75
DRAAIKNOP VOOR
LUCHTVERDELING
Door de draaiknop (C-fig.64) met het
merkteken tegenover de symbolen te zet-
ten, kunnen de volgende standen worden
gekozen:
¥
Luchtstroom naar de bovenste uit-
stroomopeningen, de uitstroomopeningen
in het midden en aan de zijkant. De
luchtstroom kan worden geregeld met de
bedieningsorganen van de luchtroosters
μ
Luchtstroom verdeeld over de hier-
voor beschreven luchtroosters en de uit-
stroomopeningen in de beenruimten.
w
Luchtstroom naar de beenruimten.
≤
Luchtstroom verdeeld over voor-
ruit/zijruiten voor en de beenruimten
-
Luchtstroom naar de voorruit en zij-
ruiten voor ontwasemen/ontdooien.
Z
Automatische keuze van de luchtver-
deling voor een snelle ontwaseming en
ontdooiing van de voorruit en zijruiten, in-
schakeling van de achterruitverwarming
en de spiegelverwarming (zie de para-
graaf “Snel ontwasemen en/of ontdooi-
en van de voorruit, de zijruiten, de achter-
ruit en de buitenspiegels“).
DRUKKNOP VOOR IN-/
UITSCHAKELEN
AIRCONDITIONING
Als u op knop
√
(D-fig. 64) drukt,
schakelt de aircocompressor in en gaat de
aanjager op de eerste snelheid werken;
ook als de draaiknop (B-fig. 64) voor
de luchtopbrengst in stand 0 staat.
Als het systeem is ingeschakeld, brandt
het betreffende lampje.
De compressor werkt alleen bij een
draaiende motor.
P4Z00029
fig. 64