Remmen bedienen
Remmen zijn ervoor om de snelheid te controleren en niet alleen om de fiets te stoppen. De
maximale remkracht van de wielen staat kort ter beschikking voor het „blokkeren“ (stilstand) van de
wielen en het aansluitend glijden. Zodra het wiel glijdt, verliest u een groot deel van de remkracht en
alle controle over de fiets. U moet oefenen om zacht en zonder blokkeren de wielen af te remmen en
te stoppen. Deze techniek wordt progressieve remmodulatie genoemd.
Uw fiets is uitgerust met een voorwiel- en achterwielrem. Daarbij staat de functie van de linker
remhendel voor de voorwielrem, die voor de rechter remhendel voor de achterwielrem.
Trek de remhendel naar het stuur toe en verhoog geleidelijk de remkracht.
Als u voelt dat het wiel blokkeert, verlaag dan de remkracht, zodat het wiel recht verder kan draaien
en niet blokkeert.