35
Vis
Aanwijzingen
■ Leg om te grillen de hele vis, bijv. forel, in het midden van het
rooster.
■ Maak hele, gestoofde vis klaar in de zwemhouding.
■ *Grill, klein
■ (Grill, groot
Tips voor het braden en grillen
Stukken kip, ca. 800 g open vorm, rooster 1
4
190-210 360 W 30-35
Stukken kip, ca. 1,5 kg open vorm, rooster 1
4
190-210 360 W 35-40
Kipfilet ca. 500 g open vorm, rooster 1
4
190-210 180 W 25-30
Eend, heel, 1,5 tot 1,7 kg Braadslede 1
4
170-190 180 W 60-80
Eendenborst, heel, 2 stuks à
300tot400g
Rooster +
Braadslede*
2
1
(
3 90 W 18-22
Gans, heel, 3 tot 3,5 kg Braadslede 1
4
170-190 180 W 80-90
Ganzenborst, 2 stuks
à 500 g
Rooster +
Braadslede*
2
1
4
210-230 90 W 20-25
Ganzenbouten, 4 stuks
ca. 1,5 kg
Rooster +
Braadslede*
2
1
4
170-190 180 W 30-40
Kalkoen, heel, ca. 3 kg Braadslede 1
3
170-180 180 W 60-70
Kalkoen, heel, ca. 1,5 kg gesloten vorm, rooster 1
4
190-200 180 W 60-70
Kalkoenfilet, ca. 1 kg gesloten vorm, rooster 1
%
200-210 - 80-90
Kalkoenbout, ca. 1,3 kg gesloten vorm, rooster 1
4
210-230 360 W 45-50
Gevogelte Toebehoren Hoogte Verwar-
mings-
methode
Temperatuur °C,
grillstand
Magnetronvermo-
gen in watt
Tijdsduur in
minuten
* 50 ml water in de braadslede doen.
Vis Toebehoren Hoogte Verwar-
mings-
methode
Grillstand Magnetronvermo-
gen in watt
Tijdsduur in minuten
Vis heel, bijv. forel ca. 300 g,
gegrild
Braadslede +
Rooster*
1
3
*
2 - 1e kant: ca. 10-15
2e kant: ca. 8-12
Viskotelet, bijv. zalm, 3 cm
dik, gegrild
Braadslede +
Rooster*
1
3
(
3 - 1e kant: ca. 10-12
2e kant: ca. 8-12
Vissen heel, 2tot3stuks
à 300 g, gegrild
Braadslede +
Rooster*
1
3
(
2 - 1e kant: ca. 10-15
2e kant: ca. 10-15
Vis, heel ca. 1 kg, gestoofd gesloten vorm, roos-
ter
1 - - 600 W 10-15
Vis, heel ca. 1,5 kg, gestoofd gesloten vorm, roos-
ter
1 - - 600 W
360 W
10-15
5-10
Vis, heel ca. 2 kg, gestoofd gesloten vorm, roos-
ter
1 - - 600 W
360 W
15-20
10-15
Visfilet bijv. zeezalm
ca. 800 g, gestoofd
gesloten vorm, roos-
ter
1 - - 600 W 9-14
* Het rooster eerst met olie invetten.
Voor het gewicht van het vlees staan geen
gegevens in de tabel.
Kies voor kleinere stukken vlees een hogere temperatuur en een kortere berei-
dingstijd. Kies voor grotere stukken vlees een lagere temperatuur en een langere
bereidingstijd.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar is? Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepel-
test". Druk met de lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft
het mee, dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is aan-
gebrand.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is te
licht en te waterig.
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Het vlees is niet doorbakken. Snijd het vlees open. Maak de saus klaar in het braadgerei en leg de plakken
vlees in de saus. Bereid het vlees verder alleen met de magnetron.