3.3.2 Beluchting / ventilatie
Bij de haard zijn te onderscheiden: - verwarmingslucht
- verbrandingslucht
Verwarmingslucht (convectielucht) is uitsluitend voor het overbrengen van de warmte
van het toestel naar de woonruimte. De lucht komt uit de kamer en blijft in de kamer.
Verbrandingslucht is nodig om de verbranding in stand te houden waarbij de lucht uit
de woonkamer, of direct van buiten, wordt aangezogen door de natuurlijke trek van de
schoorsteen.
• Verbrandingslucht uit de woonkamer:
De inlaatopeningen voor de verbrandingslucht zitten achter de deur. Bij gebruik van
het toestel dient voor voldoende verse lucht gezorgd te worden: minimaal een rooster
met een netto opening van 150
cm
2
in de buitenmuur van de ruimte waar de haard is
geplaatst.
Eventueel kan ook de verbrandingsluchttoevoer Ø125 mm aan de onderzijde (bodem)
van het toestel worden gebruikt. Via de holle ruimte, onder het toestel, en een rooster
in de schouw kan de verbrandingslucht vanuit de woonkamer worden toegevoegd.
Zorg ervoor dat, vooral bij de huidige kierdichte woningen, de ventilatie-voorzieningen
geopend zijn.
Indien de woning een mechanische ventilatie heeft, die een onderdruk creëert in het
vertrek waar het toestel staat, is het noodzakelijk dat een rookgasventilator wordt
geplaatst. Het type rookgasventilator is afhankelijk van de capaciteit van het
mechanische ventilatie systeem. Raadpleeg hiervoor altijd uw installateur.
Bij woningen met een in werking zijnde afzuigkap, dient deze in de laagste stand,
respectievelijk uitgezet te worden. Blijft de afzuigkap in werking, dan dient ter
compensatie, extra geventileerd te worden. Hiermee wordt niet alleen een slechte
verbranding vermeden, maar ook voorkomen dat rookgassen uit het toestel de kamer
in worden gezogen.
Blijkt het creëren van een extra ventilatie opening toch onvoldoende te zijn, dan is het
noodzakelijk dat er ook een rookgasventilator wordt geplaatst.