10
VOOR DE INSTALLATEUR - INSTALLATIEHANDLEIDING
INHOUDSOPGAVE PAGINA
1 Aanwijzingen tot de documentatie 12
1.1 Bewaren van de documentatie 12
1.2 Gebruikte symbolen 12
2Toestelbeschrijving 12
2.1 CE-merkteken 12
2.2 Typeplaat 12
2.3 Toepassing 12
2.4 Principewerking 13
2.5 Overzicht van componenten 13
3Veiligheidsvoorschriften 14
3.1 Veiligheidsaanwijzing 14
3.2 Voorschriften 14
3.3 Bedrijf 14
3.4 Instructie i.v.m. de rookgasafvoer-aansluiting 14
3.5 Installatie 14
3.6 Aanpassingen aan het toestel 14
3.7 Veiligheidsrichtlijn 14
4 Montage en installatie algemeen 15
4.1 Leveringsomvang 15
4.2 Eisen aan de opstellingsruimte 15
4.2.1 Opbouw en kenmerken 15
4.2.2 Afmetingen 16
4.2.3 Positionering van de ketel 16
5 Montage en installatie van toestel 17
5.1 Algemene richtlijnen voor de verwarmingsinstallatie 17
5.2 Gas-aansluiting 17
5.3 CV-zijdige aansluiting 17
5.3.1 Benodigd waterdebiet 18
5.3.2 Overdrukveiligheid 18
5.3.3 Manometer 18
5.3.4 Open verdeler 18
5.3.5 CV-filter 18
5.3.6 Vorstbeveiliging 18
5.4 Warmwater-boiler aansluiten 18
5.5 Hydraulisch schema van een installatie 19
5.6 Rookgasafvoer-aansluiting, luchttoevoer onafhankelijk (gesloten opstelling) 19
5.7 Rookgasafvoer-aansluiting, luchttoevoer afhankelijk (open opstelling) 19
5.8 Aansluiten van het toestel op de rookgasafvoer 19
5.9 Condenswaterafvoer 20
5.10 Elektrische aansluitingen 20
5.10.1 Netvoeding aansluiten 20
5.10.2 Externe regeling aansluiten 20
5.10.3 Interne regeling 20
5.10.4 Aansluiten elektrische toebehoren 21
6 In bedrijfstelling en bediening 21
6.1 Servicecode ingeven 21
6.2 Overzicht functies bedieningsdisplay 22
6.3 Toestel in bedrijf nemen 23
6.4 Vullen van het systeem 24
6.4.1 CV-installatie vullen 24
6.4.2 Sifon vullen 24