7
NEDERLANDS
GEBRUIK
1 Programmaverklaring
2 Functielampje
Dit brandt wanneer de machine ingeschakeld is.
3 Toets “Water in trommel”
Als u op deze toets drukt, stopt de machine met
water in de trommel na de programma's voor
synthetische of fijne was. Dit voorkomt dat het
wasgoed erg verkreukelt als het vochtig in de
trommel blijft. Wanneer u de machine wilt legen,
drukt u opnieuw op de toets, de machine laat het
water dan weglopen en voert een korte
centrifugegang uit of u draait de knop op de
waterafvoerstand . Als deze toets niet
ingedrukt is, eindigen de wasprogramma's met
een korte centrifugegang.
4 Toets “Lage
centrifugesnelheid”
Door het drukken op deze toets wordt de
centrifugesnelheid als volgt verlaagd:
- katoen en linnen programma's: van 1000 naar
600 toeren/per minuut.
- programma's voor synthetische, fijne en wolwas:
van 740 naar 400 toeren/per minuut.
5 Kleine was toets
Als de machine niet geheel gevuld is, drukt u
voordat u het programma start op deze toets,
de machine voert een spoelgang minder uit en
bespaart zo water en stroom.
6 Temperatuurkeuzeknop
U kiest hiermee de juiste watertemperatuur
voor de artikelen die gewassen moeten
worden.
Om de juiste temperatuur in te stellen draait u
de knop totdat de gewenste temperatuur
onder het tekentje op het bedieningspaneel
staat.
Op de programmakaart vindt u de geschikte
temperatuur voor de verschillende soorten
textiel.
7 Programmakeuzeknop
U draait de knop naar rechts voor het kiezen
van het programma, totdat het gewenste
programma onder het tekentje op het
bedieningspaneel staat. Als u per ongeluk de
knop voorbij het gewenste programma draait,
dan NOOIT DE KNOP TERUG NAAR LINKS
DRAAIEN, draai hem naar rechts door totdat
u het juiste programma opnieuw tegenkomt.
Bedieningspaneel