18
5.3.1 Benodigd waterdebiet
Ketel type Minimaal waterdebiet Nominaal waterdebiet
(m
3
/h) bij 20 K (m
3
/h)
HRM 80/2 2,3 3,5
HRM 120/2 3,4 5,2
HRM 160/2 4,6 6,9
HRM 200/2 5,7 8,6
HRM 240/2 6,9 10,4
HRM 280/2 8,0 12,1
Tabel 5.3.1 Benodigd waterdebiet
- Sluit de aanvoerleiding van de verwarmingsinstallatie aan
de overeenkomstige aansluiting van de ketel aan;
- sluit de retourleiding van de verwarming aan op de
onderste aansluiting van de ketel;
- breng de vereiste stopkranen en de nodige veiligheids-
voorzieningen aan tussen de verwarmingsinstallatie en
de ketel.
5.3.2 Overdrukveiligheid
In de installatie dient in de aanvoerleiding, zo dicht mogelijk
bij de ketel, voor eventuele afsluiters een overdrukveiligheid
(ontlastklep) met voldoende afvoercapaciteit (conform
bouwbesluit) te worden opgenomen.
Let op! De maximale bedrijfsdruk van het
toestel is 3 bar.
5.3.3 Manometer
In de installatie dient een manometer te worden
opgenomen.
Let op! De minimale bedrijfsdruk van het
toestel is 0,8 bar.
5.3.4 Open verdeler
Om een goede werking te garanderen (geen storingen als
gevolg van onvoldoende flow) verdient het aanbeveling
om een open verdeler toe te passen.
5.3.5 CV-filter
Het verdient aanbeveling om in de retourleiding voor de
ketel een cv-filter op te nemen. Het filter beschermt de
ketel tegen mogelijke vervuiling vanuit de cv-installatie.
5.3.6 Vorstbeveiliging
De ketel is voorzien van een vorstbeveiliging. Deze bevei-
ligt de ketel maar geeft geen garantie of beveiliging op de
rest van de installatie. Indien de aanvoertemperatuur
gemeten op de globale aanvoer NTC beneden de 7 °C
daalt, wordt de shuntpomp (indien op ketel aangesloten)
automatisch ingeschakeld. Daalt de aanvoertemperatuur
verder tot 3 °C, dan zal de ketel alle modules starten en op
laaglast laten branden tot een aanvoertemperatuur van
10 °C bereikt is.
Let op! Om de installatie tegen vorst te
beschermen, dient deze op eigen wijze
beveiligd te worden.
5.4 Warmwater-boiler aansluiten
Het toestel is standaard uitgerust met een zogenaamde
AM-4 uitbreidingsprint om elektrisch een externe boiler
aan te sluiten. De centrale hoofdprint (MBD) kan
vervolgens bij een detecteerde warmtevraag een
230 V~ (max. 2A) boilerpomp of 230 V~ driewegklep
(klemmen 8/9/10) aansturen.
Let op! Bij een warmwater-bereider met een
capaciteit > 45 kW dienen de uitwisselende
warmte media dubbel gescheiden te zijn.