50
4) Selecteer het onderdeel VERRE BEST.
(fig. 71) met de draaiknop/toets
(11).
5) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt de in de rubriek aanwe-
zige lijst.
6) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) de gewenste bestemming in de
lijst.
7) Bevestig de bestemming door de
draaiknop/toets (11) in te drukken.
Druk op de toets ESC (9) om terug te
keren naar het vorige menu.
“OMGEVING BEST.” invoeren
Ga als volgt te werk:
1) Selecteer in het hoofdmenu van het
navigatiesysteem met de
draaiknop/toets (11) het onderdeel
BEST. INV. (fig. 68).
2) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt het menu voor het in-
voeren van de bestemming.
3) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel SPECIALE BEST.
(fig. 69); op het display verschijnt het
menu speciale bestemmingen.
4) Selecteer het onderdeel OMGEVING
BEST. (fig. 72) met de draaiknop/toets
(11).
5) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt de in de rubriek aanwe-
zige lijst.
6) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) de gewenste bestemming in de
lijst.
7) Bevestig de bestemming door de
draaiknop/toets (11) in te drukken.
Druk op de toets ESC (9) om terug te
keren naar het vorige menu.
“OMG. ACT. POS.“ invoeren
Ga als volgt te werk:
1) Selecteer in het hoofdmenu van het
navigatiesysteem met de
draaiknop/toets (11) het onderdeel
BEST. INV. (fig. 68).
2) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt het menu voor het in-
voeren van de bestemming.
3) Selecteer met de draaiknop/toets
(11
) het onderdeel SPECIALE BEST.
(fig. 69); op het display verschijnt het
menu speciale bestemmingen.
fig. 71
A0B3047i
fig. 72
A0B3048i