NL
7
ing begint dus. Indien de temperatuur van de koelende
oppervlakte naar meer dan +3 - +4°C stijgt, start de tem-
peratuurregelaar het systeem opnieuw.
Het ontdooide water gooit aan de achterwand, door de
buisslangen naar de verdamper op de koelcompressor en
verdampt daar door de warmte van de compressor.
jgt en het ontdooien begint. Wanneer de temperatuur van
de koelplaat is opgelopen tot +3 - +4 °C zet de temper-
atuurregelaar het koelproces weer in gang..
Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reser-
voir boven de compressor en verdampt door de warmte
van de compressor.
Let u erop, dat de opening waar het ontdooide
water uitstroomt, regelmatig gecontroleerd en
gereinigd dient te worden, omdat het water in het
geval van een verstopping naar de isolatiestof van
het apparaat vloeit waar het een defect kan veroorza-
ken.
De opening van de buisslang kunt u met het bijgevoegde
apparaat reinigen, zie afbeelding. Dit apparaat dient in de
opening te worden opgeslagen.
Een van de typische redenen voor de verstopping van de
opening is als u een naar papier verpakte voedsel naar het
apparaat legt, dat tenslotte naar de achterwand plakt.
Indien het papier na het verwijderen van het voedsel in de
koelkast blijft, dan kan het een verstopping veroorzaken.
Daarom moest men met levensmiddelen met een
papieren verpakking voorzichtig omgaan.
In het geval van een belasting in verhoogde mate,
bijvoorbeeld bij de hondsdagen kan voorkomen,
dat het apparaat voortdurend moet werken, daarom wordt
het in deze periode niet automatisch ontdooid.
Het is geen buitengewoon toestand, als op de achter-
wand van het koelapparaat na de ontdooiing kleine ijs- of
rijpvlekken verschijnen.
De ontdooiing van het vriesapparaat is in het geval van dit
type volledig automatisch.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Regelmatige reiniging
Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd.
Gebruik geen wasmiddelen, schuurmiddelen,
sterk geparfumeerde reinigingsmiddelen, waspolito-
er of andere producten met ontsmettingsmiddelen
of met alcohol!
Trekt u de stekker uit het stopcontact voor het reinigen.
Reiniging binnen het apparaat
Reinigt u de binnenste delen en de bestanddelen met
warm water en met zuiveringszout (5 ml voor 0,5 liter
water).
Spoelt u alles af en droogt u ze grondig.
Het profiel van de afdichting van de deur reinigt u met
zuiver water.
Reiniging buiten het apparaat
De buitenste delen van het apparaat wast u met warm
water en met zuiveringszout (5 ml voor 0,5 liter water).
Een of twee keer per jaar moesten het stof en het vuil
vanaf de condensator op de achterwand van het appa-
raat worden verwijderd en de verdamper op de compres-
sor gereinigd.
Na de reiniging kan het apparaat opnieuw worden
aangesloten.