- sap van citroen- of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- reinigingsmiddelen die azijnzuur bevatten.
Zulke stoffen niet met onderdelen van het apparaat in aanraking laten
komen.
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
1. Apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in
de huisinstallatie uitschakelen.
2. Binnenruimte en accessoires met een doekje en lauw water schoonmaken.
Eventueel wat handafwasmiddel toevoegen.
3. Daarna met schoon water afnemen en goed droog wrijven.
4. De dooiwateruitloop in de achterwand van de koelruimte regelmatig
controleren. Een verstopte afvoeropening m.b.v. het reinigingsstaafje of een
stukje ijzerdraad schoonmaken.
Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het
energieverbruik. Daarom één maal per jaar de condensor, het metalen rooster
op de achterzijde van het apparaat, met een zachte borstel of met de
stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
5. Als alles goed droog is, het apparaat weer in gebruik nemen.
Tips voor het besparen van energie
Zet het apparaat niet in de buurt van een fornuis, kachel of andere
warmtebron. Bij hoge omgevingstemperaturen loopt de compressor vaker
en langer.
Zorg voor een goede ventilatie bij de sokkel en aan de achterkant van het
apparaat. Ventilatie-openingen nooit afdekken.
Geen warme levensmiddelen in het apparaat zetten. Warme
levensmiddelen eerst laten afkoelen.
Deur niet langer dan nodig open laten.
De temperatuur niet kouder dan nodig instellen.
De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon houden.
18