26
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
•
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
•
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
•
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de steker uit het stopcontact.
•
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
•
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
•
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg
hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische
schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat
de delen van het koelcircuit niet zodanig worden
beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou
kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct
zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade
aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de
kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines)
nooit in de kast, tenzij dat door de fabrikant
goedgekeurd is.
Onderhoud / Reparatie
•
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer,
ten behoeve van de installatie van dit apparaat,
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden. Het betreffende
stopcontact dient, ook na eventuele onder- of
inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Werkzaamheden welke door personen zonder de
noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
•
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door de ELECTROLUX SERVICE en
laat geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
• Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
•
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Gebruik
• Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
• De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en
32°C (klasse SN); de klasse staat op het
kenplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product maar tevens met de volgende
aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
35
Het wijzigen van de
deurdraairichting
Neem vóór het wijzigen van de deurdraairichting
de stekker uit de wandcontactdoos.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Verwijder onderste scharnier (1) .
2. Draai het woetje eraf en verplaats het van
rechts naar links of omgekeerd.
3. Onderdeur verwijderen van het tussenscharnier
(H).
4. Verwijder het tussenscharnier (H).
5. Bovendeur van bovenscharnierpen (G) trekken.
6. Bovenste scharnierpen (G) verwijderen en aan
de tegenovergestelde kant weer monteren, na
de dopjes verwijderd te hebben. Monteer de
dopjes nu aan de andere kant.
7. Bovendeur herplaatsen
.
8. Tussenscharnier op de andere kant
aanbrengen.
9. Plaats het onderste scharnier (1) weer aan de
andere kant .
11. Onderdeur herplaatsen.
Om ervoor te zorgen dat de deuren precies op
dezelfde lijn komen te zitten kunt u het
tussenscharnier (H) afstellen door dit met behulp
van gereedschap in de horizontale richting te
verschuiven; als u dit doet moet u eerst de beide
schroeven losgedraaid hebben (zie figuur).
Belangrijk:
Controleer na de richting van de deuren gewijzigd te
hebben, dat alle schroeven goed vastgedraaid zitten
en dat het deurrubber goed op de sponning sluit. In
een koud vertrek (in de winter) kan het gebeuren dat
dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rubber
zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedi-
gen, dan kunt u het rubber warm maken met een
föhn.