De controlelampjes-inschakelen en temperatuur-keuze
NL
Supervriescontrolelamje
(geel)
Afbeelding
s
/8
Di brandt als het supervriessysteem is
ingeschakeld. Het gaat uit als het
supervriessysteem wordt uitgeschakeld.
Waarschuwingslampje
temperatuur diepvriesruimte
(rood)
Afbeelding
s
/9
Dit knippert als het te warm is in de
diepvriesruimte, waardoor de ingevroren
levensmiddelen kunnen bederven. Het kan
zonder gevaar voor de diepvrieswaren
tijdelijk knipperen: bij het in gebruik nemen
van het apparaat, bij het opslaan van grote
hoeveelheden verse levensmiddelen, als de
temperatuurkiezer op een hoger cijfer
(=lagere temperatuur, en dus kouder) wordt
ingesteld.
De koel- en diepvriesruimte kunnen
onafhankelijk van elkaar gebruikt
worden.
Koelruimte inschakelen en
koeltemperatuur kiezen
Inschakelen afbeelding
s
Met bedieningsknop 1 wordt de koelkast
ingeschakeld.
Bij het drukken licht de buitense ring groen
op en gaat de binnenverlichting aan.
Wanneer U de keuze-draaiknop van links
naar rechts draait kunt U de
thermostaatinstelling kiezen en zo de
gewenste temperatuur bepalen.
Op schaal 3 kunt U de gekozen instelling
aflezen; de koudste is aangeduid met het
teken +.
Diepvriesruimte inschakelen
en diepvriestemperatuur
kiezen
Inschakelen afbeelding
s
Met bedieningsknop 5 wordt de
diepvriesruimte ingeschakeld.
Bij het drukken licht de buitenste ring groen
op.
Met keuze-draaiknop 6 kiest U met een
beweging van links naar rechts de gewenste
thermostaatinstelling, en daarmee de
benodigde temperatuur.
Op schaal 7 kunt U de gekozen instelling
aflezen; de koudste is aangeduid met het
teken +.
Bij de eerste inschakelling is het raadzaam
de koudste instellin te kiezen. U zult zien
dat alarmlampje 9 oplicht, hetgeen betekent
dat de benodigde temperatuur nog niet
bereikt is; pas na enkele uren zal de lamp
uitgaan.
Als alarmlampje 9 uitgaat kan een
gemiddelde thermostaatinstelling gekozen
worden.
Opmerkingen:
Als de koelmachine in werking is, vormen
zich waterdruppels of rijp op de verdamper,
Dit is normaal.
Afschrapen en afwissen is overbodig.
De verdamper wordt namelijt automatisch
ontdooid. Het dooiwater wordt in het
dooiwatergootje afb.
a
/13 opgevangen en
naar de koelmachine afgevoerd, waar het
verdampt. Als de deur van de
diepvriesruimte na het sluiten niet meteen
weer geopend kan worden: twee, drie
minuten wachten tot de ontstane druk is
opgeheven.
33