Bewaartijden en temperaturen
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat
hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van
de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts
richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt con-
sumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ont-
dooien) in dit type koelkast bewaard worden. Als de
diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet
opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk
geconsumeerd te worden.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het appa-
raat nodig. Bedek daarom de roosters niet geheel
met papier, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen in de koelkast.
Laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen.
Op deze manier voorkomt u onnodige rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar
overnemen. Bewaar levensmiddelen daarom in
gesloten schaaltjes, aluminiumfolie, vetvrij papier of
vershoudfolie. Op deze manier behouden de levens-
middelen hun vochtigheid en bijv. groenten drogen
niet uit.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte
aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook ver-
plaatsen als de deur 90° open staat.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook infor-
matie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
NL
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker in
het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan de
rechterkant van de koelruimte vanuit „0” rechtsom (zie
afb.). Op stand „0” is het apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de
instelling.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt
regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
Als u de temperatuurregelaar op „3” draait,wordt in de
koelruimte automatisch een temperatuur van +5 °C of
kouder bereikt. Stand „3” is geschikt voor normaal
gebruik.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook
van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur,
de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand „5”, de hoogste stand, (bijv. tijdens een
hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het functioneren van het appa-
raat.
Aanwijzingen voor het bewaren
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaalt-
jes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen
8. grote flessen
Bedienen van het apparaat
15
NL