637202
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/6
Pagina verder
Seite 1
RADIOGESTUURD WEERSTATION
Bedieningshandleiding
Editie: AA 19/16 A
Inhaltsverzeichnis
1 Toepassingsgebied ............................................................ 1
2 Veiligheid........................................................................... 1
2.1 Veiligheidsaanwijzingen .................................... 1
2.2 Elektromagnetische verdraagzaamheid .............. 1
2.3 Werking op batterijen ......................................... 1
3 Onderhoud ........................................................................ 1
3.1 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving ............ 1
3.2 Omgevingstemperatur ........................................ 1
3.3 Verwijdering ....................................................... 1
3.4 Reiniging en vrzorging ....................................... 2
3.5 Lagerung ............................................................. 2
3.6 Aanwijzingen over deze bedieningshand-leiding2
3.7 Bij de levering inbegrepen .................................. 2
4 Functietoetsen en displayweergave ................................. 2
4.1 Functietoetsen ..................................................... 2
4.2 Displayweergave ................................................ 2
4.2.1 Basisstation .......................................................... 2
4.2.2 Buitensensor ........................................................ 2
5 Ingebruikneming .............................................................. 2
6 Modi/functies .................................................................... 3
6.1 Uur, datum en tijdzone ....................................... 3
6.1.1 Radiografische tijd ............................................... 3
6.1.2 Handmatige instelling .......................................... 3
6.2 Maan-fase ........................................................... 3
6.3 Alarm .................................................................. 4
6.3.1 Alarmtijden instellen ............................................ 4
6.3.2 Alarm activeren/deactiveren ................................ 4
6.3.3 Wekherhaling ....................................................... 4
6.3.4 Alarm afzetten ...................................................... 4
6.4 Temperatuur en luchtvochtigheid ....................... 4
6.4.1 Indicatie van de temperatuur en luchtvochtigheid 4
6.4.2 Max.-/min.-geheugen van temperatuur en
luchtvochtigheid ................................................. 4
6.4.3 Wissen van het max.-/min.-geheugen .................. 4
6.4.4 Selectie °C/°F en hPa/inHg .................................. 4
6.4.5 Trendindicatie van de binnen- en
buitentemperatuur en de binnen- en
buitenluchtvochtigheid ....................................... 4
6.4.6 Comfortindicatie van het binnenklimaat .............. 4
6.4.7 Instelbaar temperatuuralarm voor de
buitentemperatuur ............................................... 4
6.4.8 Buitensensor ......................................................... 4
6.4.9 Technische gegevens in verband met de
temperatuur, luchtvochtigheid, luchtdruk en
batterijen ............................................................. 5
6.5 Luchtdruk ........................................................... 5
6.5.1 Luchtdrukindicatie ............................................... 5
6.5.2 Weersvoorspelling ............................................... 5
6.6 Licht ................................................................... 5
7 Montage ............................................................................ 5
8 Indicatie voor batterijvervanging en batterijvervanging .. 5
8.1 Basisstation ........................................................ 5
8.1.1 Indicatie voor batterijvervanging ......................... 5
8.1.2 Vervangen van de batterij .................................... 5
8.2 Buitensensor ....................................................... 5
8.2.1 Indicatie voor batterijvervanging ......................... 5
8.2.2 Vervangen van de batterij .................................... 5
9 Conformiteitsverklaring .................................................. 5
10 Slecht functioneren verhelpen ......................................... 6
1 Toepassingsgebied
Dit weerstation is alleen geconstrueerd voor gebruik als
weerstation. Weerstations leveren informatie over het
binnenklimaat, dienen voor de lokale weersvoorspelling en
worden verder gebruikt voor informatie over de
buitentemperatuur, luchtvochtigheid buiten, voor vorstinformatie
(automobilisten, boeren), enz. Het weerstation kan door de
consument gebruikt worden binnen de gegeven toleranties.
Gebruik het weerstation NIET voor een commerciële of
beroepsmatige weersvoorspelling. Een andere toepassing dan in
deze bedieningshandleiding beschreven, is niet toegestaan en kan
leiden tot beschadigingen of verwondingen. Voor schade door
onreglementair gebruik wordt geen aansprakelijkheid
geaccepteerd. In de bedieningshandleiding vindt u meer
aanwijzingen en verduidelijkingen.
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidsaanwijzingen
Lees deze handleiding en vooral dit hoofdstuk aandachtig door en
volg alle gegeven aanwijzingen op. Zo garandeert u een
betrouwbare werking en een lange levensverwachting van uw
weerstation. Bewaar de verpakking en de bedieningshandleiding
goed om deze bij een overdracht aan de nieuwe bezitter te kunnen
geven.
Open nooit de kast van het basisstation en van de buitensensor,
deze hebben geen onderdelen die onderhoud nodig hebben (met
uitzondering van het openen van batterijvakken voor het inleggen
of vervangen van de batterijen, zie punt 7 Indicator batterij
vervangen en vervangen van de batterij). Leg geen voorwerpen
op het basisstation en op de buitensensor en oefen geen druk uit
op het display. Het display zou kunnen breken. Raak het display
niet aan met scherpe voorwerpen om beschadigingen te
voorkomen.
Gevaren voor kinderen en hulpbehoevende
personen:
Houd verpakkingsfolie uit de buurt van baby's en kleine
kinderen. Gevaar voor verstikking!
Dit horloge mag door kinderen vanaf acht (8) jaar en
personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vaardigheden of door personen met gebrek aan ervaring en
kennis van zaken gebruikt worden, wanneer ze onder
toezicht staan of aanwijzingen hebben gekregen over het
veilige gebruik van het horloge en de mogelijke gevaren
daarvan. Kinderen mogen niet met het horloge spelen.
Kinderen mogen dit horloge niet reinigen of onderhouden
zonder toezicht. Meer informatie vindt u op
www.produktservice.info.
2.2 Elektromagnetische verdraagzaamheid
Zet het basisstation en de buitensensor indien mogelijk niet in de
buurt van bijv. een computer, printer, televisie, mobiele telefoon
of radio, omdat apparaten met een sterke EM
(elektromagnetische) straling of andere radiostations de radio-
ontvangst kunnen storen of beperken.
2.3 Werking op batterijen
Uw basisstation werkt op twee batterijen van 1,5 V type
LR6/R6/AA en de buitensensor werkt op twee batterijen van
1,5 V type LR03/R03/AAA.
Onderstaand vindt u enkele aanwijzingen voor de omgang met de
batterijen:
Vervang de batterijen alleen door een gelijkwaardig batterijtype.
Batterijen mogen niet opgeladen of met andere middelen
gereactiveerd worden, uit elkaar gehaald, in het vuur geworpen of
kortgesloten worden. Bewaar de batterijen altijd buiten het bereik
van kinderen. Batterijen kunnen levensgevaarlijk zijn als ze
ingeslikt worden. Bewaar de batterijen en het weerstation daarom
op een plaats waar kleine kinderen er niet bij kunnen komen. Als
er een batterij ingeslikt is, moet onmiddellijk medische hulp
gezocht worden.
Voor het inleggen van de batterijen de apparaten en
batterijcontacten indien nodig reinigen met een licht vochtige
doek en grondig droogmaken. Verwijder lege batterijen
onmiddellijk uit het apparaat om het lekken van de batterijen te
voorkomen. Verwijder eveneens de batterijen uit het apparaat
wanneer u het gedurende langere tijd niet gebruikt. (Gevaar voor
lekken!) Voorzichtig met uitgelopen batterijen! Vermijd het
contact met huid, ogen en slijmvliezen! Bij contact met
batterijvloeistof de betreffende plekken direct met ruim water
spoelen en direct een arts raadplegen!
Batterijen verdragen geen hitte. Voorkom dat het basisstation
resp. de buitensensor en zodoende de ingelegde batterijen te heet
worden. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden
tot beschadiging en in bepaalde omstandigheden zelfs tot
exploderen van de batterijen. Temperaturen onder 0°C kunnen
een negatieve uitwerking hebben op de levensduur van de
batterijen. Informatie over het vervangen van de batterijen vindt u
in punt 8 Indicatie voor batterijvervanging en
batterijvervanging’.
Aanwijzing: plaats de buitensensor zo, dat hij niet blootgesteld
wordt aan extreme hitte of kou. Bij extreme kou worden de
batterijen en dus ook het zendsignaal zwakker.
3 Onderhoud
Let op! Er bevinden zich geen onderdelen in de kast van het
weerstation die onderhoud nodig hebben of gereinigd moeten
worden.
3.1 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving
Het basisstation is niet beschermd tegen spatwater. Let er op, dat
uw basisstation niet bloot komt te staan aan vocht of aan een te
hoge luchtvochtigheid en voorkom stof, hitte en te lang direct
zonlicht. Zet het basisstation stabiel op een niet-metalen
oppervlak om een optimale radioregistratie te garanderen. De
buitensensor is beschermd tegen spatwater. Kies voor het gebruik
buiten een plaats uit waar de buitensensor niet direct blootgesteld
wordt aan regen of zonlicht. Het niet in acht nemen van deze
aanwijzingen kan leiden tot storingen of tot beschadiging van het
basisstation en van de buitensensor.
3.2 Omgevingstemperatur
Het basisstation kan continu gebruikt worden bij een
omgevingstemperatuur van 0 °C tot 50 °C . Als het basisstation
buiten werking is, kan het bij -10 °C tot + 60 °C opgeslagen
worden. De buitensensor kan continu gebruikt worden bij een
omgevingstemperatuur van -20 °C tot +60 °C . Als de
buitensensor buiten werking is, kan hij bij -25 °C tot + 70 °C
opgeslagen worden
3.3 Verwijdering
Verpakking verwijderen
Verwijder de verpakking milieuvriendelijk door te
sorteren. Plaats het papier en karton bij het oud papier en folie bij
de te recycleren materialen.
Recyclage van afgedankte apparaten
(Van toepassing in de EU en andere landen met systemen voor
gescheiden inzameling van waardevolle materialen)
Afgedankte apparaten mogen niet bij het huishoudelijk
afval!
Dit symbool wijst erop dat dit product valt onder de EC
richtlijnen voor afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (2012/19/EU) en nationale wettelijke
bepalingen en niet met huishoudelijk afval mag weggeworpen
worden. Dit product moet bij een daarvoor voorzien inzamelpunt
afgegeven worden. Dit kan bijvoorbeeld door teruggave bij de
aankoop van een gelijkaardig product of bij een geautoriseerd
inzamelpunt voor recyclage van afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur. Het onzorgvuldig omgaan met oude
toestellen kan wegens de aanwezigheid van potentieel gevaarlijke
stoffen die vaak in elektrische en elektronische apparaten
aanwezig zijn een gevaar betekenen voor het milieu en de
menselijke gezondheid. Door een verstandige verwijdering van
dit product draagt u bij tot een effectief gebruik van de
natuurlijke hulpbronnen. Informatie inzake inzamelpunten voor
defecte apparaten vindt u bij uw gemeentelijke instanties,
officiële afvalbeheerder, een instantie bevoegd voor het
inzamelen van afgedankte elektronische en elektrische apparaten
of uw vuilnisophaaldienst.
Batterijen en accu’s mogen niet bij het huishoudelijk afval!
Als consument bent u wettelijk verplicht om alle
batterijen en accu’s, ongeacht of deze schadelijke
stoffen* bevatten, bij uw gemeente/stad of handelaar af
te geven zodat een milieuvriendelijke verwerking kan gebeuren.
Lever uw batterijen en accu’s enkel in ontladen toestand in een
inzamelpunt af!
* met symbool: Cd = Cadmium, Hg = kwikzilver, Pb = lood
Dok./Rev-Nr.: PO7230_20151116_NL_V1
Seite 2
Importeur:
KRIPPL-WATCHES Warenhandels GmbH
Maria-Theresia-Straße 41, 4600 Wels, Austria
3.4 Reiniging en vrzorging
Reinig het basisstation en de buitensensor alleen met een zachte,
vochtige doek zonder pluisjes. Gebruik geen oplosmiddelen of
bijtende of gasvormende reinigingsmiddelen. Let er op, dat er
geen waterdruppels op het display achterblijven. Water kan
blijvende verkleuringen veroorzaken. Stel het display van het
basisstation en van de buitensensor niet bloot aan fel zonlicht of
ultraviolette straling.
3.5 Lagerung
Verwijder de batterijen als u het weerstation gedurende langere
tijd niet gebruikt. Let bij het opslaan van het weerstation op de
aanwijzingen in punt 3.1 Voorwaarden voor de
bedrijfsomgeving en punt 3.2 ‘Omgevingstemperatuur. Het
basisstation en de buitensensor moeten veilig opgeslagen worden.
Vermijd hoge temperaturen (bijv. door direct zonlicht) en een
constante vochtige omgeving.
3.6 Aanwijzingen over deze bedieningshand-
leiding
We hebben de bedieningshandleiding voor dit weerstation zo
ingedeeld dat u altijd via de inhoudsopgave de nodige informatie
over een thema na kunt lezen.
Maak als extra hulp voor uw weerstation gebruik van de FAQ’s
(= veel gestelde vragen), die opgeroepen kunnen worden op onze
pagina Produktservice op het Internet:
http://www.produktservice.info EAN Code: 27088685
Neemt u bij verdere vragen alstublieft contact met ons op, op het
volgende e-mailadres: service@produktservice.info
3.7 Bij de levering inbegrepen
1 Basisstation AB6-WS-11A/11B
1 Buitensensor ASENSOR20
1 Bedieningshandleiding
1 Garantiekaart
4 Functietoetsen en displayweergave
4.1 Functietoetsen
LIGHT/SNOOZE
Inschakelen van de displayverlichting
Activering van de wekherhaling
Instellen van de tijd voor de wekherhaling
UP:
Verhogen van de waarde in de instelmodus
Wisselen van °C/°F naar inHg/hPa
Activeren of deactiveren van het alarm
MAX./MIN.:
Weergeven van de max.-/min.-waarde van binnen- en
buitentemperatuur en binnen- en buitenlucht-
vochtigheid
Wissen van het min.-/max.-geheugen
CH:
Omschakelen tussen de kanalen,
Registratie van meer sensoren
DOWN:
Zenderoproeptoets, het zoeken naar het radiosignaal
stoppen
Verlagen van de waarde in de instelmodus
ALERT:
Activeren of deactiveren van het temperatuuralarm
voor de buitentemperatuur
ALARM:
Omschakeling tussen tijd en alarm tijd-modus
Alarmtijdinstelling
TIME:
Weergeven van de tijd en het jaar
Handmatig instellen van het jaar, het datumformaat, de
datum, het 12-/24-uurs formaat, de tijd en de tijdzone
4.2 Displayweergave
4.2.1 Basisstation
Artikelnr. AB6-WS-11A/11B
Type: JS2616RFN
Voorzijde basisstation
- Weersvoorspelling
Weertrend
Weersvoorspelling met 5 verschillende pictogrammen
- Luchtdruk
Luchtdrukgrafiek: Indicatie van het verloop van de luchtdruk
gedurende de vorige 12 uur in 6 stappen
Luchtdrukindicatie in hPa of inHg
- Indicatie van de buitentemperatuur- en
buitenluchtvochtigheid
Indicatie van het kanaal van de gekozen buitensensor of
automatische omschakeling tussen de sensorkanalen
Buitentemperatuur en luchtvochtigheid buiten voor maximaal
drie buitensensoren:
- Actuele meting
- Max.-/min.-geheugen
- Indicatie van de temperatuur in °C/°F
- Trendindicatie
Indicatie voor batterijvervanging voor de buitensensoren
- Indicatie van de binnentemperatuur- en
binnenluchtvochtigheid
- Actuele meting
- Min.-/max.-geheugen
- Indicatie van de temperatuur in °C/°F
- Trendindicatie
Comfortindicatie van het binnenklimaat
Indicatie voor batterijvervanging voor het basisstation
- Tijd, alarm
Radiografische tijd/kwartsuurwerk
Tijd in 12- of 24-uurs formaat
Tijdzone-instelling +/- 12 uur
2 alarmtijden met wekherhaling
- Datum, maanfase
Maanfase in 4 segmenten
Indicatie van de dag, maand en weekdag
Zenderroepfunctie voor de radiografische tijd
Radiomast- en DST-symbool
Indicatie van de tijdzone
- Licht
Achterzijde basisstation
Functietoetsen basisstation
4.2.2 Buitensensor
Artikelnr. ASENSOR20, type: JS26TXBH
Vooraanzicht buitensensor
Achteraanzicht buitensensor
Aanzicht gesloten Aanzicht open
TX-toets
Kanaalkeuzeschakelaar
5 Ingebruikneming
Wij raden u aan de bedieningshandleiding aandachtig te lezen
voordat u het radiogestuurde weerstation in gebruik neemt. Lees
in elk geval voor de ingebruikneming hoofdstuk 4
Functietoetsen en displayweergave, om u met de functietoetsen
van het radiogestuurde weerstation vertrouwd te maken. Voer de
ingebruikneming op een tafel uit waar u het basisstation en de
buitensensor naast elkaar kunt zetten.
Steunvoetje
1
2
3
4
4
5
6
6
1
2
1
2
1
3
2
5
Indicatie voor een
uitgezonden signaal
Beugel voor de wand-
montage
rijcomparti-
Batterijcom-
partiment
LIGHT/SNOOZE
UP
MAX/MIN
SNZ
CH
ALERT
DOWN
ALARM
TIME
Seite 3
Er zit een beschermfolie over het display van het basisstation.
Trek de folie eraf voor het eerste gebruik.
1. Basisstation
Verwijder het deksel van de batterijhouder van het
basisstation en leg de batterijen (2 x 1,5 V type LR6/R6/AA)
in het batterijcompartiment van het basisstation (op de +/-
pool letten). Sluit vervolgens het batterijcompartiment met
het klepje.
Nu verschijnt de LCD-weergave. Het licht wordt kort
ingeschakeld en er weerklinkt een pieptoon.
Na plaatsing van de batterijen knippert het radiosymbool
links naast de buitenluchtvochtigheid. Het basisstation is nu
ca. 3 minuten lang voor de ontvangst van het signaal van een
buitensensor geopend.
2. Buitensensor
Draai de schroeven van het batterijcompartimentdeksel eruit
en verwijder deze aan de achterkant van de buitensensor.
Plaats de batterijen (2 x 1,5 V LR03/R03/AAA) volgens de
juiste polariteit (op de +/- pool letten) in het
batterijcompartiment van de buitensensor.
Druk kort op de
TX-toets in het batterijcompartiment van
de buitensensor. De buitensensor draagt dan de gemeten
temperatuur en luchtvochtigheid over, wat te herkennen is
aan het knipperen van het rode lampje op de voorkant van de
buitensensor.
De buitensensor is in de fabriek zodanig ingesteld dat de
overdracht van het signaal plaatsvindt op kanaal 1. Wacht
even totdat de buitentemperatuur en buitenluchtvochtigheid
op kanaal 1 op het basisstation worden weergegeven. De
sensor is nu op kanaal 1 geregistreerd.
Het radiosymbool blijft zolang knipperen totdat deze drie
minuten zijn verstreken. Daarna worden de waarden vast
weergegeven en verdwijnt het radiosymbool.
Waarschuwing: Het basisstation en de buitensensor mogen
maximaal 100 meter van elkaar zijn verwijderd om overdracht
van het signaal mogelijk te maken. De buitensensor zendt met
een zendfrequentie van 433 MHz. De overdracht kan worden
beïnvloed door voorwerpen zoals metselwerk, gewapend beton
en metalen vensters en mist. Elektronische apparaten, die in uw
omgeving, in de buurt of in het eigen huis of de eigen woning
worden gebruikt en op dezelfde frequentie (433 MHz) zenden,
kunnen eveneens storingen veroorzaken. Deze omvatten
draadloze deurbellen, toegangscontrolesystemen, draadloze
luidsprekers, draadloze hoofdtelefoons, garagedeuropeners en
beveiligingssystemen. Zelfs overlappende radiogolven kunnen
invloed hebben op de ontvangst.
Waarschuwing: Raadpleeg hoofdstuk 6.4.8.a Registreren van
een tweede of derde buitensensor om een tweede of derde
buitensensor (niet meegeleverd) te registreren.
In zeldzame gevallen kan het gebeuren dat het basisstation het
signaal van de buitensensor niet ontvangt (veroorzaakt door
vreemde of stoorzenders). Zorg ervoor dat tijdens de
ingebruikneming geen ander basisstation of geen andere
buitensensor binnen het zendbereik aanwezig is. Als de installatie
het eerste signaal niet ontvangt, hebt u de volgende twee
mogelijkheden:
1. Nieuwe ingebruikneming: Verwijder de batterijen uit het
basisstation en de buitensensor en voer de ingebruikneming
opnieuw uit.
2. Handmatig zoeken: Houd de CH-toets op het basisstation een
paar seconden ingedrukt totdat het radiosymbool links naast de
buitenluchtvochtigheid knippert. Druk nu kort op de 'TX
-toets
in het batterijcompartiment van de buitensensor. De overdracht
van het signaal wordt daardoor handmatig geactiveerd.
Na een succesvolle ontvangst verschijnen de buitentemperatuur
en de buitenluchtvochtigheid op het basisstation.
3. Basisstation - radiosignaal zoeken
Zodra de buitentemperatuur en buitenluchtvochtigheid vast op het
basisstation worden weergegeven, begint het basisstation te
zoeken naar het signaal voor de radioklok, wat wordt aangegeven
door een knipperend radiomastsymbool.
Radiomast- en DST-symbool
Het radiosignaal wordt binnen 10 minuten door het basisstation
ontvangen, wat wordt aangegeven door een vast brandend
radiomastsymbool.
Als dit niet het geval is (bij afwezigheid van het
radiomastsymbool), houd u de
DOWN-toets ingedrukt totdat u
een pieptoon hoort. Het knipperende radiomastsymbool
verschijnt en er wordt opnieuw geprobeerd om een radiosignaal
te ontvangen. Indien ter plaatse geen radio-ontvangst mogelijk is,
kunt u de tijd ook handmatig instellen (zie hoofdstuk 6.1.2
Handmatige instelling) of het basisstation op een andere locatie
opstellen (zie hoofdstuk 10
Slecht functioneren verhelpen).
Waarschuwing: Het zoeken wordt onderbroken als u op de
DOWN-toets drukt.
De luchtdruksensor van het weerstation meet de huidige
absoluteluchtdruk. Deze wordt onder de weersvoorspelling
weergegeven op het display van het basisstation. Een
handmatige
instelling van de luchtdruk is niet mogelijk.
Waarschuwing: Na de ingebruikneming kan het tot 48 uur duren
voordat een betrouwbare weersvoorspelling wordt weergegeven.
De ingebruikneming van het draadloze weerstation is nu voltooid.
U kunt de buitensensor op zijn definitieve locatie zetten of
hangen (zie hoofdstuk 7 Montage
).
6 Modi/functies
6.1 Uur, datum en tijdzone
6.1.1 Radiografische tijd
De tijdbasis voor de radiografisch gestuurde tijdindicatie wordt
door de cesium-atoomklok bij de 'Physikalisch - Technischen
Bundesanstalt Braunschweig' aangestuurd. Deze tijd wordt
gecodeerd (DCF77) en door een langegolfzender in Mainflingen
nabij Frankfurt uitgezonden met een bereik van ca. 1.500 km.
Bevindt uw radiogestuurde weerstation zich binnen dit
zendbereik dan zal deze het signaal opvangen, het omrekenen en
onafhankelijk van zomer- of wintertijd de juiste tijd en de juiste
datum aangeven. De radiografische tijd wordt meerdere malen
per dag automatisch gesynchroniseerd door het basisstation om
eventuele afwijkingen te corrigeren. Indien ter plaatse geen radio-
ontvangst mogelijk is, kan de tijd ook handmatig worden
ingesteld (zie hoofdstuk 6.1.2
Handmatige instelling).
6.1.2 Handmatige instelling
Waarschuwing: Houd de UP’- of DOWN’-toets
ingedrukt om de cijfers elkaar snel op te laten volgen.
1. Houd de
TIME-toets ca. 3 seconden ingedrukt totdat het
jaartal begint te knipperen om de tijd handmatig in te stellen.
Druk op de
UP- of DOWN-toets om het jaartal in te
stellen. Bevestig met de
TIME-toets, het datumformaat
begint te knipperen.
2. Druk op de
UP- of DOWN-toets om het datumformaat in
te stellen. Bevestig met de
TIME-toets, de maand begint te
knipperen.
3. Druk op de
UP- of DOWN-toets om de maand in te
stellen. Bevestig met de
TIME-toets, de dag begint te
knipperen.
4. Druk op de
UP- of DOWN-toets om de dag in te stellen.
De weekdag wordt automatisch berekend. Bevestig met de
TIME-toets, het 12-/24-uurs formaat begint te knipperen.
5. Druk op de
UP- of DOWN-toets om het 12-/24-uurs
formaat in te stellen. Bevestig met de
TIME-toets, het uur
begint te knipperen.
6. Druk op de
UP- of DOWN-toets om het uur in te stellen.
Bevestig met de
TIME-toets, de minuten beginnen te
knipperen.
7. Druk op de
UP- of DOWN-toets om de minuten in te
stellen, de tijdzone begint te knipperen.
De aarde is onderverdeeld in 24 tijdzones. Een tijdzone is een
deel van het aardoppervlak, waarop een gemeenschappelijke tijd
geldt. Deze verloopt idealiter langs de lengtegraad vanuit de
polen. Bij de overgang naar een andere zone springt de tijd
wanneer men zich in oostelijke richting begeeft is dit 1 uur
vooruit, wanneer men in westelijke richting gaat is dit 1 uur
terug. Wanneer u bijv. de tijd van een land wilt instellen dat
6 tijdzones ten westen van uw land ligt, moet u min 6 uur
invoeren.
8. Druk op de UP- of DOWN-toets om de gewenste
tijdzone in te stellen. Bevestig met de
TIME-toets. De
instelling is nu beëindigd.
Als u tijdens het instellen langer dan 8 seconden geen toets
indrukt, verlaat het weerstation automatisch de instelmodus. De
ingevoerde gegevens worden echter wel opgeslagen.
Waarschuwing: De tijd in de ingestelde tijdzone wordt pas na
ontvangst van het radiosignaal weergegeven.
6.2 Maan-fase
De maanfase hangt af van de huidige datum, wordt automatisch
berekend en weergegeven met de volgende symbolen:
Symbool voor 12-
uurs formaat
Weekdag
Maand
Tijd in uren, minuten en
seconden
Dag
Radiomastsymbool:
- Brand vast: Radiografische tijd ontvangen
- Knippert: zoekt naar de radiografische tijd
- Niet zichtbaar: Radiosignaal verloren gegaan en
/of handmatige tijd ingesteld
Maanfase
DST-symbool
Seite 4
Volle maan afnemende maan
wassende maan nieuwe maan
6.3 Alarm
Het basisstation beschikt over twee instelbare alarmtijden. Druk
eenmaal op de
ALARM-toets om de eerste alarmtijd af te lezen
(A1 verschijnt naast de alarmtijd) en opnieuw om de tweede
alarmtijd af te lezen (A2 verschijnt naast de alarmtijd). Druk
opnieuw op de
ALARM-toets om naar de tijd terug te keren.
Indicatie alarmtijd 1 Indicatie alarmtijd 2
6.3.1 Alarmtijden instellen
Om de alarmtijd in te stellen, drukt u op de ALARM-toets om
de 1e of de 2e alarmtijd te selecteren (A1 of A2 verschijnt naast
de uurtijd). Als u de gewenste alarmtijd 1 of 2 hebt bereikt, houd
u de
ALARM-toets ingedrukt, de uren van de alarmtijd
beginnen te knipperen. Stel het uur in met de
UP- of DOWN-
toets. Bevestig met de
ALARM-toets, de minuten van de
alarmtijd beginnen te knipperen. Stel ook de minuten in met de
UP- of DOWN-toets. Bevestig met de ALARM-toets. De
alarmtijd is ingesteld.
Door de instelling van de alarmtijd wordt het alarm gelijktijdig
geactiveerd. Na het instellen van het alarmuur verschijnt het
kloksymbool voor het betreffende alarm (1 of 2) rechts naast het
uur.
6.3.2 Alarm activeren/deactiveren
Om het alarm te activeren of te deactiveren, drukt u op de UP-
toets totdat het gewenste alarm is ingeschakeld:
- Eenmaal drukken: Kloksymbool 1 verschijnt: Alleen de 1e
alarmtijd is geactiveerd.
- Opnieuw drukken: Kloksymbool 2 verschijnt: Alleen de 2e
alarmtijd is geactiveerd.
- Opnieuw drukken: Kloksymbool 1 en 2 verschijnen: Beide
alarmtijden zijn geactiveerd.
- Opnieuw drukken: Beide alarmtijden wissen: Beide
alarmtijden zijn gedeactiveerd.
6.3.3 Wekherhaling
Wanneer het alarm weerklinkt, kunt u met de
LIGHT/SNOOZE- of SNZ-toets een alarmherhaling
activeren.
Standaard is een alarmherhaling om de 8 minuten ingesteld. De
alarmherhaling kan echter worden ingesteld op een waarde tussen
5
30 minuten. Hiervoor moet u de LIGHT / SNOOZE- of
SNZ-toets 3 seconden ingedrukt houden. U kunt nu op de
UP- of DOWN-toets drukken om de tijd in te stellen totdat
het alarm wordt herhaald. Dit kan in stappen van één minuut.
6.3.4 Alarm afzetten
U kunt het alarmgeluid uitzetten door alle toetsen in te drukken,
met uitzondering van de
LIGHT/SNOOZE- of SNZ-toets.
Het alarm blijft echter geactiveerd, d.w.z. dat het op de volgende
dag op hetzelfde tijdstip nog eens zal weerklinken. Om het alarm
te deactiveren, gaat u te werk zoals in hoofdstuk 6.3.2
Alarm
activeren/deactiveren
is beschreven.
6.4 Temperatuur en luchtvochtigheid
6.4.1 Indicatie van de temperatuur en
luchtvochtigheid
Na plaatsing van de batterijen worden de binnentemperatuur en
binnenluchtvochtigheid onmiddellijk weergegeven. De
buitentemperatuur en buitenluchtvochtigheid worden
weergegeven na ontvangst van het eerste signaal van de
buitensensor.
Buitentemperatuur °C/°F met trendindicatie
Buitenluchtvochtigheid met trendindicatie
Binnentemperatuur °C/°F met trend- en comfortindicatie
Binnenluchtvochtigheid met trend- en comfortindicatie
6.4.2 Max.-/min.-geheugen van temperatuur en
luchtvochtigheid
Om de maximale en minimale waarden voor temperatuur en
luchtvochtigheid te lezen, drukt u op de
MAX/MIN-toets
- eenmaal om de maximale waarden af te lezen,
- opnieuw om de minimale waarden af te lezen en
- opnieuw om terug te keren naar de normale weergave.
6.4.3 Wissen van het max.-/min.-geheugen
Houd in de weergave van de maximale of minimale waarde de
MAX-/MIN-toets ca. 3 seconden ingedrukt om het max.-/min.-
geheugen te wissen.
6.4.4 Selectie °C/°F en hPa/inHg
Houd de UP-toets ingedrukt om te kiezen tussen °C en °F voor
de indicatie van de binnen- en buitentemperatuur en hPa en inHg
voor de indicatie van de luchtdruk.
6.4.5 Trendindicatie van de binnen- en
buitentemperatuur en de binnen- en
buitenluchtvochtigheid
In het gebied van de binnen- en buitentemperatuur en het gebied
van de binnen- en buitenluchtvochtigheid wordt in de
rechterbovenhoek de ontwikkeling van de betreffende waarde
aangegeven door een pijl. Als de waarde binnen 1 uur met meer
dan 1 graad (temperatuur) of 3% (vochtigheid) verandert, wordt
dit weergegeven door een omhoog of omlaag gerichte pijl.
Anders is de pijl horizontaal.
6.4.6 Comfortindicatie van het binnenklimaat
Het weerstation geeft het binnenklimaat weer in de vorm van vier
smiley-symbolen rechts naast de binnentemperatuur.
Symbool 1: Luchtvochtigheid tussen 4070%,
Temperatuur > 26°C of < 20°C (gemiddeld)
Symbool 2: Luchtvochtigheid > 70% (vochtig)
Symbool 3: Luchtvochtigheid < 40% (droog)
Symbool 4: Luchtvochtigheid tussen 40 en 70%,
Temperatuur tussen 20°C en 26°C (optimaal)
6.4.7 Instelbaar temperatuuralarm voor de
buitentemperatuur
Het weerstation kan eenindividueel instelbaar temperatuuralarm
opslaan voor elke buitensensor en bij het overschrijden of
onderschrijden van de ingestelde limiet een alarm activeren.
6.4.7.a Instellen van het temperatuuralarm
Als u meer dan één buitensensor hebt geactiveerd, wisselt u eerst
met de
CH-toets naar de sensor waarvoor u een
temperatuuralarm wilt instellen. Houd nu de
ALERT-toets ca.
3 seconden ingedrukt totdat u zich in de instelmodus voor de
bovenste temperatuurgrens bevindt. De bovengrens begint met
70°C (158°F) te knipperen. Stel nu met de
UP- en DOWN-
toetsen de gewenste bovengrens in en bevestig deze met de
ALERT-toets. Nu begint de ondergrens met -50°C (-58°F) te
knipperen. Stel nu ook de gewenste ondergrens in met de
UP-
en
DOWN-toetsen en bevestig deze met de ALERT-toets.
De instelling van het temperatuuralarm is nu voltooid.
6.4.7.b Activeren of deactiveren van het
temperatuuralarm
Door kort op de ALERT-toets te drukken, kunt u het
temperatuuralarm activeren (het symbool pijl omhoog/omlaag
wordt rechts naast de buitentemperatuur weergegeven) of
deactiveren (het symbool pijl omhoog/omlaag verdwijnt).
6.4.8 Buitensensor
Voor de overdracht van het zendsignaal van de buitensensor naar
het basisstation is er geen kabelverbinding nodig. De
buitensensor zendt met een zendfrequentie van 433 MHz. De
reikwijdte van de overdracht van de buitensensor naar het
basisstation kan bij optimale verhoudingen in open terrein tot
100 m bedragen. De overdracht kan worden beïnvloed door
voorwerpen zoals metselwerk, gewapend beton en metalen ramen
en door mist tussen de buitensensor en het basisstation, de
installatie van de buitensensor en het basisstation op de grond.
6.4.8.a Registreren van een tweede of derde
buitensensor
Er zijn geen andere buitensensoren in de leveringsomvang
inbegrepen.
Neem contact op met onze klantenservice of onze webshop
(http://www.produktservice.info/shop/ - artikelnr. ASENSOR20)
als u extra buitensensoren wenst te kopen.
Voer de registratie van een tweede of derde buitensensor uit op
een tafel waar u het basisstation en de buitensensor(en) naast
elkaar kunt zetten. Verwijder het klepje van het
batterijcompartiment van de buitensensor. Stel de
kanaalkeuzeschakelaar aan de achterkant van de buitensensor in
op het gewenste kanaal, waarop de buitentemperatuur en
buitenluchtvochtigheid van deze buitensensor op het basisstation
moeten worden weergegeven. De eerste buitensensor wordt
normaal weergegeven op kanaal 1. Selecteer voor extra sensoren
kanaal 2 of 3.
Plaats vervolgens de batterijen in de buitensensor, zoals
beschreven in hoofdstuk 5
Ingebruikneming.
Stel nu met de 'CH-toets op het basisstation de indicatie van de
buitentemperatuur en -luchtvochtigheid op hetzelfde kanaal in,
dat u ook bij de buitensensor gekozen hebt (2 of 3). Houd de
CH-toets op het basisstation enkele seconden ingedrukt totdat
een pieptoon weerklinkt en het radiosymbool links naast de
buitenluchtvochtigheid op het basisstation knippert. Druk nu kort
op de 'TX
-toets in het batterijcompartiment van de buitensensor.
Zodoende wordt het signaal over gedragen. Dit wordt getoond
door het knipperen van de rode verklikker op de voorkant van de
buiten sensor en door een geluidssignaal van het basisstation. De
Kanaalin-
dicatie
1
2
3
4
1
3
2
4
Seite 5
temperatuur en de luchtvochtigheid van de buitensensor 2 of 3
worden nu constant weergegeven op het basisstation.
Waarschuwing: Let op de juiste volgorde van de registratie van
een nieuwe buiten sensor. Druk de 'TX-toets in het
batterijcompartiment van de sensor alleen in wanneer de indicatie
van de buitentemperatuur of -luchtvochtigheid op het basisstation
knippert.
6.4.8.b Handmatig en automatisch wisselen van de
kanaalindicatie op het basisstation
Wanneer u 2 of 3 buitensensoren hebt geregistreerd, drukt u op
de
CH-toets om van het ene kanaal op het volgende over te
schakelen. Wanneer op het display een ronde pijl verschijnt,
worden de kanalen altijd automatisch na elkaar weergegeven.
Automatisch wisselen van de kanaalindicatie
6.4.9 Technische gegevens in verband met de
temperatuur, luchtvochtigheid, luchtdruk
en batterijen
Temperatuur basisstation
Meetbereik: 0°C tot +50°C
Resolutie: 0,1°C
Nauwkeurigheid: +/-1°C
Temperatuur buitensensor
Meetbereik: -20°C tot +60°C
Resolutie: 0,1°C
Nauwkeurigheid: +/-1°C (bij 0°C tot +50°C)
Luchtvochtigheid basisstation en buitensensor
Meetbereik basisstation: 20 - 99 %
Meetbeereik buitensensor : 20 95 %
Resolutie: 1%
Nauwkeurigheid: +/-10%
(bv. 40%: De luchtvochtigheid kan
tussen 30% en 50% liggen.)
Luchtdruk
Meetbereik: 800 hPa 1.100 hPa
Resolutie: 1 hPa
Transmissieafstand buitensensor naar basisstation:
max. 100 meter in open terrein
Zendfrequentie buitensensor naar basisstation: 433 MHz
Batterijen:
Basisstation: 2 x 1,5 V type LR6/R6/AA
(2 x 1,5 V
0,065 mA LR6/R6/AA)
Buitensensor: 2 x 1,5 V type LR03/R03/AAA
(2 x 1,5 V
0,013 mA LR03/R03/AAA)
6.5 Luchtdruk
6.5.1 Luchtdrukindicatie
Luchtdrukindicatie
Na plaatsing van de batterijen meet de luchtdruksensor van het
weerstation de huidige absolute luchtdruk. Deze wordt onder de
weersvoorspelling weergegeven op het display. De luchtdruk
wordt alle 15 min gemeten, uitgaande van de tijd van het
aanbrengen van de batterijen in het basisstation. De grafiek van
de luchtdruk wordt opgemaakt op basis van het gemiddelde van
om het uur gemeten waarden.
6.5.1.a Luchtdrukgrafiek
Luchtdrukgrafiek
De luchtdrukgrafiek toont de luchtdruktrend van de laatste 12 uur
in 6 stappen, op de punten 0, -1, -2, -3, -6 en -12 uur. De
kolomwaarde wordt voor elk van de zes stappen weergegeven als
een diagram dat de trend van de opgeslagen tijdsperiode
weergeeft. De resultaten worden vergeleken in een schaal aan de
rechterzijde. De
0in het midden van de schaal geeft de huidige
luchtdruk aan. Elke wijziging toont in hPa (+/- 2 en 4 hPa) of
inHg (+/- 0,06 en 0,12 inHg) de hoogte of diepte van de
luchtdruk van de laatste uren in vergelijking met de huidige
luchtdruk die in de rechterkolom wordt weergegeven. Een balk
staat voor 2 hPa of 0,06 inHg.
Waarschuwing: Houdt u er rekening mee dat de
luchtdrukgrafiek telkens opnieuw wordt opgebouwd van rechts
naar links (knippert)!
6.5.2 Weersvoorspelling
De weersvoorspelling is een plus/minus opgave die berekend
wordt voor de volgende 12-24 uur in een omtrek van ca. 30 tot
50 km. De weersvoorspelling is gebaseerd op de
luchtdrukschommelingen en komt met een waarschijnlijkheid van
ca. 70-75% overeen met het daadwerkelijke weer. Omdat het
weer echter niet met een waarschijnlijkheid van 100% voorspeld
kan worden, accepteren wij geen aansprakelijkheid voor schade
die veroorzaakt wordt door een niet juiste weersvoorspelling. De
weersvoorspelling wordt weergegeven met de volgende
symbolen:
Zonnig Bewolkt, zonnig Bewolkt
Regen Regen, onweer
6.6 Licht
Door op de LIGHT/SNOOZE-of SNZ-toets te drukken,
wordt het display ca. 8 seconden verlicht, zodat u ook in het
donker het display van uw basisstation kunt lezen. Constante
verlichting van het display is niet mogelijk. Houd er echter
rekening mee dat voor de displayverlichting meer stroom wordt
verbruikt, wat een kortere levensduur van de batterijen tot gevolg
heeft.
7 Montage
Het basisstation kan worden opgesteld door middel van het
uitklapbare steunvoetje of met de beugel aan een wand worden
bevestigd. De buitensensor kan worden opgesteld door middel
van het steunvoetje.
Dit steunvoetje is ook een wandbeugel (zie foto's).
8 Indicatie voor batterijvervanging en
batterijvervanging
8.1 Basisstation
8.1.1 Indicatie voor batterijvervanging
Zwakke batterijen van het basisstation worden weergegeven door
de indicatie voor batterijvervanging. Deze indicatie wordt links
naast de binnentemperatuur op het display weergegeven met een
batterijsymbool. Deze verschijnt echter pas als de batterijen zwak
zijn.
Indicatie voor batterijvervanging basisstation
8.1.2 Vervangen van de batterij
Open het batterijcompartiment aan de achterkant van de kast. Leg
de batterijen (2 x 1,5 V batterijen type LR6/R6 AA) er in (op de
+/- pool letten) en sluit het batterijcompartiment weer met het
klepje.
Als na het vervangen van de batterijen van het basisstation de
buitentemperatuur en -luchtvochtigheid niet worden
weergegeven, gaat u te werk zoals beschreven in hoofdstuk 5
Ingebruikneming.
Waarschuwing: Bij een batterijvervanging gaan alle opgeslagen
gegevens verloren. Het toestel moet opnieuw in bedrijf worden
genomen.
8.2 Buitensensor
8.2.1 Indicatie voor batterijvervanging
Zwakke batterijen van de buitensensor worden weergegeven door
de indicatie voor batterijvervanging. Dit wordt op het display van
het basisstation links naast de buitentemperatuur weergegeven
door een batterijsymbool en verschijnt pas als de batterijen zwak
zijn. De indicatie voor batterijvervanging op het basisstation voor
de buitensensor wordt alleen voor het momenteel geselecteerde
kanaal (= buitensensor) weergegeven.
Indicatie voor batterijvervanging op het basisstation voor de
buitensensor
8.2.2 Vervangen van de batterij
Verwijder het klepje van het batterijcompartiment aan de
achterkant van het basisstation. Leg 2 batterijen van 1,5 V
type LR03/R03/AAA in het batterijcompartiment (op de +/- pool
letten) en plaats het klepje opnieuw op het batterijcompartiment.
9 Conformiteitsverklaring
RoHS directive 2011/65/EU, R&TTE Directive
1999/5/EG :
Verkorte tekst van de conformiteitsverklaring:
Hiermede verklaart Krippl-Watches, dat het weerstation AB6-
WS-11A/11B in overeenstemming is met de grondliggende eisen
en de overige geldende bepalingen van de richtlijn 1999/5/EG,
Luchtdrukwaarde hPa/inHg
Schaal
in hPa
Uur
Meting van de
huidige luchtdruk (=
basis van de grafiek)
1 balk
= 2 hPa
Kolom
Seite 6
2011/65/EU, 2004/108/EG. De complete tekst van de
conformiteitsverklaring kunt u oproepen via onze website:
http://www.produktservice.info EAN: 27088685
10 Slecht functioneren verhelpen
Controleer de batterijen en vervang deze eventueel door nieuwe
voordat u een klacht indient over het weerstation.
Als de buitentemperatuur/-luchtvochtigheid niet meer op het
basisstation aangegeven wordt:
Indien de buitensensor niet meer geregistreerd wordt, kan dit de
volgende reden hebben:
- de batterijen van de buitensensor en/of het basisstation zijn te
zwak. Vervang de oude batterijen. Gebruik nooit oude en
nieuwe batterijen door elkaar en ga voor het opnieuw
registreren van de buitensensor te werk zoals beschreven in
hoofdstuk 5
Ingebruikneming.
- De ontvangst van de buitensensor wordt door hindernissen
gestoord, aangezien het vaak niet mogelijk is deze hindernissen
te verwijderen (bv. thermisch isolerende beglazing, muren van
gewapend beton of bepaalde soorten beton, stalen liggers...).
Verminder de afstand tussen de buitensensor en het
basisstation.
- Bij buitentemperaturen onder de 0°C vermindert het
batterijvermogen van de buitensensor en de radio-overdracht
wordt daardoor zwakker. Verklein in dat geval de afstand van
de buitensensor naar het basisstation.
- Wanneer de buitentemperatuur en -luchtvochtigheid niet op het
basisstation worden weergegeven, maar slechts
- -, zijn de
batterijen van het basisstation mogelijk te zwak, waardoor deze
de signalen van de buitensensor niet meer kunnen ontvangen.
Vervang de batterijen door nieuwe.
- Interferentie kan ook worden veroorzaakt door andere
apparaten, vreemde of stoorzenders. Ook dan wordt alleen
- -, HH of LL op het display weergegeven. Houd de
CH-toets in dat geval gedurende ca. 5 seconden ingedrukt
totdat u een pieptoon hoort. Wacht even. Na het volgende
zendsignaal van de buitensensor moeten de huidige
buitentemperatuur en -luchtvochtigheid weer worden
weergegeven.
Zwakke batterijen van het basisstation:
Vervang de batterijen, zodra het symbool voor batterijvervanging
weergegeven wordt. Wacht ca. 5 minuten met het plaatsen van de
nieuwe batterijen. Raak de batterijcontacten niet aan bij het
plaatsen van de batterijen. Zo wordt corrosie van de contacten
beperkt en dus de levensduur van de batterijen verlengd. Let bij
het inleggen van de nieuwe batterijen altijd op de juiste polariteit.
Ga na het vervangen van de batterijen verder zoals beschreven in
hoofdstuk 5
Ingebruikneming.
Zwakke batterijen van de buitensensor:
Vervang de batterijen zodra het symbool voor batterijvervanging
wordt weergegeven. Let bij het inleggen van de nieuwe batterijen
altijd op de juiste polariteit. Daarna moet de buitensensor
opnieuw geregistreerd worden. Gaat daarbij te werk zoals
beschreven in hoofdstuk 5
Ingebruikneming.
Temperatuurtolerantie:
Het basisstation en de buitensensor hebben onafhankelijk van
elkaar werkende sensoren.
Temperatuurtolerantie buitensensor: +/-C
Temperatuurtolerantie basisstation: +/-1°C
(Zie daartoe hoofdstuk 6.4.9 Technische gegevens in verband
met de temperatuur, luchtvochtigheid, luchtdruk en batterijen.)
Daarom kan het voorkomen dat bij 2 naast elkaar staande
buitensensoren (bijv. basisstation en buitensensor) er een
temperatuurverschil van 2°C wordt weergegeven. Bij sterke
temperatuurschommelingen kan het verschil nog een beetje groter
zijn, omdat de buitensensor niet constant zendt.
Verkeerde temperatuurindicatie:
Door directe zonnestralen wordt de temperatuurindicatie
beïnvloed. Plaats de buitensensor zo, dat hij werkelijk
blootgesteld is aan de weerschommelingen, dus bijv. niet binnen
of in het tuinhuisje.
Luchtvochtigheidtolerantie:
Het basisstation en de buitensensor hebben onafhankelijk van
elkaar werkende sensoren.
Luchtvochtigheidtolerantie buitensensor: +/-10%
Luchtvochtigheidtolerantie basisstation: +/-10%
(op basis van gemiddelde luchtvochtigheid)
Daarom kan het voorkomen dat bij 2 naast elkaar staande
buitensensoren (bijv. basisstation en buitensensor) er een
luchtvochtigheidsverschil van 20% wordt weergegeven. Bij
sterke schommelingen van de luchtvochtigheid kan het verschil
nog een beetje groter zijn, omdat de buitensensor niet constant
zendt.
Luchtvochtigheidindicatie permanent 20%:
Als de luchtvochtigheidindicatie permanent 20% aangeeft, dan
ligt de relatieve luchtvochtigheid onder het meetbare bereik of
20%. Kort luchten kan helpen. Door veelvuldig kort luchten kan
een hogere luchtvochtigheid worden bereikt. Vooral in de winter
is de luchtvochtigheid in de woonruimten zeer laag.
De radiografische klok ontvangt geen radiosignaal:
Als de radiografische klok geen signaal ontvangt, probeer het dan
nog een keer op een andere plek. Door hindernissen zoals
gebouwen of natuurlijke obstakels (bijv. bergen) kan de
ontvangst van het radiosignaal gestoord worden of zelfs
onmogelijk zijn. Hiertoe heeft de inrichting een kwartsuurwerk
die dan in de plaats kan worden gebruikt (zie hoofdstuk 6.1.2
Handmatige instelling). Elektromagnetische of atmosferische
storingen kunnen het radiosignaal eveneens beïnvloeden. Deze
storingen kunnen echter meestal worden verholpen door het
kiezen van een andere locatie.
Elektromagnetische storingen:
Plaats het basisstation en de buitensensor indien mogelijk niet in
de buurt van bijvoorbeeld computers, printers, televisietoestellen,
mobiele telefoons of radio's, aangezien apparaten met een
krachtige EMC-straling alsmede andere zendstations de radio-
ontvangst kunnen storen of verhinderen.
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Ascot AB6-WS-11B bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Ascot AB6-WS-11B in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,67 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Ascot AB6-WS-11B

Ascot AB6-WS-11B Gebruiksaanwijzing - Français - 6 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info