44
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd
vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige
lucht produceert Er moet een mogelijkheid zijn
om een venster te openen of een afzuigventilator
in te schakelen. Een betere methode is het
aanbrengen van een luchtafvoerslang naar
buitenshuis. De ruimte rondom de wasdroger
moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden.
De wasdroger kan op iedere soort vloer geplaatst
worden. Belangrijk is echter dat hij waterpas
opgesteld wordt. Daartoe dienen de stelvoeten.
De voeten mogen niet
verwijderd worden. De
droger moet voortdurend
verse lucht aan kunnen
zuigen. Zodoende moet u
ervoor zorgen dat het
rooster aan de achterkant
niet door obstakels in z’n
ventilatiefunctie belemmerd kan worden. Bij
onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de
motor kan veroorzaken. Onder de bodem van de
machine moet een vrije luchtstroming
gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt, bijvoorbeeld,
kan de luchtstroom belemmeren, wat de machine
schade toe kan brengen. Belangrijk: De
temperatuur in het vertrek waar de droger staat
mag tijdens de werking, + 35° C niet
overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan
de achterkant plaatsvinden. De niet gebruikte
openingen moeten met de meegeleverde deksels
afgesloten worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is
een afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt u
een flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u
door middel van de meegeleverde adapter «A»
op één van de afvoeropeningen aansluit. De
afvoerslang is met de machine meegeleverd. Om
de afvoerslang aan te brengen trekt u de adapter-
ring uit de afvoeropening aan de achterkant van
de machine en schroeft u deze ring op de
afvoerslang. Druk de adapter-ring in de
afvoeropening tot hij goed vastzit. De niet
gebruikte openingen moeten afgesloten worden.
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek,
hoe groter de kans is dat in de slang vocht tot
water condenseert. U kunt voorkomen dat het
water zich ergens in de slang verzamelt of
mogelijk zelfs terug in de droger loopt: prik een
gaatje (3 mm) in het laagste punt van de slang en
zet of hang er een bakje onder (zie figuur punt
«B»).
Houd de slang zo kort
mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg
lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger
nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater
binnen de slang.