41
Störung
Apparaat werkt niet.
De levensmiddelen zijn te warm.
Apparaat koelt te sterk.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het stopcontact of
zit los.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
Temperatuur is te laag ingesteld.
Storingen in het lichtnet door Uw electrovak-
man laten verhelpen.
Verhelpen
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering controleren, eventueel vernieuwen.
Temperatuurregelaar tijdelijk op een hogere
stand zetten.
Temperatuur is niet juist ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-name”.
Deur heeft te lang openge-staan.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn grotere hoe-
veelheden warme levensmiddelen
opgeslagen.
Temperatuurregelaar op een koudere stand zet-
ten.
Het apparaat staat naast een warm-
tebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-plaats”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp ver-wisselen”.
Binnenverlichting werkt niet.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de muur of
tegen andere voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de
achterkant van het apparaat komt
tegen een ander onderdeel van het
apparaat aan of tegen de muur.
Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig wegbuigen.
Op de ondichte plaatsen de deurafdichting
voorzichtig met een Föhn® verwarmen (niet
heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met
de hand zo in vorm trekken dat hij weer hele-
maal sluit.
Deurafdichting is lek (eventueel na
het verwisselen van de deuraanslag).
Sterke rijpvorming in het apparaat,
eventueel ook aan de deurafdichting.
Na het wijzigen van de temperatu-
urinstelling start de compressor niet
direct.
Dit is normaal, het betreft geen sto-
ring.
De compressor start na enige tijd automatisch.
Ontdooiwaterafvoer is verstopt. Zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”.
Water op de bodem van de koelruim-
te of op de planken.