702284
4
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/28
Pagina verder
GE
Security
1059524
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
Versie 2.51, 08/2007
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
2
Copyright Copyright © 2007, GE Security B.V. Alle rechten voorbehouden.
Het is niet toegestaan dit document in zijn geheel of gedeeltelijk te kopiëren of op
andere wijze te reproduceren, behalve wanneer dit specifiek wordt toegestaan volgens
de Amerikaanse auteurswet, zonder schriftelijke toestemming vooraf van GE.
Documentnummer/revisie: 1059524, Versie 2.51, 08/2007
Disclaimer DE INFORMATIE IN DIT DOCUMENT KAN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING
WORDEN GEWIJZIGD. GE AANVAARDT GEEN VERANTWOORDELIJKHEID VOOR
ONNAUWKEURIGHEDEN OF WEGLATINGEN EN DOET SPECIFIEK AFSTAND VAN
AANSPRAKELIJKHEID, VERLIEZEN OF RISICO'S, PERSOONLIJK OF ANDERS, DIE HET
DIRECTE OF INDIRECTE GEVOLG ZIJN VAN HET GEBRUIK OF DE TOEPASSING VAN DE
INHOUD VAN DIT DOCUMENT. VOOR DE MEEST RECENTE DOCUMENTATIE KUNT U
CONTACT OPNEMEN MET UW PLAATSELIJKE LEVERANCIER OF ONZE WEBSITE
BEZOEKEN OP WWW.GESECURITY.EU.
Deze publicatie kan voorbeelden bevatten van schermafbeeldingen en rapporten die
dagelijks worden gebruikt. Voorbeelden kunnen fictionele namen van personen en
bedrijven bevatten. Elke overeenkomst met namen en adressen van echte bedrijven of
personen berust volledig op toeval.
Handelsmerken en
patenten
GE en het GE-monogram zijn gedeponeerde handelsmerken van General Electric.
Het ATS Advisor Master-product en -logo zijn gedeponeerde handelsmerken van
GE Security.
Andere in dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de
betreffende producten.
Softwarelicentie Software van GE die met producten van GE wordt geleverd, is auteursrechtelijk
beschermd en hierop wordt gebruiksrecht verleend. Het gebruik en verveelvoudigen
van de software is alleen toegestaan volgens de bepalingen van de licentie.
HET BIJGESLOTEN PROGRAMMA WORDT GELEVERD VOLGENS DE VOORWAARDEN EN
BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST. ALS U HET PROGRAMMA LANGER DAN DERTIG
DAGEN IN BEZIT HOUDT, DE VERZEGELDE VERPAKKING (INDIEN AANWEZIG) ROND HET
PROGRAMMA OPENT OF HET PROGRAMMA OP WILLEKEURIG WELKE MANIER GEBRUIKT,
WORDT AANGENOMEN DAT U DE BEPALINGEN VAN DE OVEREENKOMST ACCEPTEERT.
ALS U DEZE BEPALINGEN NIET WILT ACCEPTEREN, DIENT U HET ONGEBRUIKTE
PROGRAMMA EN ALLE BIJBEHORENDE DOCUMENTATIE ONMIDDELLIJK NAAR GE TE
RETOURNEREN OM AANSPRAAK TE MAKEN OP VOLLEDIGE TERUGSTORTING VAN DE
BETAALDE LICENTIEKOSTEN. (NEEM CONTACT OP MET HET DICHTSTBIJZIJNDE GE-
VERKOOPKANTOOR OF UW LEVERANCIER VOOR INFORMATIE OVER HET RETOURNEREN
VAN PROGRAMMA'S DIE IN DE APPARATUUR ZIJN INGEPROGRAMMEERD OF
INGEBOUWD.)
Bedoelde toepassing
Gebruik dit product slechts voor de doeleinden waarvoor het is ontworpen. Raadpleeg
de productspecificatie en gebruikersdocumentatie. Voor de meest recente
productinformatie kunt u contact opnemen met uw GE-vertegenwoordiger of onze
website bezoeken op: www.gesecurity.eu.
Europese richtlijnen
De Europese richtlijn “Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur” (AEEA) is er
op gericht om de impact van het afval van elektrische en elektronische apparatuur op
het milieu en de gezondheid van de mens te minimaliseren. Om aan deze richtlijn te
voldoen, moet elektrische apparatuur die met dit symbool gemarkeerd is, niet worden
verwerkt in Europese openbare afvalsystemen. Europese gebruikers van elektrische
apparatuur dienen nu apparatuur aan het einde van de levensduur aan te bieden voor
verwerking. Meer informatie vindt u op de volgende website:
www.recyclethis.info.
Europese afgevaardigde voor fabrikant Neem contact op met:
GE Security B.V., Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, Nederland.
Wettelijke
goedkeuring
3
Inhoudsopgave
Belangrijk............................................................................................................................................................4
Algemene installatie voorschriften ...............................................................................................................5
Aansluiten van de netspanning...................................................................................................................................5
Montage..................................................................................................................................................................................5
Fabriekswaarden op paneel instellen.......................................................................................................................5
Algemene installatie voorschriften.............................................................................................................................5
Installatie (ATS1000) ..........................................................................................................................................................7
Installatie (ATS2000/3000)..............................................................................................................................................8
Installatie (ATS4000) ....................................................................................................................................................... 11
Bekabeling (ATS2000/3000)........................................................................................................................................ 14
Bekabeling (ATS4000 varianten)............................................................................................................................... 15
Voorbeeld aansluitschema voor nevenindicator (gebruik makende van ATS1810 en AI672)..... 16
Aansluiting systeemdatabus ..................................................................................................................................... 16
Netspanningaansluiting............................................................................................................................................... 16
Aarding ................................................................................................................................................................................. 16
Afscherming....................................................................................................................................................................... 17
Montage van de hardware - adressering............................................................................................................ 18
Ingangen configuratie ATS controlepaneel......................................................................................................... 18
Technische specificaties ................................................................................................................................22
Tabellen
Tabel 1. Overzicht van alle voorkomende paneel varianten. .......................................................................................4
Tabel 2. Ingangen en uitgangen die aan elk DI zijn toegewezen............................................................................18
Tabel 3. Ingangen en gebieden overzicht ATS controlepanelen............................................................................18
Tabel 4. Sirene-uitgangnummers...........................................................................................................................................20
Tabel 5. Deur-/liftnummers die aan elke DI zijn toegewezen....................................................................................20
Tabel 6. Waarden voor eindelijnsweerstanden...............................................................................................................21
Tabel 7. Netspanning en voedingsspecificaties. .............................................................................................................22
Tabel 8. Algemene eigenschappen. ......................................................................................................................................23
Tabel 9. ATS controlepaneel zekeringen.............................................................................................................................23
Tabel 10. Overzicht van beschikbare accu’s en de hulpvoeding uitgangsstroom bij een bepaalde accu
en goedkeuring.
..............................................................................................................................................................................24
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
4
Belangrijk
Deze handleiding geeft informatie voor alle ATS1000, ATS2000, ATS3000 en ATS4000 controlepanelen.
Indien er verwezen wordt naar het ATS controlepaneel, kan dit gelezen worden als een van de ATS1000,
ATS2000, ATS3000 en ATS4000 controlepanelen, behalve indien dit nadrukkelijk anders staat omschreven.
Tabel 1. Overzicht van alle voorkomende paneel varianten.
ATS1000/2000/3000 varianten ATS4000 varianten
Paneel Behuizing Voeding Paneel Behuizing Voeding
ATS1000 ATS1641 0.7 A ATS4000 ATS1640 2 A
ATS2000
ATS3000
ATS1641 2 A ATS4500 ATS1642 2 A
ATS2100
ATS3100
ATS1641 3 A ATS4600 ATS1642 3 A
ATS2200
ATS3200
ATS1646 2 A
ATS2400
ATS3400
ATS1646 3 A
ATS2500
ATS3500
ATS1642 2 A
ATS2600
ATS3600
ATS1642 3 A
Niet alle types kunnen beschikbaar zijn.
5
Algemene installatie voorschriften
Aansluiten van de netspanning
Gebruik de netspanningaansluitconnector voor het aansluiten van de netspanning. Sluit vaste of flexibele
bekabeling aan op een geaarde netspanningsaansluiting. Gebruik in geval van vaste bekabeling een aparte
onderbreker of zekering in het circuit. In alle gevallen dient de locale regelgeving betreffende deze
aansluiting op de netspanning opgevolgd te worden.
BELANGRIJK:
Koppel de aansluiting van de netspanning los voordat u het controlepaneel opent!
Haal de stekker uit het stopcontact, of
schakel de netspanning uit door middel van de aparte onderbreker.
OPGELET:
Dit controlepaneel kan voorzien zijn van een lood accu. Het afvoeren van deze accu dient te gebeuren conform de
regelgeving van chemisch afval.
Montage
Het controlepaneel wordt met schroeven of bouten door de vier bevestigingsgaten van de behuizing
gemonteerd.
Zorg dat het controlepaneel gemonteerd wordt op een vlak, stevig verticaal oppervlak, zodat de behuizing
niet zal buigen of vervormen wanneer de montageschroeven of –bouten worden vastgedraaid.
Laat opzij een ruimte van 50 mm vrij tussen de behuizingen van apparaten, en 25 mm tussen de behuizing en
de loopruimte.
De accu locatie in de behuizing is alleen bedoeld voor vaste opstelling van het paneel. De accu dient te allen
tijde verwijderd te worden tijdens transport van het paneel.
Zorg ervoor dat de bedradingaansluitingen geïsoleerd zijn. Gebruik kabelbandjes om te voorkomen dat
indien er een ader breekt deze geen sluiting kan maken met andere verbindingen.
Fabriekswaarden op paneel instellen
Belangrijk: Voordat u tot volledige installatie overgaat, dient u het paneel eerst naar fabrieksinstellingen terug te
brengen. Dit om er zeker van de zijn dat het paneel de juiste landinstellingen heeft volgens de locale regelgeving.
Algemene installatie voorschriften
Het ATS controlepaneel is speciaal ontworpen, samengesteld en getest, conform de huidige geldende
standaard, om aan alle eisen te voldoen welke gerelateerd zijn aan veiligheid, straling en ongevoeligheid
voor omgevingsinvloeden zoals electrische en electromagnetische interferentie.
Indien de navolgende voorschriften nauwkeurig worden opgevolgd, zal het systeem gedurende vele jaren
betrouwbaar functioneren.
Het is van essentieel belang om gedurende de installatie van het ATS controlepaneel, als aanvulling op de
volgende voorschriften, de geldende locale voorschriften te hanteren die van toepassing zijn op uw
installatie. Alleen erkende installateurs of speciaal opgeleide technici mogen dit systeem van een vaste
netspanning- of telefoonaansluiting voorzien.
1. Verzeker u ervan dat er een goede aardaansluiting beschikbaar is voor het alarmsysteem.
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
6
2. Houd een duidelijke scheiding aan tussen laagspanning- en netspanningkabels. Gebruik gescheiden
kabelinvoeren van het controlepaneel
3. Indien de bovenste en / of onderste kabelinvoeren worden gebruikt, dient u te allen tijde geschikte
installatiebuis en lasdozen te gebruiken.
4. Voor een vaste netspanningaansluiting dient u de netspanningconnector te bedraden d.m.v. Vinyl
draad of VmVk. Voor een "losse" aansluiting kunt u gebruik maken van soepel netsnoer en een WCD
met randaarde. Gebruik altijd kabelbandjes om de bedrading vast te zetten. Hiervoor zijn speciale
bevestigingspunten aangebracht o.a. bij de netspanningconnector.
a. In geval van een vaste aansluiting dient er een aparte groep gebruikt te worden.
b. Soepele aders, welke aangesloten worden op de netspanningconnector, mogen niet vertind
worden.
5. Vermijd kabellussen in het controlepaneel en zorg ervoor dat de bekabeling niet op of onder de print
rust. Het gebruik van kabelbandjes dient de voorkeur en verbetert de netheid en de aansluitingen
worden hierdoor meer overzichtelijk in de behuizing.
6. De accu die in dit paneel wordt toegepast, dient de juiste kwaliteit en capaciteit te hebben en dient te
voldoen aan alle eisen, gesteld in de nationale wet en regelgeving, alsmede de locale verordeningen.
7. Ieder spanningscircuit, direct verbinden via relaiscontacten in het paneel of via de externe relais
contacten die via het paneel worden aangestuurd, dienen van een zogenaamd SELV (Safety Extra-
Low Voltage) spanningscircuit voorzien te zijn.
a. Hulprelais die de netspanning schakelen mogen niet in het panel gemonteerd worden.
b. Pas altijd een diode toe (bijv.4001) over de spoel van een hulprelais i.v.m. de tegen EMK
(alleen bij gelijkspanning!)
c. Pas altijd deugdelijke relais toe met voldoende isolatie tussen contacten en spoel.
8. De minimale afstand tussen diverse apparatuur dient 50 mm te bedragen.
9. Pas de apparatuur alleen toe in een schone en niet vochtige ruimte.
7
Installatie (ATS1000)
1 Aardverbinding. Ook gebruikt
voor kabelafscherming en de
deksel van de behuizing.
2 EPROM (af fabriek).
3 N/A.
4 TST1 herstelt standaard
installateurscode /
hoofdgebruikerscode.
5 TST2 uitsluitend fabrieksgebruik.
J5-J6 Ingangen 1 - 8.
J7 Connector voor ATS1202
ingangenuitbreiding.
J8 Connector voor
ATS1810/1811/1820
uitgangenuitbreiding.
J10 RS485-systeemdatabus en
sabotage aansluitingen
behuizing.
J13 S1 Externe sirene (1 kohm
supervisie).
S2 Interne sirene.
J14 Uitgang hulpvoeding.
J16 PSTN lijn aansluiting.
J17 Voedingsaansluitingen.
J18 Seriële aansluiting (RS232).
J20 MI-bus modules: connector naar
bijv. ISDN, audio en GSM module
enz.
J2, J3, J4, J15, J19 - Niet aangesloten.
1. Om te voldoen aan de Italiaanse normering CEI 79-2 klasse 2, dient een pry-off tamper toegepast te worden
(ST580 kit).
2. Het gebruik van een ferrietkraal voor de PSTN verbinding is niet noodzakelijk.
3. Sirene uitgang is alleen een spanningsgestuurde uitgang.
Raadpleeg de voorbeelden Aansluitschema (ATS2000/3000) en Aansluitschema (ATS4000) op pagina 9 en 12
voor meer details betreffende de aansluitingen en het aansluiten van modules op de ATS1000.
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
8
Installatie (ATS2000/3000)
1 Aardverbinding. Ook gebruikt
voor kabelafscherming en de
deksel van de behuizing.
2 EPROM (af fabriek).
3 RAM of IUM.
4 TST1 - herstelt standaard
installateurscode/
hoofdgebruikerscode.
5 TST 2 - uitsluitend
fabrieksgebruik.
6 Ferrietkraal voor PSTN
verbinding. Voor de
inkomende en uitgaande
kabel dient een lus gemaakt
te worden. Voer de kabel in
via de dichtstbijzijnde
kabelopening in de behuizing.
J5-J6 Ingangen.
J7 Connector voor ATS1202
ingangenuitbreiding.
J8 Connector voor
ATS1810/1811/1820
uitgangenuitbreiding.
J9 Programmeerbare
relaisuitgang.
J10 RS485-systeemdatabus en
sabotageaansluitingen
behuizing.
J11 Aansluiting voor
computer/printer interface
ATS1801.
J13 Aansluitingen voor sirene en
flitslicht.
J14 Uitgang hulpvoeding (SW+ en
SW- alleen
ATS2400/2600/3000).
J16 PSTN lijn aansluiting.
J17 Voedingsaansluitingen.
J18 Seriële aansluiting (RS232).
J20 MI-bus modules: connector
naar bijv. ISDN, audio en GSM
module enz.
J2, J3, J4, J15, J19 - Niet aangesloten.
Om te voldoen aan de Italiaanse normering CEI 79-2 klasse 2, dient een pry-off tamper toegepast te worden (ST580 kit).
Voor gedetailleerde informatie op de print verwijzen wij u naar het aansluitschema op pagina 9.
9
Aansluitschema (ATS2000/3000)
Tijdelijke serviceverbinding – seriële poort (J18)
Maak gebruik van de ATS1630 programmeerkabel.
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
10
1 Ferietkraal voor PSTN verbinding. Voor de inkomende en uitgaande kabel dient een lus gemaakt te worden.
2 AC-aansluiting van transformator.
3 Systeem-aarding (zie details pagina 16).
4 12 V accu.
5 Schakelbare uitgang hulpvoeding (ATS2400/2600/3000).
6 Externe sirene, spanningsgestuurde sirene of 8 ohm luidspreker.
7 1 kohm weerstand t.b.v. lijnbewaking van de Ext sirene (spanningsgestuurd).
8 Interne sirene, spanningsgestuurde sirene of 8 ohm luidspreker.
9 12 V flitslicht.
A Systeemdatabus.
B Normaal gesloten sabotagecontact deksel.
C Normaal gesloten sabotagecontact behuizing.
D Normaal gesloten alarmcontact t.b.v. de ingangen.
E Normaal gesloten sabotagecontact t.b.v. de ingangen.
F ATS1810/11/20 +12 V selectie.
G RAM of IUM.
H EPROM (af fabriek geplaatst).
I Kill – jumper t.b.v. fabrieksinstellingen (jumper spanningsloos 30 seconden kortsluiten).
J Selectie jumper voor ingangen 9-16 op een eventuele aangesloten ingangenuitbreiding (ATS1202).
K TST 2 – Niet gebruikt.
L TST 1 – Herstel hoofdinstallateurscode/hoofdgebruikerscode.
M Niet gebruikt (Fabriekstoepassing).
J5-J6 Ingangen.
J7 Connector voor ATS1202 ingangenuitbreiding. Jumper plaatsen indien ingangen 9-16 worden gebruikt.
J8 Connector voor ATS1810/1811/1820 uitgangenuitbreiding.
J9 Programmeerbare relaisuitgang (Uitgang 3).
J10 RS485 systeemdatabus en sabotageaansluitingen behuizing.
J11 Aansluiting voor computer/printer interface (ATS1801/1802).
J13 Aansluitingen voor sirene en flitslicht.
J14 Uitgang hulpvoeding (SW+ en SW-) (alleen ATS2400/2600/3000).
J16 PSTN lijn aansluiting.
J17 Voedingsaansluitingen.
J18 Seriële aansluiting (RS232).
J20 MI-bus modules: connector naar bijv. ISDN, audio en GSM module enz.
J2, J3, J4,
J15, J19
Niet aangesloten.
11
Installatie (ATS4000)
1 Aardverbinding. Ook gebruikt
voor kabelafscherming en de
deksel van de behuizing.
2 EPROM (af fabriek).
3 Flash (af fabriek).
4 RAM of IUM (optioneel).
5 TST1 - herstelt standaard
Installateurscode /
Hoofdgebruikerscode.
6 TST2 - uitsluitend
fabrieksgebruik.
J2-J6 Ingangen.
J7 Connector naar ATS1202-
ingangenuitbreiding.
J8 Connector t.b.v.
ATS1810/1811/1820
uitgangenuitbreiding.
J9 Programeerbare
relaisuitgang.
J10 RS485-systeemdatabus en
behuizing
sabotageaansluitingen.
J11 Aansluiting voor
computer/printer interface.
J13 Aansluitingen voor sirene en
flitslicht.
J14 Uitgang hulpvoeding.
J16 Niet aangesloten.
J17 Voedingsaansluitingen.
J18 Seriële aansluiting (RS232).
J19 RJ11 PTT aansluiting.
J20 MI-bus modules: connector
naar bijv. ISDN, audio en GSM
module enz.
Om te voldoen aan de Italiaanse normering CEI 79-2 klasse 2, dient een pry-off tamper toegepast te worden (ST580 kit).
Voor gedetailleerde informatie op de print verwijzen wij u naar het aansluitschema op pagina 12.
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
12
Aansluitschema (ATS4000)
Tijdelijke serviceverbinding – seriële poort (J18)
Maak gebruik van de ATS1630 programmeerkabel.
13
1 Het gebruik van een ferrietkraal voor de PSTN verbinding is niet noodzakelijk.
2 AC-aansluiting van transformator.
3 Systeem-aarding (zie details pagina 16).
4 12 V accu.
5 Schakelbare uitgang hulpvoeding.
6 Externe sirene, spanningsgestuurde sirene of 8 ohm luidspreker.
7 1 kohm weerstand t.b.v. lijnbewaking van de externe sirene (spanningsgestuurd).
8 Interne sirene, spanningsgestuurde sirene of 8 ohm luidspreker.
9 12 V flitslicht.
A Systeemdatabus.
B Normaal gesloten sabotagecontact deksel.
C Normaal gesloten sabotagecontact behuizing.
D Normaal gesloten alarmcontact t.b.v. de ingangen.
E Normaal gesloten sabotagecontact t.b.v. de ingangen.
F ATS1810/11/20 +12 V selectie.
G RAM of IUM (optioneel).
H EPROM (af fabriek geplaatst).
I Kill – jumper t.b.v. fabrieksinstellingen (jumper spanningsloos 30 seconden kortsluiten).
J Flash.
K TST 2 – Niet gebruikt.
L TST 1 – Herstel hoofdinstallateurscode/hoofdgebruikerscode.
M Niet gebruikt (Fabriekstoepassing).
J2 - J6 Ingangen.
J7 Connector t.b.v. ATS1202 ingangenuitbreiding.
J8 Connector t.b.v. ATS1810/1811/1820 uitgangenuitbreiding.
J9 Programeerbare relaisuitgang (uitgang 3).
J10 RS485 systeemdatabus en behuizing sabotageaansluitingen.
J11 Aansluiting voor computer/printer interface (ATS1801/1802).
J13 Aansluitingen voor sirene en flitslicht.
J14 Uitgang hulpvoeding.
J15 RJ45 PTT aansluiting (niet geplaatst).
J16 PSTN lijn aansluiting.
J17 Voedingsaansluitingen.
J18 Seriële aansluiting (RS232).
J19 RJ45 PTT aansluiting.
J20 MI-bus modules: connector naar bijv. ISDN, audio en GSM module enz.
ATS controlepaneel
Installatiehandleiding
14
Bekabeling (ATS2000/3000)
Systeemdatabus: aansluitschema van de aanbevolen configuratie
Er zit een TERM-aansluiting op het eerste en laatste
interface op de systeemdatabus. Bij een 'ster'-configuratie
max. 9 meter van de bekabeling is de TERM-aansluiting
alleen aangebracht op de interfaces aan de uiteinden van
de twee systeemdatabuskabels.
1 TERM-aansluiting aangebracht (eerste interface op lokale
databus).
2 Controlepaneel ATS2000/3000 varianten.
3 ATS LCD-GI (TERM-schakelaar niet op ON).
4 Afzonderlijke 12V voeding. Vereist indien GI meer dan 100
m verwijderd is van het dichtstbijzijnde paneel of DI. Sluit
"-" aan op "-" van de databus.
5 Aanbevolen datakabeltype: WCAT 52 (tweevoudig twisted
pair).
6 TERM-aansluiting aangebracht (laatste interface op lokale
databus).
7 Aard aansluiting t.b.v. afscherming*.
8 Een willekeurige DI, gelijkwaardig aan ATS1201, ATS1210,
ATS1220, ATS1250.
*Verbind de kabelafscherming alleen aan één interface
(aarding).
Zie voor meer informatie: Aansluiting systeemdatabus en
Aarding op pagina 16.
LED's
L1: Knippert langzaam wanneer het paneel (de
microprocessor) in bedrijf is.
COMMS
Rx: Gele LED knippert wanneer interfaces (GI's en DI's) het
pollen beantwoorden.
Tx: Rode LED knippert wanneer het paneel interfaces (GI's en
DI's) aan het pollen is. Deze moet altijd in bedrijf zijn.
MODEM
Rx1: Gele LED knippert wanneer data ontvangen wordt van
een apparaat welke is aangesloten op de telefoonlijn
(J15/J16/J19) (particuliere alarmcentrale of modem van
alarmkiezer) of de seriële poort (RS232 PC J18).
Tx1: Rode LED knippert wanneer data verzonden wordt van
het paneel naar een apparaat dat is aangesloten op de
telefoonlijn (J15/J16) of de seriële poort (J18).
15
Bekabeling (ATS4000 varianten)
Systeemdatabus: aansluitschema van de aanbevolen configuratie
Er zit een TERM-aansluiting op het eerste en laatste interface op de systeemdatabus. Bij een 'ster'-
configuratie max. 9 meter van de bekabeling is de TERM-aansluiting alleen aangebracht op de interfaces aan
de uiteinden van de twee systeemdatabuskabels.
1 TERM-aansluiting aangebracht
(eerste interface op lokale databus).
2 Controlepaneel ATS4000 varianten.
3 ATS LCD-GI (TERM-schakelaar niet
op ON).
4 Afzonderlijke 12V voeding. Vereist
indien GI meer dan 100 m verwijderd
is van het dichtstbijzijnde paneel of
DI. Sluit "-" aan op "-" van de databus.
5 Aanbevolen datakabeltype: WCAT 52
(tweevoudig twisted pair).
6 TERM-aansluiting aangebracht
(laatste interface op lokale databus).
7 Aardaansluiting t.b.v. afscherming*.
8 Een willekeurige DI, gelijkwaardig aan
ATS1201, ATS1210, ATS1220,
ATS1250.
* Verbind de kabelafscherming alleen
aan één interface (aarding).
Zie voor meer informatie: Aansluiting
systeemdatabus en Aarding op
pagina 16.
LED's
L1: Knippert langzaam wanneer het
paneel (de microprocessor) in
bedrijf is.
COMMS
Rx: Gele LED knippert wanneer GI's en
DI's het pollen beantwoorden.
Tx: Rode LED knippert wanneer het
paneel remote apparaten aan het
pollen is. Deze moet altijd in
bedrijf zijn.
MODEM
Rx1: Gele LED knippert wanneer data
ontvangen worden van een apparaat
dat is aangesloten op de telefoonlijn
(J15/J16/J19) (particuliere
alarmcentrale of modem van
alarmkiezer) of de seriële poort
(RS232 PC J18).
Tx1: Rode LED knippert wanneer data
verzonden wordt van het paneel naar
een apparaat dat is aangesloten op
de telefoonlijn (J15/J16) of de seriële
poort (J18).
4

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Aritech ATS3000 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Aritech ATS3000 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,56 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Aritech ATS3000

Aritech ATS3000 Aanvulling / aanpassing - Nederlands - 198 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info