NL 33ONDERHOUD
4. controleer de veer (7) van de aansluitkabel, die
noch te strak, nocht te los, maar voldoende vrij
moet zijn. Is dit niet het geval, draai dan aan de
regelaar (8) tot u de gewenste conditie verkrijgt;
5. controleer de veer (6) opnieuw;
6. hermonteer het uitwerpkanaal (1) en herplaats
steeds de spil (2) met pen (3).
6.4 DEMONTAGE EN VERVANGINGEN
6.4.1 V
ERVANGING VAN DE BANDEN
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond en
plaats steunblokken onder een dragend ele-
ment van het chassis, aan de zijde van het te
vervangen wiel.
2. Verwijder de elastische ring (1) en het ringetje
(2) met behulp van een schroevendraaier.
3. Neem het wiel weg.
Breng smeervet aan op de
as en herplaats – na hermontage van het wiel –
het ringetje (2) en de elastische ring (1).
Bij de vervanging van banden of wielen, dienen de rechter- en lin-
kerwielen dezelfde diameter te hebben. Controleer tevens de afstelling van het maaidek,
om een ongelijkmatig maairesultaat te vermijden.
6.4.2 R
EPARATIE OF VERVANGING VAN DE BANDEN
Het herstellen of vervangen van een band ten gevolge van een lek, dient te worden uitge-
voerd door een vakman, volgens de voor dit type banden geldende voorschriften.
OPMERKING
BELANGRIJK