20
Binnenverlichting werkt niet.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, evt. ook aan de
deurafdichting.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de
legplateaus.
Ongewone geluiden.
Na wijziging van de
temperatuurinstelling begint
de compressor niet direct.
Zie hoofdstuk "Lamp
vervangen".
De ondichte plekken
voorzichtig met een föhn
verwarmen (niet warmer dan
ca. 50°C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting
met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer goed
aansluit.
Dooiwateruitloop m.b.v. het
reinigingsstaafj schoonmaken
(zie hoofdstuk "Reiniging en
onderhoud").
Voorste stelvoeten bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel evt. voorzichtig
iets wegbuigen.
De compressor begint na
enige tijd automatisch weer.
Lamp is defect.
Deurafdichting is ondicht (evt.
na omzetten van het
deurscharnier).
Dooiwateruitloop is verstopt
Apparaat staat niet waterpas.
Apparaat heeft contact met
de wand of andere
voorwerpen.
Een onderdeel, bijv. een buis,
aan de achterzijde van het
apparaat komt in aanraking
met een ander onderdeel van
het apparaat of de wand.
Dat is normaal, er is geen
sprake van een storing.
Storing Mogelijke oorzaak
Oplossing