8. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
P A GINA II
Lees eerst e de sectie waarin het gewenste installatietype staat
Enkel bij installatietype A2 en B2 (ISOFIT)
01
02
1.
Als uw auto standaard niet is voorzien van ISOFIX-kliksyst emen, klemt u
de twee kliksystemen
02
, die met het stoeltje zijn meegeleverd*, met de
uitsnede omhoog op de twee ISOFIX-bevestigingspunt en
01
van uw auto.
Tip! De ISOFIX-bevestigingspunt en bevinden zich tussen de zitting en de
rugleuning van de autostoel.
* De kliksystemen maken de inbouw van het kinderzitje met behulp van de ISOFIX-beves-
tigingspunten gemakkelijker en voorkomen beschadiging van de aut obekleding. Indien
u deze niet nodig heeft, dan moet dez e van het kinderzitje worden verwijderd en op een
veilige plek worden bewaard. Bij aut o's met rugleuningen die platgelegd kunnen worden
moeten de kliksystemen voor het platleggen van de rugleuning wor den verwijderd. Even-
tuele problemen zijn meestal het gevolg van vuil of vreemde mat erialen in het kliksysteem
en op de haken. V erwijder vuil of vreemde materialen om der gelijke problemen op te
lossen.
Enkel bij installatietype A (groep 1 / 9-18 kg)
2.A Controleer of de vijfpuntsgordel corr ect is gemonteerd (zie 5.).
3.A Pas de hoofdst eun 16 van het autokinderzitje aan de lichaamsgrootte van
uw kind aan (zie 8.1).
Enkel bij installatietype B (groep 2+ 3 / 15-36 kg)
2.B V erwijder de vijfpuntsgordel (zie 5).
3.B Pas de hoofdst eun 16 van het autokinderzitje aan de lichaamsgrootte van
uw kind aan (zie 8.2).
Bij alle soorten installaties
4.
Stel de gewenst e hoek van het autokinderzitje in
Rechtop zitten: Dr aai de afstandsspie 12 naar de
achterste stand
Achterover geleund zitten: Dr aai de afstandsspie 12
naar de voorste stand.
8.1 De hoofdsteun instellen / montage met vijfpuntsgordel
Een goed afgestelde hoofdsteun 16 waarborgt de optimale positie van het
schoudergedeelte van de gor del 13 en biedt uw kind optimale bescherming.
De hoofdsteun 16 moet zo worden afgesteld, dat de schou-
dergedeeltes 13 van de gordel zich op schouderhoogte van
uw kind bevinden.
WAARSCHUWING! Het schoudergedeelt e 13 van
de gordel mag niet achter de rug van uw kind, t er
hoogte van de oren of over de or en lopen.
De hoogte van het schoudergedeelte van de gor del aanpassen:
1. Maak de vijfpuntsgordel van het autokinderzitje zo
wijd mogelijk (zie 9.1).
Achterkant van het autokinderzitje:
2.
Kantel de gordelhoogt everstelling
24
naar boven en
verschuif deze gelijktijdig om de juist e hoogte van het
schoudergedeelte
13
van de gordel in te st ellen. V er -
grendel de gordelhoogt everstelling
24
door deze los t e
laten in de positie die het beste geschikt is voor uw kind.
5. Plaats het autokinderzitje in de rijrichting op een voor het gebruik toegela-
ten autost oel.
6.
Wanneer de hoofdst eunen van de voertuigstoel de bevestiging van het au-
tokinderzitje hindert, moet dez e worden weggenomen (zie handleiding voertuig).
Bewaar de weggenomen hoofdsteun op een veilige plaats in het voertuig
zodat deze niet weggeslinger d kan worden.
Tip! Indien de aut ogordel bij de montage te k ort is, dan kan het helpen om
het kinderzitje in de rechtopstaande zitpositie t e gebruiken.
7. Draai de SIC T 08 linksom (aan de kant die het dichtst
bij het portier ligt) eruit tot hij op 5mm afstand van het
portier is of maximaal is uitgedraaid.
9. MONT A GE
GROEP 1 (9-18 kg)
Installatie met driepuntsgordel van de aut o
A1
De EVOL VA 1-2-3 SL SIC T wordt met de driepuntsgordel van de aut o vast gemonteer d.
Uw kind wordt vervolgens met de vijfpuntsgordel van het kinderzitje vastgegespt.
1. Voer de stappen in hoofdstuk
„8. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN“ uit.
2. Voer in hoofdstuk A2 de stap driepuntsgordel van de auto uit.
3. T rek het autokinderzitje met een ruk naar voren om t e waarborgen dat dez e
goed is bevestigd.
4. Maak uw kind vast zoals in hoofdstuk „9.1 Uw kind vastgespen met de
vijfpuntsgordel“ staat beschreven.
5. Voer de stappen in hoofdstuk „9.3 checklijst“ uit.
GROEP 1 (9-18 kg)
Installatie met ISOFIT
en driepuntsgordel van de auto
A2
De
EVOL VA 1-2-3
wordt met de driepuntsgordel van de aut o vast gemonteerd.
Uw kind wordt vervolgens met de vijfpuntsgordel van het kinderzitje
vastgegespt.
2.4 Schuif de ISOFIT -bevestigingsarm 07 in de invoer-
hulp 02 totdat de ISOFIT -bevestigingsarm 07 met
een "klik"-geluid vastklikt.
GEV AAR! Controleer door trekk en aan de ISOFIT -
bevestigingsarm 07 , of deze correct is vastgeklikt .
3. De driepuntsgordel van de auto
3.1 Leid het schoudergedeelt e 25 van de gordel tussen
de hoofdsteun 16 en de rugleuning 04 van het kin-
derzitje. Waarborg dat de gor del niet is verdr aaid.
VOORZICHTIG! Neem bij de volgende stappen i
nacht dat de gordels niet verdr aaid zijn.
3.2 Leid het heupgedeelte 26 van de gordel door de
2.3 Druk de rode ISOFIT -vergrendelingsknop 06 in om
te waarborgen, dat de haak van de ISOFIT -bevesti-
gingsarm 07 is geopend en klaar is voor gebruik.
2.7 Druk de rode ISOFIT -vergrendelingsknop 06 in om
te waarborgen, dat de haak van de ISOFIT -bevesti-
gingsarm 07 is geopend en klaar is voor gebruik.
2.8 Schuif de ISOFIT -bevestigingsarm 07 in de invoer-
hulp 02 totdat de ISOFIT -bevestigingsarm 07 met
een "klik"-geluid vastklikt.
GEV AAR! Controleer door trekk en aan de ISOFIT -
bevestigingsarm 07 , of deze correct is vastgeklikt .
2. ISOFIT 1/3
2.1 Open de afdekkap 09 die verder van de autodeuren
is verwijderd.
2.2 Houd de ISOFIT -instelknop 10 ingedrukt en trek de
van de voertuigdeur het verst af liggende ISOFIT -
bevestigingsarm 07 volledig naar buiten.
2.5 Open de afdekkap 09 die dichter bij de autodeuren
in de buurt is.
2.6 Houd de ISOFIT -instelknop 10 ingedrukt en trek de
van de voertuigdeur het verst af liggende ISOFIT -
bevestigingsarm 07 volledig naar buiten.
1. Voer de stappen in hoofdstuk „8. VOORBE-
REIDENDE WERKZAAMHEDEN“ uit.
3.4 Draai het kinderzitje iets van de aut ostoel af.
3.5 Leid de autogor del van voren door de eerste
gordeldoorvoer 15 van de rugleuning 04 .
3.6 Leid de autogor delvan achteren door de tweede
gordeldoorvoer 15 weer naar voren en klik de
gespdelen met een hoorbaar „klik“-geluid in het
gordelslot van de auto 34 .
3.7 Leid het schoudergedeelt e 25 en het heupgedeelte
26 van de gordel aan de kant van het gordelslot van
de auto door de lichtrode gor delgeleider 20 op het
gordelslot van de auto 34 .
3.8 Druk met een knie vast op het kinderzitje. T rek tegelij-
kertijd het schoudergedeelte 25 van de gordel onder
bij het autogordelslot naar boven aan
3.9 Houd het schoudergedeelte van de gor del van
onderen vast en trek de gor deldoorvoer 15 van het
schoudergedeelte 25 van de gordel van bovenaf naar
voren. Haal uw gewicht van het autokinderzitje af en
trek aan het schoudergedeelt e 25 van de gordel om
na te spannen.
V oorzichtig! Het gordelslot van de auto 34 mag niet
in de lichtrode gordelgeleider 20 liggen.
4. ISOFIT 2/3
4.1 T rek de ISOFIT -verstelgordels 29 achtereenvolgens
links en rechts aan en schuif tegelijk ertijd het kinder-
zitje naar achteren.
4.2 Duw de ISOFIT -verstelgordels 29 in de daar voor
bestemde openingen aan beide kanten en sluit de
afdekkap 24 aan beide kanten weer .
5. ISOFIT 3/3 en driepuntsgordel van de auto
T rek het autokinderzitje met een ruk naar voren, om de
te waarborgen, dat de ze goed is bevestigd en controleer
opnieuw de ISOFIT -bevestigingsarmen 07 , om te
waarborgen dat beide volledig zijn vastgeklikt.
9.1 Uw kind vastgespen met de vijfpuntsgordel
Hoe beter de gordel op het lichaam van uw kind aansluit, hoe gr oter de
veiligheid. T rek uw kind daarom geen dikke kleding aan onder de riem.
1. Open het gordelslot 19 (druk op de rode knop)
2. Druk op de verstelknop 22 en trek de beide schou-
dergordels 13 onder de schoudervullingen 18
tegelijkertijd naar voren.
3. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen.
4. Controleer of de hoofdsteun 16 correct is ingesteld
en pas deze indien nodig aan [zie 8.1].
5. Zorg ervoor dat de rug van uw kind plat tegen de
rugleuning van het kinderzitje rust.
6. Breng beide gespdelen 30 samen en verbind ze met
elkaar voordat u ze in het gor delslot 19 steekt - er is
een „klik“ -geluid te horen.
7. T rek aan de schouderbanden 13 om het heupgedeel-
te van de gordel aan t e halen en om te waarborgen
dat het harnas plat ligt.
WAARSCHUWING! De heupgordels 35 moeten zo
laag mogelijk over de liezen van uw kind lopen.
8. T rek aan de verstelgordel 23 totdat u een „klik“ geluid
hoort.
VOORZICHTIG! T rek de verstelgordel 23 recht naar
voren (niet schuin naar boven of naar beneden). T rek
de schouderkussentjes 18 weer naar beneden.
9. T rek nogmaals aan de verstelgordel 23 totdat u een
klik“ geluid hoort, waaruit blijkt dat het harnas vast
genoeg zit.
8.2 De hoofdsteun instellen / montage met driepuntsgordel
Een goed afgestelde hoofdsteun 16 waarborgt de optimale positie van het
schoudergedeelte van de gor del 25 , en biedt uw kind optimale beveiliging.
De hoofdsteun 16 moet zo zijn afgesteld dat er tussen de
schouders van uw kind en de hoofdsteun 16 nog twee
vingers ruimte is.
Zo kunt u de hoogte van de hoofdst eun als volgt op
de lichaamsgrootte van uw kind afstellen:
1. Schuif de gordelhoogteverst elling 24 naar de
bovenste stand (zie 8.1).
De
EVOL VA 1-2-3 SL SIC T
wordt niet vast in de auto gemont eerd. Het zitje wordt
simpelweg samen met uw kind met de driepuntsgordel van de auto vastge zet.
1. Voer de stappen in hoofdstuk „8. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHE-
DEN“ uit. Zor g ervoor dat de rugleuning 04 vlak tegen de rugleuning van
de autostoel aank omt.
2. Voer de stap in hoofdstuk „9.2 Uw kind vastgespen met de
driepuntsgordel“ uit.
GROEP 2-3 (15-36 kg)
Installatie met driepuntsgordel van de auto
B1
GROEP 2-3 (15-36 kg)
Installatie met ISOFIT
en driepuntsgordel van de auto
B2
De EVOL VA 1-2-3 SL SIC T wordt met ISOFIT vast in de auto gemont eerd. Uw kind
wordt vervolgens met de driepuntsgordel van de auto in het kinderzitje vastgegespt.
1.
V oer de stappen in hoofdstuk „8. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN“ uit.
2. Voer in hoofdstuk A2 de stap ISOFIT uit.
3. T rek het autokinderzitje met een ruk naar voren, om de t e waarborgen, dat
deze goed is bevestigd en contr oleer opnieuw de ISOFIT -bevestigingsar-
men 07 , om te waarborgen dat beide volledig zijn vastgeklikt.
4. Volg de stappen in hoofdstuk 9.2 en 9.1 op.
9.2 Uw kind vastgespen met de driepuntsgordel
4.
Leid het schoudergedeelt e
25
en het heupgedeelte
26
van
de gordel aan de kant van het gordelslot van de aut o
34
door de lichtrode gordelgeleider
20
van het autokinderzitje.
GEV AAR! Het gordelslot van de aut o 34
mag niet in de lichtrode gordelgeleider 20 liggen.
6. Leid het schoudergedeelte van de gordel 25 in de
donkerrode gordelhouder 17 van de hoofdsteun 16
totdat dez e volledig en niet verdr aaid in de gordel-
houder 17 ligt.
Tip! Als de rugleuning 04 de gordelhouder 17
bedekt, kunt u de hoofdsteun 04 naar boven verstel-
len. Nu kan het schoudergedeelte van de gor del 25
gemakkelijk worden aangebr acht. Zet de hoofdst eun
16 vervolgens weer terug op de juiste hoogt e.
7. Controleer of het schoudergedeelte van de gordel
25 over het sleutelbeen van uw kind verloopt en niet
vast tegen de hals ligt.
Tip! U kunt de hoogt e van de hoofdsteun 16 ook
nog in de auto afstellen.
GEV AAR! Het schoudergedeelt e van de gordel
25
moet
schuin naar achteren lopen. U kunt de weg van de gor del
met de instelbare gor delomleider van uw auto regelen.
GEV AAR! Het schoudergedeelt e
25
mag nooit naar vo-
ren lopen naar de gordelomleider van de aut o. Gebruik
in dat geval het kinderzitje alleen op de achterzitting.
8. T rek de autogordel str ak door aan het schouderge-
deelte van de gordel 25 te trekken.
1. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen.
2. T rek de autogordel los en leid dez e voor uw kind
langs naar het slot van de autogordel 34 .
GEV AAR! Let op dat de aut ogordel niet gedr aaid
is, omdat u anders geen gebruik maakt van de volledi-
ge beschermende werking van het vasthoudsysteem.
3. Klik de gesp met een „klik“ geluid 34 in het slot vast
in de autogordel.
5.
Leid het heupgedeelt e van de gordel
26
aan de andere zijde
van het zitkussen ook door de lichtrode gordelgeleider
20
.
GEV AAR! Het heupgedeelte van de gor del 26
moet aan beide zijden zo laag mogelijk over de liezen
van uw kind lopen.
9.3 Checklist
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elke rit of...
►het kinderzitje goed vast zit;
►de gordels gespannen en niet verdr aaid zijn,
►de SICT 08 correct wordt gebruikt,
►de hoofdsteun 16 correct is afgesteld op de lichaamsgr ootte van uw kind.
Enkel bij installatietype A (groep 1)
►het schoudergedeelte 25 van de gordel tussen de hoofdst eun 16 en de
rugleuning 04 loopt,
►de gordels van het autokinderzitje nauwsluit end zitten zonder het kind t e beknellen.
►de gespdelen 30 in het gordelslot 19 zijn vastgeklikt.
►de schouderkussentjes 18 vast tegen het lichaam aanliggen.
Enkel bij installatietype B (groep 2+3)
►het schoudergedeelte 25 van de gordel door de donkerr ode gordelhouder
17 van de hoofdsteun 16 loopt,
►het heupgedeelte 26 van de gordel aan beide zijden door de twee lichtrode
gordelgeleiders 20 van het zitkussen loopt,
►het schoudergedeelte 25 van de gordel aan de kant van het slot van de
autogordel 34 ook door de lichtrode gor delgeleider 20 van het autokinder-
zitje loopt,
►het schoudergedeelte van de gor del 25 schuin naar achteren loopt.
►het autogordelslot
34
niet in de lichtrode gordelgeleider
20
van het zitkussen ligt.
Enkel bij installatietype A2 en B2 (ISOFIT)
►het kinderzitje aan beide kanten met de ISOFIT -bevestigingsarmen 07 in de
ISOFIT -bevestigingspunten 01 is ingeklikt.
VOORZICHTIG! T er bescherming van uw auto:
• Bepaalde van gevoelig materiaal gemaakte autostoelbekledingen (zoals velours,
leer , enz.) kunnen bij gebruik van het kinderzitje slijtagesporen oplopen. V oor
optimale bescherming van de autobekleding r aden we het gebruik aan van het
BRIT AX RÖMER-onderdek uit ons accessoireaanbod.
2. Verwijder de vijfpuntsgordel (zie 5).
3. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen.
4. Druk de hoofdsteunverstelling 03 op de achterkant van
de hoofdsteun 16 .
►Nu is de hoofdsteun ontgrendeld.
5. U kunt nu de ontgrendelde hoofdsteun 16 in de
gewenste hoogte inst ellen. Zodr a u de verstelknop 03
loslaat, klikt de hoofdsteun 16 vast.
6. Controleer de hoogte. Indien de hoofdsteun 16 in de
laagste stand nog te hoog is, dan kunt u een e xtra
aanpassing maken middels de gordelhoogt everstelling
24 , zoals in sectie 8.1 staat beschreven.
lichtrode gordelgeleider 20 .
3.3
Pak ongeveer 80cm van het schouder gedeelte
25
en
het heupgedeelte
26
van de autogordel samen vast.
19
30
19
16 03
07
25
25
17
25
16
26
20
25
26 20
34
34
12 12
08
16
13
25
04
20 26
15 04
15
16 24
07
16
02
07
06
07
10
09
07
07
02
07 06
07
10
09
34
25 26
34
25
25
19
13
18
22
23
18
07 35
07
16
04
29
04
16
25
24
25
20
160908_EVOLVA_123_SICT_DRAFT_NL_GRAFIKEN.indd 2 9/7/2016 7:13:25 PM