522647
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/44
Pagina verder
Installatie
voorschrift
AAN DE INSTALLATEUR
Met het toestel dat u gaat plaatsen,
installeert u een kwaliteitsproduct.
Ondanks de bekendheid van het AWB-
concept, heeft dit toestel zaken die
nieuw voor u kunnen zijn. Lees daarom
goed de bijgevoegde instructies. De tijd
die u daaraan besteedt, wint u terug bij
het installeren. Daarnaast kan een
goede uitleg aan de gebruiker, over
werking en bediening van het toestel en
installatie, u veel werk en hem of haar
veel ongenoegen besparen.
Zijn er problemen of vragen, neem dan
contact op met AWB.
Met vriendelijke groeten,
AWB CV-KETELS B.V.
www.awb.nl
Bewaar dit installatievoorschrift
goed in de buurt van het toestel.
Bij onderhoud of reparatie kan
het belangrijk zijn dat dit boekje
voorhanden is.
80/2
120/2
160/2
200/2
240/2
280/2
Voor de gebruiker en installateur
Bediening- en installatiehandleiding
VOOR DE GEBRUIKER - BEDIENINGSHANDLEIDING
INHOUDSOPGAVE PAGINA
1 Aanwijzingen tot de documentatie 3
1.1 Bewaren van de documentatie 3
1.2 Gebruikte symbolen 3
1.3 CE-merkteken 3
1.4 Typeplaat 3
2Veiligheidsrichtlijn 4
2.1 Montage en installatie 4
2.2 Hoe te handelen bij storingen 4
2.3 Vorstbeveiliging 4
3 Richtlijnen voor installatie en bedrijf 5
3.1 Garantie 5
3.2 Aansprakelijkheid 5
3.3 Eisen aan opstellingruimte 5
3.4 Onderhoud toestel 5
3.5 Recycling en vernietiging 5
4 Bediening 6
4.1 Controle voor het in bedrijf nemen 6
4.1.1 Openen van afsluiters 6
4.1.2 Waterdruk controleren 6
4.2 Overzicht van het bedieningspaneel 6
4.3 Toestel in en uitschakelen 6
4.4 Display met multifunctionele aanduiding 6
4.4.1 Bedrijfsaanduiding 6
4.4.2 Menu overzicht 6
4.5 Instellingen voor verwarming en warmwater bedrijf 7
4.5.1 Maximale aanvoertemperatuur wijzigen 7
4.6 Diagnose mode 7
5 Storingen 8
5.1 Resetten van een storing 8
6 Reiniging en onderhoud 8
6.1 Reiniging 8
6.2 Inspectie en onderhoud 8
6.3 Systeemdruk controleren 8
6.3.1 Installatie bijvullen 8
7 Overige informatie 9
7.1 Toebehoren 9
2
3
1 AANWIJZINGEN TOT DE DOCUMENTATIE
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door het
installatievoorschrift.
1.1 Bewaren van de documentatie
Bewaart dit bediening- en installatievoorschrift op een
droge plaats goed in de buurt van het toestel. Bij onder-
houd of reparatie kan het belangrijk zijn, dat dit bediening-
en installatievoorschrift voorhanden is.
1.2 Gebruikte symbolen
Let u bij bediening van het toestel op de veiligheidsvoor-
schriften in deze bedieningshandleiding.
Gevaar!
Direct levensbedreigend.
Let op!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor product
en omgeving.
Opmerking!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
1.3 CE-merkteken
Het CE-merkteken op dit apparaat duidt erop dat het
apparaat voldoet aan:
- richtlijn 90/393/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake gastoestellen;
- richtlijn 89/336/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit, gewijzigd door
richtlijn 91/263/EWG, 92/31/EWG en 93/68/EWG;
- richtlijn 92/42/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake rendementseisen voor nieuwe olie- en
gasgestookte centrale verwarmingsketels;
- richtlijn 73/23/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen
bepaalde spanningsgrenzen.
1.4 Typeplaat
U vindt de typeplaat aan de voorzijde op het toestel onder
de voordeksel. Deze is na het afnemen van de voordeksel
zichtbaar.
Figuur 1.4 Typeplaat
4
2 VEILIGHEIDSRICHTLIJN
Neemt u vooral de volgende veiligheids-
aanwijzingen en voorschriften in acht.
Gevaar! Gaslucht! Vergiftiging en
explosiegevaar!
Bij gaslucht handel dan als volgt:
- geen licht aan- of uitschakelen;
- geen elektrische schakelaars bedienen;
- geen telefoon in de directe omgeving gebruiken;
- geen open vuur gebruiken;
- niet roken;
- gaskraan van het toestel of hoofd-gaskraan sluiten;
- ramen en deuren openen;
- personen in het gebouw waarschuwen;
- gebouw verlaten;
- installateur of gasbedrijf waarschuwen.
2.1 Montage en installatie
De installatie van het toestel dient te gebeuren door
een erkend installateur. Hierbij moeten de volgende
voorschriften en richtlijnen in acht worden genomen:
- bouwbesluit;
- veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallatie
NEN 1010;
- voorschriften voor het aansluiten op binnen-rioleringen
in woningen en woongebouwen NEN 3287;
- voorschriften voor ventilatie van woningen en
woongebouwen NEN 1087/NEN 1088;
- eisen voor industriële gasinstallatie NEN 2078;
- eisen voor verbrandingsinstallaties NEN 3028;
- afvoer van rook van gebouwgebonden
verbrandingsinstallaties met een belasting groter dan
130 kW (bw) NEN 2757;
- eventueel voorschriften van lokale gemeente en
nutsbedrijven;
- dit installatievoorschrift.
Let op! Geen aanpassingen aan het toestel
uitvoeren!
Het is niet toegestaan om aanpassingen uit te voeren aan:
- het toestel;
- toevoer van gas, verbrandingslucht en water;
- afvoer van rook en condenswater;
- elektrische voorzieningen.
Voor veranderingen aan het systeem of omgeving zoals
o.a. deuren en ventilatieroosters dient u contact op te
nemen met uw installateur. Reparatie en onderhoud dient
uitgevoerd te worden door een erkende installateur.
2.2 Hoe te handelen bij storingen
Gevaar! Spanningvoerende delen en
aansluitingen. Schakelt u het toestel uit door
de hoofdschakelaar van het toestel uit te
zetten, voordat u aan het toestel gaat werken!
Als tijdens het bedrijf storingen optreden, handel dan
volgens hoofdstuk 5. Indien een storing zich herhaalt of
niet herstelt neem dan contact op met uw installateur.
Let op! Controleer regelmatig de systeem
vuldruk, deze dient tussen de 1,5 en 2,0 bar
te zijn.
2.3 Vorstbeveiliging
Verzeker u ervan dat tijdens een vorstperiode, bij afwezig-
heid, de verwarmingsinstallatie in bedrijf is en de
opstellingruimte vorstvrij blijft.
Let op! De vorstbeveiliging en overige
veiligheden zijn alleen in bedrijf, als de
netspanning aanwezig is en de schakelaar op
het toestel is ingedrukt en groen brand.
Het toestel is uitgerust met een vorstbeveiliging. Indien de
cv-aanvoertemperatuur bij een ingeschakeld toestel daalt
tot beneden de 10 °C, zal het toestel de brander starten en
de cv-aanvoertemperatuur opwarmen tot ca. 20 °C.
Als de elektriciteit en gasvoorziening voor een lange
periode uitgeschakeld blijven tijdens een vorstperiode,
wordt aanbevolen om het hele systeem inclusief de ketel,
leeg te laten om bevriezing ervan te voorkomen.
Opmerking! Het is niet toegestaan om zonder
schriftelijke goedkeuring van AWB, vorst-
verlagende of andere middelen toe te voegen
aan het cv-water.
5
3 RICHTLIJNEN VOOR INSTALLATIE EN
BEDRIJF
3.1 Garantie
AWB staat er voor in dat dit hoogwaardige kwaliteits-
product vrij van fabricagefouten is.
Daarvoor geeft AWB op de ThermoSystem HRM een
garantie van 24 maanden op fabricagefouten en onder-
delen. Uitzondering hierop vormt de warmtewisselaar
waarvoor een garantieperiode geldt van 10 jaar.
Voor het overige zijn de garantiebepalingen conform de
garantiekaart (bijgesloten in de verpakking). Reparaties en
onderhoud tijdens de garantieperiode mogen enkel uit-
gevoerd worden door een erkende installateur.
De garantie op het toestel vervalt indien:
- onderhoud, reparatie of wijzigingen zijn gepleegd
aan het toestel of de installatie door niet erkende
onderhoudsmonteurs of installateurs;
- in of aan het toestel sporen van gebruik anders dan
omschreven in dit bediening- en installatievoorschrift
zichtbaar zijn;
- schade ontstaan door of tijdens transport.
3.2 Aansprakelijkheid
Het toestel is ontworpen voor de verwarming van ruimten
als onderdeel van een cv-installatie, uitgelegd op een
maximale aanvoertemperatuur van 80 °C en een daarbij
behorende retourtemperatuur van 60 °C, met een maxi-
male systeemwerkdruk van 3 bar. Voor schade of letsel
welke voortvloeit uit gebruik van het toestel anders dan
omschreven in dit installatie- en bedieningsvoorschrift kan
de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden. Voorts is de
fabrikant niet aansprakelijk voor schade of letsel welke het
gevolg is van het niet opvolgen van de veiligheid-,
bediening-, onderhoud- en installatie-instructies zoals
aangegeven in dit installatievoorschrift.
3.3 Eisen aan opstellingruimte
- Het toestel dient in een droge en vorstvrije ruimte
geplaatst te worden. Iedere andere toepassing is
ongeoorloofd;
- het toestel kan staand geplaatst worden in een woning,
ketelhuis, berging, kelder of vergelijkbare ruimte;
- het toestel moet vrij bereikbaar zijn voor onderhoud en
reparatie;
- de opstellingsruimte moet voldoen aan de daarvoor
geldende wettelijke eisen.
3.4 Onderhoud toestel
Periodieke controle en onderhoud dient te worden
uitgevoerd door een erkend installateur.
3.5 Recycling en vernietiging
Zowel het toestel als verpakkingsmateriaal bestaan uit
voornamelijk recyclebare grondstoffen.
Opmerking! Neem altijd de nationale of lokale
regelgeving in acht.
6
4 BEDIENING
4.1 Controle voor het in bedrijf nemen
4.1.1 Openen van afsluiters
Zorg dat de eventueel aangebrachte afsluiters in het
cv-systeem open staan.
Opmerking! Afsluiters en overige appendages
behoren niet tot de leveringsomvang van het
toestel. Deze worden apart door de installateur
aangebracht. Voor vragen en of uitleg over
de werking van de verschillende appendages,
dient u contact op te nemen met de
installateur.
4.1.2 Waterdruk controleren
Controleer de systeemdruk (vuldruk) aan de hand van de
drukmeter welke buiten het toestel in het leidingsysteem is
aangebracht. De systeemdruk behoort bij een koude instal-
latie tussen de 1,5 en 2 bar te zijn (maximaal 3 bar). Is de
druk lager dan 0,8 bar, dan dient de installatie bijgevuld te
worden.
4.2 Overzicht van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel heeft de volgende functies:
1 RESET-toets: een storing, aangeduid met een knipperende
code in het display, wordt door het indrukken van de
RESET-toets hersteld. Treedt de storing opnieuw op,
neem dan contact op met uw installateur.
2 Display voor de aanduiding van de actuele bedrijfsstand,
menu of overige informatie.
3 MODE-toets voor het kiezen van de verschillende functies
in het menu.
4 STEP-toets : nadat men de gewenste mode heeft
opgeroepen, kunnen door het indrukken van de STEP-
toets, de verschillende parameters worden opgeroepen.
5 STORE-toets : alle aanpassingen moeten door het
indrukken van de STORE-toets bevestigd worden.
De instelling knippert ter bevestiging.
6-7 +/- toetsen: na het oproepen van de parameters kunnen
d.m.v. de + en – toets de instellingen worden aangepast.
8 Storing indicatie van de afzonderlijke branderautomaten
(CVI) per brandermodule.
9 Knop voor het in- en uitschakelen van het toestel.
Figuur 4.2 Bedieningspaneel
4.3 Toestel in- en uitschakelen
Let op! De netspanning-schakelaar mag alleen
ingeschakeld worden indien het verwarming-
systeem op de normale werkdruk gevuld is.
Met de knop 9 (figuur 4.2) schakelt u het toestel in of uit.
Indien de knop ingedrukt is en groen brandt, is het toestel
ingeschakeld.
Let op! De vorstbeveiliging en overige veilig-
heden zijn alleen in bedrijf als de netspanning
aanwezig is en de schakelaar op het toestel
ingedrukt is en groen brandt.
4.4 Display met multifunctionele aanduiding
Het toestel is met een digitaal informatie- en analyse-
systeem uitgerust. Dit systeem geeft u informatie over de
bedrijfsstand van het toestel en helpt bij het aangeven van
storingen (zie figuur 4.2.).
In bedrijfsstand en bij branderbedrijf wordt in het display
een 1-cijferige bedrijfscode aangegeven. Deze geeft de
actuele aanvoertemperatuur aan. Bijvoorbeeld: “3 45”;
branderbedrijf “3” en aanvoertemperatuur “45 °C”.
4.4.1 Bedrijfsaanduiding
De bedrijfsaanduiding geeft u informatie over de bedrijfs-
toestand van het toestel. De bedrijfscodes 1, 2 en 5
verschijnen bij de start van elke afzonderlijke brander-
module. De bedrijfsaanduiding wordt dan voorafgegaan
door het nummer van de betreffende brandermodule.
Bedrijfscode Functie-omschrijving
0 Standby, geen warmtevraag
1Ventilator van betreffende module start en spoelt de
branderkamer voor
2 Ontsteking is actief
3 Brander is in bedrijf voor centrale verwarming
4 Brander is in bedrijf voor warm water
5 Luchtdrukschakelaar is ingeschakeld
6 Regelstop brander tijdens bedrijf voor centrale
verwarming
7 Nadraaien pomp na bedrijf voor centrale verwarming
8 Nadraaien pomp na bedrijf voor warm water
9 Regelstop brander tijdens bedrijf voor warm water
Tabel 4.4.1 Bedrijfsaanduiding
1 2
8 9
3 4 5 6-7
7
4.4.2 Menu overzicht
Figuur 4.4.2 Menu overzicht
4.5 Instellingen voor verwarming en
warmwater bedrijf
Alle instellingen welke aangepast kunnen worden zijn
vanuit de fabriek vooraf ingesteld, of door de installateur
aangepast. Verander geen vooraf ingestelde waarden!
Alle schakeltijden en temperaturen voor individuele
aanpassing aan het toestel zijn naar wens in te stellen.
Advies is om dit alleen in overleg met uw installateur te
doen.
De volgende instelling kunt u zelf wijzigen.
4.5.1 Maximale aanvoertemperatuur wijzigen
De maximale aanvoertemperatuur kan in de parameter-
mode onder punt 3 ingesteld worden tussen de 30 °C en
90 °C.
Figuur 4.5.1 Instellen van de aanvoertemperatuur
Let op! Om te voorkomen dat mogelijk
storingen optreden, is het advies om alle
andere instellingen in de parametermode niet
te wijzigen.
Status of
foutaanduiding
Min
Fabrieks-
instelling
Max
Diagnose mode
Instellen
Aanduiding
Paramete
r
nr.
Paramete
r
nr.
Paramete
r
nr.
Warmwater temp.
Bedrijfsstand
Instelling van de maximale
aanvoertempera
tuur
Bedrij
fsinstelling mag
niet veranderd wor
den
Bedrijfsinstelling mag
niet veranderd worden
Ingest
elde waarde met
‘STO
RE
vast
z
etten!
STEP
STEP
STEP
STEP
STORE
MODE
MODE
Ket
el
aanvoer-
temperatuu
r
Ket
el
re
tour-
t
emperatuur
Overz
icht
parameter 1 t/m 8
P
a
r
a
met
e
r
n
r
.
T
e
m
p
. (˚C
)
P
a
r
a
m
e
ternr.
T
e
mp
. (˚C
)
STEP
STEP
P
a
r
a
me
tern
r
.
STEP
STEP
Storingen worden afwisselend
met de standaardaanduiding weergegeven
STEP
M
OD
E
Min
Fabrieks-
instelling
Max
Parameternr.
Instelling van de maximale
aanvoertemperatuur
Ingestelde waarde met
‘STORE’ vastzetten!
1x
STORE
4.6 Diagnose mode
In de diagnose mode kunt u de instelling van elke para-
meter inzien en controleren. Aanpassing van de instelling is
in deze mode niet mogelijk.
- Drukt u tweemaal op de MODE-toets, tot “data” in het
display verschijnt;
- door dan herhaaldelijk op de STEP-toets te drukken, kunt
achtereenvolgens de volgende parameters bekijken:
Aanduiding Verklaring Eenheid
1 Ingestelde ketel aanvoertemperatuur °C
2 Ingestelde ketel retourtemperatuur °C
3 Geen functie -
4 Geen functie -
5 Geen functie -
6 Gemeten aanvoertemperatuur °C
7 Gemeten ventilator toerental min-1
8 Capaciteit warmtevraag, 1 module (40 kW = 100%)
b.v. 250 % = 2,5 x 40 kW = 100 kW %
Tabel 4.6 Parameter overzicht in diagnose mode
Indien bij een van de parameters een negatieve waarde
wordt aangegeven, dan is de betreffende voeler defect
of niet aangesloten.
8
5 STORINGEN
Indien de ketel niet in bedrijf gaat en/of een storing
aangeeft, controleer dan eerst het volgende:
- Is de hoofdstroom voorziening ingeschakeld?
- Is de netschakelaar ingeschakeld, brandt het groene
lampje op de ketel?
- Is er warmtevraag vanuit de externe regeling?
(kamerthermostaat)
- Is de gaskraan geopend?
- Is de systeemdruk voldoende > 0,8 bar?
(werkdruk tussen 1,5 en 2 bar)
5.1 Resetten van een storing
Storing aan een ketelmodule wordt weergegeven doordat
de betreffende rode knop op het bedieningspaneel van de
ketel gaat branden. Voor het resetten van de ketel gaat u
als volgt te werk:
- reset de betreffende ketelmodule door de brandende
rode knop op het bedieningspaneel in te drukken;
- reset vervolgens de regeling van de ketel door de RESET-
toets naast het display in te drukken.
Let op! Reset de ketel altijd in de juiste
volgorde zoals voorafgaand is beschreven.
Opmerking! Indien na het starten van de ketel
de rode knop weer gaat branden, deze dan
binnen 5 seconden opnieuw indrukken.
Gevaar! Indien het toestel na driemaal een
reset te hebben uitgevoerd nog steeds een
storing aangeeft, neem dan contact op met de
installateur.
Het bedieningspaneel heeft de volgende functies:
1 Storing indicatie van de afzonderlijke branderautomaten
(CVI) per brandermodule.
2 RESET-toets: een storing, aangeduid met een knipperende
code in het display, wordt door het indrukken van de
RESET-toets hersteld. Treedt de storing opnieuw op,
neem dan contact op met uw installateur.
Figuur 5.1. Resetten van een storing
6 REINIGING EN ONDERHOUD
6.1 Reiniging
Reinigt u de mantel van het toestel met een licht vochtige
doek en eventueel zeep welke PH-neutraal is.
Opmerking! Gebruik geen agressieve
vloeistoffen, schuur- of reinigingsmiddel die
de mantel of lak kunnen beschadigen.
6.2 Inspectie en onderhoud
Om te waarborgen dat een toestel normaal kan en blijft
functioneren, heeft elk toestel na een bepaalde bedrijfstijd
inspectie en onderhoud nodig. Regelmatig onderhoud
verminderdt de kans op storingen en verlengt de levens-
duur van het toestel. Aanbeveling is dat op het toestel
eenmaal per twee jaar inspectie en onderhoud plaatsvindt.
Gevaar! Voer nooit zelf onderhoud of
reparaties uit aan een toestel. Onderhoud en
reparaties dienen uitgevoerd te worden
door een erkend installateur. Ondeskundig
onderhoud of reparatie kan schade aan toestel
en personen tot gevolg hebben.
Let op! Toestellen met een vermogen
> 120 kW dienen te worden geïnspecteerd
en onderhouden volgens de AMVB door een
SCIOS-gecertificeerd bedrijf.
6.3 Systeemdruk controleren
Voor het normaal functioneren van het toestel en de
verwarmingsinstallatie dient de systeemdruk van de
installatie bij het toestel en bij een koude installatie 1,5 tot
2 bar te zijn. Indien de druk lager is dan 0,8 bar moet de
verwarmingsinstallatie met water bijgevuld worden.
In het toestel is een laagwaterdruk-beveiliging gemonteerd
welke het toestel uitschakelt bij een druk lager dan 0,2 bar.
Dit wordt in het display aangeduid met
E26. Vanaf een
systeemdruk van 0,8 bar gaat deze foutmelding weg.
6.3.1 Installatie bijvullen
Afsluiters, vulinrichting en overige appendages behoren
niet tot de leveringsomvang van het toestel. Deze worden
apart door de installateur aangebracht. Voor vragen en of
uitleg over de werking van de verschillende appendages of
hoe u bij moet vullen, dient u contact op te nemen met de
installateur.
Let op! De installatie mag alleen met water
bijgevuld worden. Het is niet toegestaan om
zonder schriftelijke goedkeuring van AWB,
vorstverlagende of andere middelen toe te
voegen aan het cv-water.
2
1
9
7 OVERIGE INFORMATIE
Bij vragen, storingen of gebreken aan toestel of installatie,
neem dan contact op met uw installateur. Deze kan u
informeren en storingen onderzoeken of herstellen.
7.1 Toebehoren
Gebruik voor het toestel uitsluitend AWB onderdelen welke
via uw installateur verkrijgbaar zijn. Er mogen enkel onder-
delen gebruikt worden welke aan de door AWB cv-ketels b.v.
vereiste veiligheids- en bedrijfsspecificaties voldoen.
Gerepareerde onderdelen of onderdelen van een ander
fabrikaat welke niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
AWB cv-ketels b.v. mogen niet gebruikt worden.
Alleen bij het gebruik van originele onderdelen, garandeert
AWB cv-ketels b.v. de CE-conformiteit van dit toestel.
10
VOOR DE INSTALLATEUR - INSTALLATIEHANDLEIDING
INHOUDSOPGAVE PAGINA
1 Aanwijzingen tot de documentatie 12
1.1 Bewaren van de documentatie 12
1.2 Gebruikte symbolen 12
2Toestelbeschrijving 12
2.1 CE-merkteken 12
2.2 Typeplaat 12
2.3 Toepassing 12
2.4 Principewerking 13
2.5 Overzicht van componenten 13
3Veiligheidsvoorschriften 14
3.1 Veiligheidsaanwijzing 14
3.2 Voorschriften 14
3.3 Bedrijf 14
3.4 Instructie i.v.m. de rookgasafvoer-aansluiting 14
3.5 Installatie 14
3.6 Aanpassingen aan het toestel 14
3.7 Veiligheidsrichtlijn 14
4 Montage en installatie algemeen 15
4.1 Leveringsomvang 15
4.2 Eisen aan de opstellingsruimte 15
4.2.1 Opbouw en kenmerken 15
4.2.2 Afmetingen 16
4.2.3 Positionering van de ketel 16
5 Montage en installatie van toestel 17
5.1 Algemene richtlijnen voor de verwarmingsinstallatie 17
5.2 Gas-aansluiting 17
5.3 CV-zijdige aansluiting 17
5.3.1 Benodigd waterdebiet 18
5.3.2 Overdrukveiligheid 18
5.3.3 Manometer 18
5.3.4 Open verdeler 18
5.3.5 CV-filter 18
5.3.6 Vorstbeveiliging 18
5.4 Warmwater-boiler aansluiten 18
5.5 Hydraulisch schema van een installatie 19
5.6 Rookgasafvoer-aansluiting, luchttoevoer onafhankelijk (gesloten opstelling) 19
5.7 Rookgasafvoer-aansluiting, luchttoevoer afhankelijk (open opstelling) 19
5.8 Aansluiten van het toestel op de rookgasafvoer 19
5.9 Condenswaterafvoer 20
5.10 Elektrische aansluitingen 20
5.10.1 Netvoeding aansluiten 20
5.10.2 Externe regeling aansluiten 20
5.10.3 Interne regeling 20
5.10.4 Aansluiten elektrische toebehoren 21
6 In bedrijfstelling en bediening 21
6.1 Servicecode ingeven 21
6.2 Overzicht functies bedieningsdisplay 22
6.3 Toestel in bedrijf nemen 23
6.4 Vullen van het systeem 24
6.4.1 CV-installatie vullen 24
6.4.2 Sifon vullen 24
11
6.5 Gas-afstelling controleren 24
6.5.1 Gas-voordruk controleren 24
6.5.2 Test mode 25
6.5.3 Controle en afstelling van CO
2
25
6.6 Controle toestelwerking 26
6.7 Voorlichting aan de gebruiker 26
6.7.1 Te geven instructies aan de gebruiker 27
7 Aanpassingen aan de installatie 28
7.1 Maximale aanvoertemperatuur instellen 29
7.2 Nadraaitijd pomp instellen 29
7.3 Vermogensinstelling bij boilers 29
7.4 Modulatiegedrag 29
8 Inspectie en onderhoud 29
8.1 Garantie 29
8.2 Aansprakelijkheid 29
8.3 Weergave van de bedrijfsuren 29
8.4 Rookgascontrole-mode 30
8.5 Onderhoud controle-lijst 30
8.6 Reiniging van de condensbak 31
8.7 Demontage/montage van de condensbak 31
8.8 Reiniging van de sifon 31
8.9 Controle van de luchtdrukschakelaar 32
8.10 Reiniging van een brander 32
8.11 Controle van de werking 32
9 Storingen 33
9.1 Data-mode 33
9.2 Geen display 33
9.3 Externe pomp aansturing 33
9.4 Regeling 33
9.4.1 Toestel reageert niet op warmtevraag vanuit 0-10 V aansturing 33
9.4.2 Toestel reageert niet op 2-punts aan/uit regelaar 34
9.4.3 Toestel reageert niet op modulerende regeling (OpenTherm
®
)34
9.5 Toestel reageert niet op warmwater-sensor 34
9.6 Diagnose mode 34
9.6.1 Vergrendelende storingen 34
9.6.2 Niet vergrendelende storingen 34
9.7 Meetwaarden van de componenten 35
9.7.1 Pressostaten 35
9.7.2 NTC temperatuur sensor 36
9.7.3 Ionisatiestroom 36
9.8 Storing zoeksleutels 36
9.8.1 Onvoldoende warmte-opbrengst 36
9.8.2 Branderstoringen 37
9.8.3 Geen warmte in systeem 38
9.9 Resetten van het toestel 38
10 Technische specificaties 39
11 Transport en verpakking 40
11.1 Afmetingen inclusief verpakking 40
12 Verklarende woordenlijst 40
Invulblad instelgegevens 41
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw AWB ThermoSystem HRM 160-2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van AWB ThermoSystem HRM 160-2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,21 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van AWB ThermoSystem HRM 160-2

AWB ThermoSystem HRM 160-2 Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info