115
– Voer geen werkzaamheden uit aan het
ventiel.
– Plaats geen enkel soort gereedschap
tussen velg en band.
– Vervang velgen die vervormingen ver-
tonen.
– Vervang bij abnormaal spanningsver-
lies het wiel en laat de band controleren.
– Gebruik voor het balanceren speciale
balanceergewichten voor tubeless-ban-
den.Gebruik voor het balanceren van wie-
len met lichtmetalen velgen uitsluitend
originele Alfa Romeo-balanceergewichten.
– De bandenspanning, inclusief die van
het reservewiel moet overeenkomen met
de voorgeschreven bandenspanning (zie
hoofdstuk “Technische gegevens“).
– Laat de banden regelmatig op bescha-
digingen controleren.
– Gebruikte banden van onbekende her-
komst of verouderde banden (ouder dan 6
jaar) mogen alleen in noodgevallen en
met de nodige voorzichtigheid worden ge-
bruikt.
– In tubeless banden mogen geen bin-
nenbanden gebruikt worden.
– Laat de auto nooit langdurig gepar-
keerd staan op de rand van een stoep of
op een andere oneffenheid in het wegdek.
– Laat de profieldiepte van het loopvlak
regelmatig controleren, en houdt u hierbij
aan de wettelijk voorgeschreven minimum
waarden.
BELANGRIJK Bepaalde type banden
zijn voorzien van slijtage-indicatoren; de
banden moeten vervangen worden zodra
deze indicatoren op het loopvlak zichtbaar
zijn.
Controleer regelmatig of de banden geen
ongelijkmatige slijtage van het loopvlak
vertonen; is dit het geval, raadpleeg dan
een Alfa Romeo-dealer om de oorzaak te
laten wegnemen.
Naarmate het loopvlak van de banden
slijt, neemt op natte wegen het gevaar
voor aquaplaning toe.
Om gelijkmatige slijtage van de banden
op de vooras en achteras te verkrijgen, is
het raadzaam om de banden om de
10.000 - 15.000 km van as te verwisse-
len. Hierbij moeten de banden aan dezelf-
de zijde van de auto gemonteerd blijven,
zodat een omkering van de draairichting
wordt voorkomen (fig. 1).
Verwissel de banden
niet kruiselings.
P4Z00221
fig. 1