NL 13
bak- en braadtips - algemeen
In de overzichtstabellen op pagina 21 t/m 23
vindt u aanwijzingen over bereidingstijden,
temperaturen en inzethoogten. De tijden en
temperaturen in de tabellen zijn gemiddelden.
Zonodig kunt u daar iets van afwijken om
gerechten gelijktijdig te bereiden.
temperatuur
De bij recepten opgegeven temperaturen zijn
gemiddelden, die 10-15 ˚C hoger of lager
kunnen zijn om het gewenste resultaat te
bereiken.
De meeste tijden en temperaturen die in
recepten genoemd worden, zijn gebaseerd
op het garen met boven- en onderwarmte.
Deze zijn in het algemeen te hoog voor het
garen met hetelucht. Bij het gebruik van de
turbo-functie kunt u de temperatuur 15 tot
20 ˚C lager instellen dan bij gebruik van de
infra-functie.
voorverwarmen
Voorwarmen is in het algemeen niet nodig,
met uitzondering van gerechten waarvan de
bereidingstijd korter dan 30 minuten is, of
wanneer een recept dit aangeeft.
oven leeg
Haal alles uit de oven, wat u niet nodig heeft
voor uw recept.
afkoelen
Schakel de oven uit, voordat u het gerecht of
gebak, dat klaar is, eruit neemt. Sluit de
ovendeur en laat de oven afkoelen.
inzethoogten
De oven beschikt over meerdere richels,
waardoor u uw gerechten altijd op de
optimale hoogte in de oven kunt zetten.
fig. 11: Inzethoogten
Bij het gebruik van de turbo-functie kunt u op
meerdere niveaus tegelijk bakken. Het beste
resultaat behaalt u, als u de volgende
inzethoogten kiest:
1 niveau richel 2 voor hoge bakvormen,
richel 4 voor bakplaten
2 niveaus richels 2 en 5
3 niveaus richels 1, 4 en 7
Door het omdraaien van het rooster kunt u
het gerecht nog beter ten opzichte van de
elementen positioneren.
Zet ovenrooster, bakplaat of braadslede altijd
op de hoogte die in de tabellen wordt
aangegeven. Schuif de bakplaat of het
rooster tussen de geleiders in de
aangegeven richel. Hiermee voorkomt u dat
bakplaat of rooster omklappen, als u ze uit de
oven schuift.
elektronische schakelklok (indien aanwezig)
7. Foutief ingegeven waarden kunnen
gecorrigeerd worden door op toets en
op toets – of + te drukken.
8. De programmering kan tussentijds
opgeheven worden. Druk toets in. Stel
met de toetsen – en + de tijd in op 0.
Druk tijdens het bakken op toets om de
resterende baktijd of om de eindtijd
zichtbaar te maken.
automatisch in- en uitschakelen
U kunt de baktijd en de tijd waarop het
gerecht klaar moet zijn instellen. De oven
schakelt dan automatisch in en uit.
1. Druk op de toets . Op het display
verschijnt “0.00”.
2. Stel met de toetsen – en + de gewenste
baktijd in. Op het display verschijnen de
symbolen AUTO en .
3 Druk op toets . Het display geeft de
vroegst mogelijke eindtijd weer.
4. Stel met de toetsen – en + de eindtijd in.
Het symbool dooft.
5. Na het loslaten van de toetsen – en +
verschijnt de dagtijd weer. Het symbool
AUTO blijft branden.
6. Kies een temperatuur en een ovenfunctie
(zie “bediening van de oven”).
7. De oven schakelt automatisch in. Zodra de
oven inschakelt verschijnt het symbool
op het display.
8. De oven geeft een signaal als de baktijd
afgelopen is en schakelt automatisch uit.
Het symbool dooft en AUTO knippert.
Schakel het signaal uit door op een
willekeurige toets te drukken.
9. Draai de thermostaatknop en de
programmaknop op 0. Druk op toets en
het toestel is weer ingesteld op
handbediening. Het symbool AUTO dooft.
10.Foutief ingegeven waarden kunnen
gecorrigeerd worden door op toets en
op toets – of + te drukken.
11.De programmering kan tussentijds
opgeheven worden. Druk toets in. Stel
met de toetsen – en + de tijd in op 0.
Druk tijdens het bakken op toets om de
resterende baktijd of om de eindtijd
zichtbaar te maken.
NL 12