FUNCTIEKNOP
MODUS 1. Druk op “MODUS” om een functie op het scherm weer te geven
.
2. Druk op "MODUS" en houd 4 seconden vast om
alle functiecijfers te resetten.
FUNCTIES
SCAN Scant automatisch iedere 6 seconden afwisselend
TIME, SPEED, DISTANCE, CALORIE, PULSE
SPEED Geeft de huidige trainingssnelheid weer; het maximum is 99,9 km.
TIME Totaliseert de totale trainingstijd tot 99:59.
DISTANCE Totaliseert de totale afstand tot 99,99 km vanaf 0
tijdens de training.
CALORIE Totaliseert het calorieverbruik tijdens de training van 0 tot maximaal 9999 calorieën.
(Met deze gegevens kunt u de verschillende trainingssessies met elkaar vergelijken;
ze kunnen niet voor een medische behandeling worden gebruikt.)
PULSE De monitor geeft de hartslag weer tijdens de training.
BESCHRIJVING SENSORPULSFUNCTIE MET HANDGREPEN:
Tijdens de training ziet u uw hartslag afgebeeld op het scherm. Als u gaat trainen, moet u de
pulssensor met beide handen vasthouden, waarna na een halve minuut tot maximaal 1 minuut, de
polshartslag op het scherm wordt weergegeven. Als u de sensor maar met een hand vasthoudt, krijgt u
geen goede weergave van de polshartslag op het scherm. Voor een nauwkeurige weergave van de
polshartslag, adviseren wij u de sensor tijdens de training met beide handen vast te houden.
N.B.
1. Als u stopt met de training, verschijnt er een stopteken in de linkerbovenhoek.
2. Als er gedurende 4 minuten geen signaal is, schakelt de display automatisch uit nadat hij alle functiewaarden heeft
opgeslagen.
3. Zet de monitor aan door op de knop te drukken of door de pedalen te bewegen.
4. Als de monitor geen goed beeld geeft, installeer dan opnieuw de batterijen voor een goed resultaat.
Batterijspecificaties: 1.5V UM-3 of AA (2 stuks).
PROBLEEMOPLOSSEN.
1. Het vervangen van de batterij. Voor het vervangen van de batterij, haalt u de computer
uit de computerhouder, verwijdert u de batterijdeksel op de achterkant van de
computerconsole en verwijdert u de batterijen. Doe er 2 AA batterijen in. Doe het deksel
dan weer terug op de console en plaats de computer weer terug in zijn houder.
2. De computer werkt niet goed. Als uw computer niet goed werkt, controleer dan of de
ondersensorbedrading verbonden is met de bovensensorbedrading en verzeker u ervan
dat de bovensensorbedrading op de computer is aangesloten. Als u dit heeft
gecontroleerd en de computer doet het nog steeds niet, kijk dan of de batterijen in de
computer goed geplaatst zijn en of ze nog steeds werken.
3. Geen weerstand. Als er geen trapweerstand is op de fiets, verzeker u er dan van dat de
bovenspanningskabel verbonden is met de onderspanningskabel.