8
TIPS
Tips het koelen
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of alluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aar-
dappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Tips het invriezen
Enkele belangrijke tips:
• de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt
invriezen in 24 uur staat aangegeven op het
“typeplaatje”;
• het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen
toe;
• vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
• verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooie;
• Verpak de levensmiddelen in aluminium- of
kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht
af;
• zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren
produkten; de temperatuur van deze laatste zou
daardoor kunnen stijgen;
• mager voedsel is ingevroren langer houdbaar
dan vet voedsel; ook zout verkort de
houdbaarheid;
• vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
• schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
• De symbolen op de laden geven de diverse
soorten diepvriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan.
Of de hoogste of de laagste waarde van de
aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de
kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen.
• plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
• kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
• breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
• open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
• Wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
• Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de
vervaldatum van de fabrikant.
Desescarche
La escarcha del evaporador del compartimento refri-
gerante se elimina automáticamente a cada interrup-
cion del motocompresor. El agua de la escarcha der-
retida, mediante un canal adecuado, se recoge en un
pequeño depósito colocado en la parte posterior
sobre el motocompresor del aparato, de donde
evapora.
Se recomienda limpiar periódicamente el agujero
de desagüe del agua de desescarche, situado en
la parte central del canal en el compartimiento
refrigerante, utilizando el «limpiador» adecuado
que se encuentra en el agujero, para evitar que el
agua de desescarche caiga sobre los alimentos.
En el compartimento congelador la escarcha deber
á ser eliminada cada vez que se ha formado un
estrato de aproximadamente 4 mm de espesor,
utilizando un raspador en plástico. Durante esta
operación no es necesario interrumpir la conexión
electrica o quitar los alimentos contenidos en el
compartimento.
En el caso que se formara una espesa capa de
hielo, será necesario descongelar totalmente el
Limpieza periódica
Lavar el interior y las partes exteriores con agua
tibia y bicarbonato sódico.
Limpiar el condensador y el motocompresor con un
cepillo o un aspirador. Esta operación mejorará el
funcionamiento con el consiguiente ahorro de
energia.
Temporadas largas de inactividad
Durante los períodos en los cuales el aparato no
esté funcionando observar las siguientes
precauciones:
• desenchufarlo;
• sacar todos los alimentos;
• limpiar el interior y los accesorios.
• Dejar las puertas abierta para la circulación del
aire, a fin de evitar la formación de olores
desagradables.
Lámpara de iluminación
Si con la puerta abierta la luz no se enciende,
controlar que esté bien enroscada; si el defecto no
se corrige, cambiar la bombilla con otra de igual
potencia.
Se puede acceder a la lámpara de iluminación del
compartimento refrigerante como se indica en la
figura.
La potencia máxima se indica en el difusor.
Desenchufar siempre el aparato antes de
proceder a cualquier operación de
limpieza.
Este aparato contiene hidrocarburos en el circuito
refrigerante; por lo tanto el mantenimiento y la
recarga deben ser efectuados exclusivamente por
personal autorizado por la empresa.