Explosiegevaar van de accu door het gebruik van een verkeerde
oplader. Ernstige tot dodelijke verwondingen kunnen de
gevolgen zijn.
- Gebruik uitsluitend de meegeleverde oplader.
- Neem de aanwijzingen uit de handleiding in acht en volg
deze op.
Voorkom materiële schade!
Neem bij het opladen altijd de insteekvolgorde in acht: altijd eerst de
laadstekker in de accu. Daarna de netstekker in het stopcontact!
De accu moet in een temperatuurbereik tussen 10° en 30° opgeladen worden.
In principe leidt het opladen van de accu in de afgehaalde toestand tot een iets langere
levensduur van de accu, omdat de ontstane warmte bij het oplaadproces van de accu
gemakkelijker aan de lucht afgegeven kan worden.
U kunt uw accu op twee manieren opladen. Als de accu in het fietsframe gezet is en als de accu uit
het fietsframe is gehaald.
Opladen met ingezette accu
U kunt de accu direct aan de laadbus van de accu opladen zonder dat u deze moet demonteren of
uithalen. De laadbus hiervoor vindt u aan het onderste uiteinde op de linker kant (gezien in
rijrichting) van uw accu achter een rubberen afdekking.
Opladen met uitgehaalde accu
Om de accu op te laden, gaat u als volgt te werk:
- Haal de accu uit de bevestiging (zie hiervoor 13 Fiets bedienen / Accu monteren en
demonteren op p. 38).
- Zorg ervoor dat de accu geen zichtbare beschadiging bijv. een gebroken kast vertoont.
- Leg de accu voor het oplaadproces op een niet brandbare ondergrond, bijv. een betonnen of
tegelvloer/
- Neem de aanwijzingen uit de handleiding in acht en volg deze op, voor zover deze nog een
keer extra bijgevoegd is.
- Steek de coaxstekker van de oplader in de daarvoor bestemde bus van de accu.
- Steek de netstekker van de oplader in een 230 V, 50 Hz contactdoos. Het laadlampje op de
oplader brandt rood. Het oplaadproces duurt ongeveer 5–6 uur. Als het laadlampje groen
brandt, is de accu opgeladen
- Trek de netstekker uit de contactdoos
- Trek de coaxstekker uit de bus van de accu
- Zet de accu weer in de bevestiging