13NL
4.4a VERSNELLINGSPOOK
Deze hendel heeft vijf standen die
overeenstemmen met drie versnellin-
gen vooruit, de vrije stand «N» en de
achteruitrijversnelling «R».
– Om van de ene versnelling naar de
andere te schakelen, duwt u de
pedaal (4.2) voor de helft in en
verplaatst u de pook volgens de
aanwijzingen op het label.
Het inscha-
kelen van de achteruitrijversnelling dient bij stilstand te
gebeuren.
4.4b SNELHEIDSHENDEL
Deze hendel dient ervoor om de aan-
drijving naar de wielen in te schake-
len en de snelheid van de machine in
de vooruitversnelling te regelen.
– De snelheid in de vooruit versnel-
ling van de machine neemt gelei-
delijk toe naarmate de hendel in
de richting «F» geschoven wordt;
de achteruitversnelling (met vaste
snelheid) wordt ingeschakeld door
de hendel in de richting «R» te drukken.
– De hendel voor de verandering van snelheid moet altijd geleide-
Model ELV63
LET OP!
Model EL63
lijk bediend worden, en men moet vermijden de hendel te snel
te verplaatsen.
– Bij het wegrijden uit stilstaande positie is het het beste de wiel-
aandrijving geleidelijk in te schakelen door middel van het
pedaal 4.2.
De hendel mag alleen gebruikt worden
met draaiende motor.
Het inschakelen van de achteruitver-
snelling dient uitgevoerd te worden als de machine stilstaat.
4.5 REGELAAR GRASHOOGTE
Deze hendel heeft vijf standen aange-
duid van «1» tot «5» op het relatieve
label, die overeenkomen met hetzelfde
aantal maaihoogtes, begrepen tussen 3
en 7,5 cm.
– Om van maaihoogte te veranderen,
verplaatst u de hendel lateraal in de
gewenste stand.
4.6 KOPPELINGSHENDEL MES
De hendel heeft twee standen, die op
het label zijn aangegeven:
«A» = Mes ontkoppeld
«B» = Mes ingeschakeld
– Als het mes wordt ingeschakeld zon-
LET OP!
BELANGRIJK