, A4, Foto (1015 cm),
Foto 2L (1318 cm)
7
Specificaties
209
D
PictBridge D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association.
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge
voor meer informatie.
Interface USB Direct-interface
210
Scanner D
1
Ga naar http://solutions.brother.com/ voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
2
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
3
Scannen met maximaal 1.200 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7
(resolutie tot max. 19.200
19.200 dpi kan worden geselecteerd met het scannerhulpprogramma van Brother)
Kleur/Monochroom Ja/Ja
TWAIN-compatibel (MFC-5890CN en MFC-6490CW)
Ja (Windows
®
2000 Professional/Windows
®
XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
)
Mac OS X 10.2.4 - 10.3.x - 10.4.x - 10.5.x
(MFC-5895CW)
Ja (Windows
®
2000 Professional/Windows
®
XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
/
Windows
®
7)
Mac OS X 10.4.11 - 10.5.x - 10.6.x
1
WIA-compatibel (MFC-5890CN en MFC-6490CW)
Ja (Windows
®
XP
2
/Windows Vista
®
)
(MFC-5895CW)
Ja (Windows
®
XP
2
/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
ICA-compatibel
(MFC-5895CW)
Ja (Mac OS X 10.6.x)
Kleurintensiteit 48-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
(Werkelijke invoer: 30-bits kleur/Werkelijke uitvoer: 24-bits
kleur)
Resolutie
Max. 19.200 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
3
Max. 1.200 2.400 dpi (optisch) (glasplaat)
Max. 1.200 600 dpi (optisch) (ADF)
Scansnelheid (MFC-5890CN en MFC-5895CW)
Mono: max. 3,44 sec.
Kleur: max. 4,83 sec.
(MFC-6490CW)
Mono: max. 3,39 sec.
Kleur: max. 4,49 sec.
(A4-formaat in 100 100 dpi)
Scanbreedte (MFC-5890CN en MFC-5895CW) 210 mm
(MFC-6490CW) max. 291 mm
Grijstinten 256 niveaus
Specificaties
211
D
Printer D
1
Wanneer u de optie Zonder rand op Aan zet.
2
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 21.
Resolutie Max. 1.200 6.000 dpi
Afdrukbreedte
291 mm (297 mm)
1
(A3-formaat)
Zonder rand Ledger, A3, Letter, A4, A6, B4, Foto (1015 cm),
Foto L (89127 mm), Foto 2L (1318 cm),
Indexkaart, Briefkaart
2
212
Interfaces D
1
Uw machine heeft een Hi-Speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden verbonden met een computer
die een USB 1.1-interface heeft.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund voor Macintosh.
3
Zie de netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
USB
12
Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2 m.
LAN-kabel
3
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN-netwerk
(MFC-5895CW en
MFC-6490CW)
IEEE 802.11b/g (Infrastructuur-/Ad-hocmodus)
Specificaties
213
D
Vereisten voor de computer
(MFC-5890CN en MFC-6490CW)
D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform & be-
sturingssysteemversie
Ondersteunde
pc software-
functies
Pc-
interface
Minimale
processorsnel-
heid
Minimum-
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Hardeschijfruimte
voor installatie
Drivers
Toepas-
singen
Windows
®
-
besturings-
systeem
1
2000
Professional
5
Afdrukken,
PC-Fax
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB,
10/100 BaseTx
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
(alleen
MFC-6490CW)
Intel
®
Pentium
®
II of
equivalent
64 MB 256 MB 110 MB 340 MB
XP Home
25
XP Professional
25
128 MB 110 MB 340 MB
XP Professional
x64 Edition
2
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
256 MB 512 MB 110 MB 340 MB
Windows
Vista
®2
Intel
®
Pentium
®
4
of equivalent
64-bits (Intel
®
64
of AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 1 GB 600 MB 530 MB
Macintosh
-
besturings-
systeem
6
Mac OS X
10.2.4 - 10.4.3
Afdrukken,
PC-Fax
4
,
Verzenden
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB
3
,
10/100 BaseTx
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
(alleen
MFC-6490CW)
PowerPC G4/G5
PowerPC G3
350 MHz
128 MB 256 MB 80 MB 400 MB
Mac OS X
10.4.4 - 10.4.11
10.5.x
PowerPC G4/G5
Intel
®
Core
-
processor
512 MB 1 GB
Mac OS X
10.6.x
7
Intel
®
Core
-
processor
1 GB 2 GB
Toelichting:
1
Microsoft
®
Internet Explorer
®
5.5 of recenter
2
Voor WIA, resolutie 1.200 1.200. De resolutie
kan tot 19.200 19.200 dpi worden verhoogd via
het scannerhulpprogramma van Brother.
3
USB-poorten van andere merken worden niet
ondersteund.
4
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit en
ondersteunt geen Ledger-/A3-papier.
5
PaperPort™ 11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4 of
hoger voor Windows
®
2000, en SP2 of hoger voor
XP.
6
Presto! PageManager op de cd-rom ondersteunt
Mac OS X 10.3.9 of hoger. Voor Mac OS X 10.2.4-
10.3.8 kan Presto! PageManager worden
gedownload van het Brother Solutions Center.
7
Softwaredrivers voor Mac OS X 10.6.x zijn
verkrijgbaar via http://solutions.brother.com
.
Ga voor de nieuwste versies van drivers naar
http://solutions.brother.com/
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn
eigendom van de respectieve bedrijven.
214
Vereisten voor de computer (MFC-5895CW) D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Ondersteunde
pc-
softwarefuncties
Pc-interface
Minimale
processorsnelheid
Minimum-
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Hardeschijfruimte
voor installatie
Drivers
Toepassingen
Windows
®
-
besturings-
systeem
1
Windows
®
2000
Professional
5
Afdrukken,
PC-Fax
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB,
10/100
Base-TX
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
Intel
®
Pentium
®
II of
gelijkwaardig
64 MB 256 MB
110 MB
340 MB
Windows
®
XP Home
25
Windows
®
XP Professional
25
128 MB
110 MB
340 MB
Windows
®
XP Professional
x64 Edition
2
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde CPU
256 MB 512 MB
110 MB
340 MB
Windows Vista
®2
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardig
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 1 GB
600 MB
530 MB
Windows
®
7
2
1GB
(32 bit)
2GB
(64 bit)
1GB
(32 bit)
2GB
(64 bit)
650 MB
530 MB
Windows Server
®
2003 (alleen via
netwerk afdrukken)
Afdrukken 10/100
Base-TX
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
Intel
®
Pentium
®
III of
gelijkwaardig
256 MB 512 MB 50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2003
x64 Edition (alleen via
netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
Windows Server
®
2003 R2 (alleen via
netwerk afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
Windows Server
®
2003
R2 x64 Edition (alleen via
netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 1 GB
Windows Server
®
2008 (alleen via
netwerk
afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardig 64-bits
(Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
2 GB
Windows Server
®
2008 R2 (alleen via
netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
Macintosh-
besturings-
systeem
Mac OS X
10.4.11, 10.5.x
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB
3
10/100
Base-TX
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
PowerPC G4/G5
Intel
®
Core
-processor
512 MB 1 GB 80 MB 400 MB
Mac OS X 10.6.x
Intel
®
Core
-processor
1 GB 2 GB
Toelichting:
1
Microsoft
®
Internet Explorer
®
5.5 of recenter.
2
Voor WIA, 1.200
1.200 resolutie. Met de Brother-scannertoepassing
verbetering mogelijk tot maximaal 19.200
19.200 dpi.
3
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
4
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit en ondersteunt
geen Ledger-/A3-papier.
5
PaperPort™11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4 of
hoger voor Windows
®
2000, en SP2 of hoger voor XP.
Voor de meest recente driverupdates gaat u naar
http://solutions.brother.com/
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn het
eigendom van de respectieve bedrijven.
Specificaties
215
D
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en
Magenta die los staan van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
Vervanging inktcartridges
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
Ga naar www.brother.com/pageyield
voor meer informatie over
verbruiksartikelen.
Verbruiksonderdelen
vervangen
<Zwart, standaard> LC1100BK, <Zwart, hoog rendement> LC1100HY
-
BK
<Cyaan, standaard> LC1100C, <Cyaan, hoog rendement> LC1100HY
-
C
<Magenta, standaard> LC1100M, <Magenta, hoog rendement> LC1100HY
-
M
<Geel, standaard> LC1100Y, <Geel, hoog rendement> LC1100HY
-
Y
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en duidt op innovatieve
Brother-technologie die u mooie en duurzame afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en
-papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
216
Netwerk (LAN) D
Opmerking
Zie de Netwerkhandleiding op de cd-rom voor de volledige netwerkspecificaties.
1
Zie het overzicht van computervereisten op pagina 213.
2
Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig heeft, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden vanaf http://solutions.brother.com
.
3
Voor MFC-5895CW en MFC-6490CW.
LAN U kunt uw machine op een netwerk aansluiten om via het netwerk af
te drukken en te scannen, en om PC-Fax verzenden, PC-Fax
ontvangen (alleen Windows
®
) en Remote Setup te gebruiken
1
. De
netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light
2
wordt
meegeleverd.
Beveiliging van het
draadloze netwerk
3
SSID/ESSID, 128 (104) / 64 (40) -bits WEP, WPA/WPA2-PSK
(TKIP/AES)
Configuratiehulpprogramma
3
AOSS™ Ja
WPS Ja
SecureEasySetup™
(alleen MFC-6490CW)
Ja
217
E
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen.
Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
E
Verklarende woordenlijst E
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden
geplaatst, waarbij iedere pagina om
beurten automatisch wordt gescand.
Afstandsbediening
De mogelijkheid om vanaf afstand
toegang tot uw machine te krijgen via een
telefoon met druktoetsen.
Antwoordapparaat
(automatische telefoonbeantwoorder)
U kunt een extern antwoordapparaat op
uw machine aansluiten.
Auto reductie
Als deze functie is geactiveerd, wordt een
inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van
een externe telefoon op te nemen.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee uw machine het
laatste faxnummer na vijf minuten
opnieuw kan kiezen, als de fax niet kon
worden verzonden omdat de lijn bezet
was.
Backup Print (reservekopie)
De machine maakt een afdruk van alle
faxen die zijn ontvangen en opgeslagen in
het geheugen. Dit is een
veiligheidsmaatregel zodat bij een
stroomstoring geen faxberichten verloren
gaan.
Belvertraging
Het aantal keren dat de machine overgaat
vóór het beantwoorden in de stand
Alleen Fax en Fax/Telefoon.
Belvolume
Instelling van het volume voor het
belsignaal van de machine.
CNG-tonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die
een faxmachine tijdens automatische
transmissies uitzendt om de ontvangende
machine te laten weten dat het een
faxtransmissie betreft.
Code voor activeren op afstand
Toets deze code in (l 5 1) als u een
faxoproep aanneemt op een extern of een
tweede toestel.
Code voor deactiveren op afstand
(alleen voor de stand Fax/Telefoon)
Wanneer de machine een normaal
telefoontje ontvangt, wordt een dubbel
belsignaal gegenereerd. U kunt het
telefoontje aannemen op een tweede
toestel door deze code in te toetsen
(# 5 1).
Code voor toegang op afstand
Een persoonlijke code van vier tekens
(--- ) waarmee u vanaf een externe locatie
toegang kunt krijgen tot uw machine.
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de
informatie in een document. Alle
faxmachines dienen de
minimumstandaard Modified Huffman
(MH) te gebruiken. Uw machine is
uitgerust met betere
compressiemethodes, Modified Read
(MR), Modified Modified Read (MMR) en
JPEG, die werken als de ontvangende
machine over dezelfde mogelijkheden
beschikt.
Communicatiefout (Comm. fout)
Een fout tijdens het verzenden of
ontvangen van een fax, meestal
veroorzaakt door ruis of statische
elektriciteit op de lijn.
218
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om
met een ander faxapparaat te
communiceren. Tussen de ITU-T-groepen
is compatibiliteit verzekerd.
Contrast
Instelling om te compenseren voor
donkere of lichte documenten. Faxen of
kopieën van donkere documenten worden
lichter en omgekeerd.
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u
faxberichten onmiddellijk verzenden.
ECM (Error Correction Mode)
Deze functie controleert tijdens een
faxtransmissie of er fouten optreden en
verzendt de pagina's met fouten opnieuw.
Eéntoetsnummers
Nummers die onder speciale toetsen van
het bedieningspaneel zijn opgeslagen,
zodat u ze snel kunt kiezen. Als u Shift
ingedrukt houdt terwijl u op de toets voor
een ééntoetsnummer drukt, kunt u er een
tweede nummer voor programmeren.
Extern toestel
Een antwoordapparaat of telefoontoestel
dat op uw machine is aangesloten.
F/T-beltijd
De periode dat de Brother-machine blijft
overgaan om u te waarschuwen dat u een
gewoon telefoontje moet aannemen
(wanneer de ontvangststand op
Fax/Telefoon staat).
Fax doorzenden
Hiermee wordt een fax die in het
geheugen is ontvangen, doorgestuurd
naar een ander faxnummer dat reeds is
voorgeprogrammeerd.
Fax opslaan
Hiermee kunt u ontvangen faxen in het
geheugen opslaan.
Fax waarnemen
Deze functie zorgt ervoor dat uw machine
toch op faxtonen reageert, als u de
telefoon aanneemt en het een faxoproep
blijkt te zijn.
Fax/Telefoon
In deze stand kunt u faxen en telefoontjes
ontvangen. Gebruik deze stand niet als u
een antwoordapparaat heeft aangesloten.
Faxjournaal
In het journaal staat informatie over de
laatste 200 faxberichten die zijn
ontvangen en verzonden. TX betekent
verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxtonen
De tonen die tijdens het verzenden en
ontvangen van faxen door de
faxmachines worden uitgezonden.
Faxvoorbeeld
Als u Faxvoorbeeld kiest, kunt u een
voorbeeld van ontvangen faxen op het
LCD-scherm bekijken door op de toets
Fax Voorbeeld te drukken.
Fijn, resolutie
Dit is een resolutie van 203 196 dpi.
Wordt gebruikt voor afdrukken met kleine
lettertjes en diagrammen.
Foto, resolutie (alleen Mono)
Een resolutie die verschillende grijstinten
gebruikt, zodat foto's optimaal worden
gereproduceerd.
Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de machine.
Geheugenontvangst
Als deze functie is geactiveerd en het
papier in uw machine op is, worden
ontvangen faxen in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Grijstinten
De grijstinten die voor het kopiëren,
scannen en faxen van foto's worden
gebruikt.
Verklarende woordenlijst
219
E
Groepsnummer
Een combinatie van ééntoets- en
snelkiesnummers die zijn opgeslagen
onder speciale toetsen of snelkieslocaties
en die gebruikt worden voor rondsturen.
Groepsverzending
(Alleen zwart-witfaxen) Om kosten te
besparen kunnen alle uitgestelde faxen
naar hetzelfde nummer als één zending
worden gestuurd.
Handmatig faxen verzenden
Als u de hoorn van het externe
telefoontoestel opneemt, hoort u het
ontvangende faxapparaat antwoorden
voordat u op Mono Start of Kleur Start
drukt om te beginnen met het versturen
van de fax.
Helderheid
Wijziging van de helderheid maakt de hele
afbeelding lichter of donkerder.
Helplijst
Een afdruk van de complete menutabel,
die u kunt gebruiken om uw machine te
programmeren wanneer u de
gebruikershandleiding niet bij de hand
heeft.
Innobella
Innobella™ is een assortiment
verbruiksartikelen van Brother. Voor
resultaten van de hoogste kwaliteit wordt
door Brother het gebruik van Innobella™-
inkt en -papier aangeraden.
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd om ruis en statische elektriciteit
op internationale telefoonlijnen te
onderdrukken.
Journaaltijd
De vooraf geprogrammeerde regelmaat
waarmee het faxjournaal automatisch
wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
printen, zonder deze instelling op te
heffen.
Kleurverbetering
Hiermee wordt de kleur in de afbeelding
aangepast. De afdrukkwaliteit wordt
verhoogd door de scherpte, witbalans en
kleurdichtheid te verbeteren.
LCD-scherm (liquid crystal display)
Het schermpje op uw machine waarop
tijdens het programmeren meldingen
verschijnen. Wanneer de machine inactief
is, worden op dit schermpje de datum en
de tijd aangegeven.
Nummerweergave
Een service geleverd door het
telefoonbedrijf, waarmee u het nummer
(of de naam) ziet van degene door wie u
gebeld wordt. (Deze service
correspondeert met de functie Beller ID op
de machine.)
OCR (optical character recognition)
De meegeleverde softwaretoepassing
ScanSoft PaperPort™ 11SE met OCR
of Presto! PageManager zet een
afbeelding van tekst om in tekst die u kunt
bewerken.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van
3,5 seconden in de kiesreeks inlassen
terwijl u met de kiestoetsen kiest of terwijl
u ééntoets- of snelkiesnummers opslaat.
Druk zo vaak op Herkies/Pauze als nodig
is voor de door u gewenste duur van de
pauze.
PhotoCapture Center™
Hiermee kunt u digitale foto's van uw
digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken, voor een afdrukkwaliteit die
gelijkstaat aan die van foto's.
PictBridge
Hiermee kunt u foto's van uw digitale
camera rechtstreeks met een hoge
resolutie afdrukken, voor een
afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan die van
foto's.
220
Polling
Een functie waarmee een faxapparaat
een ander faxapparaat belt om wachtende
faxberichten op te halen.
Programmeermodus
De stand waarin u de instellingen van de
machine kunt wijzigen.
Puls
Een kiesmethode voor een telefoonlijn
(traditionele kiesschijf).
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch. Zie ook: Standaard, Fijn,
Superfijn en Foto.
Resterende taken
U kunt controleren welke taken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Rondsturen
Een en hetzelfde faxbericht naar meer
locaties zenden.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Scannen naar media
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation
scannen. Monochrome afbeeldingen
hebben het TIFF- of PDF-
bestandsformaat en afbeeldingen in kleur
kunnen het PDF- of JPEG-
bestandsformaat hebben.
Snelkieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
ééntoets- en snelkiesnummers. De
nummers staan in numerieke volgorde in
de lijst.
Snelkiesnummer
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u
snel kunt kiezen. U moet op
(Telefoonboek) drukken, de
tweecijferige code intoetsen en op
Mono Start of Kleur Start drukken om
het kiezen te starten.
Standaard, resolutie
203 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst
van normaal formaat en biedt de snelste
transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die boven aan
gefaxte pagina's verschijnt. Het bevat de
naam en het faxnummer van de
verzender.
Superfijn, resolutie (alleen Mono)
392 203 dpi. Ideaal voor kleine
afdrukken en lijntekeningen.
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u
bepaalde opties selecteren zonder de
standaardinstellingen te wijzigen.
Toon
Een kiesmethode die gebruikt wordt bij
toetstelefoons.
Transmissie
Het vanaf uw machine over de telefoonlijn
verzenden van faxen naar een andere
faxmachine.
Tweede toestel
Een telefoontoestel dat gebruikmaakt van
dezelfde telefoonlijn als de faxmachine
maar op een aparte wandcontactdoos is
aangesloten.
Tweevoudige werking
De machine kan uitgaande faxen of taken
in het geheugen scannen en tegelijkertijd
een fax verzenden, een fax ontvangen of
een binnenkomende fax afdrukken.
Uitgestelde fax
Hiermee wordt een fax later verzonden,
op een tijdstip dat u zelf heeft ingevoerd.
Verklarende woordenlijst
221
E
Verzendrapport (controlerapport)
Dit is een lijst met een overzicht van al het
uitgaande faxverkeer. In deze lijst staan
gegevens zoals het nummer van de beller
en de datum en tijd.
Volume van de waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het
waarschuwingssignaal van de machine.
Zoeken
Een elektronische lijst van
ééntoetsnummers, snelkiesnummers en
groepsnummers, gerangschikt in
numerieke of alfabetische volgorde.
Index
222
F
A
Aansluiten
extern antwoordapparaat
............... 68, 69
extern toestel
........................................70
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......70
Aansluitingen
EXT
antwoordapparaat
..............................68
extern toestel
.....................................68
ADF
(automatische documentinvoer)
........ 23, 42
Afdrukken
afdrukgebied
.........................................18
drivers
.................................................211
fax vanuit geheugen
..............................56
op klein papierformaat
..........................17
problemen
.................................. 140, 142
rapport
...................................................85
resolutie
..............................................211
specificaties
........................................211
vastgelopen papier
..................... 157, 159
Zie de softwarehandleiding
op de cd-rom.
Afstandsbediening ...................................62
faxen ophalen
.......................................65
opdrachten
............................................64
toegangscode
................................ 62, 63
Annuleren
fax doorzenden
.....................................64
taken die wachten op herhaald
kiezen
....................................................49
Antwoordapparaat, extern
................. 51, 68
aansluiten
....................................... 68, 69
ontvangststand
......................................51
uitgaand bericht opnemen
....................69
Apple Macintosh
Zie de softwarehandleiding
op de cd-rom.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................51
fax waarnemen
..................................54
B
Bedieningspaneel, overzicht ..................... 6
Belvertraging instellen
............................. 53
Beperkte rechten, gebruikers met
........... 36
Beveiliging
functieslot
beheerderswachtwoord
..................... 34
gebruikers met beperkte rechten
...... 36
openbare gebruiker
........................... 35
C
ControlCenter
Zie de softwarehandleiding
op de cd-rom.
D
Direct afdrukken
vanaf een niet-PictBridge-camera
...... 124
vanaf een PictBridge-camera
............. 122
Document
laden
...............................................23, 24
Draadloos netwerk
Zie de installatiehandleiding en
netwerkhandleiding op de cd-rom.
Draadloze telefoon .................................. 71
E
Eéntoetsnummers
instellen
................................................ 76
Enveloppen
.................................16, 21, 22
Extern toestel, aansluiten
........................ 70
F
Fax doorzenden
nummer programmeren
........................ 57
wijzigen op afstand
.........................64, 65
Fax opslaan
............................................. 57
afdrukken vanuit geheugen
.................. 56
inschakelen
.......................................... 57
Fax waarnemen
....................................... 54
223
F
Fax, stand-alone
ontvangen
.............................................51
aan einde van gesprek
......................52
afdrukken vanuit geheugen
...............56
belvertraging instellen
........................53
F/T-beltijd instellen
.............................53
fax doorzenden
..................................64
fax voorbeeld
.............................. 60, 62
fax waarnemen
..................................54
gebruikte papierlade
..........................30
op pc
..................................................58
ophalen vanaf een externe
locatie
......................................... 64, 65
problemen
............................... 140, 142
storing op de telefoonlijn
..................148
van een tweede toestel
............... 70, 71
van extern toestel
....................... 70, 71
verkleinen om op papier te
passen
...............................................54
verzenden
...................................... 42, 86
annuleren in het geheugen
................49
contrast
..............................................47
direct verzenden
................................48
faxmodus activeren
............................42
handmatig
..........................................50
internationaal
.....................................48
nieuwe standaardinstellingen
opgeven
.............................................50
resolutie
.............................................47
rondsturen
..........................................45
storing op de telefoonlijn
..................148
terugkeren naar fabrieksinstelling
......50
uitgestelde fax
....................................49
uitgestelde groepsverzending
............49
vanaf ADF
..........................................42
vanuit geheugen
(tweevoudige werking)
.......................48
via de glasplaat
..................................43
Fax/Telefoon, stand
belvertraging
.........................................53
code voor activeren op afstand
.............70
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 70, 71
op tweede toestel aannemen
......... 70, 71
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen
...........................................155
Faxcodes
code voor activeren op
afstand
.....................................54, 70, 71
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 70, 71
code voor toegang op afstand
.............. 62
gebruiken
............................................. 71
wijzigen
..........................................62, 72
Faxen, vanaf pc
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Foutmeldingen op LCD-scherm ............ 149
Alleen BK afdr.
................................... 149
Communicatie fout
............................. 150
Geen patroon
..................................... 150
Geheugen vol
..................................... 151
tijdens scannen van een
document
.......................................... 99
Inkt bijna op
........................................ 151
Kan niet afdr.
...................................... 151
Kan niet detect.
.................................. 152
Niet toegewezen
.......................... 73, 152
Opstartprobleem
................................ 153
Papier nazien
..................................... 153
Print onmogelijk
.................................. 154
Reinigen onmog.
................................ 154
Scan onmogelijk
................................. 154
Functieslot
............................................... 34
G
Geheugenbeveiliging ............................... 88
Grijstinten
...................................... 206, 210
Groepen voor rondsturen
........................ 81
H
Handmatig
kiezen
................................................... 73
ontvangen
............................................ 51
verzenden
............................................ 50
Help
LCD-meldingen
.................................. 175
modus- en menutoetsen
gebruiken
........................................ 175
menutabel
..................................175, 176
Herkies/Pauze
......................................... 74
224
I
ID niet beschikbaar ..................................67
Inktcartridges
inktstippenteller
...................................162
inktvolume controleren
........................170
vervangen
...........................................162
Innobella™
.............................................215
Inpakken, machine
.................................170
K
Kiezen
Eéntoetsnummer
...................................73
groepen
.................................................45
handmatig
.............................................73
overzicht beller-ID
.................................75
pauze
....................................................76
snelkiesnummers
..................................73
toegangscodes en
creditcardnummers
...............................80
uitgaande oproep
..................................75
Kopiëren
boek
......................................................97
contrast
.................................................95
één
........................................................90
gebruikte papierlade
.............................29
geheugen vol
........................................99
helderheid
.............................................95
kopieermodus activeren
........................90
kwaliteit
.................................................91
meerdere
...............................................90
met de glasplaat
....................................24
nieuwe standaardinstellingen
opgeven
................................................99
pagina layout (N op 1)
...........................93
papierformaat
........................................96
papiersoort
............................................95
sorteren (alleen ADF)
............................95
terugkeren naar
standaardinstellingen
............................99
vergroten/verkleinen
.............................92
via de ADF
............................................95
watermerk
.............................................97
een papieren document gebruiken
....98
een sjabloon gebruiken
......................97
een USB-flashstation gebruiken
........98
mediakaarten gebruiken
....................98
L
Laden, enveloppen en briefkaarten ......... 16
Laden, papier
............................................ 9
Ladeselectie, optie
.................................. 96
LCD (liquid crystal display)
.................... 175
contrast
................................................. 32
helderheid
............................................. 33
helplijst
................................................. 85
lichtdimtimer
......................................... 33
M
Macintosh
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Menutabel .............................................. 175
Modus, activeren
faxmodus
.............................................. 42
kopieermodus
....................................... 90
PhotoCapture
......................................... 6
scanmodus
............................................. 6
N
Netwerk
afdrukken
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
scannen
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
Nummerweergave (Beller ID) .................. 67
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
.................... 162
Ontvangststand
alleen Fax
............................................. 51
Fax/Telefoon
........................................ 51
handmatig
............................................. 51
Telefoon/Beantw.
................................. 51
Opslag in geheugen
.............................. 175
Overzicht beller-ID
................................... 75
Overzichtrapport beller-ID
....................... 85
225
F
P
PaperPort™ 11SE met OCR
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom
en de Help in de toepassing PaperPort™
11SE om toegang te krijgen tot de
procedurehandleidingen.
Papier ........................................ 16, 19, 205
afdrukgebied
.........................................18
capaciteit
...............................................22
documentformaat
..................................23
formaat
..................................................28
laden
..........................................9, 12, 16
soort
............................................... 21, 28
PhotoCapture Center™
afdrukinstellingen
contrast
............................................116
helderheid
........................................116
kleurverbetering
...............................116
kwaliteit
................................... 114, 115
nieuwe standaardinstellingen
opgeven
...........................................118
papiersoort en -formaat
...................115
terugkeren naar fabrieksinstelling
....118
afdrukken
alle foto's
..........................................111
foto's
................................................107
index
................................................106
afdrukken in DPOF-formaat
................113
bijsnijden (crop)
..................................117
CompactFlash
®
...................................102
effecten toevoegen
.............................107
foto-effecten
Auto Correct
.....................................108
Monochroom
....................................110
Rode ogen verwijderen
....................109
Sepia
................................................110
Verbeter Huid-toon
..........................108
Verbeter Landschap
........................109
knippen (Trimming)
.............................112
Memory Stick PRO
..........................102
Memory Stick™
..................................102
scannen naar geheugenkaart
.............118
scannen naar USB-flashgeheugen
.....118
SD
.......................................................102
SDHC
..................................................102
slideshow
............................................112
specificaties
........................................208
vanaf pc
Zie de softwarehandleiding
op de cd-rom.
voorbeeld van foto's ........................... 105
xD-Picture Card™
.............................. 102
zoeken op datum
................................ 111
zonder rand
........................................ 117
PictBridge
afdrukken in DPOF-formaat
............... 124
Presto! PageManager
Zie de Help in Presto! PageManager.
Problemen oplossen .............................. 140
als u problemen heeft met
afdrukken
........................................ 140
afdrukken van ontvangen faxen
...... 142
inkomende oproepen
...................... 144
kopiëren
.......................................... 145
netwerk
............................................ 147
ontvangen van faxen
....................... 143
PhotoCapture Center
................... 146
scannen
........................................... 145
software
........................................... 145
telefoonlijn of verbindingen
............. 143
vastgelopen document
.................... 156
foutmeldingen op LCD-scherm
.......... 149
inktvolume controleren
....................... 170
vastgelopen document
....................... 156
vastgelopen papier
..................... 157, 159
Programmeren van de machine
............ 175
Q
Quick-Dial ................................................ 76
ééntoetsnummers
aangepast scanprofiel
....................... 76
instellen
............................................. 76
groepsnummers
groepen voor rondsturen instellen
..... 81
wijzigen
.................................77, 79, 80
rondsturen
............................................ 45
groepen gebruiken
............................ 45
snelkiesnummers
gebruiken
.......................................... 73
instellen met tweecijferige locaties
.... 78
instellen via overzicht van
beller-ID's
....................................77, 79
instellen via uitgaande
oproepen
..................................... 77, 79
wijzigen
.................................77, 79, 80
zoeken
.................................................. 74
226
R
Rapporten ................................................84
afdrukken
..............................................85
faxjournaal
............................................85
journaaltijd
..........................................84
gebruikersinstellingen
...........................85
helplijst
..................................................85
netwerkconfiguratie
...............................85
Overzichtrapport beller-ID
.....................85
snelkieslijst
............................................85
verzendrapport
............................... 84, 85
Reinigen
geleiderol
............................................166
invoerrol voor papier
...........................167
printkop
...............................................168
scanner
...............................................166
Remote Setup
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Resolutie
afdrukken
............................................211
faxen
...................................................206
instellen voor volgende fax
...................47
kopiëren
..............................................207
scannen
..............................................210
Rondsturen
..............................................45
groepen instellen voor
...........................81
S
Scangebied ..............................................25
Scannen
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Serienummer
achterhalen ......Zie binnenkant frontdeksel
Slaapstand ...............................................32
Snelkiesnummers
kiezen
....................................................73
opslaan
.................................................78
wijzigen
....................................77, 79, 80
Speciale telefoonfuncties op enkele
lijn
...........................................................144
Stroomstoring
.........................................175
T
Tekst invoeren .......................................201
speciale tekens
...................................201
Telefoon/Intern-toets gebruiken
.................6
Telefoonbeantwoorder
............................ 68
aansluiten
............................................. 69
Telefoonlijn
aansluitingen
........................................ 69
meerdere lijnen (PBX)
.......................... 70
problemen
.......................................... 143
storing
................................................. 148
type
....................................................... 67
Toegangscodes opslaan en kiezen
......... 82
Transparanten
.................... 19, 20, 22, 205
Tweede toestel gebruiken
....................... 71
Tweevoudige werking
.............................. 48
V
Vastgelopen
document
............................................ 156
papier
................................................. 156
Veiligheidsinstructies
.....................131, 135
Verbruiksartikelen
.................................. 215
Verkleinen
inkomende faxen
.................................. 54
kopieën
................................................. 92
Vervoeren, machine
.............................. 170
Volume instellen
beltoon
.................................................. 31
luidspreker
............................................ 31
waarschuwingstoon
.............................. 31
W
Windows
®
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
OPMERKING
Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up.
Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat
bij einde levensduur afdankt.
Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
32

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Brother-MFC-5890CN
  • wat ik ook doe mijn papier blijft wit. Plotseling komt er geen inkt meer; geen zwart en geen kleur en o ja de inkt is niet op. Gesteld op 10-12-2020 om 14:27

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • telkens geeft de print papier bij vullen.Maar dat is gebeurd, ook geen papier rest in de machine Gesteld op 4-6-2020 om 11:52

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • geef telkens aan papier bijladen. Alles is schoon en papier zit in lade Gesteld op 4-6-2020 om 11:30

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Op mijn Brother printer MFC5890CN krijg ik een melding van "reinigen onmogelijk 50" Wat is er aan de hand en hoe krijg ik deze melding weg. Gesteld op 2-1-2016 om 11:25

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik krijg telkens opstartprobleem 70 als ik iets wil printen. De printer drukt niet af...
    Ik heb al geprobeerd met eens alle printjobs te wissen alsook de printer volledig af te zetten en alles weer her op te starten, maar ik blijf die foutmelding krijgen? Iemand die mij kan helpen? Gesteld op 27-6-2015 om 21:31

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • ik heb hetzelfde probleem, weten jullie antwoord op opstartprobleem 70?
    Benjamin Geantwoord op 30-5-2017 om 14:25

    Waardeer dit antwoord (4) Misbruik melden
  • Beste mevrouw, meneer, ik heb een Brother MFC 5890CN printer en wil graag weten hoe ik de settings kan instellen om alleen zwart te printen. Mijn zwarte cartridge is nog niet leeg maar krijg een foutmelding om dat de gele kleuren cartridge leeg is. Graag jullie hulp om dit op te lossen. Gesteld op 7-6-2015 om 11:26

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
6
  • Hallo, ik heb een MFC5890cn met de formaat nazien papier bijvullen, maar er zit papier in en heb er verder niets aan verandert. Wat kan ik hieraan doen?

    Gesteld op 8-4-2015 om 12:26

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik had hetzelfde probleem met A3 papier, heb het opgelost! volg de stappen op pagina 2: Klik op deze LINK Geantwoord op 10-3-2016 om 11:14

    Waardeer dit antwoord Misbruik melden
  • Ik heb voor het eerst in 4 jaar tijd problemen met het printen van zwart. Kleuren print hij prima alleen zwart niet meer. Reinigen in het apparaat zelf werkt niet en ook een speciale zwarte reinigingstape kan het euvel niet verhelpen. Wat nu, wie weet raad? Alvast bedankt! Gesteld op 26-1-2015 om 11:17

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • in het geheugen zal staan dat de spons van zwart verzadigd is, met reinigen verhelp je dit euvel niet.
      Je kunt een nieuwe spons bestellen, maar je kan ook de printer voor de gek houden, en het mooiste is dat het gewoon werkt.
      Het gaat als volgt:
      stekker uit de printer,
      knop menu indrukken en vasthouden en intussen de stekker weer in het stopcontact doen,
      er kan een melding maintance komen of error 46,
      dat is goed, dit betekent dat het absorptiekussen voo zit.
      Nu gaat het erom om de teller weer op nul te zetten en dat doe je als volgt:
      als het goed is knipperen de 4 knoppen ( fax, scan, etc )
      toets in 8 en dan 0
      ca. 25 x op de zwarte startknop drukken, totdat in het display "purge counter "verschijnt,
      deze teller zet je als volgt op nul:
      toets 2 7 8 3
      de teller staat nu op 000000
      druk op stop/exit
      dan 2 keer op 9
      nu moet de printer het weer doen,
      voor de zekerheid kun je de zwarte cartridge even weer door de printer zelf laten reinigen..


      succes,

      Ria. Geantwoord op 20-5-2015 om 15:31

      Waardeer dit antwoord (1) Misbruik melden
  • Tip die door Ria is gegeven werkt super, dank je Ria.

    Mvg,
    Gerard Geantwoord op 29-6-2016 om 19:12

    Waardeer dit antwoord (1) Misbruik melden
  • Geachte heren, dames

    Mijn Brother geeft aan dat ik papier bij moet vullen terwijl de papier lade is voorzien van
    papier.

    Tevens geeft hij aan dat het papier formaat na gezien moet worden.
    Als ik menu drukt doet hij niets doet hij niets en kan ik ook niets controleren
    Wat kan er niet goed zijn? Hij heeft tot nu (17-6-'14) toe goed gewerkt.
    Graag uw antwoord om hem weer te laten functioneren.
    Kan in de gebruikershandleiding hier over niets vinden. Gesteld op 18-6-2014 om 00:26

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • de gele inktpatroon wordt wel herkend door mijn printer maar hij print niet ( de andere kleuren wel) waar kan dit aan liggen Gesteld op 20-2-2013 om 21:05

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Ik heb precies hetzelfde probleem. Mogelijk inkt probleem. Niet de orginele maar van inkt123. Bij de test geen kleurenblok geel. Cartridge vervangen. Maakt niet uit. Wat nu te doen ????

      Frans Geantwoord op 13-3-2013 om 12:08

      Waardeer dit antwoord (5) Misbruik melden
  • heb hetzelvde probleem zelf met originele inkt Geantwoord op 16-3-2013 om 18:41

    Waardeer dit antwoord (1) Misbruik melden
  • volgens de helpdesk printkop laten vervangen nogal duur Geantwoord op 16-3-2013 om 18:43

    Waardeer dit antwoord Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-5890CN bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-5890CN in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,13 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-5890CN

Brother MFC-5890CN Installatiehandleiding - Nederlands - 30 pagina's

Brother MFC-5890CN Installatiehandleiding - Deutsch - 30 pagina's

Brother MFC-5890CN Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 234 pagina's

Brother MFC-5890CN Installatiehandleiding - English - 30 pagina's

Brother MFC-5890CN Gebruiksaanwijzing - English - 231 pagina's

Brother MFC-5890CN Installatiehandleiding - Français - 30 pagina's

Brother MFC-5890CN Gebruiksaanwijzing - Français - 241 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info