72
Herstel van eenvoudige storingen
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen.Wij adviseren u eerst
onderstaande aanwijzingen te lezen voordat u contact opneemt met de servicedienst.
Wanneer de veiligheidsinrichting heeft ingegrepen, start de afwasmachine niet of hij stopt tijdens het afwassen,
alle leds zijn gedoofd en alle toetsen zijn buiten werking, behalve de "Aan/uit" toets. Op de display knippert een
van de volgende alarmmeldingen: AL1, AL2, AL3, AL4, AL5, AL6, AL7, AL8. Ook een geluidssignaal geeft aan
dat de veiligheidsinrichting heeft ingegrepen.
Schakel de afwasmachine uit met de Aan/uit toets en ga na of u de storing kunt verhelpen met behulp van
onderstaande tabel. Start een programma om te controleren of u de storing verholpen heeft; bel de
servicedienst als de alarmmelding nog steeds aanwezig is.
Storing Foutcode Oplossing
De machine start niet ● De machinedeur is niet goed dicht. De led
“deur is open” brandt.
● De stekker zit niet in het stopcontact.
● Er staat geen spanning op het stopcontact.
De machine neemt geen Controlelampje “kraan is ● De kraan is dichtgedraaid.
water in dicht “knippert en/of ● Er is geen druk op de kraan.
Waarschuwingssignaal ● De toevoerslang is geknikt.
AL5 ● Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt Waarschuwingssignaal ● De afvoerslang is geknikt.
niet AL6 ● De afvoermogelijkheid is verstopt.
● De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
● De afvoer is niet belucht.
Algemeen Waarschuwingssignaal ● Schakel de afwasmachine uit en weer in en
AL1, AL2, AL3, AL4, start een programma; bel de servicedienst als
AL7, AL8 de alarmmelding wederom verschijnt.
Teveel geluid ● Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
● Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk ● De machine staat niet waterpas of is niet op de
dicht juiste wijze ingebouwd.
Kalkvlekken, strepen, ● Kijk in alle gevallen naar zowel het zout- als het
waas op het serviesgoed glansmiddelreservoir. In beide moet
voldoende aanwezig zijn.
De afwas is niet droog ● Het serviesgoed is na het beëindigen van het
programma te lang in de machine gebleven.
Het afwasresultaat is ● De korven zijn te vol beladen.
niet goed ● Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
● Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet
draaien.
● Een of enkele gaatjes in één of beide
sproeiarmen is of zijn verstopt.
● Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water
(inspoelbak).
● Een of meerdere zeven verstopt.
● Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
● Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het
is te oud en/of te klonterig en/of van slechte
kwaliteit.
● De draaidop van het zoutreservoir zit los.
● Het gekozen programma was niet geschikt
voor de aard en/of hoeveelheid van de
bevuiling.